3 DECEMBER 2001. - Ministerieel besluit betreffende de speciale premie en het extensiveringsbedrag voor producenten van rundvlees. - (NOTA : Opgeheven voor de Vlaamse Gemeenschap vanaf het verkoopseizoen 2005-2006 bij BVR2005-07-08/37, art. 18, 7°) (NOTA : opgeheven voor het Waalse Gewest bij BWG2009-05-14/19, art. 2, 30°, 004; Inwerkingtreding : 22-06-2009) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 16-02-2002 en tekstbijwerking tot 12-06-2009)
Art. 1
Speciale premie.
Art. 2-4
Extensiveringsbedrag.
Art. 5-7
Algemene bepalingen.
Art. 8-14
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1. Koninklijk besluit : het koninklijk besluit van 30 november 2001 betreffende de speciale premie en het extensiveringsbedrag voor producenten van rundvlees;
2. Veebeslag : het geheel van runderen zoals gedefinieerd in artikel 1, 7°, van het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 betreffende de identificatie, de registratie en de toepassingsmodaliteiten voor de epidemiologische bewaking van de runderen;
3. Sanitel : het geautomatiseerd systeem voor gegevensverwerking in verband met de identificatie en de registratie van de runderen;
4. Paspoort : het document bedoeld in artikel 16 van het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 betreffende de identificatie, de registratie en de toepassingsmodaliteiten voor de epidemiologische bewaking van de runderen;
5. Bestuur : het Bestuur voor het Landbouwproductiebeheer (DG 3) van het Ministerie van Middenstand en Landbouw.
++++++++++
GEMEENSCHAPPEN EN GEWESTEN
=========================
Art. 1. (WAALSE GEWEST)
Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1. Koninklijk besluit : het koninklijk besluit van 30 november 2001 betreffende de speciale premie en het extensiveringsbedrag voor producenten van rundvlees;
2. Veebeslag : het geheel van runderen zoals gedefinieerd in artikel 1, 7°, van het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 betreffende de identificatie, de registratie en de toepassingsmodaliteiten voor de epidemiologische bewaking van de runderen;
3. Sanitel : het geautomatiseerd systeem voor gegevensverwerking in verband met de identificatie en de registratie van de runderen;
4. Paspoort : het document bedoeld in artikel 16 van het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 betreffende de identificatie, de registratie en de toepassingsmodaliteiten voor de epidemiologische bewaking van de runderen;
(5. Het Bestuur : de Afdeling Landbouwsteun van het Directoraat-generaal Landbouw van het Ministerie van het Waalse Gewest.) <BWG 2002-12-19/10, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 16-10-2002>
++++++++++
Artikel 1. (VLAAMSE GEMEENSCHAP)
Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1. Koninklijk besluit : het koninklijk besluit van 30 november 2001 betreffende de speciale premie en het extensiveringsbedrag voor producenten van rundvlees;
2. Veebeslag : het geheel van runderen zoals gedefinieerd in artikel 1, 7°, van het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 betreffende de identificatie, de registratie en de toepassingsmodaliteiten voor de epidemiologische bewaking van de runderen;
3. Sanitel : het geautomatiseerd systeem voor gegevensverwerking in verband met de identificatie en de registratie van de runderen;
4. Paspoort : het document bedoeld in artikel 16 van het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 betreffende de identificatie, de registratie en de toepassingsmodaliteiten voor de epidemiologische bewaking van de runderen;
5. (De bevoegde dienst: de dienst van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap die belast is met de uitvoering van de steunmaatregelen inzake landbouwproductiebeheer.) <MB 2003-11-28/44, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
++++++++++
Speciale premie.
Art.2. § 1. Om de speciale premie te bekomen moet de producent een aanvraag indienen bij het provinciaal bureau van het Bestuur bij middel van een officieel formulier beschikbaar bij dit bureau. Het dubbel van het formulier moet door de producent worden bewaard.
Specifieke formulieren zijn voorzien voor de premieaanvragen voor stieren en voor de premieaanvragen voor ossen.
§ 2. De aanvragen mogen gedurende het ganse jaar worden ingediend. Voor 2000 moeten de aanvragen ingediend worden in de periode tussen 1 januari en 30 november. Het aantal premieaanvragen dat per bedrijf kan worden ingediend is beperkt tot 6 per burgerlijk jaar.
§ 3. De originele paspoorten van de aangegeven runderen moeten bij het aanvraagformulier worden gevoegd.
