Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

12 DECEMBER 1996. - Wet tot wijziging van de wet van 4 december 1990 op de financiële transacties en de financiële markten, artikel 2075 van het Burgerlijk Wetboek, artikel 2 van Titel VI, Boek I van het Wetboek van koophandel, artikel 22 van de wet van 10 juni 1964 op het openbaar aantrekken van spaargelden, artikel 44 van het BTW-Wetboek en artikel 265 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.



Inhoudstafel:


Art. 1
HOOFDSTUK I. - Wijzigingen in de wet van 4 december 1990 op de financiële transacties en de financiële markten.
Art. 2-20
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen in het Burgerlijk Wetboek.
Art. 21
HOOFDSTUK III. - Wijzigingen in het Wetboek van koophandel.
Art. 22
HOOFDSTUK IV. - Wijziging van de wet van 10 juni 1964 op het openbaar aantrekken van spaargelden.
Art. 23
HOOFDSTUK V. - Wijziging aan het BTW-Wetboek..
Art. 24
HOOFDSTUK VI. - Wijziging aan het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.
Art. 25
HOOFDSTUK VII. - Wijzigingen aan de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs.
Art. 26-27



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1804032155  1872050560  1964061003  1969070305  1990003737  1995003337 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid zoals bepaald in artikel 78 van de Grondwet.

HOOFDSTUK I. - Wijzigingen in de wet van 4 december 1990 op de financiële transacties en de financiële markten.
Art.2. § 1. Artikel 105, eerste lid, 1°, van de wet van 4 december 1990 op de financiële transacties en de financiële markten, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " 1° de Belgische instellingen :
  a) met als doel de collectieve belegging van uit het publiek aangetrokken financieringsmiddelen, in België of in het buitenland en die tot één van de in artikel 108, 1° of 2° bepaalde categorieën behoren;
  of
  b) met als doel de collectieve belegging van minstens gedeeltelijk uit het publiek aangetrokken financieringsmiddelen en die tot één van de in artikel 108, 3° bepaalde categorieën behoren;
  of
  c) met als doel de collectieve belegging van financieringsmiddelen die niet uit het publiek zijn aangetrokken en die tot één van de in artikel 108, 3° bepaalde categorieën behoren. "
  § 2. In artikel 105, eerste lid, 2°, van dezelfde wet, wordt het woord " kapitaal " vervangen door het woord " financieringsmiddelen ".

Art.3. § 1. Artikel 106, eerste lid, van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Voor de Belgische beleggingsinstellingen die financieringsmiddelen aantrekken uit het publiek via de openbare uitgifte van vastgoedcertificaten, in België of in het buitenland, en voor de buitenlandse beleggingsinstellingen waarvan vastgoedcertificaten in België openbaar worden uitgegeven of verhandeld, gelden enkel de artikelen 123, 125, 128, 129, 131, 133, 134 en 136. "
  § 2. In de artikelen 114, tweede lid, en 118, tweede lid, worden de woorden " artikel 105, 1° " vervangen door de woorden " artikel 105, eerste lid, 1°, a) ". In artikel 119quinquies worden de woorden " artikel 105, 1° " vervangen door de woorden " artikel 105, eerste lid 1°, b) of c) ".

Art.4. Artikel 108, eerste lid, 3°, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 5 augustus 1992, wordt vervangen als volgt :
  " 3° de instellingen voor belegging in schuldvorderingen die geregeld zijn bij overeenkomst (fonds voor belegging in schuldvorderingen beheerd door een beheersvennootschap) of bij statuten (vennootschap voor belegging in schuldvorderingen). "

Art.5. Artikel 109, § 3 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 5 augustus 1992, wordt vervangen als volgt :
  " § 3. De statuten van een vennootschap voor belegging in schuldvorderingen bepalen dat de winst van de vennootschap wordt uitgekeerd of gereserveerd voor latere uitkering of voor de dekking van risico's van tekortkomingen in de betalingen van de schuldvorderingen. "

