1 APRIL 2004. - Decreet betreffende de gemarkeerde toeristische wandelroutes, de wandelkaarten en de routebeschrijvingen (VERTALING). (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 10-05-2004 en tekstbijwerking tot 21-11-2008)
TITEL I. - Algemeen.
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Begripsomschrijvingen.
Art. 2
HOOFDSTUK III. - Termijnberekening.
Art. 3-4
TITEL II. - Machtiging en erkenning.
HOOFDSTUK I. - Beginselen.
Art. 5
HOOFDSTUK II. - Machtigings- of erkenningsvoorwaarden.
Afdeling 1. - Vaste wandelroutes.
Art. 6, 6bis, 7-8
Afdeling 2. - Wandelkaarten.
Art. 9-10
Afdeling 3. - Routebeschrijvingen.
Art. 11-12
HOOFDSTUK III. - Machtigings- en erkenningsprocedure.
Art. 13-18
HOOFDSTUK IV. - Procedure tot intrekking van de machtiging of erkenning.
Art. 19-22
HOOFDSTUK V. - Voorwaarden voor het uitoefenen van het beroep en procedure.
Art. 23-25
HOOFDSTUK VI. [1 - Certificering van de markering van een vaste wandelroute]1
Art. 25bis, 25ter, 25quater
TITEL III. - Subsidies.
HOOFDSTUK I. - Algemeen.
Art. 26
HOOFDSTUK II. - Voorwaarden voor het verlenen en het behoud van subsidies.
Art. 27
HOOFDSTUK III. - Percentages en bedragen van de tegemoetkoming.
Art. 28
HOOFDSTUK IV. - Procedure voor het toekennen van de vereffening en controle over het gebruik van de subsidies.
Art. 29-35, 35bis
TITEL IV. - Strafrechtelijke bepalingen.
Art. 36-37
HOOFDSTUK 2. - Strafrechtelijke straffen <Ingevoegd bij DWG 2005-07-20/66, art. 46; Inwerkingtreding : 01-06-2007>
Art. 38
HOOFDSTUK 3. - Toezicht en vaststelling van de overtredingen <Ingevoegd bij DWG 2005-07-20/66, art. 47; Inwerkingtreding : 01-06-2007>
Art. 39
TITEL V. - Wijzigings-, overgangs- en slotbepalingen.
Art. 40-47
TITEL I. - Algemeen.
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied.
Artikel 1. Dit decreet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 127, § 1, van de Grondwet, overeenkomstig artikel 138 ervan, en voor de artikelen 40 tot en met 44 van dit decreet, een gewestelijke aangelegenheid.
HOOFDSTUK II. - Begripsomschrijvingen.
Art.2. Er wordt verstaan onder :
1° gemarkeerde wandelroute : elke wandelroute met hoofdzakelijk een toeristische bestemming voor niet-gemotoriseerd verkeer, bewegwijzerd door middel van markeringen;
2° vaste wandelroute : voor meer dan tien dagen gemarkeerde wandelroute;
3° markering : het op regelmatige afstand plaatsen van tekens waarmee het tracé van een wandelroute aangegeven wordt. Het plaatsen van tekens die vervaardigd worden met materiaal dat rechtstreeks uit de natuur gehaald wordt of met materiaal op basis van kalk dat bij regen snel oplost, wordt niet als markering beschouwd;
4° markeringsteken : concreet markeringselement, namelijk het genormeerde en kenmerkende teken van de wandelroute waarvan de modellen door de Regering vastgesteld zijn, de achtergrond waarop dat teken is aangebracht en het systeem waarmee dat teken eventueel wordt aangebracht.
Als markeringstekens worden beschouwd :
a. de [informatieve] markeringstekens : markeringstekens waarvan het doel erin bestaat langs een vaste wandelroute een inlichting van geschiedkundige, kunsthistorische, wetenschappelijke of culturele aard te verstrekken en waarvan het model door de Regering is vastgesteld; <DWG 2005-07-20/66, art. 40, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2007>
b. de volledige richtingaanwijzende markeringstekens : markeringstekens met een richtingaangevende pijl waarvan het doel erin bestaat volledige informatie te verstrekken over de aard en de lengte van de vaste wandelroute, die minstens de naam van de vaste wandelroute en diens doel inhouden, waarvan het model door de Regering is vastgesteld;
c. de eenvoudige richtingaanwijzende markeringstekens : markeringstekens met een richtingaangevende pijl waarvan het doel erin bestaat een richtingsverandering aan te geven, waarvan de normen door de Regering zijn vastgesteld;
d. de bakenstokken : de markeringstekens waarvan het doel erin bestaat de [te volgen] richting te herhalen of te bevestigen, waarvan de normen door de Regering zijn vastgesteld; <DWG 2005-07-20/66, art. 41, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2007>
e. de vertrekborden : borden die het vertrekpunt van één of meerdere vaste wandelroutes uitmaken, waarvan het doel erin bestaat daar een volledige inlichting over te verstrekken, waarvan de normen door de Regering zijn vastgesteld;
f. de [plaatsnaamgerelateerde markeringstekens], waarvan de normen door de Regering zijn vastgesteld; <DWG 2005-07-20/66, art. 40, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2007>
5° wandelkaart : elke topografische kaart met een gegeven schaal waarop de vaste wandelroutes en de verschillende uitrustingen voor de opvang van toeristen, ongeacht hun benaming, aangegeven zijn;
6° wandelbeschrijving : elk document met informatie ter omschrijving van één of meerdere vaste wandelroutes waarmee de gebruiker de weg gewezen wordt.
Dat document, dat van de wandelkaart verschilt, kan de vorm van een boek, fiches, zakboekje, gids, folder, blad aannemen zoals meer bepaald de topogids, het "road book", het "pocket plan", de kaartgids, de wandelfiches, de wandelschriftjes;
7° gewestelijk erkenningsteken : schild waarvan het model door de Regering wordt omschreven, waarmee bevestigd wordt dat de vaste wandelroute gemachtigd is of dat de wandelkaart of de wandelbeschrijving door het Commissariaat-generaal voor Toerisme erkend is;
8° toerist : elke persoon die zich als vrijetijdsbesteding, voor de ontspanning of het zakendoen, naar een plaats begeeft die zich verder bevindt dan de gemeente waar hij doorgaans verblijft of dan de naburige gemeenten en die elders dan in zijn gewoonlijke verblijfplaats verblijft;
9° [1 gewestelijke commissie : er wordt een gewestelijke commissie opgericht.
