Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

1 MAART 2007. - Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 1 april 2004 betreffende de gemarkeerde toeristische wandelroutes, de wandelkaarten en de routebeschrijvingen (VERTALING).



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Afdeling I. - Toepassingsgebied.
Art. 1
Afdeling II. - Begripsomschrijvingen.
Art. 2
HOOFDSTUK II. - Machtiging en erkenning.
Art. 3-5
HOOFDSTUK III. - Procedure tot machtiging of erkenning.
Art. 6-7
HOOFDSTUK IV. - Procedures voor de toekenning, de vereffening en de controle over het gebruik van de subsidies.
Art. 8
HOOFDSTUK V. - Delegaties.
Art. 9-12
HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen.
Art. 13-14
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Afdeling I. - Toepassingsgebied.
Artikel 1. Dit besluit regelt overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet een aangelegenheid bedoeld in artikel 127, § 1, ervan.

Afdeling II. - Begripsomschrijvingen.
Art.2. Er wordt verstaan onder :
  1° de Minister : het lid van de Regering tot wiens bevoegdheden het toerisme behoort;
  2° het decreet : het decreet van 1 april 2004 betreffende de gemarkeerde toeristische wandelroutes, de wandelkaarten en de routebeschrijvingen;
  3° voetganger : iedere persoon die zich te voet verplaatst, iedere persoon met een verminderde beweeglijkheid die zich in een rolstoel verplaatst en iedere wielertoerist of mountainbiker van minder dan negen jaar oud;
  4° wielertoerist : iedere wielrijder die beton-, kassei-, onverharde of asfaltwegen in koolwaterstofverharding gebruikt, die geen bijzondere sportieve vaardigheden vereisen;
  5° mountainbiker : iedere wielrijder die onregelmatige of geaccidenteerde terreinen gebruikt, die sommige sportieve vaardigheden vereisen;
  6° normenboek : het geheel van de technische normen inzake markering zoals opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

HOOFDSTUK II. - Machtiging en erkenning.
Art.3. De machtiging om een vaste wandelroute te markeren is onderworpen aan de volgende algemene voorwaarden :
  a) de markering van een vaste wandelroute bestaat uit volledige richtingaanwijzende markeringstekens, eenvoudige richtingaanwijzende markeringstekens en bakenstokken waarvan de normen in het normenboek zijn vastgesteld;
  b) de vertrekborden, de richtingaanwijzende markeringstekens en de bakenstokken zijn voorzien met de in het normenboek bedoelde standaardtekens.
  De machtiging kan bovendien ondergeschikt worden gemaakt aan de plaatsing van toponymische markeringstekens en informatieborden bepaald bij het normenboek, alsook aan de plaatsing van een vertrekbord en een eenvoudig richtingaanwijzend markeringsteken op het vertrekpunt van de toegangswegen tot de gemarkeerde wandelroute.
  In afwijking van de leden 1 en 2 kan de Minister andere specifieke genormeerde tekens erkennen dan die welke bepaald zijn in het normenboek, voor vaste wandelroutes met een gewestelijke, nationale of internationale bestemming.

Art.4. Om erkend te worden dient een wandelkaart aan de volgende normen te voldoen :
  1° ze bevat ten minste de volgende gegevens :
  a) het gewestelijk erkenningsteken, zoals bepaald bij het normenboek, alsook het erkenningsnummer op de kaft van de kaart;
  b) de adviezen voor het respect voor en de bescherming van de natuur en een duidelijke aanwijzing van ongemarkeerde wegen en paden die voor het verkeer openstaan en die ook toegangelijk zijn voor het wandelen met inachtneming van het Boswetboek;
  het tracé en de titel van de betrokken vaste wandelroutes, hun machtigingsnummer en de het type gebruikers voor wie ze aanbevolen zijn;
  c) de naam en de adresgegevens van de houder van de machtiging voor elke betrokken vaste wandelroute alsook die van de verantwoordelijke uitgever;
  d) een samenvattende omschrijving van de wandelroute met de lengte en/of de duur van het parcours, de soorten wegverharding die men tegenkomt, de toegankelijkheid voor de gezinnen met kinderen en voor de personen met een verminderde beweeglijkheid;
  2° de achtergrond van de kaart moet topografisch zijn, met inbegrip van de ongemarkeerde wegen en paden; wat de wandelroutes betreft die uitsluitend in stadsgebied liggen, bestaat de achtergrond van de kaart uit het stadsplan met vermelding van de naam van alle straten van de plaats voorzover de gebruikte schaal het toelaat;
  3° de achtergrond van de kaart moet minstens de volgende kenmerken vermelden :
  a) de altimetrische gegevens;
  b) het geheel van de wegen;
  c) het geheel van de paden en wegen zoals die bestaan op het terrein;
  d) de bos-, stads-, bebouwde gebieden;
  e) de waterlopen (stromen, rivieren, beken, beekjes);
  f) de spoorwegen;
  g) de bewoonde en onbewoonde gebouwen;
  h) de naam van de gehuchten, dorpen, steden, streken en provincies;
  i) de naam van de wegen;
  j) iedere opmerkelijke bezienswaardigheid die voor de gebruiker als oriëntatiepunt kan dienen (kerktoren, calvarieberg, historisch monument, standbeeld, kasteel, ...);
  k) de elementen met toeristische waarde;
  l) de voornaamste aanwijzingen die het vertrekpunt van de wandelingen bereikbaar maken (namelijk de parkeerplaatsen, de stations, de bushalten en de buslijnen);
  m) de schaal van de kaart en een windroos;
  4° behalve wat betreft de plaatsnamen zullen de aanwijzingen, legenda's, opmerkingen en verklaringen minstens in twee talen worden vertaald (Frans-Nederlands of Frans-Duits).