Art.6. Artikel 111 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 5 augustus 1992, wordt aangevuld met een paragraaf 5 luidende :
  " § 5. De deelnemers in een beleggingsfonds zijn tot de schulden van het fonds slechts gehouden ten belope van het nettoactief van het fonds en prorata van hun deelneming.
  De schuldeisers van de beheersvennootschap of van de deelnemers hebben geen verhaal op de activa van het fonds, die slechts tot waarborg strekken voor schulden, verbintenissen en verplichtingen die in overeenstemming met de doelomschrijving van het beheersreglement ten laste kunnen worden gebracht van de activa van het fonds.
  De beheersvennootschap vertegenwoordigt het beleggingsfonds en zijn deelnemers jegens derden en kan, in de gevallen en onder de voorwaarden bepaald in het beheersreglement, de deelnemers in rechte vertegenwoordigen zonder de identiteit van de deelnemers kenbaar te maken. "

Art.7. In artikel 115, § 6, van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het derde lid worden de woorden " nettoactief " vervangen door het woord " vermogen ";
  2° in het vierde lid worden de woorden " artikel 8 " vervangen door de woorden " artikelen 7 en 8 ".

Art.8. In artikel 117, § 1, van dezelfde wet worden de woorden " , 2 en 3 " vervangen door de woorden " , 2, 3 en 5 ".

Art.9. In artikel 119bis, 2°, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 5 augustus 1992, worden de woorden " uit het publiek " en " openbare " weggelaten.

Art.10. Artikel 119ter van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 5 augustus 1992 en gewijzigd bij de wetten van 6 juli 1994 en 4 april 1995, wordt gewijzigd als volgt :
  1° het eerste lid wordt opgeheven;
  2° het tweede lid wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " De beheersvennootschap of de vennootschap voor belegging in schuldvorderingen kan de overdrager of een derde volgens de bij overeenkomst bepaalde nadere regels opdracht geven de schuldvorderingen te innen en andere taken van administratief beheer van de schuldvorderingen te verrichten. ";
  3° in het derde lid worden de woorden " niet van toepassing op deze overdracht " vervangen door de woorden " en artikel 8 van Hoofdstuk II, Titel I van Boek II van het Wetboek van koophandel en de artikelen 18 en 20 van de wet van 15 april 1884 betreffende de landbouwleningen, niet van toepassing op deze overdracht. Dezelfde bepalingen zijn niet van toepassing op een inpandgeving van een schuldvordering aan of door een instelling voor belegging in schuldvorderingen in de zin van deze wet ";
  4° het vierde lid wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Wanneer schuldvorderingen worden overgedragen aan of door een instelling voor belegging in schuldvorderingen in de zin van deze wet, dan verwerft de overnemer door de loutere naleving van de voorschriften van Boek III, Titel VI, Hoofdstuk VIII van het Burgerlijk Wetboek alle rechten in verzekeringsovereenkomsten die de cedent bezit als waarborg voor de overgedragen schuldvorderingen. Een inpandgeving van diezelfde rechten aan of door een instelling voor belegging in schuldvorderingen geschiedt door de loutere naleving van de voorschriften van Boek III, Titel XVII van het Burgerlijk Wetboek of van Titel VI, Boek I van het Wetboek van koophandel. "

Art.11. Artikel 119quater van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 5 augustus 1992, wordt vervangen als volgt :
  " § 1. De artikelen 111, §§ 1, 2, 3 en 5, 112, eerste lid, 113 en 117, § 3, zijn van toepassing op de fondsen voor belegging in schuldvorderingen.
  § 2. Elk fonds voor belegging in schuldvorderingen dient een eigen naam te hebben. Voor beleggingsfondsen bedoeld in artikel 105, eerste lid, 1°, b) moet de naam de woorden " openbaar fonds voor belegging in schuldvorderingen naar Belgisch recht " bevatten, ofwel onmiddellijk gevolgd worden door die woorden. Voor beleggingsfondsen bedoeld in artikel 105, eerste lid, 1°, c) moet de naam de woorden " privaat fonds voor belegging in schuldvorderingen naar Belgisch recht " bevatten ofwel onmiddellijk gevolgd worden door die woorden.
  § 3. Het beheersreglement van een beleggingsfonds mag worden gewijzigd bij beslissing van de algemene vergadering van deelnemers of bij beslissing van de beheersvennootschap als de algemene vergadering die beslissing goedkeurt. Voor beleggingsfondsen bedoeld in artikel 105, eerste lid, 1°, a) of b) moet deze wijziging voorafgaandelijk goedgekeurd worden door de Commissie voor het Bank- en Financiewezen. "