§ 4. Het originele aanvraagformulier met de bijgevoegde paspoorten dient ofwel aangetekend te worden verstuurd naar, ofwel tegen ontvangstbewijs te worden afgegeven bij het in § 1 vermelde provinciale bureau.
§ 5. Na ontvangst van het aanvraagformulier zendt het provinciale bureau een ontvangstbewijs naar de producent, dat in geval van gedwongen afvoer het dier dient te vergezellen.
§ 6. Vóór het einde van de aanhoudingsperiode, voorzien bij artikel 5 van verordening (EG) nr. 2342/1999 wordt een nieuw paspoort, met vermelding van " P1 " of " P2 " aan de producent overgemaakt.
++++++++++
GEMEENSCHAPPEN EN GEWESTEN
==========================
Art. 2. (WAALSE GEWEST)
§ 1. Om de speciale premie te bekomen moet de producent een aanvraag indienen bij het (buurtdienst van het Bestuur) bij middel van een officieel formulier beschikbaar bij dit bureau. Het dubbel van het formulier moet door de producent worden bewaard. <BWG 2002-12-19/10, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 16-10-2002>
Specifieke formulieren zijn voorzien voor de premieaanvragen voor stieren en voor de premieaanvragen voor ossen.
§ 2. De aanvragen mogen gedurende het ganse jaar worden ingediend. Voor 2000 moeten de aanvragen ingediend worden in de periode tussen 1 januari en 30 november. Het aantal premieaanvragen dat per bedrijf kan worden ingediend is beperkt tot 6 per burgerlijk jaar.
§ 3. De originele paspoorten van de aangegeven runderen moeten bij het aanvraagformulier worden gevoegd.
§ 4. Het originele aanvraagformulier met de bijgevoegde paspoorten dient ofwel aangetekend te worden verstuurd naar, ofwel tegen ontvangstbewijs te worden afgegeven bij het in § 1 vermelde (buurtdienst van het Bestuur). <BWG 2002-12-19/10, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 16-10-2002>
§ 5. Na ontvangst van het aanvraagformulier zendt het (buurtdienst van het Bestuur) een ontvangstbewijs naar de producent, dat in geval van gedwongen afvoer het dier dient te vergezellen. <BWG 2002-12-19/10, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 16-10-2002>
§ 6. Vóór het einde van de aanhoudingsperiode, voorzien bij artikel 5 van verordening (EG) nr. 2342/1999 wordt een nieuw paspoort, met vermelding van " P1 " of " P2 " aan de producent overgemaakt.
++++++++++
Art. 2. (VLAAMSE GEMEENSCHAP)
§ 1. Om de speciale premie te bekomen moet de producent een aanvraag indienen bij (de buitendienst van de bevoegde dienst) bij middel van een officieel formulier beschikbaar bij dit bureau. Het dubbel van het formulier moet door de producent worden bewaard.
Specifieke formulieren zijn voorzien voor de premieaanvragen voor stieren en voor de premieaanvragen voor ossen. <MB 2003-11-28/44, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
§ 2. De aanvragen mogen gedurende het ganse jaar worden ingediend. Voor 2000 moeten de aanvragen ingediend worden in de periode tussen 1 januari en 30 november. Het aantal premieaanvragen dat per bedrijf kan worden ingediend is beperkt tot 6 per burgerlijk jaar.
§ 3. De originele paspoorten van de aangegeven runderen moeten bij het aanvraagformulier worden gevoegd.
§ 4. Het originele aanvraagformulier met de bijgevoegde paspoorten dient ofwel aangetekend te worden verstuurd naar, ofwel tegen ontvangstbewijs te worden afgegeven bij het in § 1 vermelde provinciale bureau.
§ 5. Na ontvangst van het aanvraagformulier zendt het provinciale bureau een ontvangstbewijs naar de producent, dat in geval van gedwongen afvoer het dier dient te vergezellen.
§ 6. Vóór het einde van de aanhoudingsperiode, voorzien bij artikel 5 van verordening (EG) nr. 2342/1999 wordt een nieuw paspoort, met vermelding van " P1 " of " P2 " aan de producent overgemaakt.
