15 MEI 2007. - Wet betreffende de bestraffing van namaak en piraterij van intellectuele eigendomsrechten (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 18-07-2007 en tekstbijwerking tot 28-12-2015)
HOOFDSTUK I. - Inleidende bepaling.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Ongeoorloofde handel van goederen die inbreuk maken op een intellectueel eigendomsrecht in de zin van de Verordening (EG) nr. 1383/2003.
Afdeling 1. - Definities.
Art. 2
Afdeling 2. - Optreden van de douaneautoriteiten.
Art. 3-4
Afdeling 3. - Vervolging van de inbreuken op de douanewetgeving en strafsancties.
Art. 5-7
HOOFDSTUK III. - Sancties van inbreuken op bepaalde intellectuele eigendomsrechten.
Afdeling 1. - Strafbepalingen.
Art. 8-13, 13/1, 14-15
Afdeling 2.
Art. 16
Afdeling 3.
Art. 17
HOOFDSTUK IV.
Art. 18-21
HOOFDSTUK V.
Art. 22-27
HOOFDSTUK VI.
Afdeling 1.
Art. 28-29
Afdeling 2.
Art. 30-31
Afdeling 3.
Art. 32-33
Afdeling 4.
Art. 34
HOOFDSTUK VII.
Art. 35
1879040150 1969063007 1994009586 1994009587 1996003643 1998009789
HOOFDSTUK I. - Inleidende bepaling.
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
HOOFDSTUK II. - Ongeoorloofde handel van goederen die inbreuk maken op een intellectueel eigendomsrecht in de zin van de Verordening (EG) nr. 1383/2003.
Afdeling 1. - Definities.
Art.2. Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder :
1° de verordening : de Verordening (EG) nr. 1383/2003 van de Raad van 22 juli 2003 inzake het optreden van de douaneautoriteiten ten aanzien van goederen waarvan wordt vermoed dat zij inbreuk maken op bepaalde intellectuele eigendomsrechten en inzake de maatregelen ten aanzien van goederen waarvan is vastgesteld dat zij inbreuk maken op dergelijke rechten;
2° het communautair douanewetboek : de Verordening (EG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek;
3° de algemene wet inzake douane- en accijnzen : de algemene bepalingen inzake douane en accijnzen gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 18 juli 1977, bekrachtigd door de wet van 6 juli 1978.
Afdeling 2. - Optreden van de douaneautoriteiten.
Art.3. De douaneautoriteit die bevoegd is om het verzoek te ontvangen en te behandelen waarvan sprake is in artikel 5, § 1, van de verordening, is de door de Koning aangewezen ambtenaar van de Federale Overheidsdienst Financiën.
Art.4. Wanneer toepassing wordt gemaakt van artikel 14, § 1, van de verordening is het bedrag van de door de aangever, de eigenaar, de importeur, de houder of de geadresseerde van de goederen te stellen zekerheid gelijk aan driemaal de douanewaarde of de statistiekwaarde van de betreffende goederen, naargelang het niet-communautaire of communautaire goederen betreft.
De modaliteiten van de zekerheidstelling bedoeld in het eerste lid worden door de Koning vastgesteld.
Afdeling 3. - Vervolging van de inbreuken op de douanewetgeving en strafsancties.
Art.5. § 1. Inbreuk of poging tot inbreuk op het verbod bepaald in artikel 16 van de verordening, wordt bestraft overeenkomstig artikel 231, § 1, van de algemene wet inzake douane en accijnzen.
De gevangenisstraf bedraagt evenwel van drie maanden tot drie jaar en de boete van 500 tot 500.000 euro.
§ 2. In geval van herhaling binnen vijf jaar na een in kracht van gewijsde gegane veroordeling wegens dezelfde inbreuk, worden de straffen verdubbeld.
§ 3. Inbreuk of poging tot inbreuk op het in artikel 16 van de verordening bepaalde verbod, wordt vervolgd volgens de procedure bepaald in de artikelen 226, 249 tot 253 en 263 tot 284 van de algemene wet inzake douane en accijnzen.
Art.6. § 1. De rechtbank kan, in alle gevallen, de vernietiging of de verwijdering uit het handelsverkeer van de verbeurd verklaarde goederen waarvan is vastgesteld dat zij inbreuk maken op een intellectueel eigendomsrecht bevelen, op kosten van de overtreder, van de persoon die de goederen bij de douane heeft aangeboden, van de eigenaar, de bezitter, de houder of de geadresseerde van de goederen of, in voorkomend geval, van de houder van het recht, die overeenkomstig artikel 5, § 1, van de verordening om het optreden van de douaneautoriteiten heeft verzocht.