Art.5. Om erkend te worden dient de routebeschrijving aan de volgende algemene voorwaarden te voldoen :
  1° zij bevat het gewestelijk erkenningsteken en het erkenningsnummer op de kaft;
  2° zij identificeert de betrokken gebruikerstypes op de kaft;
  3° zij bevat een technische omschrijving van de vaste wandelroutes : vertrekplaats, lengte, gemiddelde duur van de wandeling, globale moeilijkheid van het traject, cumulatie van niveauverschillen, eventueel minimale en maximale hoogte;
  4° zij omschrijft en maakt een verrijkende ontdekking van de doorgereisde plaatsen mogelijk;
  5° zij kan een schematisch tracé van de vaste wandelroutes inhouden.

HOOFDSTUK III. - Procedure tot machtiging of erkenning.
Art.6. De aanvraag tot het krijgen van een machtiging voor een vaste wandelroute wordt ingediend door middel van het formulier verstrekt door het Commissariaat-generaal voor Toerisme en dient volgende stukken en gegevens te bevatten :
  1° indien de aanvrager een natuurlijke persoon is, zijn naam, voornaam en woonplaats; als het gaat om een rechtspersoon, de benaming of de firmanaam, haar rechtsvorm, het adres van haar maatschappelijke zetel alsook de hoedanigheid van de ondertekenaar van de aanvraag;
  2° een voorontwerp van grondgebruiksplan waarin volgende gegevens worden ingeschreven :
  a) een kaart op schaal 1/10 000e, of 1/200000e of 1/25 000e of 1/50 000e (voor de lange-afstandswandelroutes) die voor elke wandelroute het geplande tracé en de plaatsing van alle markeringstekens van verschillende types vermeldt;
  b) het aantal van elk type markeringsteken;
  c) het identificatienummer van de wandelroute of zijn benaming;
  d) het materiaal van de markeringstekens, alsook de vestigingstechnieken die zullen worden uitgevoerd;
  e) voor elke wandelroute, het gewenste genormeerde teken;
  f) een grafisch model van een informatiebord;
  3° een kostenraming voor de uitvoering van de vaste wandelroute;
  4° op het door het Commissariaat-generaal voor Toerisme verstrekte type-formulier, de doorgangsvergunningen waardoor de betrokken eigenaars de doorgang van de gebruikers op hun grond toelaten, behalve als er een openbare erfdienstbaarheid van overgang op weegt;
  5° een document dat de toeristische opportuniteit van de aanleg van de wandelroute(s) en het verwachte publiek ten opzichte van de toegelaten wandelroutes in het geografisch gebied motiveert;
  6° op het door het Commissariaat-generaal voor Toerisme afgegeven type-formulier, de verbintenis van de aanvrager van de machtiging tot het onderhoud van de markeringstekens gedurende acht jaar; de aanvrager van de machtiging is er ook toe verplicht de geplande middelen en de eventuele samenwerkingsverbanden te beschrijven die noodzakelijk zijn voor het onderhoud van de bebakening en van de paden.

Art.7. De aanvraag tot erkenning van de wandelkaarten en routebeschrijvingen moet de volgende stukken en vermeldingen bevatten :
  1° een afschrift van de machtiging tot het markeren van de betrokken vaste wandelroutes;
  2° het ontwerp van de kaart of van de beschrijving van de wandelroute die het voorwerp van de aanvraag is met de schets van de in respectievelijk de artikelen 9 en 11 van het decreet en in de artikelen 4 en 5 van dit decreet bedoelde gegevens.

