14 SEPTEMBER 1997. - Koninklijk besluit tot vaststelling van bijzondere bepalingen die bij de Regie der Luchtwegen de toelating en de benoeming tot sommige graden regelen.
HOOFDSTUK I. - Bijzondere bepalingen inzake Titel IX van het koninklijk besluit van 29 november 1991 tot vaststelling van het statuut van de ambtenaren van de Regie der Luchtwegen.
Afdeling 1. - Benoeming tot de graad van " eerste ".
Art. 1-7
Afdeling 2. - Benoeming tot de graad van " eerstaanwezend ".
Art. 8-11
HOOFDSTUK II. - Overgangsmaatregelen en slotbepalingen.
Art. 12-15
BIJLAGE.
Art. N1
Sectiechef (1) (2)
Sectiechef-informateur (1) (2)
Sectiechef-rekenplichtige (1) (2)
Sectiechef-studietekenaar (1) (2)
Meteoroloog (1)
Systeemcommunicator (1)
Verkeersleider 1ste klasse (1)
Afgeschafte graad
Communicator (1) (2)
Communicator A D P (1)
B. Meesters-, vak- en dienstpersoneel Niveau 4
Geschoold werkman (1) (2)
Geschoold werkman specialist (1) (2)
Niveau 3
Adjunct-technicus-specialist (1) (2)
Bestuurder speciale voertuigen (1) (2)
Geselecteerd
HOOFDSTUK I. - Bijzondere bepalingen inzake Titel IX van het koninklijk besluit van 29 november 1991 tot vaststelling van het statuut van de ambtenaren van de Regie der Luchtwegen.
Afdeling 1. - Benoeming tot de graad van " eerste ".
Artikel 1. § 1. De ambtenaren, die titularis zijn van één van de basisgraden vermeld in bijlage bij dit besluit, hebben onder de in deze afdeling bepaalde voorwaarden toegang tot de ermee overeenstemmende graad van " eerste ".
§ 2. De benaming van de graad van " eerste " wordt bekomen door voor de benaming van de basisgraad het woord " eerste " te plaatsen.
Art.2. Om benoemd te worden tot de graad van " eerste " dient de ambtenaar :
1° te slagen voor een vakexamen;
2° een minimum graadanciënniteit van zes jaar te tellen;
3° de vermelding " goed " te hebben.
Art.3. Het vakexamen wordt elk jaar georganiseerd en beoordeeld door een examencommissie samengesteld uit ambtenaren van de Regie der Luchtwegen, die aangeduid worden door de Minister die de burgerluchtvaart in zijn bevoegdheid heeft of door zijn afgevaardigde.
Art.4. § 1. Om aan het vakexamen te kunnen deelnemen, moet de ambtenaar een graadanciënniteit van minimum vier jaar tellen. De anciënniteitsvoorwaarde moet vervuld zijn op 31 december van het jaar tijdens hetwelk het examen wordt aangekondigd.
§ 2. Worden als geslaagd verklaard voor het vakexamen, de ambtenaren die ten minste 60 pct. der punten bekomen hebben.
§ 3. Worden vrijgesteld van het vakexamen, de geslaagden voor een bevorderingsexamen tot een graad van hun hiërarchie of van een examen voor overgang naar het hoger niveau.
Art.5. Voor de berekening van de in de artikels 2 en 4 vereiste anciënniteit kan, ingeval van benoeming bij verandering van graad, de graadanciënniteit in de betrokken gelijkwaardige graden gecumuleerd worden.
Art.6. § 1. De ambtenaren worden tot de bij artikel 1 bedoelde graden benoemd :
1° de eerste dag van de maand die volgt op de datum waarop zij zes jaar graadanciënniteit tellen, indien zij geslaagd zijn voor het vakexamen vóór deze datum;
2° de eerste dag van de maand die volgt op het afsluiten van het proces-verbaal van het vakexamen, indien zij geslaagd zijn voor dit examen na de datum waarop zij zes jaar graadanciënniteit tellen.
§ 2. De toestand van de ambtenaren bedoeld in artikel 4, § 3, wordt geregeld overeenkomstig de regels van § 1 van dit artikel.
Art.7. De titularissen van de graden van " eerste " kunnen, onder dezelfde voorwaarden als de titularissen van de aan de graden van " eerste " verbonden basisgraden, bevorderd worden of in aanmerking komen voor verandering van graad.
Afdeling 2. - Benoeming tot de graad van " eerstaanwezend ".
Art.8. § 1. De ambtenaren, titularis van de graad van " eerste " verbonden aan een van de in bijlage bij dit besluit aangeduide basisgraden, hebben toegang tot de ermee overeenstemmende graad van " eerstaanwezend " onder de in deze afdeling bepaalde voorwaarden.
§ 2. De benaming van de graad van " eerstaanwezend " wordt bekomen door voor de benaming van de basisgraad het woord " eerstaanwezend " te plaatsen.
Art.9. § 1. Om benoemd te worden tot de graad van " eerstaanwezend " dient de ambtenaar : 1° een anciënniteit van zes jaar te tellen in de graad van " eerste ";
2° de vermelding " goed " te hebben.