Art.12. Artikel 119sexies, § 2, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 5 augustus 1992, wordt vervangen als volgt :
  " § 2. In afwijking van de artikelen 81, 106 en 114, eerste lid, 2° van de gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen, moeten : 1° de naam van een VBS bedoeld in artikel 105, eerste lid, 1°, b) en alle stukken die van haar uitgaan, de woorden " openbare vennootschap voor belegging in schuldvorderingen naar Belgisch recht " of " openbare VBS naar Belgisch recht " bevatten of moeten deze woorden de naam onmiddellijk volgen, en 2° de naam van een VBS bedoeld in artikel 105, eerste lid 1°, c) en alle stukken die van haar uitgaan, de woorden " private vennootschap voor belegging in schuldvorderingen naar Belgisch recht " of " private VBS naar Belgisch recht " bevatten of moeten deze woorden de naam onmiddellijk volgen. "

Art.13. In Boek III, Titel I, Hoofdstuk I, afdeling IV van dezelfde wet wordt een artikel 119septies ingevoegd dat luidt als volgt :
  " Art. 119septies. - De statuten van een VBS kunnen de raad van bestuur machtigen om verschillende categorieën van aandelen in te richten, waarbij elke categorie overeenstemt met een afzonderlijk gedeelte of compartiment van het vermogen. De akte tot vaststelling van het besluit van de raad van bestuur om een nieuwe categorie van aandelen in te richten, wijzigt de statuten.
  In dit geval bepalen de statuten, met inachtneming van de gelijkheid van de aandeelhouders, de wijze waarop de beheerskosten worden toegerekend in de vennootschap en per compartiment, alsook de wijze waarop de algemene vergadering het stemrecht uitoefent, de jaarrekening goedkeurt en kwijting verleent aan de bestuurders en de commissarissen-revisoren.
  Als er verschillende compartimenten in het vermogen zijn ingericht moet ten aanzien van de tegenpartij elke verbintenis of verrichting op een niet mis te verstane wijze worden toegerekend aan één of meer compartimenten. Artikel 62, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen is van toepassing op de overtredingen van deze bepaling.
  In afwijking van de artikelen 7 en 8 van de hypotheekwet van 16 december 1851 strekken de activa van een bepaald compartiment slechts tot waarborg voor de schulden, verbintenissen en verplichtingen die dit compartiment betreffen. "

Art.14. In artikel 109, § 2, 2°, van dezelfde wet worden de woorden " of van een vennootschap voor belegging in schuldvorderingen " ingevoegd tussen de woorden " kapitaal " en " bepalen " en de woorden " of artikel 119septies " tussen de woorden " 115, § 6 " en " kunnen ".

Art.15. In Boek III, Titel I, Hoofdstuk I, afdeling IV van dezelfde wet wordt een artikel 119octies ingevoegd dat luidt als volgt :
  " Art. 119octies. - De laatste zin van het laatste lid van § 3 van artikel 119sexies van deze wet en artikel 104bis, § 1, tweede lid van de gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen zijn niet van toepassing op een instelling voor belegging in schuldvorderingen zoals bedoeld in artikel 105, eerste lid, 1°, c). "

