Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

16 APRIL 1996. - Decreet betreffende de waterkeringen. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-06-1996 en tekstbijwerking tot 25-04-2017)



Inhoudstafel:


Art. 1-18
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1979061805 



Uitvoeringsbesluit(en):

1997036408  1997036409  1997036410  2002035958  2012035134 



Artikels:

Artikel 1. Dit decreet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de grondwet.

Art.2. Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder : 1° waterkering : iedere natuurlijke hindernis of kunstmatige constructie om het water te bedwingen, inzonderheid de oevers, bandijken, binnendijken, overstroombare dijken, waterkeringsmuren, stuwen, duikers en andere constructies met waterkerende werking ;
  2° bandijk : iedere in beginsel onoverstroombare verhoging die langs een waterloop of landinwaarts is aangebracht om de hoge waterstand in die waterloop te keren ;
  3° binnendijk : iedere verhoging die niet rechtstreeks aan het water ligt en aangebracht is om de overstroming te beperken wanneer de bandijk overloopt of het begeeft ;
  4° gecontroleerd overstromingsbekken : door bandijken en binnendijken begrensd gebied, dat bij een vooraf vastgestelde hoogwaterstand overstroomd wordt ;
  5° wachtbekken : ingericht of natuurlijk, geheel omsloten of afgelijnd overstromingsgebied, al dan niet gescheiden van de waterloop, voor het opvangen van de wasdebieten ;
  6° (gewestelijke waterbeheerders : het Vlaamse Gewest, het Agentschap Waterwegen en Zeekanaal, het Agentschap De Scheepvaart en het Agentschap Vlaamse Milieumaatschappij;) <DVR 2006-04-21/55, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 30-06-2004 en andere; zie nauwkeurigheden in art. 24 van DVR 2006-04-21/55>
  7° waterkeringswerken : het aanleggen, verhogen, versterken en onderhouden van waterkeringen;
  8° (waterbeheerders : de gewestelijke waterbeheerders, de provincies, de gemeenten, de polders en wateringen.) <DVR 2006-04-21/55, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 30-06-2004 en andere; zie nauwkeurigheden in art. 24 van DVR 2006-04-21/55>

Art.3. De bepalingen van dit decreet zijn van toepassing, ongeacht tot wiens eigendom ze behoren, op de onroerende goederen gelegen langs de rivieren en bijrivieren opgesomd in de bijlage bij dit decreet, of gelegen in de valleien van de onbevaarbare waterlopen opgesomd in dezelfde bijlage, voor zover de bedoelde onroerende goederen nodig zijn voor het uitvoeren van de in artikel 4 bedoelde werken.

Art.4. (De gewestelijke waterbeheerders kunnen) alle noodzakelijke waterkeringswerken, alle werken tot de aanleg of aanpassing van overstromingsbekkens en wachtbekkens, en alle werken tot de aanleg of aanpassing van de rechtstreekse toegangswegen naar de waterkeringswerken, overstromingsbekkens en wachtbekkens uitvoeren op onroerende goederen, bedoeld in artikel 3. <DVR 2006-04-21/55, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 30-06-2004 en andere; zie nauwkeurigheden in art. 24 van DVR 2006-04-21/55>
  Bij de uitvoering van waterkeringswerken dient, voorafgaand, overlegd te worden met de waterbeheerders.

Art.5. De uitvoering van de werken bedoeld in artikel 4 mag pas aangevat worden 30 dagen nadat de eigenaars van de onroerende goederen, waarop de werken worden uitgevoerd, bij een ter post aangetekende brief hiervan in kennis zijn gesteld.
  De bovengenoemde eigenaars die in kennis werden gesteld, geven op straffe van hoofdelijke aansprakelijkheid voor herstel en schadeloosstelling binnen de 5 dagen te rekenen vanaf de datum van de afgifte ter post van de betekening bij ter post aangetekende brief kennis van het schrijven dat hen werd betekend, aan de huurders, pachters, gebruikers en alle personen die enig recht uitoefenen op het onroerend goed.
  In dringende gevallen evenwel mag met de uitvoering van de werken worden begonnen onmiddellijk nadat daarvan kennis is gegeven aan de burgemeesters van de gemeenten op het grondgebied waarvan de betrokken onroerende goederen gelegen zijn.
  De Vlaamse regering bepaalt de nadere regels in verband met de kennisgeving.