(§ 7. Om de plaatsen van aanhouding aan te geven, zoals bedoeld in artikel 10 van Verordening (EG) nr. 2419/2001, moet de producent voor ieder rund waarvoor hij de premie aanvraagt verklaren op welke productie-eenheid het zich gedurende de volledige aanhoudingsperiode zal bevinden. Als de aangegeven runderen zich tijdens de aanhoudingsperiode tevens op gronden zullen bevinden die niet werden aangegeven in het kader van het koninklijk besluit van 19 december 2001 tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen van dezelfde campagne, moet hij hiervan voorafgaandelijk melding doen bij de bevoegde dienst.
Als de producent officieel de toelating heeft gekregen om in uitzondering op artikel 31, 2de lid, van het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 betreffende de identificatie, de registratie en de toepassingsmodaliteiten voor de epidemiologische bewaking van runderen, de runderen waarvoor hij de premie aanvraagt, te houden in een veebeslag waarbij de identificatiedocumenten van de betrokken runderen de naam van de betrokken verantwoordelijke en het juiste adres van het veebeslag niet vermelden, moet hij een kopie van die door de verantwoordelijke inspecteur-dierenarts gedateerde en ondertekende toelating aan zijn aanvraag voegen. Met deze uitzonderingen kan evenwel enkel rekening worden gehouden als de beide productie-eenheden waartussen de verplaatsing van runderen is toegestaan zonder de uitvoering van de aankooponderzoeken, worden uitgebaat door dezelfde producent.) <MB 2003-11-28/44, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
++++++++++
Art.3. § 1. Opdat de producent van de premies bedoeld bij dit besluit zou kunnen genieten dienen alle runderen van zijn bedrijf geïdentificeerd en geregistreerd te zijn in overeenstemming van de bepalingen van het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 betreffende de identificatie, de registratie en de toepassingsmodaliteiten voor de epidemiologische bewaking van runderen.
§ 2. Ingeval een mannelijk rund van zes maanden of ouder uit een andere lidstaat in België wordt binnengebracht, wordt bij het opmaken van het in § 1 bedoelde paspoort, door het Provinciaal Verbond voor dierenziektenbestrijding, bevoegd voor het veebeslag van de eerste bestemmeling van het verhandelde dier, aan de hand van het paspoort en van eventuele begeleidende documenten geverifieerd of dit dier nog voor de speciale premie in aanmerking kan komen.
Indien het dier moet worden uitgesloten, plaatst het Provinciaal Verbond voor Dierenziektenbestrijding de vermelding " P1 " of " P2 ", afhankelijk van de leeftijdscategorie zoals voorzien in artikel 4, § 2, b) van de verordening (EG) nr. 1254/1999, op het paspoort.
§ 3. In het geval dat een dier waarvoor de speciale premie werd gevraagd tijdens de periode voorzien bij artikel 4 van verordening (EG) nr. 1254/1999 van het bedrijf wordt afgevoerd als gevolg van het natuurlijke verloop van de veestapel in de zin van artikel 10, § 5, van verordening (EEG) nr. 3887/92 of als gevolg van overmacht, moet de producent dit schriftelijk en binnen de tien werkdagen volgend op de gebeurtenis melden aan het provinciaal bureau van het Bestuur.
De producent voegt bij zijn schrijven alle bewijsstukken die de feiten en de oorzaken van dit verlies of deze verwijdering aantonen.
++++++++++
GEMEENSCHAPPEN EN GEWESTEN
==========================
Art. 3. (WAALSE GEWEST)
§ 1. Opdat de producent van de premies bedoeld bij dit besluit zou kunnen genieten dienen alle runderen van zijn bedrijf geïdentificeerd en geregistreerd te zijn in overeenstemming van de bepalingen van het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 betreffende de identificatie, de registratie en de toepassingsmodaliteiten voor de epidemiologische bewaking van runderen.
§ 2. Ingeval een mannelijk rund van zes maanden of ouder uit een andere lidstaat in België wordt binnengebracht, wordt bij het opmaken van het in § 1 bedoelde paspoort, door het Provinciaal Verbond voor dierenziektenbestrijding, bevoegd voor het veebeslag van de eerste bestemmeling van het verhandelde dier, aan de hand van het paspoort en van eventuele begeleidende documenten geverifieerd of dit dier nog voor de speciale premie in aanmerking kan komen.
Indien het dier moet worden uitgesloten, plaatst het Provinciaal Verbond voor Dierenziektenbestrijding de vermelding " P1 " of " P2 ", afhankelijk van de leeftijdscategorie zoals voorzien in artikel 4, § 2, b) van de verordening (EG) nr. 1254/1999, op het paspoort.