Art.16. In Boek III, Titel I, Hoofdstuk I, Afdeling IV van dezelfde wet wordt een artikel 119nonies ingevoegd dat luidt als volgt :
  " Art. 119nonies. - § 1. De artikelen 91 tot 101 van de wetten op de handelsvennootschappen, gecoördineerd op 30 november 1935, zijn, behoudens andersluidend beding in de emissievoorwaarden, van toepassing op de houders van obligaties of andere schuldinstrumenten uitgegeven door een instelling voor belegging in schuldvorderingen.
  Wanneer obligaties of andere schuldinstrumenten worden uitgegeven door een fonds voor belegging in schuldvorderingen, is de beheersvennootschap of haar raad van bestuur gehouden tot de verplichtingen die de voornoemde artikelen 91 tot 101 opleggen aan de vennootschap-emittent of aan haar raad van bestuur.
  Voor de houders van schuldinstrumenten die behoren tot eenzelfde uitgifte of tot eenzelfde categorie van schuldinstrumenten kunnen één of meer vertegenwoordigers worden aangesteld op voorwaarde dat de emmissievoorwaarden regelen bevatten voor de organisatie van algemene vergaderingen van de houders van schuldinstrumenten in kwestie. Die vertegenwoordigers kunnen alle houders van de schuldinstrumenten van die uitgifte of van die categorie jegens derden of in rechte verbinden binnen de grenzen van de opdrachten die hen worden toevertrouwd en zij moeten hun bevoegdheid enkel verantwoorden door de voorlegging van de akte waarin ze zijn aangesteld. Zij kunnen in rechte optreden en de houders van de schuldinstrumenten vertegenwoordigen in elk faillissement, gerechtelijk akkoord of analoge procedure zonder de identiteit van de houders van de schuldinstrumenten bekend te maken.
  Die vertegenwoordigers oefenen hun bevoegdheden uit in het uitsluitend belang van de houders van schuldinstrumenten die ze vertegenwoordigen en ze zijn hen rekenschap verschuldigd volgens de nadere regelen bepaald in de emissievoorwaarden of in de beslissing tot aanstelling.
  De vertegenwoordigers van de houders van schuldinstrumenten worden aangesteld hetzij voor de emissie door de emittent, hetzij nà de emissie door de algemene vergadering van de houders van schuldinstrumenten in kwestie. Hun bevoegdheden worden bepaald in de emissievoorwaarden of, indien niet in de emissievoorwaarden, door de algemene vergadering van de houders van schuldinstrumenten in kwestie.
  De algemene vergadering van de houders van schuldinstrumenten in kwestie kan steeds de aanstelling van de vertegenwoordiger(s) herroepen op voorwaarde dat zij gelijktijdig één of meerdere andere vertegenwoordigers aanstelt.
  Behoudens een strenger beding in de emissievoorwaarden beslist de algemene vergadering bij eenvoudige meerderheid van de schuldinstrumenten vertegenwoordigd.
  Voor de instellingen voor belegging in schuldvorderingen bedoeld in artikel 105, lid 1, 1°, b), moeten de vertegenwoordigers van de houders van schuldinstrumenten door de Commissie voor het Bank- en Financiewezen erkend worden. Voor deze beleggingsinstellingen stelt de Koning nadere regelen vast inzake de erkenning, de bekendmaking van de benoeming, de bevoegdheden en de herroeping van de vertegenwoordigers, de eventuele beperkingen aan de bevoegdheden die hen kunnen worden toegekend alsook de vereisten inzake hun onafhankelijkheid ten aanzien van de cedent, de beheersvennootschap en de instelling voor belegging in schuldvorderingen. "
  § 2. Een instelling voor belegging in schuldvorderingen kan ten behoeve van de houders van de obligaties of schuldinstrumenten, zoals bedoeld in artikel 1, § 1, 1° a), tweede streepje, van de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs, die zij heeft uitgegeven of die zij zal uitgeven, schuldvorderingen en andere activa die de instelling voor belegging in schuldvorderingen heeft verworven of zal verwerven in pand geven, overeenkomstig de bepalingen van Titel VI van Boek I van het Wetboek van koophandel.
  Behoudens andersluidend beding in de pandovereenkomst strekt het pand zich uit tot de gelden voortgebracht door de verpande schuldvorderingen of ter betaling ervan ontvangen en tot de schuldvorderingen en financiële instrumenten waarin deze worden belegd.
  Artikel 445, vierde lid van Hoofdstuk II, Titel I, Boek III van het Wetboek van koophandel is niet van toepassing op wijzigingen, toevoegingen of vervangingen wat betreft het voorwerp van het in deze paragraaf bedoeld pand voor zover dit pand wordt gevestigd vóór of gelijktijdig met de uitgifte van de gewaarborgde schuldinstrumenten en de wijzigingen, toevoegingen en vervangingen gebeuren overeenkomstig de bepalingen van de pandovereenkomst of overeenkomstig het tweede lid van deze paragraaf.
  Onverminderd andere door de wet bepaalde middelen van tegeldemaking, beveelt de voorzitter van de rechtbank van koophandel op verzoek van alle houders van de gewaarborgde schuldinstrumenten dat het pand aan hen zal verblijven als betaling en ten belope van een schatting door een deskundige. "