De gewestelijke commissie bestaat uit :
a) de commissaris-generaal voor toerisme of zijn afgevaardigde;
b) de inspecteur-generaal van de Afdeling Natuur en Bossen of zijn afgevaardigde;
c) een afgevaardigde de "Conseil supérieur wallon de la Chasse" (Waalse Hoge Jachtraad) die de hoedanigheid van jager heeft;
d) twee afgevaardigden van de "Conseil supérieur wallon des Forêts et de la Filière Bois" (Waalse Hoge Raad voor het Bos en de Houtkolom); de ene met de hoedanigheid van privé-boseigenaar, de andere met de hoedanigheid van bosuitbater;
c) een afgevaardigde van de Conseil supérieur wallon de la Conservation de la Nature" (Waalse Hoge Raad voor het Natuurbehoud) met de hoedanigheid van lid van een vereniging voor natuurbehoud;
f) twee uitwerkers en twee gebruikers van vaste wandelroute;
g) een afgevaardigde van de "Conseil supérieur des villes, communes et provinces de la Région wallonne" (Hoge Raad van de steden, gemeenten en provincies van het Waalse Gewest).
De Regering organiseert een openbare oproep tot de kandidaten wat betreft de leden bedoeld in het vorige lid, punt f.
De Raden leggen de Regering een dubbele lijst van gewone en plaatsvervangende kandidaten voor.
De Regering benoemt de leden van de gewestelijke commissie en wijst onder die leden de voorzitter en de ondervoorzitter aan.
De gewestelijke commissie vergadert op geldige wijze ongeacht het aantal aanwezige leden.
De gewestelijke commissie heeft het recht om elke persoon die ze wenst te horen over de besproken problemen, op haar zittingen uit te nodigen.
De gewestelijke commissie bepaalt haar huishoudelijk reglement en legt het ter goedkeuring voor aan de Regering.
Het mandaat van de leden duurt vijf jaar. De mandaten zijn persoonlijk en verlengbaar. Bij vacature vóór het verstrijken van een mandaat voleindigt het onlangs aangewezen lid het mandaat van zijn voorganger.
Een lid dat de vergaderingen van de gewestelijke commissie gedurende twee opeenvolgende jaren niet heeft bijgewoond, wordt van ambtswege als ontslagnemend beschouwd.
De functies van lid van de gewestelijke commissie worden a rato van 50 euro per vergadering bezoldigd. Met uitzondering van de leden bedoeld in 1° en 2° hebben de leden van de gewestelijke commissie recht op de vergoeding wegens reiskosten ten laste van de begroting van het Waalse Gewest. Daartoe worden deze leden gelijkgesteld met ambtenaren.]1
----------
(1)<DWG 2008-10-23/37, art. 101, 003; Inwerkingtreding : 01-12-2008>
HOOFDSTUK III. - Termijnberekening.
Art.3. De dag van ontvangst van de akte, die het vertrekpunt is voor een termijn, is er niet in begrepen.
Art.4. Inbegrepen in de termijn is de vervaldag. Indien die dag evenwel een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag is, verschuift de vervaldag naar de eerstvolgende werkdag.
TITEL II. - Machtiging en erkenning.
HOOFDSTUK I. - Beginselen.
Art.5. Alle vaste wandelroutes, met uitsluiting van de wandelroutes ingesteld in het kader van Ravel (autonoom net voor traag verkeer) dienen het voorwerp uit te maken van een voorafgaande en uitdrukkelijke machtiging.
De wandelkaarten en routebeschrijvingen kunnen erkend worden.
HOOFDSTUK II. - Machtigings- of erkenningsvoorwaarden.
Afdeling 1. - Vaste wandelroutes.
Art.6. Om gemachtigd te worden dient een vaste wandelroute aan volgende voorwaarden te voldoen :
1° het genormeerde teken dient over de gehele lengte van het parcours identiek te zijn en overeen te komen met de door de Regering omschreven normen;
2° er dienen een vertrekbord met minstens de door de Regering omschreven inlichtingen en een eenvoudig richtingaanwijzend markeringsteken te worden aangebracht op het vertrekpunt van de vaste wandelroute;
3° er dienen volledige richtingaanwijzende markeringstekens met minstens de door de Regering omschreven inlichtingen aangebracht te worden op de voornaamste toegangspunten tot de vaste wandelroute;
4° de markeringstekens en de markering dienen overeen te stemmen met de door de Regering omschreven normen.
(In afwijking van het eerste lid, als de vaste wandelroute deel uitmaakt van een netwerk van grote internationale wandelroutes, moet zij, om toegelaten te worden, uitsluitend voldoen aan de voorwaarden 1° en 4° bedoeld in het vorig lid.) <DWG 2005-07-20/66, art. 42, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2007>
Art. 6bis. [1 Het Commissariaat-generaal voor Toerisme van het Waalse Gewest en de huizen voor toerisme kunnen binnen de perken van hun bevoegdheid de wandelroute en de desbetreffende dragers gebruiken zonder de uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming van de vergunninghouder.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2008-10-23/37, art. 102, 003; Inwerkingtreding : 01-12-2008>
Art.7. De Regering is gemachtigd om de voorwaarden die vervuld dienen te worden om een machtiging voor de markering van een vaste wandelroute te krijgen, nader te bepalen.
Art.8. Voor de wandelroutes die verband houden met een specifiek thema uit de geschiedenis, de folklore of de plaatselijke cultuur kan de Regering afwijkingen van de door hem omschreven normen toelaten.
Afdeling 2. - Wandelkaarten.
