18 MEI 1998. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 juni 1994 betreffende het bijhouden van een aanwezigheidsregister.
Art. 1-6
Artikel 1. In artikel 13, § 2, van het koninklijk besluit van 17 juni 1994 betreffende het bijhouden van een aanwezigheidsregister, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 17 juli 1997, worden de woorden "van de artikelen 4 en 5" vervangen door de woorden "de artikelen 4, eerste lid, en 5".
Art.2. Artikel 13, § 3, van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 17 juli 1997, wordt vervangen door de volgende bepaling :
"§ 3. Bij toepassing van het bepaalde in § 2, en onverminderd de bepalingen van dit hoofdstuk, dient de werkgever de aanvangsdatum van de eerste tewerkstelling en het nummer van het individueel aanwezigheidsboekje van iedere werknemer, uiterlijk op het tijdstip van deze eerste tewerkstelling in te schrijven in het aanwezigheidsregister dat wordt bijgehouden op het adres waaronder hij in België is ingeschreven bij een instelling belast met de inning van de bijdragen voor sociale zekerheid. De tijdstippen van begin en einde van de arbeidsdag, moeten niet in dit aanwezigheidsregister worden opgenomen, maar wel in het individueel aanwezigheidsboekje.".
Art.3. In artikel 14, § 1, van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 17 juli 1996, worden de woorden "in het aanwezigheidsregister worden ingeschreven" vervangen door de woorden "betreffende de gelegenheidsarbeiders in het aanwezigheidsregister worden ingeschreven uiterlijk op het tijdstip van de tewerkstelling van de gelegenheidsarbeiders".
Art.4. In artikel 14, § 2, van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 17 juli 1996, worden de woorden "betreffende de studenten in het aanwezigheidsregister worden ingeschreven" vervangen door de woorden "betreffende de studenten in het aanwezigheidsregister worden ingeschreven uiterlijk op het tijdstip van de tewerkstelling van de studenten".
Art.5. Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de maand volgend op die gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Art. 6. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 18 mei 1998.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET
De Minister van Sociale Zaken,
Mevr. M. DE GALAN