Art.17. Artikel 127, 4°, van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " 4° effecten lenen, krediet verstrekken of zekerheden verstrekken voor de verbintenissen van derden. "

Art.18. Artikel 127bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 5 augustus 1992, wordt vervangen als volgt :
  " Art. 127bis. - In afwijking van artikel 127, 1°, mogen instellingen voor belegging in schuldvorderingen, binnen de grenzen bepaald door hun reglement of hun statuten, en binnen de grenzen bepaald door de Koning, obligaties en andere schuldinstrumenten uitgeven en leningen of kredieten aangaan om de portefeuille van schuldvorderingen te financieren of om de risico's van tekortkomingen in de betalingen van de schuldvorderingen te beheren. "

Art.19. In Boek III, Titel I, Hoofdstuk II van dezelfde wet wordt een afdeling VII ingevoegd die luidt als volgt :
  " Afdeling VII. - Beleggingsinstellingen die hun financieringsmiddelen niet aantrekken bij het publiek.
  Art. 136bis. § 1. Met uitzondering van de artikelen 122, § 1bis, 126, § 1, lid 1, 126, §§ 2 en 4, en 132, § 1 zijn de bepalingen van Hoofdstuk II niet van toepassing op de beleggingsinstellingen bedoeld in artikel 105, eerste lid, 1°, c).
  § 2. De beleggingsinstellingen bedoeld in artikel 105, eerste lid, 1°, c) kunnen steeds bijkomend of tijdelijk termijnbeleggingen, liquide middelen en effecten aanwezig hebben.
  § 3. De beleggingsinstellingen bedoeld in artikel 105, eerste lid, 1°, c) moeten zich, alvorens hun werkzaamheden aan te vatten bij het Ministerie van Financiën, laten inschrijven op de lijst van de beleggingsinstellingen die hun financieringsmiddelen niet aantrekken bij het publiek. Een beleggingsinstelling wordt ingeschreven op deze lijst op vertoon van een voor eensluidend verklaard afschrift van haar statuten of haar beheersreglement. Elk document dat ter bevestiging van de inschrijving wordt afgegeven door het Ministerie van Financiën en elk document dat met het oog op de uitvoering van de verrichtingen van de beleggingsinstelling naar de inschrijving verwijst, moet vermelden dat de inschrijving geen beoordeling inhoudt van de opportuniteit en de kwaliteit van de verrichtingen, evenmin als van de positie van de beleggingsinstelling.
  § 4. De Koning kan regels vastleggen volgens welke de beleggingsfondsen bedoeld in artikel 105, eerste lid, 1°, c) hun boekhouding voeren, inventarisramingen verrichten en hun jaarrekening opstellen en openbaar maken. "

Art.20. In artikel 150, § 2, 3°, van dezelfde wet worden de woorden " , 136bis, § 2 " ingevoegd tussen de woorden " 120, § 1 " en " of 137 ".