Art.9. Om erkend te worden dient een wandelkaart aan volgende voorwaarden te voldoen :
1° op de kaart staan enkel vaste wandelroutes vermeld en aangegeven;
2° de kaart is op schaal, met duidelijke opgave van de schaal op kaft en kaart;
3° op de kaft van de kaart waarvan het model door de Regering is vastgesteld, worden de types betrokken gebruikers aangegeven;
4° de kaart neemt elke vaste wandelroute in een register op in functie van de types betrokken gebruikers;
5° het tracé van de vaste wandelroutes, evenals de juiste vorm en kleur van de op het terrein aangebrachte genormeerde tekens worden aangegeven zonder dat de belangrijke gegevens vermeld op de achtergrond van de kaart weggelaten worden;
6° op de kaart worden de afstanden, de éénrichtingswegen en, in voorkomend geval, de moeilijkheidsgraad van de verschillende vaste wandelroutes aangegeven;
7° op de kaart worden de aansluitingen op netwerken van vaste wandelroutes op naburige grondgebieden aangegeven;
8° op de kaart worden de verschillende uitrustingen voor de opvang van en de informatieverlening aan de toerist aangegeven, waaronder minstens de door de Regering omschreven bestanddelen, zonder dat de belangrijke gegevens vermeld op de achtergrond van de kaart weggelaten worden.
Art.10. De Regering is gemachtigd om de normen nader te bepalen waaraan de wandelkaarten, om erkend te worden, dienen te voldoen.
Afdeling 3. - Routebeschrijvingen.
Art.11. Om erkend te worden beschrijft een wandelbeschrijving enkel vaste wandelroutes.
Art.12. De Regering is gemachtigd om de normen nader te bepalen waaraan de routebeschrijvingen, om erkend te worden, dienen te voldoen.
HOOFDSTUK III. - Machtigings- en erkenningsprocedure.
Art.13. Elke aanvraag tot het bekomen van een machtiging om een vaste wandelroute te markeren of een wandelkaart dan wel -beschrijving te laten erkennen dient bij ter post aangetekend schrijven met bericht van ontvangst te worden gericht aan het Commissariaat-generaal voor Toerisme.
De Regering bepaalt de vorm van de aanvraag voor de machtiging van een vaste wandelroute, evenals diens inhoud en het aantal in te dienen exemplaren.
De Regering bepaalt de vorm van de erkenning van de wandelkaarten en routebeschrijvingen, evenals hun inhoud en het aantal in te dienen exemplaren.
Art.14. Indien de aanvraag onvolledig is, richt het Commissariaat-generaal voor Toerisme binnen de vijftien dagen na ontvangst bij ter post aangetekend schrijven een lijst van de ontbrekende stukken aan de aanvrager en geeft aan dat de procedure te rekenen van de ontvangst ervan opnieuw begint te lopen. De ontbrekende stukken dienen te worden gericht aan het Commissariaat-generaal bij ter post aangetekend schrijven.
Art.15. § 1. Binnen de vijftien dagen na ontvangst van de volledige aanvraag of van de ontbrekende stukken richt het Commissariaat-Generaal een bericht van ontvangst aan de aanvrager met de bevestiging dat het dossier volledig is.
§ 2. Indien de vooropgestelde wandelroute geheel of gedeeltelijk door het bos loopt, richt het Commissariaat-generaal de machtigingsaanvraag voor advies aan de inspecteur-generaal van de Afdeling Natuur en Bossen van het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Milieu, hierna de inspecteur-generaal genoemd en terzelfder tijd geeft hij aan de aanvrager kennis van het bericht van ontvangst bedoeld in vorige paragraaf.
Binnen een termijn van vijfenveertig dagen te rekenen van het tijdstip waarop het dossier hem is overgemaakt, brengt de inspecteur-generaal een gemotiveerd advies uit en geeft er kennis van aan het Commissariaat-generaal voor Toerisme en, bij ter post aangetekend schrijven, aan de aanvrager. Indien de kennisgeving van het advies binnen de vastgestelde termijn uitblijft, wordt daaraan door het Commissariaat-generaal voor Toerisme voorbijgegaan.
§ 3. Gesteld dat het Commissariaat-generaal voor Toerisme het ongunstig advies van de inspecteur-generaal niet deelt, richt het binnen de vijftien dagen na ontvangst van dat advies de machtigingsaanvraag voor eensluidend advies aan de gewestelijke commissie. Terzelfder tijd richt het bij ter post aangetekend schrijven een afschrift van dat verzoek om advies aan de aanvrager.
Binnen de zestig dagen te rekenen van het tijdstip waarop het dossier aan diens voorzitter is overgemaakt, brengt de gewestelijke commissie een gemotiveerd advies uit en geeft er kennis van aan het Commissariaat-generaal voor Toerisme en, bij ter post aangetekend schrijven, aan de aanvrager. Indien de kennisgeving van het advies binnen de vastgestelde termijn uitblijft, wordt daaraan door het Commissariaat-generaal voor Toerisme voorbijgegaan.
Art.16. Het Commissariaat-generaal voor Toerisme beslist over de aanvraag voor de machtiging tot het markeren van een vaste wandelroute en geeft kennis van diens beslissing aan de aanvrager binnen de zes maanden te rekenen van het versturen van het bericht van ontvangst bedoeld in artikel 15, § 1.
Het Commissariaat-generaal voor Toerisme beslist over de aanvraag tot erkenning van een wandelkaart of routebeschrijving en geeft kennis van diens beslissing binnen de zestig dagen te rekenen van het versturen van het bericht van ontvangst bedoeld in artikel 15, § 1.
Van de beslissing van het Commissariaat-generaal voor Toerisme wordt kennis gegeven aan de aanvrager bij ter post aangetekend schrijven met bericht van ontvangst. In voorkomend geval wordt een afschrift gericht aan de inspecteur-generaal.
Het uitblijven van kennisgeving aan de aanvrager binnen de gestelde termijn staat gelijk met een weigeringsbeslissing.
Art.17. Het Commissariaat-generaal voor Toerisme levert voor elke vaste wandelroute, elke erkende wandelkaart of routebeschrijving een gewestelijk identificatienummer af.
Art.18. Het Commissariaat-generaal voor Toerisme maakt jaarlijks een officiële gids van wandelingen in Wallonië betreffende de vaste wandelroutes bekend.
HOOFDSTUK IV. - Procedure tot intrekking van de machtiging of erkenning.
Art.19. De machtiging of de erkenning kan door het Commissariaat-generaal voor Toerisme worden ingetrokken indien de bepalingen van dit decreet of diens uitvoeringsbepalingen niet nageleefd worden.