§ 2. De Administratie van douane en accijnzen kan, in overeenstemming met de termijnen en voorwaarden als bepaald in artikel 11, § 1, van de verordening, op kosten en onder verantwoordelijkheid van de houder van het recht overgaan tot de vernietiging van de goederen die vermoedelijk inbreuk maken op een intellectueel eigendomsrecht, na het nemen van monsters en met de voorafgaande en schriftelijke instemming van de aangever, de houder of de eigenaar van deze goederen dat de goederen voor vernietiging worden afgestaan. Deze toestemming wordt verondersteld te zijn gegeven wanneer de aangever, de houder of de eigenaar van de goederen zich binnen de termijn bepaald bij voornoemd artikel 11 niet uitdrukkelijk tegen de vernietiging heeft verzet.
Art.7. De rechtbank kan bevelen dat het vonnis moet worden aangeplakt, voor de duur die zij bepaalt, zowel binnen als buiten de gebouwen van de overtreder en op diens kosten, of dat het vonnis op kosten van de overtreder geheel of gedeeltelijk via de pers of op enige andere wijze moet worden bekendgemaakt.
Zij kan bovendien de verbeurdverklaring bevelen van de vermogensvoordelen die rechtstreeks uit het misdrijf bepaald in artikel 5, § 1, zijn verkregen, van de goederen en waarden die in de plaats ervan zijn gesteld en van de inkomsten uit de belegde voordelen.
HOOFDSTUK III. - Sancties van inbreuken op bepaalde intellectuele eigendomsrechten.
Afdeling 1. - Strafbepalingen.
Art.8.
<Opgeheven bij KB 2015-12-18/15, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2015>
Art.9.
<Opgeheven bij W 2014-04-19/60, art. 32,§2,L1, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
Art.10.
<Opgeheven bij W 2014-04-19/60, art. 32,§2,L1, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
Art.11.
<Opgeheven bij W 2014-04-19/60, art. 32,§2,L1, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
Art.12.
<Opgeheven bij W 2014-04-19/60, art. 32,§2,L1, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
Art.13.
<Opgeheven bij W 2014-04-19/60, art. 32,§2,L1, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
Art. 13/1.
<Opgeheven bij W 2014-04-19/60, art. 32,§2,L1, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
Art.14.
<Opgeheven bij W 2014-04-19/60, art. 32,§2,L1, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
Art.15.
<Opgeheven bij W 2014-04-19/60, art. 32,§2,L1, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
Afdeling 2.
Art.16.
<Opgeheven bij W 2014-04-19/60, art. 32,§2,L1, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
Afdeling 3.
Art.17.
<Opgeheven bij W 2014-04-19/60, art. 32,§2,L1, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
HOOFDSTUK IV.
Art.18.
<Opgeheven bij W 2014-04-19/60, art. 32,§2,L1, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
Art.19.
<Opgeheven bij W 2014-04-19/60, art. 32,§2,L1, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
Art.20.
<Opgeheven bij W 2014-04-19/60, art. 32,§2,L1, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
Art.21.
<Opgeheven bij W 2014-04-19/60, art. 32,§2,L1, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
HOOFDSTUK V.
Art.22.
<Opgeheven bij W 2014-04-19/60, art. 32,§2,L1, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
Art.23.
<Opgeheven bij W 2014-04-19/60, art. 32,§2,L1, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
Art.24.
<Opgeheven bij W 2014-04-19/60, art. 32,§2,L1, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
Art.25.
<Opgeheven bij W 2014-04-19/60, art. 32,§2,L1, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
Art.26.
<Opgeheven bij W 2014-04-19/60, art. 32,§2,L1, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
Art.27.
<Opgeheven bij W 2014-04-19/60, art. 32,§2,L1, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
HOOFDSTUK VI.
Afdeling 1.
Art.28.
<Opgeheven bij W 2014-04-19/60, art. 32,§2,L1, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
Art.29.
<Opgeheven bij W 2014-04-19/60, art. 32,§2,L1, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
Afdeling 2.
Art.30.
<Opgeheven bij W 2014-04-19/60, art. 32,§2,L1, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
Art.31.
<Opgeheven bij W 2014-04-19/60, art. 32,§2,L1, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
Afdeling 3.
Art.32.
<Opgeheven bij W 2014-04-19/60, art. 32,§2,L1, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
Art.33.
<Opgeheven bij W 2014-04-19/60, art. 32,§2,L1, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
Afdeling 4.
Art.34.
<Opgeheven bij W 2014-04-19/60, art. 32,§2,L1, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2015>
HOOFDSTUK VII.
Art. 35.
<Opgeheven bij W 2014-04-19/60, art. 32,§2,L1, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2015>