§ 3. In het geval dat een dier waarvoor de speciale premie werd gevraagd tijdens de periode voorzien bij artikel 4 van verordening (EG) nr. 1254/1999 van het bedrijf wordt afgevoerd als gevolg van het natuurlijke verloop van de veestapel in de zin van (artikel 41 van verordening (EG) nr. 2419/2001) of als gevolg van overmacht, moet de producent dit schriftelijk en binnen de tien werkdagen volgend op de gebeurtenis melden aan het (buurtdienst van het Bestuur). <ARW 2002-12-19/10, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 16-10-2002> <ARW 2002-12-19/10, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
De producent voegt bij zijn schrijven alle bewijsstukken die de feiten en de oorzaken van dit verlies of deze verwijdering aantonen.
++++++++++
Art. 3. (VLAAMSE GEMEENSCHAP)
§ 1. Opdat de producent van de premies bedoeld bij dit besluit zou kunnen genieten dienen alle runderen van zijn bedrijf geïdentificeerd en geregistreerd te zijn in overeenstemming van de bepalingen van het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 betreffende de identificatie, de registratie en de toepassingsmodaliteiten voor de epidemiologische bewaking van runderen.
§ 2. Ingeval een mannelijk rund van zes maanden of ouder uit een andere lidstaat in België wordt binnengebracht, wordt bij het opmaken van het in § 1 bedoelde paspoort, door het Provinciaal Verbond voor dierenziektenbestrijding, bevoegd voor het veebeslag van de eerste bestemmeling van het verhandelde dier, aan de hand van het paspoort en van eventuele begeleidende documenten geverifieerd of dit dier nog voor de speciale premie in aanmerking kan komen.
Indien het dier moet worden uitgesloten, plaatst het Provinciaal Verbond voor Dierenziektenbestrijding de vermelding " P1 " of " P2 ", afhankelijk van de leeftijdscategorie zoals voorzien in artikel 4, § 2, b) van de verordening (EG) nr. 1254/1999, op het paspoort.
§ 3. In het geval dat een dier waarvoor de speciale premie werd gevraagd tijdens de periode voorzien bij artikel 4 van verordening (EG) nr. 1254/1999 van het bedrijf wordt afgevoerd als gevolg van het natuurlijke verloop van de veestapel in de zin van artikel 10, § 5, van verordening ((EG) nr. 2419/2001) of als gevolg van overmacht, moet de producent dit schriftelijk en binnen de tien werkdagen volgend op de gebeurtenis melden aan (de buitendienst van de bevoegde dienst). <MB 2003-11-28/44, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
De producent voegt bij zijn schrijven alle bewijsstukken die de feiten en de oorzaken van dit verlies of deze verwijdering aantonen.
++++++++++
Art.4. Behalve in de bij artikel 4, § 5 van verordening (EEG) nr. 3887/92 voorziene gevallen, moet de producent eveneens elk jaar het voederareaal van zijn bedrijf aangeven in het kader en volgens de bepalingen van de steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen zoals voorzien bij het koninklijk besluit van 14 december 2000 tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen en bij de ministeriële besluiten tot uitvoering van dit koninklijk besluit.
De hierbij opgegeven voederarealen moeten gedurende een periode van ten minste zeven maanden vanaf 1 januari in het betreffende jaar beschikbaar zijn voor het houden van de dieren.
++++++++++
GEMEENSCHAPEN EN GEWESTEN
=========================
Art. 4. (WAALSE GEWEST)
<BWG 2002-12-19/10, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002> Behalve in de gevallen bepaald in artikel 9, punt c), van de verordening (EG) nr. 2419/2001 dient de producent jaarlijks de voederoppervlakten van zijn bedrijf aan te geven in het kader en volgens de bepalingen van de steunregeling van de producenten van bepaalde akkerbouwgewassen zoals bepaald bij het koninklijk besluit van 19 december 2001 tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen.
++++++++++
Art. 4. (VLAAMSE GEMEENSCHAP)
(§ 1.) Behalve in de bij artikel 4, § 5 van (Verordening (EG) nr. 2419/2001) voorziene gevallen, moet de producent eveneens elk jaar het voederareaal van zijn bedrijf aangeven in het kader en volgens de bepalingen van de steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen zoals voorzien bij het koninklijk besluit van 14 december 2000 tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen en bij de ministeriële besluiten tot uitvoering van dit koninklijk besluit.