Indien de machtiging verleend wordt voor een vaste wandelroute die geheel of gedeeltelijk door een bos loopt, kan de inspecteur-generaal aan het Commissariaat-generaal vragen om die machtiging in te trekken indien hij vaststelt dat de bepalingen van dit decreet of diens uitvoeringsbepalingen niet nageleefd zijn.
Indien het Commissariaat-generaal voor Toerisme van mening is dat de machtiging behouden kan blijven, wordt het verzoek van de inspecteur-generaal ter advies voorgelegd aan de gewestelijke commissie. De eindbeslissing ligt bij het Commissariaat-generaal voor Toerisme.
Art.20. Vóór een beslissing te treffen tot intrekking van een machtiging of een erkenning licht het Commissariaat-generaal voor Toerisme de houder ervan bij ter post aangetekend schrijven met bericht van ontvangst in over de motieven van de in het vooruitzicht gestelde intrekking.
De houder beschikt over vijftien dagen te rekenen van de ontvangst van dat advies om zijn opmerkingen bij ter post aangetekend schrijven aan het Commissariaat-generaal voor Toerisme over te maken. Hij kan binnen dezelfde termijn en in dezelfde vorm verzoeken om gehoord te worden. In dat geval wordt hij gehoord door het Commissariaat-generaal voor Toerisme. Er wordt een proces-verbaal opgesteld. De houder wordt minstens acht dagen vóór vastgestelde datum over de hoorzitting ingelicht. Hij kan zich laten vertegenwoordigen of bijstaan door de personen van zijn keuze.
Het Commissariaat-generaal voor Toerisme geeft kennis van zijn beslissing aan de houder bij ter post aangetekend schrijven met bericht van ontvangst.
Art.21. Het Commissariaat-generaal voor Toerisme kan te allen tijde beslissen om de intrekkingsprocedure te beëindigen, waarover hij dan de houder van de machtiging of van de erkenning bij ter post aangetekend schrijven inlicht.
Een beslissing tot intrekking kan niet plaatsvinden meer dan zes maanden na het sturen van het schrijven bedoeld in artikel 20, eerste lid.
Art.22. Het Commissariaat-generaal voor Toerisme licht de inspecteur-generaal in over de beslissingen tot intrekking van de machtiging om een vaste wandelroute die geheel of gedeeltelijk door een bos loopt, te markeren.
HOOFDSTUK V. - Voorwaarden voor het uitoefenen van het beroep en procedure.
Art.23. De aanvrager of de houder van de machtiging of van de erkenning, hierna eveneens de "aanvrager" genoemd, kan een gemotiveerd beroep indienen bij de Regering tegen de beslissing tot weigering of intrekking van de machtiging of de erkenning.
Het beroep wordt ingediend binnen de dertig dagen na ontvangst van de omstreden beslissing of, in het geval bedoeld in artikel 16, vierde lid, na de datum waarop de weigeringsbeslissing als vaststaand wordt beschouwd.
Het wordt bij ter post aangetekend schrijven aan het Commissariaat-generaal voor Toerisme gericht en bij het beroep wordt een afschrift van de omstreden beslissing, indien bestaand, gevoegd.
Het beroep is niet opschortend, behalve indien het een intrekkingsbeslissing betreft. In dat geval wordt de intrekkingsbeslissing opgeschort tijdens de termijn die de aanvrager gegund wordt om het beroep in te dienen en, in voorkomend geval, tot en met de beslissing van de Regering over het beroep.
Art.24. Binnen de tien dagen na ontvangst van het beroep richt het Commissariaat-generaal voor Toerisme een bericht van ontvangst bij ter post aangetekend schrijven met bericht van ontvangst aan de aanvrager.
De aanvrager kan verzoeken om gehoord te worden, ofwel in zijn beroep, ofwel bij ter post aangetekend schrijven gericht aan het Commissariaat-generaal voor Toerisme binnen de vijftien dagen volgend op de ontvangst door de aanvrager van het bericht van ontvangst van zijn beroep.
De aanvrager wordt minstens acht dagen vóór de datum vastgesteld voor de hoorzitting daarover ingelicht. Hij kan zich laten vertegenwoordigen of bijstaan door de personen van zijn keuze. Er wordt een proces-verbaal van de hoorzitting opgesteld.
Art.25. De Regering beslist over het beroep en geeft kennis van zijn beslissing aan de aanvrager binnen een termijn van zestig dagen volgend op het sturen door het Commissariaat-Generaal voor Toerisme van het bericht van ontvangst bedoeld in artikel 24.
Van de beslissing van de Regering wordt kennis gegeven aan het Commissariaat-generaal voor Toerisme en, bij ter post aangetekend schrijven, aan de aanvrager. In voorkomend geval wordt er een afschrift van verstuurd aan de inspecteur-generaal.
Indien de aanvrager de beslissing van de Waalse Regering niet gekregen heeft binnen de tien dagen volgend op het verstrijken van de termijn vastgesteld in het eerste lid, kan hij een herinneringsschrijven versturen. Dat gebeurt bij ter post aangetekend schrijven gericht aan het Commissariaat-generaal voor Toerisme. De inhoud ervan dient het woord "herinnering" te vermelden en dient om duidelijk te verzoeken dat er beslist wordt over het beroep waarvan een afschrift bij het schrijven wordt gevoegd.
Indien van de beslissing van de Regering niet kennis wordt gegeven in een termijn van dertig dagen volgend op de ontvangst door het Commissariaat-generaal voor Toerisme van het aangetekend herinneringsschrijven, wordt het stilzwijgen van de regering geacht een beslissing tot verwerping uit te maken.
HOOFDSTUK VI. [1 - Certificering van de markering van een vaste wandelroute]1
----------
(1)
Art. 25bis. [1 Met de certificering van een vaste wandelroute wordt nagegaan of de markering van de toegelaten vaste wandelroute overeenstemt met de bepalingen van dit decreet of met de krachtens dit decreet genomen bepalingen en met de toelating om te markeren.
De certificering kan voorlopig zijn als minstens 90 % van de elementen die de markering van een toegelaten vaste wandelroute vormen, geplaatst worden en conform zijn. De voorlopige certificering bepaalt de niet-conforme of ontbrekende elementen nader.
De certificering is definitief wanneer alle elementen die de markering van een toegelaten vaste wandelroute vormen, geplaatst worden en conform zijn.