§ 2. De ambtenaren worden tot bij artikel 8, § 1, bedoelde graden benoemd de eerste dag van de maand die volgt op de datum waarop zij de vereiste zes jaar graadanciënniteit tellen.
Art.10. Ingeval van verandering van graad volgens de bepalingen van artikel 7 van dit besluit wordt de anciënniteit in de betrokken graden van " eerste " gecumuleerd voor de berekening van de in artikel 9 vereiste graadanciënniteit.
Art.11. De titularissen van de graden van " eerstaanwezend " kunnen onder dezelfde voorwaarden als de titularissen van de aan de graden van eerste verbonden basisgraden bevorderd worden of in aanmerking komen voor verandering van graad.
HOOFDSTUK II. - Overgangsmaatregelen en slotbepalingen.
Art.12. In afwijking van artikel 6, § 1, worden de personeelsleden benoemd tot de bij artikel 1 bedoelde graden :
1° op datum van 1 januari 1997, indien zij op deze datum een minimumgraadanciënniteit tellen van 6 jaar en slagen voor het eerstvolgend vakexamen georganiseerd met het oog op de toegang tot deze graden;
2° de eerste dag van de maand die volgt op de datum waarop zij 6 jaar graadanciënniteit tellen, indien zij slagen voor het eerstvolgend vakexamen georganiseerd met het oog op de toegang tot deze graden en ten minste 6 jaar graadanciënniteit totaliseren vóór de sluitingsdatum van de notulen van het vakexamen.
Art.13. Worden opgeheven : 1° Hoofdstuk III. - Toegang tot de graden van "eerste" - van het koninklijk besluit van 7 november 1980 betreffende de hiërarchische indeling en de loopbaan van sommige ambtenaren van de Regie der Luchtwegen zoals het later wordt gewijzigd;
2° Artikel 4 van het koninklijk besluit van 4 augustus 1982 tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 november 1980 betreffende de hiërarchische indeling en de loopbaan van sommige ambtenaren van de Regie der Luchtwegen, zoals het later wordt gewijzigd.
Art.14. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997.
Art.15. Onze Minister van Vervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 14 september 1997.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Vervoer,
M. DAERDEN
BIJLAGE.
Art. N1. Bijlage 1. Basisgraden waaraan een graad van " eerste " (1) en een graad van " eerstaanwezend " (2) verbonden zijn A. Administratief personnel :
Niveau 4
Bode-kamerbewaarder (1) (2)
Klasseerder-expeditionair (1) (2)
Hoofdexpeditionair (1) (2)
Hoofdkamerbewaarder (1) (2)
Afgeschafte graad
Bewaker (1) (2)
Niveau 3
Adjunct-correspondent (1) (2)
Agent van luchthaveninspectie (1) (2)
Centralist (1) (2)
Werkopzichter (1) (2)
Niveau 2
Adjunct-controleur van werken (1) (2)
Adjunct-inspecteur (1) (2)
Aspirant tekenaar AIS (1)
Procedurecommunicator (1) (2)
Correspondent (1) (2)
Correspondent PAS-CRT (1) (2)
Correspondent-rekenplichtige (1) (2)
Hulpmeteoroloog (1) (2)
Informateur (1) (2)
Onderluchthavenmeester (1) (2)
Operator simulator (1) (2)
Studietekenaar (1) (2)
Hofmeesteres (1)
Landmeter-expert onroerende goederen (1)
Tekenaar AIS (1)
Verkeersleider 3de klasse (1)
Cartograaf AIS (1) (2)
Controleur van werken (1) (2)
Inspecteur (1) (2)
Onderluchthavenmeester 1ste klasse (1) (2)
Sectiechef (1) (2)
Sectiechef-informateur (1) (2)
Sectiechef-rekenplichtige (1) (2)
Sectiechef-studietekenaar (1) (2)
Meteoroloog (1)
Systeemcommunicator (1)
Verkeersleider 1ste klasse (1)
Afgeschafte graad
Communicator (1) (2)
Communicator A D P (1)
B. Meesters-, vak- en dienstpersoneel Niveau 4
Geschoold werkman (1) (2)
Geschoold werkman specialist (1) (2)
Niveau 3
Adjunct-technicus-specialist (1) (2)
Bestuurder speciale voertuigen (1) (2)
Geselecteerd werkman A (1) (2)
Luchtvaartbrandweerman (1) (2)
Afgeschafte graden.
Officier luchtvaartbrandweerman (1)
Niveau 2
Radiotechnicus-specialist (1)
Technicus brandweervoertuigen en blusmaterieel (1) (2)
Technicus luchtvaartbrandweerman (1) (2)
Technicus-specialist electromecanicien (1) (2)
Technicus-specialist van precisie (1)
Eerstaanwezend radiotechnicus-specialist (1)
Eerstaanwezend technicus-specialist van precisie (1)
Onderchef radiotechnicus-specialist (1)
Onderchef technicus brandweervoertuigen en blusmaterieel (1) (2)
Ondercheftechnicus luchtvaartbrandweerman (1) (2)
Onderchef technicus-specialist electromecanicien (1) (2)
Onderchef technicus-specialist van precisie (1)
Afgeschafte graad
Technicus-specialist van telecommunicaties (1)
Eerstaanwezend technicus-specialist van telecommunicaties (1)