Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

18 DECEMBER 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 oktober 1997 betreffende de bijzondere modaliteiten van het overleg voor de bepaling van de plaatsing en de gebruiksomstandigheden van vaste automatisch werkende toestellen in afwezigheid van een bevoegd persoon, bestemd om op de openbare weg toezicht te houden op de naleving van de wet betreffende de politie over het wegverkeer en haar uitvoeringsbesluiten.



Inhoudstafel:


Art. 1-5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1975120109  1997014235 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 3 van het koninklijk besluit van 11 oktober 1997 betreffende de bijzondere modaliteiten van het overleg voor de bepaling van de plaatsing en de gebruiksomstandigheden van vaste automatisch werkende toestellen in afwezigheid van een bevoegd persoon, bestemd om op de openbare weg toezicht te houden op de naleving van de wet betreffende de politie over het wegverkeer en haar uitvoeringsbesluiten, wordt het 2° vervangen door de volgende bepalingen :
  " 2° Voor de politionele overheden :
  - de directeur(s)-coördinatoren van de bestuurlijke politie;
  - de korpschef(s) van de lokale politie en/of een afgevaardigde van de directie van de verbindingswegen van de federale politie;
  - de voorzitter van het politiecollege in een meergemeentenpolitiezone;
  - de personen die verantwoordelijkheid dragen ten aanzien van de bevoegde personen bepaald in artikel 3, 4°, 5°, 6° en 12° van het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer wanneer de vaste uitrusting of uitrustingen hen aanbelangen en/of zij belast zijn met het operationeel beheer van voornoemde uitrustingen. "

Art.2. Artikel 5, § 1, tweede lid, tweede zin, van hetzelfde besluit, wordt als volgt gewijzigd :
  " Dit protocol vermeldt uitdrukkelijk :
  - het akkoord van de wegbeheerder voor de plaatsing op de openbare weg waarover hij het beheer heeft, van de vaste uitrusting(en) voor automatisch werkende toestellen in afwezigheid van een bevoegd persoon, zoals bedoeld in artikel 62, zevende lid, laatste zin, van de wet;
  - de nadere regels voor het verslag betreffende de uitrusting(en) dat de in artikel 3, eerste lid, 2°, bedoelde overheid die het operationeel beheer over de werking van de vaste uitrusting verzekert, doet toekomen aan het bestuur bedoeld in artikel 1, 3°. "

Art.3. In artikel 3, 12°, van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, ingevoegd bij koninklijk besluit van 18 september 1991 en gewijzigd bij koninklijk besluit van 14 maart 1996, wordt de zinsnede " en uitsluitend inzake de toepassing van artikel 25.1, 2° en 6°, " vervangen door de zinsnede " en uitsluitend inzake de toepassing van de artikelen 5 en de verkeersborden C5 met onderbord " Uitgezonderd 2+ " of " 3+ ", F17 en F18, 72.5 en 72.6, 25.1, 2° en 6°, 62ter alsook 77.8. "

Art.4. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 5. Onze Minister van Mobiliteit en Vervoer, Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 18 december 2002.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Mobiliteit en Vervoer,
  Mevr. I. DURANT
  De Minister van Binnenlandse Zaken,
  A. DUQUESNE
  De Minister van Justitie,
  M. VERWILGHEN.