Het Commissariaat-generaal voor Toerisme of een erkende persoon kan de voorlopige of definitieve certificering van de markering van een vaste wandelroute afgeven.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2008-10-23/37, art. 104, 003; Inwerkingtreding : 01-12-2008>
Art. 25ter. [1 Elke persoon die voor de door het Commissariaat-generaal voor Toerisme georganiseerde markeringsexamen slaagt, geniet de in artikel 25bis bedoelde erkenning.
Het examen wordt minstens één keer per jaar door het Commissariaat-generaal voor Toerisme georganiseerd en bestaat uit een schriftelijk onderdeel over de kennis van de regelgeving en uit een terreinexamen. Het examen wordt minstens één maand voor het organiseren ervan via de algemene pers aangekondigd.
Als de kandidaat minstens 80 % van de punten van het schriftelijke examen behaalt, kan hij deelnemen aan het terreinexamen.
Het terreinexamen bestaat erin een vaste wandelroute van minstens 5 km te analyseren en alle niet-conforme elementen precies te identificeren.
De erkenning heeft een geldigheid van zeven jaar.
De lijst van de erkende personen wordt door het Commissariaat-generaal voor Toerisme bekendgemaakt.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2008-10-23/37, art. 105, 003; Inwerkingtreding : 01-12-2008>
Art. 25quater. [1 De erkende persoon mag geen certificering afgeven voor een vaste wandelroute die ze uitgedacht of verricht heeft, of als ze een rechtstreekse band heeft met de ideeënman of de ontwerper van de vaste wandelroute. De Commissaris-generaal voor Toerisme kan de erkenning intrekken van de persoon die dit artikel overtreedt, nadat het haar erom verzocht heeft haar argumenten te laten gelden en, als ze erom verzocht heeft, nadat het haar gehoord heeft.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij DWG 2008-10-23/37, art. 106, 003; Inwerkingtreding : 01-12-2008>
TITEL III. - Subsidies.
HOOFDSTUK I. - Algemeen.
Art.26. Binnen de perken van de kredieten uitgetrokken op de begroting kan de Regering een subsidie verlenen voor :
1° het ontwerp, het leveren en het plaatsen van markeringen voor de vaste wandelroutes [1 alsmede voor de certificering van de markering van de vaste wandelroute]1;
2° de erkende wandelkaarten en routebeschrijvingen.
----------
(1)<DWG 2008-10-23/37, art. 107, 003; Inwerkingtreding : 01-12-2008>
HOOFDSTUK II. - Voorwaarden voor het verlenen en het behoud van subsidies.
Art.27. De mogelijkheid om subsidies te verlenen wordt ondergeschikt gemaakt aan volgende voorwaarden :
1° de vaste wandelroute, de wandelkaart of routebeschrijving kan bijdragen tot de ontwikkeling van het toerisme in het Waalse Gewest;
2° de aanvrager verbindt zich om de wandelkaarten en routebeschrijvingen niet te verkopen tegen een prijs van over acht euro per exemplaar; daartoe vult de aanvrager het formulier vastgesteld door de Regering in. Het kaft van de wandelkaart en -beschrijving vermeldt respectievelijk de zinnen "Deze wandelkaart mag niet verkocht worden tegen een prijs van meer dan 8 euro" en "Deze routebeschrijving mag niet verkocht worden tegen een prijs van meer dan 8 euro".
De Regering is gemachtigd om het bedrag bepaald in vorige zin aan te passen om rekening te houden met de waarde van de index der consumptieprijzen van de maand van inwerkingtreding van dit decreet, volgens de formule : Nieuwe index Vroeger bepaalde prijs x ------------------- Aanvankelijke index
waarbij de aanvankelijke index, de index is van de maand van inwerkingtreding van dit decreet en de nieuwe index, de index van de maand waarop die inwerkingtreding verjaart.
In alle geval wordt het aangepaste bedrag afgerond naar de lagere eenheid, gesteld dat de decimaal lager zou zijn dan 50 en naar de hogere eenheid, mocht de decimaal gelijk zijn aan of hoger zijn dan 50;
3° de aanvrager verbindt zich ertoe de wandelkaarten en routebeschrijvingen te verkopen in een verspreidingsnetwerk dat ruimer is dan dat van de plaatselijke toeristische instanties; daartoe vult de aanvrager het door de regering vastgestelde formulier in.
HOOFDSTUK III. - Percentages en bedragen van de tegemoetkoming.
Art.28. § 1. Het tegemoetkomingspercentage wordt vastgesteld op 60 % van het ontwerp, het leveren [1 het plaatsen van de markeringen en de certificeringen van de markeringen]1, evenals van het leveren van de reservemarkeringen die maximum 40 % van de te plaatsen markeringen vertegenwoordigen.
Dat percentage mag evenwel tot 80 % verhoogd worden indien de aanvrager andere activiteiten die verband houden met toerisme in zijn wandelroute opneemt mits inachtneming van volgende voorwaarden :
1° zijn toeristisch project wordt uitgewerkt op een ruimer grondgebied waarbij uitgegaan wordt van een toeristische eenheid, en zonder dat noodzakelijkerwijs verwezen wordt naar de bestuurlijke grenzen van één of meer gemeenten;
2° hij voorziet in een overleg en in een samenwerking tussen de verschillende plaatselijke toeristische actoren om een gemeenschappelijke strategie rond één project tot stand te brengen;
3° de toeristen worden ingelicht over de logiesmogelijkheden, over de andere vaste wandelroutes en de toeristische plaatsen en activiteiten in zijn streek;
4° hij vestigt de bevordering van zijn product op een samenhangend imago dat eigen is aan de betrokken streek.
§ 2. De subsidie wordt forfaitair vastgesteld op 60 euro per vierkante decimeter basiskaart en met een maximumbedrag van 3.000 euro voor het ontwerp, de uitgave en het drukken van de wandelkaarten.
§ 3. Het tegemoetkomingspercentage wordt vastgesteld op 40 % van het ontwerp, de uitgave en het drukken van de routebeschrijvingen. De subsidie wordt vastgesteld op maximum 4.000 euro.
