30 DECEMBER 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 april 1999 tot vaststelling voor het jaar 1998 van de ten laste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen aangerekende kosten, verbonden aan de mededeling van de gegevens inzake te tariferen verstrekkingen die de tariferingsdiensten aan het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering moeten meedelen en tot vaststelling voor het jaar 1998 en 1999 van de ten laste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen aangerekende kosten, verbonden aan de invoering van de sociale identiteitskaart.
Art. 1-3
Artikel 1. In het koninklijk besluit van 11 april 1999 tot vaststelling voor het jaar 1998 van de ten laste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen aangerekende kosten, verbonden aan de mededeling van de gegevens inzake te tariferen verstrekkingen die de tariferingsdiensten aan het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering moeten meedelen en tot vaststelling voor het jaar 1998 en 1999 van de ten laste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen aangerekende kosten, verbonden aan de invoering van de sociale identiteitskaart, wordt een artikel 3ter ingevoegd, luidende :
" Art. 3ter. § 1. Bovenop de vergoeding voorzien in artikel 2 en artikel 3bis wordt aan iedere apotheker-titularis en depothoudende geneesheer aangesloten bij een erkende Tariferingsdienst een éénmalige forfaitaire vergoeding van 3.000 BEF toegekend ten laste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen wanneer aan de hierna volgende voorwaarden is voldaan :
- het bewijs leveren dat vóór 1 januari 2000 de leesapparatuur is aangepast aan de problematiek van het wijzigen bij bepaalde sociale identiteitskaarten van de datum 31 december 1999 in 31 december 2000;
- het bewijs leveren van de kostprijs van deze aanpassing en de nodige bewijsstukken van de betaling daarvan voorleggen.
Deze bewijsstukken moeten door de apotheker-titularis of de depothoudende geneesheer vóór 1 februari 2000 worden overgemaakt aan de erkende Tariferingsdienst waarbij hij is aangesloten.
§ 2. De bepalingen van §§ 2 en 3 van artikel 3bis zijn van toepassing op de in § 1 bedoelde vergoeding. ".
Art.2. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 3. Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Ciergnon, 30 december 1999.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen,
F. VANDENBROUCKE