De hierbij opgegeven voederarealen moeten gedurende een periode van ten minste zeven maanden vanaf 1 januari in het betreffende jaar beschikbaar zijn voor het houden van de dieren.
(§ 2. Het aantal melkkoeien dat nodig is voor de productie van de referentiehoeveelheden melk, toegewezen aan de producent op 31 maart van het jaar waarvoor de premie wordt gevraagd, wordt vastgesteld aan de hand van de gemiddelde theoretische melkopbrengst per koe zoals bepaald bij Verordening (EG) nr. 2342/1999 of aan de hand van de gemiddelde werkelijke melkopbrengsten (van het melkveebeslag) van het bedrijf voor het jaar dat voorafgaat aan de premieaanvraag.
De producent moet eventueel een jaarlijkse staat van de melkcontrole van de vereniging, erkend bij het ministerieel besluit van 27 februari 1991 betreffende de verbetering van het rundveeras, voegen bij zijn premieaanvraag zoogkoeien of bij zijn oppervlakteaangifteformulier. Er wordt slechts rekening gehouden met het eerste theoretische gemiddelde melkrendement als de producent die staat niet gevoegd heeft noch bij de in § 1 bedoelde oppervlakteaangifte of bij het aanvraagformulier, bedoeld bij artikel 7, § 1, of als het werkelijke melkrendement niet juist werd opgegeven.
§ 3. De individuele referentiehoeveelheid melk die het voorwerp heeft uitgemaakt van tijdelijke overdracht overeenkomstig artikel 4 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1996 wordt opgeteld bij de individuele referentiehoeveelheid, vermeld in § 2, van de producent-overnemer en omgekeerd afgetrokken van de referentiehoeveelheid van de producent-overlater.
§ 4. De individuele referentiehoeveelheid die in aanmerking genomen moet worden, is die van 1 april van het lopende burgerlijk jaar in de volgende gevallen :
1° als de producent overlater of overnemer is van een referentiehoeveelheid gedurende het tijdvak dat eindigt op 31 maart van het lopende burgerlijk jaar, maar met uitwerking vanaf 1 april eerstkomend, met toepassing van (artikel 1.14, 1.15, 4, 5, 9, 10,14, 15 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 juni 2003); <Erratum, zie B.S. 16-03-2004, p. 14935>
2° als de producent overlater of verkrijger is van een referentiehoeveelheid gedurende het tijdvak dat eindigt op 31 maart van het lopende burgerlijk jaar, maar met uitwerking vanaf 1 april eerstkomend, met toepassing van artikel 15 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1996.) <MB 2003-11-28/44, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
++++++++++
Extensiveringsbedrag.
Art.5. Om het extensiveringsbedrag te bekomen moet de producent op het formulier oppervlakteaangifte, voorzien bij het koninklijk besluit van 14 december 2000 tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen, daartoe het passende vak aankruisen. Voor het jaar 2000 moet hij tevens een deelnameverklaring indienen. Deze deelnameverklaring moet uiterlijk op 29 februari 2000 worden ingediend bij het provinciale bureau van het Bestuur. Het formulier moet aangetekend worden verzonden of er tegen ontvangstbewijs worden afgegeven.
++++++++++
GEMEENSCHAPEN EN GEWESTEN
=========================
Art. 5. (WAALSE GEWEST)
<BWG 2002-12-19/10, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002> Om het extensiveringsbedrag te bekomen dient de producent op het formulier voor de oppervlakte-aangifte bepaald bij het ministerieel besluit van 20 december 2001 houdende uitvoering van het koninklijk besluit van 19 december 2001 tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen, het daartoe voorziene vakje aan te kruisen.
++++++++++
Art. 5. (VLAAMSE GEMEENSCHAP)
Om het extensiveringsbedrag te bekomen moet de producent op het formulier oppervlakteaangifte, voorzien bij het koninklijk besluit van 14 december 2000 tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen, daartoe het passende vak aankruisen. Voor het jaar 2000 moet hij tevens een deelnameverklaring indienen. Deze deelnameverklaring moet uiterlijk op 29 februari 2000 worden ingediend bij het provinciale bureau van (de bevoegde dienst). Het formulier moet aangetekend worden verzonden of er tegen ontvangstbewijs worden afgegeven. <MB 2003-11-28/44, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
++++++++++
Art.6. Het aantal grootvee-eenheden wordt bepaald door het Bestuur op basis van minstens vijf op willekeurige data gekozen tellingen, volgens de gegevens van Sanitel. Na iedere telling wordt de producent op de hoogte gebracht van het resultaat, hetwelk hij binnen de 15 dagen voor akkoord moet terugsturen naar het provinciaal bureau. Indien de producent niet akkoord gaat met de telling dient hij de nodige verbeteringen aan te geven.