§ 4. Er wordt geen enkele subsidie verleend voor het ontwerp, het leveren en het plaatsen van oorspronkelijke of reservemarkeringen, noch voor het ontwerp, de uitgave en het drukken van de wandelkaarten en routebeschrijvingen indien zij subsidiabel zijn krachtens andere wets- of regelgevende bepalingen behalve indien vaststaat dat zij zonder die bijkomende tegemoetkoming niet verwezenlijkt zouden kunnen worden.
§ 5. De regering is gemachtigd om de bedragen bepaald in de paragrafen 2 en 3 aan te passen om rekening te houden met de waarde van de index der consumptieprijzen van de maand van inwerkingtreding van dit decreet, volgens de formule : Nieuwe index Bepaalde prijs in # 2 of 3 x ------------------- Aanvankelijke index
waarbij de aanvankelijke index, de index is van de maand van inwerkingtreding van dit decreet en de nieuwe index, de index van de maand waarop die inwerkingtreding verjaart.
In alle geval wordt het aangepaste bedrag afgerond naar de lagere eenheid, gesteld dat de decimaal lager zou zijn dan 50 en naar de hogere eenheid, mocht de decimaal gelijk zijn aan of hoger zijn dan 50.
[1 § 6. Voor de berekening van het deel van de subsidie betreffende de certificering van de markeringen wordt het overwogen maximumbedrag bepaald op 50 euro per kilometer gecertificeerde markeringen.]1
----------
(1)<DWG 2008-10-23/37, art. 108, 003; Inwerkingtreding : 01-12-2008>
HOOFDSTUK IV. - Procedure voor het toekennen van de vereffening en controle over het gebruik van de subsidies.
Art.29. Elke subsidieaanvraag dient bij ter post aangetekend schrijven met bericht van ontvangst te worden gericht aan het Commissariaat-generaal voor Toerisme.
De aanvraag moet gemotiveerd worden.
Art.30. De Regering stelt de inhoud van de subsidieaanvraag evenals het aantal exemplaren dat de aanvraag dient in te houden, vast.
Art.31. Elke persoon die vraagt dat een subsidie wordt toegekend, geeft daardoor de Regering de toelating om zonder verplaatsing elke nuttig geachte verificatie door te voeren.
De weigering om zich te onderwerpen aan die verificaties of het verhinderen ervan brengt het weerlegbare vermoeden teweeg dat niet voldaan wordt aan de toekenningsvoorwaarden vastgesteld in artikel 27.
Art.32. § 1. Elke subsidie die toegekend wordt voor de verwezenlijking van een vaste wandelroute kan vereffend worden tegen maximum 90 % bij overlegging van de uitgavestukken die het ontwerp, het leveren of het plaatsen van markeringen van die wandelroute verantwoorden, ter hoogte van minstens één derde van de bepaalde uitgave [1 en voor zover de vaste wandelroute het voorwerp heeft uitgemaakt van een voorlopige of definitieve certificering van de erkende persoon]1.
De eindafrekening [1 en de definitieve certificering dienen]1 uiterlijk vóór verstrijken van de twaalfde maand volgend op de datum van de laatste voorlopige vereffening voorgelegd te worden.
§ 2. Het ontwerp of het leveren van de markeringen dient aan te vangen uiterlijk binnen een termijn van zes maanden te rekenen van de kennisgeving van de toekenning van de subsidie en de markeringen dienen geplaatst te worden uiterlijk twaalf maanden te rekenen van hun ontwerp of levering.
§ 3. In geval van niet-naleving van de termijnen bedoeld in de paragrafen 1 en 2 en behoudens verlenging door de Regering, dienen de onverschuldigd gestorte sommen op grond van een behoorlijk verantwoorde aanvraag ingediend door de gerechtigde vóór verstrijken van de aanvankelijke termijn, terugbetaald te worden.
----------
(1)<DWG 2008-10-23/37, art. 109, 003; Inwerkingtreding : 01-12-2008>
Art.33. Elke subsidie die toegekend wordt voor de verwezenlijking van wandelkaarten of routebeschrijvingen wordt enkel uitbetaald na hun uitgave en na overlegging van minstens drie exemplaren ervan en van de verantwoordingsstukken van de kostprijs van hun verwezenlijking.
Art.34. De Regering controleert of de voorwaarden vastgesteld in de artikelen 27, 32 en 33 nageleefd worden.
De weigering om zich te onderwerpen aan een controle of het verhinderen ervan brengt het weerlegbare vermoeden teweeg dat de subsidiegerechtigde de voorwaarden vastgesteld in artikelen 27, 32 of 33 niet naleeft.
Art.35. Indien de subsidie niet toegerekend wordt op datgene waarvoor ze voorzien was, of indien niet meer voldaan wordt aan de voorwaarden vastgesteld in artikel 27 of nog indien de machtiging of de erkenning ingetrokken wordt, dient de gerechtigde, behoudens voorafgaandelijke toelating door de Regering, de subsidie volledig terug te betalen indien de gebeurtenis die de teruggave verantwoordt, plaatsvindt binnen een termijn van vijf jaar te rekenen van 1 januari volgend op het laatste jaar waarin de subsidie vereffend is.
Voor de subsidies bedoeld in artikel 26, 1°, dient de gerechtigde, indien die gebeurtenis plaatsvindt na verstrijken van die termijn van vijf jaar, de met één derde verminderde subsidie terug te betalen voor elke periode van twaalf maanden die verstreken is na de termijn van vijf jaar als hogervermeld.
Art. 35bis. <Ingevoegd bij DWG 2005-07-20/66, art. 45; Inwerkingtreding : 01-06-2007> § 1. Degene die onrechtmatig gebruik maakt van het gewestelijk erkenningsteken, een vaste wandelroute markeert zonder machtiging of met behulp van tekens die niet overeenstemmen met de markeringen bedoeld in artikel 2 of een vaste wandelroute behoudt zonder machtiging of een wandelroute, aangegeven door tekens die niet overeenstemmen met de markeringen bedoeld in artikel 2, krijgt een administratieve geldboete die niet meer dan 10.000 euro mag bedragen.
Degene die op welke wijze ook kwaadwillig markeringen van een gemarkeerde wandelroute vernietigt, beschadigt of wegneemt, krijgt een administratieve geldboete die niet meer dan 10.000 euro mag bedragen.