Art.6. Behalve in geval van onteigening als bedoeld in artikel 7 brengen de uitvoering van de in artikel 4 bedoelde werken en de bijbehorende voorbereidingen en activiteiten geen bezitsverlies mee, maar vormen ze een erfdienstbaarheid van openbaar nut.
  Indien voor het realiseren van de in artikel 4 bedoelde werken bijkomende grondinnemingen noodzakelijk zijn, (zijn de gewestelijke waterbeheerders) verplicht, op vraag van de eigenaar van het erf dat met deze erfdienstbaarheid bezwaard is, het benodigde bijkomende terrein aan te kopen of te onteigenen. <DVR 2006-04-21/55, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 30-06-2004 en andere; zie nauwkeurigheden in art. 24 van DVR 2006-04-21/55>
  Het indienen van de aanvraag schorst de uitvoering van de werken niet.
  Wanneer de aankoop niet in der minne geregeld kan worden, is de procedure van artikel 7 van toepassing.
  (De bepalingen van titel IV, hoofdstukken I, II en VII, van het decreet van 16 juni 2006 betreffende de oprichting van de Vlaamse Grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen zijn van toepassing op deze koopplicht.) <DVR 2006-06-16/53, art. 66, 003; Inwerkingtreding : 01-08-2007>

Art.7.(De gewestelijke waterbeheerders kunnen) te allen tijde onteigenen, zowel voor de uitvoering van de in artikel 4 bedoelde werken als voor de bijbehorende werken van natuurtechnische milieubouw en recreatie. <DVR 2006-04-21/55, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 30-06-2004 en andere; zie nauwkeurigheden in art. 24 van DVR 2006-04-21/55>
  [1 De onteigeningen worden uitgevoerd conform de bepalingen van het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017.]1
  ----------
  (1)<DVR 2017-02-24/22, art. 88, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2018>

Art.8. (De gewestelijke waterbeheerders moeten) een vergoeding betalen wanneer door de uitvoering van de in artikel 4 bedoelde werken het onroerend goed in waarde daalt. Deze waardevermindering wordt vastgesteld op grond van de bestemming en het geoorloofd gebruik van het onroerend goed in kwestie op het ogenblik dat tot de uitvoering van de werken beslist wordt. Tot twintig ten honderd van de waarde van het goed vóór de uitvoering van de werken moet de vermindering evenwel gedoogd worden. <DVR 2006-04-21/55, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 30-06-2004 en andere; zie nauwkeurigheden in art. 24 van DVR 2006-04-21/55>

Art.9. Op vraag van de eigenaar van een gebouwd privaat erf dat een waardevermindering ondergaat, (zijn de gewestelijke waterbeheerders) verplicht het erf geheel of gedeeltelijk aan te kopen of te onteigenen. <DVR 2006-04-21/55, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 30-06-2004 en andere; zie nauwkeurigheden in art. 24 van DVR 2006-04-21/55>
  Wanneer de aankoop niet in der minne geregeld kan worden, is de procedure van artikel 7 van toepassing.

Art.10. De kosten voor de opruiming van roerende goederen en verontreiniging veroorzaakt door de werken op een onroerend goed bezwaard met een erfdienstbaarheid ingevolge de toepassing van dit decreet valt ten laste van (de gewestelijke waterbeheerders). <DVR 2006-04-21/55, art. 9, 002; Inwerkingtreding : 30-06-2004 en andere; zie nauwkeurigheden in art. 24 van DVR 2006-04-21/55>

Art.11. Het is verboden zonder de toestemming van (de gewestelijke waterbeheerders) wijzigingen aan te brengen aan de op grond van artikel 4 aangelegde waterkeringen, overstromingsbekkens, wachtbekkens en toegangswegen. <DVR 2006-04-21/55, art. 9, 002; Inwerkingtreding : 30-06-2004 en andere; zie nauwkeurigheden in art. 24 van DVR 2006-04-21/55>
  De Vlaamse regering bepaalt de nadere regels voor het verkrijgen van de toestemming.

Art.12. (De gewestelijke waterbeheerders schouwen) geregeld de waterkeringen. De Vlaamse regering wijst de daartoe bevoegde ambtenaren aan en stelt de frequentie van de schouwingen vast. <DVR 2006-04-21/55, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 30-06-2004 en andere; zie nauwkeurigheden in art. 24 van DVR 2006-04-21/55>
  Deze ambtenaren moeten te allen tijde toegang krijgen tot de waterkeringen, ook wanneer ze geen eigendom zijn van (de gewestelijke waterbeheerders). <DVR 2006-04-21/55, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 30-06-2004 en andere; zie nauwkeurigheden in art. 24 van DVR 2006-04-21/55>

Art.13. De bepalingen van dit decreet doen geen afbreuk aan de wet van 28 december 1967 betreffen de de onbevaarbare waterlopen, de wet van 5 juli 1956 betreffende de wateringen en de wet van 3 juni 1957 betreffende de polders. (De gewestelijke waterbeheerders staan) evenwel in voor het aanleggen, onderhouden en verbeteren van de waterkeringen binnen het gebied van de polders, vastgesteld ter uitvoering van artikel 2, eerste lid van de wet van 3 juni 1957 betreffende de polders en binnen het gebied van de wateringen, vastgesteld ter uitvoering van artikel 2, van de wet van 5 juli 1956 betreffende de wateringen. <DVR 2006-04-21/55, art. 11, 002; Inwerkingtreding : 30-06-2004 en andere; zie nauwkeurigheden in art. 24 van DVR 2006-04-21/55>

