19 AUGUSTUS 1997. - Koninklijk besluit tot wijziging van de gecoördineerde wet tot organisatie van de openbare kredietsector en van de deelnemingen van de openbare sector in bepaalde privaatrechtelijke financiële vennootschappen, genomen in toepassing van artikel 3, § 1, 6° en 7°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België tot de Europese Economische en Monetaire Unie.
Art. 1-7
Artikel 1. De derde zin van artikel 22, lid 2 van de gecoördineerde wet tot organisatie van de openbare kredietsector en van de deelnemingen van de openbare sector in bepaalde privaatrechtelijke financiële vennootschappen wordt aangevuld als volgt : " met voorkeurrecht ".
Art.2. De derde zin van artikel 27, lid 2 van de gecoördineerde wet tot organisatie van de openbare kredietsector en van de deelnemingen van de openbare sector in bepaalde privaatrechtelijke financiële vennootschappen wordt aangevuld als volgt : " met voorkeurrecht ".
Art.3. De N.V. Federale Participatiemaatschappij kan inschrijven op een kapitaalverhoging van de N.V. Algemene Spaar- en Lijfrentekas-Bank door in deze laatste de totaliteit in te brengen van de kapitaalaandelen die zij bezit in de N.V. Algemene Spaar- en Lijfrentekas-Verzekeringen, behalve een gedeelte gelijk aan 0,1 pct. van het kapitaal van deze laatste, voor zover deze inbreng gelijktijdig geschiedt met de inbreng in de N.V. Algemene Spaar- en Lijfrentekas-Bank van alle andere aandelen die het kapitaal vertegenwoordigen van de N.V. Algemene Spaar- en Lijfrentekas-Verzekeringen.
Het principe en de voorwaarden van de in het voorgaande lid bedoelde inbreng door de N.V. Federale Participatiemaatschappij worden voorafgaandelijk goedgekeurd door de Vice-Eerste Minister en Minister van Economie en Telecommunicatie, de Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën en Buitenlandse Handel en de Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting.
Art.4. Wanneer de inbreng bedoeld in artikel 3 verwezenlijkt is, wordt artikel 27, tweede lid, van de gecoördineerde wet tot organisatie van de openbare kredietsector en van de deelnemingen van de openbare sector in bepaalde privaatrechtelijke financiële vennootschappen vervangen door het volgende lid :
" Zolang de N.V. Federale Participatiemaatschappij tenminste 25,1 pct. bezit van de stemrechten verbonden aan de effecten die al dan niet het kapitaal vertegenwoordigen en uitgegeven zijn door de Algemene Spaar- en Lijfrentekas-Bank, moet de N.V. Federale Participatiemaatschappij 0,1 pct. van de aandelen in het kapitaal van de N.V. Algemene Spaar- en Lijfrentekas-Verzekeringen bezitten, die een afzonderlijke categorie aandelen uitmaken, waaraan stemrechten zijn gehecht ten belope van tenminste 25,1 pct. van de stemrechten verbonden aan het geheel van de effecten die al dan niet het kapitaal vertegenwoordigen en uitgegeven zijn door de Algemene Spaar- en Lijfrentekas-Verzekeringen. ".
Art.5. Een artikel 5bis, dat luidt als volgt, wordt ingevoegd in dezelfde gecoördineerde wet :
" Artikel 5bis. § 1. Onder de voorwaarden voorafgaandelijk goedgekeurd bij een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit, kan de N.V. Federale Participatiemaatschappij :
1° bij wege van openbaar aanbod of private plaatsing, winstbewijzen of gelijkaardige effecten die niet haar kapitaal vertegenwoordigen, uitgeven, waarvan de dividenden gekoppeld zijn aan de financiële opbrengsten van een of meerdere deelnemingen bedoeld in artikel 5, lid 1, 1°, en waaraan aankoopopties op deze deelnemingen verbonden kunnen worden;
2° een recht van vruchtgebruik vestigen op het geheel of een deel van deze deelnemingen ten gunste van om het even welke Belgische of buitenlandse natuurlijke of rechtspersoon, voor zover de N.V. Federale Participatiemaatschappij alle eraan verbonden stemrechten behoudt;
3° het geheel of een deel van deze deelnemingen inbrengen in één of meerdere publiekrechtelijke dochtervennootschappen, opgericht onder vorm van een naamloze vennootschap of een commanditaire vennootschap op aandelen, waarvan de aandelen of andere effecten kunnen worden uitgegeven of overgedragen aan derden, voor zover de N.V. Federale Participatiemaatschappij te allen tijde ten minste 75 pct. van de stemrechten behoudt, in het geval van een naamloze vennootschap, of te allen tijde de enige vennoot-zaakvoerder is, in het geval van een commanditaire vennootschap op aandelen.
§ 2. De artikelen 15 tot 17 zijn van overeenkomstige toepassing op de dochtervennootschappen bedoeld in § 1, 3°. Voor de toepassing van de bepalingen van deze gecoördineerde wet inzake minimumdeelnemingen die de N.V. Federale Participatiemaatschappij moet aanhouden en inzake de rechten die daaraan verbonden zijn, worden de effecten die gehouden worden door deze dochtervennootschappen beschouwd als zijnde gehouden door de N.V. Federale Participatiemaatschappij. "
Art.6. De artikelen 1, 2, 3, 5 en 6 van dit koninklijk besluit treden in werking de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
Artikel 4 treedt in werking op het ogenblik van de verwezenlijking van de inbreng bedoeld in artikel 3.
Art. 7. Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Economie en Telecommunicatie, Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën en Buitenlandse Handel en Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 19 augustus 1997.
ALBERT
Van Koningswege :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Economie en Telecommunicatie,
E. DI RUPO
De Vice-Eerste Minister en Minster van Financiën en Buitenlandse Handel,
Ph. MAYSTADT
De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting,
H. VAN ROMPUY