++++++++++
GEMEENSCHAPEN EN GEWESTEN
========================
Art. 6. (WAALSE GEWEST)
<BWG 2002-12-19/10, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002> Het aantal eenheden grote runderen wordt door het Bestuur bepaald op grond van minstens vijf tellingen van de samenstelling van het beslag op lukraak uitgekozen datums of, in voorkomende geval, van de verschillende beslagen van de producent, volgens de Sanitel-gegevens. De producent wordt periodiek door het Bestuur ingelicht over de resultaten van die tellingen.
++++++++++
Art. 6. (VLAAMSE GEMEENSCHAP)
<MB 2003-11-28/44, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002> Het aantal grootvee-eenheden wordt bepaald door de bevoegde dienst op basis van minstens vijf op willekeurige data gekozen tellingen van de samenstelling van het veebeslag of, in voorkomend geval, van de verschillende veebeslagen van de producent, volgens de gegevens van Sanitel. De producent wordt door de bevoegde dienst periodiek in kennis gesteld van de resultaten van deze tellingen.
++++++++++
Art.7. Voor de berekening van het extensiveringsbedrag worden enkel de weerhouden oppervlakte van volgende voedergewassen, die onder de code P in de oppervlakteaangifte werden aangegeven, in rekening gebracht :
- permanent en tijdelijk grasland;
- andere voedergewassen:
- voederbieten
- luzerne
- klavers,
en op voorwaarde dat minstens 50 % van de totale oppervlakte bestaat uit grasland dat minstens 1 maal wordt begraasd door runderen en/of schapen.
Algemene bepalingen.
Art.8. Aan producenten die kunstmatig de voorwaarden hebben gecreëerd om de speciale premie en het extensiveringsbedrag te bekomen zal de betaling ervan worden geweigerd.
++++++++++
GEMEENSCHAPEN EN GEWESTEN
=========================
Art. 8. (WAALSE GEWEST)
<BWG 2002-12-19/10, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002> § 1. De betaling wordt geweigerd aan de producenten van rundvlees die kunstmatig de voorwaarden tot stand hebben gebracht voor het verkrijgen van de speciale premie en/of voor het extensiveringsbedrag.
§ 2. In de gevallen waarin runderen van verschillende, in aanmerking komende producenten aan een gemeenschappelijk Sanitel-beslag behoren, worden de speciale premie en het extensiveringsbedrag enkel toegekend als de relatie " rund-productie-eenheid " vóór het indienen van de aanvraag voor elk rund van de producent in Sanitel is geregistreerd en als die relatie permanent en conform bijgehouden wordt.
++++++++++
Art. 8. (VLAAMSE GEMEENSCHAP)
<MB 2003-11-28/44, art. 7, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2003> § 1. Aan producenten die kunstmatig de voorwaarden hebben gecreëerd om de speciale premie en het extensiveringsbedrag te verkrijgen, zal de betaling ervan worden geweigerd.
§ 2. Als runderen van verschillende producenten behoren tot één gemeenschappelijk Sanitel-veebeslag, wordt de speciale premie en het extensiveringsbedrag alleen toegekend als voor elk rund van de producent die de premie aanvraagt en voorafgaandelijk aan het indienen van een premieaanvraag, in Sanitel de relatie rund-productie-eenheid is geregistreerd, en als die relatie op permanente en conforme wijze wordt geactualiseerd.
++++++++++
Art.9. De controle op het nakomen door de producent van de voorschriften van de speciale premie en het extensiveringsbedrag gebeurt door de agenten van het Ministerie van Middenstand en Landbouw.
++++++++++
GEMEENSCHAPEN EN GEWESTEN
=========================
Art. 9. (WAALSE GEWEST)
De controle op het nakomen door de producent van de voorschriften van de speciale premie en het extensiveringsbedrag gebeurt door de agenten van het (van het Directoraat-generaal Landbouw van het Ministerie van het Waalse Gewest). <BWG 2002-12-19/10, art. 9, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
++++++++++
Art. 9. (VLAAMSE GEMEENSCHAP)
De controle op het nakomen door de producent van de voorschriften van de speciale premie en het extensiveringsbedrag gebeurt door de agenten (van de bevoegde dienst van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap). <MB 2003-11-28/44, art. 8, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
++++++++++
Art.10. Het Bestuur is belast met de uitbetaling van de premies alsmede met de terugvordering van de ten onrechte betaalde bedragen.