HOOFDSTUK II. - Wijzigingen in het Burgerlijk Wetboek.
Art.21. Artikel 2075 van het Burgerlijk Wetboek, gewijzigd bij de wet van 6 juli 1994, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Art. 2075. - De schuldeiser verkrijgt het bezit van een in pand gegeven schuldvordering door het sluiten van de pandovereenkomst.
  De inpandgeving kan slechts aan de schuldenaar van de in pand gegeven schuldvordering worden tegengeworpen nadat zij hem ter kennis werd gebracht of door hem is erkend.
  De artikelen 1690, derde en vierde lid, en 1691 zijn van toepassing. "

HOOFDSTUK III. - Wijzigingen in het Wetboek van koophandel.
Art.22. Artikel 2 van Titel VI van Boek I van het Wetboek van koophandel wordt aangevuld met het volgende lid :
  " Inzake schuldvorderingen geldt artikel 2075 van het Burgerlijk Wetboek. "

HOOFDSTUK IV. - Wijziging van de wet van 10 juni 1964 op het openbaar aantrekken van spaargelden.
Art.23. In artikel 22, § 1, eerste lid, van de wet van 10 juni 1964 op het openbaar aantrekken van spaargelden, gewijzigd bij de wetten van 10 juli 1969, 9 maart 1989 en 4 december 1990, worden de woorden " met uitzondering van de rechten van deelneming van de collectieve beleggingsinstellingen als bedoeld in boek III van de wet van 4 december 1990 op de financiële transacties en de financiële markten " vervangen door de woorden " met uitzondering van de door een instelling voor collectieve belegging als bedoeld in artikel 105, lid 1, 1°, b) en c) van de wet van 4 december 1990 op de financiële transacties en de financiële markten uitgegeven effecten en de rechten van deelneming van een in artikel 105, lid 1, 1°, a) en 2° van dezelfde wet bedoelde instelling ".

HOOFDSTUK V. - Wijziging aan het BTW-Wetboek..
Art.24. Artikel 44, § 3, 11°, van het BTW-Wetboek wordt vervangen als volgt :
  " 11° de handelingen verricht door de instellingen voor collectieve belegging als bedoeld in Boek III van de wet van 4 december 1990 op de financiële transacties en de financiële markten, alsmede de prestaties van het beheer van deze instellingen en het beheer van hun activa, onverminderd evenwel hetgeen bepaald is in onderdeel 7°. "

HOOFDSTUK VI. - Wijziging aan het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.
Art.25. Artikel 265, 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd door artikel 7 van de wet van 4 april 1995, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " 2° aan de vennootschappen bedoeld in artikel 261, 3°, met betrekking tot de activa die behoren tot de beleggingsfondsen waarvan zij het beheer verzorgen. "

HOOFDSTUK VII. - Wijzigingen aan de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs.
Art.26. Aan artikel 24 van de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en de beleggingsadviseurs wordt het volgende lid toegevoegd :
  " Voor wat betreft de EASDAQ-markt kent de commissie van beroep een bijzondere Europese samenstelling, aangeduid als " Internationale Commissie van beroep ". De benoemingswijze van de leden wordt vastgesteld in het koninklijk besluit houdende de oprichting en de organisatie van EASDAQ. "

Art. 27. In artikel 148, § 4, van dezelfde wet wordt een 10°bis ingevoegd, luidend als volgt :
  " 10°bis wie weigert inlichtingen te verstrekken alhoewel daartoe verplicht krachtens de koninklijke besluiten genomen ter uitvoering van artikel 34 van de wet van 4 december 1990 op de financiële transacties en de financiële markten, of wie bewust onjuiste of onvolledige inlichtingen verstrekt; ".
  Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
  Gegeven te Brussel, 12 december 1996.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën,
  Ph. MAYSTADT
  Met 's Lands zegel gezegeld :
  De Minister van Justitie,
  S. DE CLERCK