HOOFDSTUK IV. - Procedures voor de toekenning, de vereffening en de controle over het gebruik van de subsidies.
Art.8. De subsidieaanvraag om een vaste wandelroute aan te leggen, bevat de volgende stukken en vermeldingen :
  1° indien de aanvrager een natuurlijke persoon is, zijn naam, voornaam en woonplaats; als het gaat om een rechtspersoon, de benaming of de firmanaam, haar rechtsvorm, het adres van haar maatschappelijke zetel, de hoedanigheid van de ondertekenaar van de aanvraag en de rechtvaardiging van de vertegenwoordigingsbevoegdheid van laatstgenoemde;
  2° op het door het Commissariaat-generaal voor Toerisme verstrekte formulier, de verbintenis om de uitbetaalde bedragen volledig terug te betalen indien, behoudens voorafgaandelijke toelating door de regering, binnen een termijn van vijf jaar te rekenen van 1 januari volgend op de datum van de vereffening, het geheel of een deel van de subsidie niet toegerekend wordt op datgene waarvoor ze voorzien was, indien niet meer voldaan wordt aan de voorwaarden vastgesteld in artikel 27 van het decreet of nog indien de machtiging ingetrokken wordt;
  3° op het door het Commissariaat-generaal voor Toerisme afgegeven formulier, de verbintenis van de aanvrager om de met één derde verminderde subsidie terug te betalen voor elke periode van twaalf maanden die verstreken is na de termijn van vijf jaar indien de gebeurtenis die aanleiding geeft tot terugbetaling plaatsvindt na het verstrijken van die termijn van vijf jaar.
  De aanvraag tot erkenning van de wandelkaarten en routebeschrijvingen moet de volgende stukken en vermeldingen bevatten :
  1° het ontwerp van de kaart of van de beschrijving van de wandelroutes;
  2° op het door het Commissariaat-generaal voor Toerisme afgegeven formulier, de verbintenis dat de wandelkaarten of de routebeschrijvingen tegen een prijs van ten hoogste acht euro worden verkocht;
  3° op het door het Commissariaat-generaal voor Toerisme afgegeven formulier dient de aanvrager de wandelkaarten en routebeschrijvingen in een verspreidingsnetwerk dat ruimer is dan dat van de plaatselijke toeristische instanties te verkopen;
  4° op het door het Commissariaat-generaal voor Toerisme verstrekte formulier dient de aanvrager, de uitbetaalde bedragen volledig terug te betalen indien behoudens voorafgaandelijke toelating door de regering, binnen een termijn van vijf jaar te rekenen van 1 januari volgend op de datum van de vereffening, het geheel of een deel van de subsidie niet toegerekend wordt op datgene waarvoor ze voorzien was, indien niet meer voldaan wordt aan de voorwaarden vastgesteld in artikel 27 van het decreet van 1 april 2004 betreffende de gemarkeerde toeristische wandelroutes, of nog indien de erkenning ingetrokken wordt;
  5° desgevallend de volledige inlichtingen over de andere de minidivisiesteun verkregen van andere overheden of openbare instellingen tijdens de drie jaar die aan de aanvraag zijn voorafgegaan.

HOOFDSTUK V. - Delegaties.
Art.9. De Minister wordt ertoe gemachtigd de lijst met de uitrustingen voor de opvang van en de informatieverlening aan de toerist op te stellen die minstens in de wandelkaart moeten worden opgenomen zoals bedoeld in artikel 9, 8° van het decreet, alsook de manier om die op de kaart te vermelden.

Art.10. De Minister is ermee belast zich uit te spreken over de beroepen bedoeld in hoofdstuk V van titel II van het decreet.

Art.11. De Minister wijst in het Commissariaat-generaal voor Toerisme de ambtenaren en personeelsleden van niveau 1, 2+, 2 en 3 aan die belast zijn met :
  1° de verificaties ter plaatse bepaald in artikel 31 van het decreet;
  2° de controle van de naleving van de termijnen bepaald in artikel 32 van het decreet en de verlenging ervan overeenkomstig de bepaling van dat artikel;
  3° de controle bepaald in artikel 34 van het decreet.

Art.12. De Minister wijst in het Commissariaat-generaal voor Toerisme en in de Afdeling Natuur en Bossen van het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu de ambtenaren en personeelsleden van niveau 1, 2+ en 2 aan bedoeld in artikel 39 van het decreet.

HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen.
Art.13. Het decreet van 1 april 2004 betreffende de gemarkeerde toeristische wandelroutes, de wandelkaarten en de routebeschrijvingen, de artikelen 41 tot en met 49 van het decreet van 20 juli 2005 betreffende de subsidies voor de bevordering van het toerisme alsook dit besluit treden in werking op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad.

Art.14. De Minister is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Namen, 1 maart 2007.
  De Minister-President,
  E. DI RUPO
  De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme,
  B. LUTGEN

BIJLAGE.
Art. N. Normenboek.
  (Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 26-04-2007, p. 22431-22449).
  Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 1 maart 2007 tot uitvoering van het decreet betreffende de gemarkeerde toeristische wandelroutes, de wandelkaarten en de routebeschrijvingen.
  Namen, 1 maart 2007.
  De Minister-President,
  E. DI RUPO
  De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme,
  B. LUTGEN.