Degene die een gesubsidieerde wandelkaart of routebeschrijving verkoopt tegen een prijs boven 8 euro, krijgt een administratieve geldboete die niet meer dan 2.000 euro mag bedragen.
§ 2. De vastgestelde overtredingen van de bepalingen bedoeld in paragraaf 1 worden bij wijze van administratieve geldboete vervolgd behalve indien het openbaar ministerie, rekening houdend met de ernst van de overtreding, acht dat er aanleiding is tot strafrechtelijke vervolging. Strafrechtelijke vervolging sluit de toepassing van een administratieve geldboete uit, behalve in geval van seponering.
De administratieve geldboete wordt opgelegd door het Commissariaat-generaal voor Toerisme.
§ 3. Een exemplaar van het proces-verbaal tot vaststelling van de overtreding wordt door het Commissariaat-generaal voor Toerisme overgemaakt aan het openbaar ministerie binnen de vijftien dagen na opstellen ervan.
Het openbaar ministerie beschikt over een termijn van vier maanden, te rekenen van de dag van ontvangst van het proces-verbaal, om het Commissariaat-generaal voor Toerisme kennis te geven van zijn beslissing om al dan niet strafrechtelijke vervolging in te stellen.
§ 4. Indien het openbaar ministerie ervan afziet om te vervolgen of nalaat om binnen de vastgestelde termijn van zijn beslissing kennis te geven of in de veronderstelling van een seponering beslist het Commissariaat-generaal voor Toerisme, na de overtreder in de mogelijkheid te hebben gesteld om zijn verweermiddelen voor te leggen, of er aanleiding toe is om wegens de overtreding een administratieve geldboete op te leggen.
De beslissing van het Commissariaat-generaal voor Toerisme stelt het bedrag van de administratieve geldboete vast en is gemotiveerd. Daarvan wordt kennis gegeven aan de overtreder bij ter post aangetekend schrijven, tegelijk met een uitnodiging om zich van de boete te kwijten binnen de termijn vastgesteld door de regering.
De kennisgeving van de beslissing tot vaststelling van de administratieve geldboete doet de strafvordering vervallen.
De betaling van de boete beëindigt het optreden van de administratie.
§ 5. De overtreder die de beslissing van het Commissariaat-generaal voor Toerisme betwist, dient op straffe van uitsluiting een beroep bij wijze van verzoekschrift bij de burgerlijke rechtbank in binnen een termijn van twee maanden te rekenen van de kennisgeving van de beslissing. Van dat beroep richt hij gelijktijdig een afschrift aan het Commissariaat-generaal voor Toerisme. Het beroep, evenals de termijn om het beroep in te dienen, schorten de uitvoering van de beslissing op.
De bepaling van vorig lid wordt vermeld in de beslissing waarbij de administratieve geldboete wordt opgelegd.
§ 6. Indien de overtreder in gebreke blijft om de boete te betalen, wordt de beslissing van het Commissariaat-generaal voor Toerisme of van de burgerlijke rechtbank die in kracht van gewijsde is getreden, aan de afdeling Thesaurie van het Ministerie van het Waalse Gewest overgemaakt met het oog op inning van het administratieve geldboetebedrag.
§ 7. Indien een nieuwe overtreding wordt vastgesteld binnen de drie maanden te rekenen van de datum van het proces-verbaal, wordt het bedrag bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van dit artikel verdubbeld.
De administratieve beslissing waarbij de administratieve geldboete wordt opgelegd, kan niet meer getroffen worden drie jaar na het feit dat een overtreding bedoeld bij dit artikel uitmaakt.
De uitnodiging aan de overtreder om zijn verweermiddelen voor te leggen, bedoeld in paragraaf 4, eerste lid, die binnen de termijn bepaald in vorig lid wordt gedaan, stuit evenwel de verjaring.
Die handeling leidt een nieuwe termijn met gelijke duur in, zelfs ten overstaan van personen die er niet bij betrokken zijn.
§ 8. De regering kan de wijze van inning van de boete bepalen.
TITEL IV. - Strafrechtelijke bepalingen.
Art.36. Degene die onrechtmatig gebruik maakt van het gewestelijk erkenningsteken, een vaste wandelroute markeert zonder machtiging of met behulp van tekens die niet overeenstemmen met de markeringen bedoeld in artikel 2 of een vaste wandelroute behoudt zonder machtiging of een wandelroute, aangegeven door tekens die niet overeenstemmen met de markeringen bedoeld in artikel 2, wordt gestraft met een geldboete van 1 tot 25 euro.
Degene die op welke wijze ook kwaadwillig markeringen van een gemarkeerde wandelroute vernietigt, beschadigt of wegneemt, wordt gestraft met een geldboete van 1 tot 25 euro.
Degene die een gesubsidieerde wandelkaart of routebeschrijving verkoopt tegen een prijs boven 8 euro, wordt gestraft met een geldboete van 1 tot 25 euro.
Art.37. De bepalingen van boek I van het Strafwetboek, met inbegrip van hoofdstuk VII en artikel 85, gelden voor de overtredingen bepaald in artikel 36.
HOOFDSTUK 2. - Strafrechtelijke straffen
Art.38. § 1. Naast de boetes bepaald in artikel 36 beveelt de rechter op verzoek van het Commissariaat-generaal voor Toerisme de staking van de onwettelijke daad of het herstel van de plaats in oorspronkelijke staat.
De rechter kan bevelen dat de veroordeelde op straffe van een dwangsom binnen de acht dagen volgend op de dag waarop het vonnis definitief is geworden een zekerheid ten voordele van het Waalse Gewest stelt waarvan het bedrag gelijk is aan de geraamde kost van de bevolen maatregelen.
Die zekerheid bestaat uit een neerlegging bij de Deposito- en Consignatiekas of uit een onafhankelijke bankwaarborg uitgegeven door een erkende kredietinstelling ofwel bij de Commissie voor het Bank- en Financiewezen ofwel bij een overheid van een lid-Staat van de Europese Unie die gemachtigd is om de kredietinstellingen te controleren.
Onverminderd de toepassing van hoofdstuk XXIII van boek IV van het DEEL IV van het Gerechtelijk Wetboek beveelt de rechter dat, indien de plaats niet in oorspronkelijke staat is hersteld binnen de voorgeschreven termijn, het Commissariaat-generaal voor Toerisme van ambtswege in de tenuitvoerlegging ervan kan voorzien en de kosten ervan terug kan vorderen indien de werken zijn uitgevoerd op grond van een gewone staat opgesteld door de Regering. Die staat is uitvoerbaar.
