26 SEPTEMBER 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 augustus 2000 tot vaststelling van de toepassingsmodaliteiten van de wet tot bepaling van de voorwaarden waaronder de plaatselijke overheden een financiële bijstand kunnen genieten van de Staat in het kader van het stedelijk beleid.
Art. 1-2
Artikel 1. In artikel 2 van het koninklijk besluit van 12 augustus 2000 tot vaststelling van de toepassingsmodaliteiten van de wet tot bepaling van de voorwaarden waaronder de plaatselijke overheden een financiële bijstand kunnen genieten van de Staat in het kader van het stedelijk beleid, worden in het tweede lid de woorden " , Oostende, Bergen, La Louvière, Seraing, " gevoegd tussen de volgende woorden : " Gent " en " en Luik ".
In hetzelfde artikel, derde lid, worden de woorden " Oostende ", " Bergen ", " La Louvière " en " Seraing " geschrapt.
Art. 2. Onze Ministers van Werkgelegenheid, van Maatschappelijke Integratie, van Vervoer, van Binnenlandse Zaken en Onze Minister belast met het toezicht op de Regie der Gebouwen en Onze Minister belast met Grootstedenbeleid zijn belast, ieder wat hem betreft, met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 26 september 2001.
ALBERT
Van Koningswege :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX
De Vice-Eerste Minister,
Minister van Begroting, van Maatschappelijke Integratie en van Sociale Economie,
J. VANDE LANOTTE
De Vice-Eerste Minister en Minister van Mobiliteit en Vervoer,
Mevr. I. DURANT
De Minister van Binnenlandse Zaken,
A. DUQUESNE
De Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties,
R. DAEMS
De Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid,
Ch. PICQUE.