28 AUGUSTUS 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 maart 1982 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden of van de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in het honorarium voor bepaalde verstrekkingen.
Art. 1-3
Artikel 1. In artikel 7, 3de lid, c) , van het koninklijk besluit van 23 maart 1982 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden of van de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in het honorarium voor bepaalde verstrekkingen, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 2 januari 1991 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 7 juni 1991, 4 juli 1991 en 22 februari 2002,
1° wordt punt 8° vervangen als volgt :
" 8° Chronische auto-immune inflammatoire polyarthritis :
1. Reumatoïde artritis
2. Spondyloartropathie
3. Juveniele chronische artritis
4. Systemische lupus
5. Sclerodermie,
volgens de definities aanvaard door de Koninklijke Belgische Vereniging voor Reumatologie;
2° wordt het vierde lid vervangen als volgt :
" De verminderde hoegrootheden van het persoonlijk aandeel van de rechthebbende bedoeld onder littera c van het vorige lid, worden slechts toegepast mits akkoord van de adviserend geneesheer, die zijn beslissing treft op basis van een uitgebreide medische verantwoording die, vertrekkend van een functioneel bilan, aangeeft via welke kinesitherapeutische of fysiotherapeutische technieken men het beoogde functioneel resultaat wil bereiken.
Deze medische verantwoording wordt opgemaakt door de geneesheer-specialist in het kader van zijn specialistische discipline of door de huisarts in samenspraak met deze laatste. In dit laatste geval dient minstens een diagnostisch verslag van bedoelde geneesheer-specialist bij de medische verantwoording door de huisarts gevoegd.
Wat het punt 8° (artikel 7, 3de lid, c) betreft, wordt het diagnostisch verslag opgemaakt door een geneesheer-specialist in de reumatologie, in de inwendige geneeskunde of in de pediatrie.
Geen enkel akkoord mag 3 jaar overtreffen. Alle akkoorden gegeven voor de datum van inwerkingtreding van onderhavig besluit nemen een einde 6 maanden na deze datum. "
Art.2. Dit besluit treedt in werking de eerste van de maand volgend op deze waarin het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 3. Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 28 augustus 2002.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen,
F. VANDENBROUCKE.