§ 2. Het Commissariaat-generaal voor Toerisme kan voor de politie- of correctionele rechtbank treden om naast de boeten bepaald in de artikel 36 de veroordeling tot staking van de onwettelijke daad of het herstel van de plaats in diens oorspronkelijke staat te bekomen.
Het kan eveneens voor de burgerlijke rechtbank treden om de veroordeling tot de staking van de onwettelijke daad of het herstel van de plaats in diens oorspronkelijke staat te bekomen.
HOOFDSTUK 3. - Toezicht en vaststelling van de overtredingen
Art.39. (§ 1. Onverminderd de plichten van de officieren van de gerechtelijke politie zijn de ambtenaren en personeelsleden aangewezen door de regering belast met het toezicht op de naleving van de regels vastgesteld bij of krachtens dit decreet. Daartoe kunnen ze bij de beoefening van hun opdracht :
1° de bijstand van de politie vragen;
2° op grond van ernstige aanwijzingen voor een overtreding, elke doorzoeking, elke controle en elk onderzoek verrichten en elke inlichting vergaren die ze noodzakelijk achten om zich ervan te vergewissen dat de bepalingen van dit decreet en diens uitvoeringsbepalingen worden nageleefd, en meer bepaald :
a) elke persoon ondervragen over elk feit waarvan de kennis nodig is voor het uitoefenen van het toezicht en van die verhoren processen-verbaal op te stellen die tot het bewijs van het tegendeel bewijskracht hebben;
b) zich ter plaatse elk document, stuk of titel die voor de vervulling van hun opdracht noodzakelijk is, laten voorleggen of ze onderzoeken, er een fotografisch of ander afschrift van nemen of het tegen ontvangstbewijs meenemen.) <DWG 2005-07-20/66, art. 48, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2007>
De ambtenaren en personeelsleden bedoeld in het eerste lid zijn bekleed met de hoedanigheid van agent van de gerechtelijke politie. Zij zijn ertoe gehouden de eed af te leggen voor de rechtbank van eerste aanleg van hun verblijfplaats.
(§ 2. In geval van overtreding van dit decreet of diens uitvoeringsbepalingen kunnen de ambtenaren en personeelsleden bedoeld in paragraaf 1 :
1° voor elke overtreder een termijn vastleggen om zich met de wet in overeenstemming te brengen; die termijn kan slechts eenmalig verlengd worden; het Commissariaat-generaal voor Toerisme licht de procureur des Konings in over de getroffen schikkingen; bij verstrijken van de termijn of, al naar gelang van het geval, bij verlenging ervan stelt de ambtenaar of het personeelslid verslag op; het Commissariaat-generaal voor Toerisme maakt het bij ter post aangetekend schrijven binnen de tien dagen aan de overtreder en aan de procureur des Konings over;
2° een proces-verbaal opstellen dat tot bewijs van het tegendeel bewijskracht heeft; het Commissariaat-generaal voor Toerisme maakt dat proces-verbaal bij ter post aangetekend schrijven met bericht van ontvangst aan de procureur des Konings en aan de overtreder over binnen de tien dagen volgend op de datum waarop het opgesteld is of na verstrijken van de termijn bedoeld onder punt 1°.
Een afschrift ervan wordt in dezelfde termijn gericht aan de burgemeester van de gemeente waar de betrokken toeristische wandelroute gelegen is en, bij ter post aangetekend schrijven, aan diens beheerder en aan de vergunninghouder.) <DWG 2005-07-20/66, art. 49, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2007>
TITEL V. - Wijzigings-, overgangs- en slotbepalingen.
Art.40. In artikel 96 van de wet van 19 december 1854 houdende het Boswetboek, het woord "tijdelijk" invoegen voor het woord "bebakening".
Art.41. In hetzelfde artikel de woorden "bebakening van" invoegen tussen het woord "en" en het woord "gebieden".
Art.42. In artikel 197, eerste lid de bewoordingen "permanente of" schrappen.
Art.43. In artikel 1 van het besluit van de Waalse Regering van 29 februari 1996 ter uitvoering van de artikelen 186 bis, 188, 193, 194, 196 en 197 van titel XIV van de wet van 19 december 1854 houdende het Boswetboek, de begripsbepalingen "vaste route door bosgroeperingen" en "vaste route door een bosgroepering" schrappen.
Art.44. De artikelen 12, 13 en 17 van hetzelfde besluit worden opgeheven.
Art.45. Elke machtiging tot het markeren van een vaste wandelroute toegekend op grond van artikel 196 van het Boswetboek wordt gelijkgesteld met de krachtens artikel 5 vereiste machtiging.
Art.46. De markeringen die buiten het bos worden geplaatst voor de inwerkingtreding van dit decreet kunnen tijdens vijf jaar te rekenen van die inwerkingtreding in stand worden gehouden.
(De markeringen van de netwerken van vaste wandelroutes die vóór de inwerkingtreding van dit decreet worden geplaatst, kunnen in stand worden gehouden op voorwaarde dat het genormeerde teken het voorwerp heeft uitgemaakt van een ministerieel besluit tot goedkeuring op grond van de artikelen 196 en volgende van het Boswetboek.) <DWG 2005-07-20/66, art. 43, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2007>
Art. 47. De Regering stelt de datum vast van inwerkingtreding van dit decreet.
(NOTA : Inwerkingtreding vastgesteld op 01-06-2007 door BWG 2007-03-01/53, art. 13)
Kondigen dit decreet af en bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Namen, 1 april 2004.
De Minister-President,
J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE
De Minister van Economie, K.M.O.'s, Onderzoek en Nieuwe Technologieën,
S. KUBLA
De Minister van Vervoer, Mobiliteit en Energie,
J. DARAS
De Minister van Begroting, Huisvesting, Uitrusting en Openbare Werken,
M. DAERDEN
De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu,
M. FORET
De Minister van Landbouw en Landelijke Aangelegenheden,
J. HAPPART
De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken,
Ch. MICHEL
De Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid,
Th. DETIENNE
De Minister van Tewerkstelling en Vorming,.