5 MAART 2006. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 april 1975 betreffende de arbeidsduur, de zondagsrust en de jeugdarbeid voor de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk ressorteren (PC 120).
Art. 1-3
Artikel 1. Artikel 5 van het koninklijk besluit van 14 april 1975 betreffende de arbeidsduur, de zondagsrust en de jeugdarbeid voor de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk ressorteren, opgeheven bij het koninklijk besluit van 10 augustus 2005, wordt hersteld in de volgende lezing :
"Art. 5. Voor de bepaling van de arbeidstijd, wordt de tijd gedurende de welke de mobiele werknemer of de werknemer tewerkgesteld aan werken van vervoer, ter beschikking blijft van de werkgever, niettegenstaande hij geen enkele prestatie verricht omwille van gebeurtenissen zoals in het bijzonder het wachten bij het laden en lossen van het voertuig, bij het vervullen van douaneformaliteiten, bij politie- en douanecontroles, bij oponthoud ingevolge verkeersongevallen, wegwerkzaamheden of wegomleidingen, ten belope van maximum één uur per dag en vijf uren per week niet als arbeidstijd beschouwd.
Deze tijd, beperkt tot één uur per dag en vijf uur per week, wordt als beschikbaarheidstijd in de zin van de Europese Richtlijn 2002/15 van 11 maart 2002 betreffende de organisatie van de arbeidstijd van personen die mobiele werkzaamheden in het wegvervoer uitoefenen beschouwd.
Art.2. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 3. Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 5 maart 2006.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Werk,
P. VANVELTHOVEN.