++++++++++
GEMEENSCHAPPEN EN GEWESTEN
==========================
Art. 10. (VLAAMSE GEMEENSCHAP)
(De bevoegde dienst) is belast met de uitbetaling van de premies alsmede met de terugvordering van de ten onrechte betaalde bedragen.
++++++++++
Art.11. In het geval dat ten onrechte betaalde bedragen, te wijten aan het niet nakomen van de verbintenissen en/of aan een onjuiste aangifte door de producent, dienen te worden teruggevorderd, worden de onverschuldigde bedragen vermeerderd met een intrest aan de wettelijke rentevoet.
++++++++++
GEMEENSCHAPEN EN GEWESTEN
=========================
Art. 11. (WAALSE GEWEST)
In het geval dat ten onrechte betaalde bedragen, te wijten aan het niet nakomen van de verbintenissen en/of aan een onjuiste aangifte door de producent, dienen te worden teruggevorderd, worden de onverschuldigde bedragen vermeerderd met een intrest aan de wettelijke rentevoet.
(Ongeacht de steunregeling die door het Bestuur wordt beheerd, kan het Bestuur indien er een onverschuldigd bedrag is gestort of indien er een bijkomende inhouding plaatsvindt, dat bedrag compenseren met elk in dit besluit bedoeld steunbedrag dat aan de producent verschuldigd is.) <BWG 2002-12-19/10, art. 9, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
++++++++++
Art. 11. (VLAAMSE GEMEENSCHAP)
<MB 2003-11-28/44, art. 10, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002> § 1. Als ten onrechte betaalde bedragen die te wijten zijn aan het niet-nakomen van de verbintenissen of aan een onjuiste aangifte door de producent, moeten worden teruggevorderd, worden de onverschuldigde bedragen, vermeerderd met een intrest, berekend tegen de wettelijke rentevoet.
§ 2. Als dat onterecht betaalde bedragen na de ingebrekestelling door de bevoegde dienst niet tijdig worden terugbetaald, kan de bevoegde dienst overgaan tot verrekening met nog uit te betalen steunbedragen van het lopende kalenderjaar of van volgende kalenderjaren, ongeacht de steunregeling waarvoor ze verschuldigd zijn.
++++++++++
Art.12. Op straffe van uitsluiting moet het bezwaar tegen de beslissingen van de bevoegde diensten van het Bestuur tot uitvoering van het koninklijk besluit en van de uitvoeringsbesluiten ervan per aangetekend schrijven, op straffe van nietigheid, ingediend worden bij de Directeur-generaal van het Bestuur binnen de maand die volgt op de mededeling van de beslissing.
++++++++++
GEMEENSCHAPEN EN GEWESTEN
=========================
Art. 12. (WAALSE GEWEST)
<ARW 2002-12-19/10, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002> Op straffe van uitsluiting moet het beroep tegen de beslissingen die in toepassing van het koninklijk besluit en diens toepassingswijze zijn getroffen, op straffe van nietigheid bij aangetekend schrijven bij het Bestuur worden ingediend binnen de maand volgend op de mededeling van de beslissing. Het indienen van een beroep is van generlei invloed op de opschorting van een eventueel verzoek om terugbetaling van de onverschuldigd betaalde bedragen.
++++++++++
Art. 12. (VLAAMSE GEMEENSCHAP)
<MB 2003-11-28/44, art. 11, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002> Op straffe van nietigheid moet het bezwaar tegen beslissingen tot uitvoering van het koninklijk besluit en van de uitvoeringsbesluiten ervan met een aangetekende brief en op straffe van nietigheid worden ingediend bij de bevoegde dienst binnen de maand die volgt op de mededeling van de beslissing. Het indienen van een bezwaar houdt geen opschorting in van een eventuele vraag tot terugstorting van onterecht uitbetaalde bedragen.
++++++++++
Art.13. Het ministerieel besluit van 3 februari 1994 betreffende de speciale premie voor producenten van rundvlees wordt opgeheven.
Art. 14. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2000.
Brussel, 3 december 2001.
Mevr. A.-M. NEYTS-UYTTEBROECK.