Art.14. Onverminderd de plichten van de officieren van gerechtelijke politie, zijn de in artikel 12 bedoelde ambtenaren belast met het toezicht op de naleving van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan en met de opsporing en de vaststelling van overtreding van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan.
  De Vlaamse regering kan de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie toekennen aan de beëdigde ambtenaren van de (gewestelijke waterbeheerders). <DVR 2006-04-21/55, art. 12, 002; Inwerkingtreding : 30-06-2004 en andere; zie nauwkeurigheden in art. 24 van DVR 2006-04-21/55>

Art.15. Wie de uitvoering van de werken zoals omschreven in artikel 4 verhindert, wordt gestraft met ofwel een gevangenisstraf van acht dagen tot één maand, ofwel een geldboete van honderd frank tot vijfduizend frank, ofwel beide straffen.
  Bij herhaling binnen een jaar na een vorige veroordeling, kan de straf op het dubbel van het maximum worden gebracht.

Art.16. Wie de ambtenaren of officieren, genoemd in de artikelen 12 en 14, opzettelijk belemmert of hindert bij de uitvoering van hun opdrachten, wordt gestraft met een gevangenisstraf van acht dagen tot één maand of met een geldboete van honderd frank tot vijfduizend frank, of met beide straffen, onverminderd de toepassing van de straffen, bepaald bij de artikelen 271 tot 274 van het strafwetboek.
  Bij herhaling binnen een jaar na een vorige veroordeling kan de straf op het dubbel van het maximum worden gebracht.

Art.17. Artikel 85 van het Strafwetboek is mede van toepassing op de misdrijven in deze wet omschreven.

Art.18. De dijkenwet van 18 juni 1979 wordt opgeheven.

BIJLAGE.
Art. N. Toepassingsgebied van het decreet betreffende de waterkeringen
  1. Rivieren en bijrivieren.
  Zeeschelde : vanaf het sluisje op de linkeroever ongeveer 350 m beneden het afwaartse kopvlak van de sluis in Gentbrugge tot de Nederlandse grens.
  Moervaart : vanaf de samenloop met de Durme en de Zuidlede in Daknam tot aan het Zeekanaal Gent-Terneuzen in Gent.
  Durme : vanaf de samenvloeiing met de Moervaart en de Zuidlede in Daknam tot aan de monding in Tielrode.
  Rupel : Vanaf de oorsprong (samenvloeiing van Beneden-Dijle en Beneden-Nete) tot aan de monding in de Schelde.
  Boven-Dijle : vanaf de nieuwe brug in Werchter tot aan het bovenhoofd van de bovenstuw in Mechelen.
  Traverse van de Dijle in Mechelen : vanaf het bovenhoofd der bovenstuw tot en met de benedensluis in Mechelen.
  Dijle-afleiding in Mechelen.
  Beneden-Dijle : vanaf het benedenhoofd der benedensluizen in Mechelen tot aan haar monding in de Rupel.
  Beneden-Zenne : vanaf de grens van het Brussels Gewest tot het Zennegat in Mechelen.
  Kleine Nete : vanaf de wegbrug in de Troonstraat in Grobbendonk inbegrepen tot aan de Molbrug in Lier. Nete afleiding in Lier.
  Grote Nete : vanaf het afwaartse gedeelte van het verlaat van de molen van Oosterlo-Geel tot haar samenloop met de Kleine Nete. Beneden-Nete.
  Demer : van km 0 te Diest tot de samenvloeiing met de Boven-Dijle in Werchter en verder het vak Boven-Dijle tot aan de nieuwe wegbrug van Werchter (deze brug niet inbegrepen).
  IJzer : vanaf de Franse grens tot de uitmonding in de Noordzee.
  Bovenschelde : vanaf de Franse grens tot 350 m. afwaarts van de sluis te Gentbrugge.
  Leie : vanaf Menen tot Kortrijk op het grondgebied van het Vlaamse Gewest en verder tot de samenvloeiing met de Schelde (Neerschelde) in Gent.
  Dender : vanaf de provinciegrens tussen Henegouwen en Oost-Vlaanderen tot de monding in de Schelde afwaarts van de tijsluis in Dendermonde.
  Gemeenschappelijke Maas : vanaf Smeermaas tot Kessenich, met inbegrip van de zomerdijken. De rechteroever vanaf de grens van de stad Visé en de gemeente Voeren tot aan de Nederlandse grens.
  2. De onbevaarbare waterlopen met een stroomgebied van minstens 5.000 ha (met vermelding van één gemeente ter identificatie van de waterloop)   Vladslovaart                      Nieuwpoort   Noordede                          Bredene   Rivierbeek                        Oostkamp   Martjesvaart                      Langemark-Poelkapelle   Mandel                            Roeselare   Heulebeek                         Moorsele   Venepevaart                       Diksmuide   Grote Beverdijk                   Nieuwpoort   Koolhofvaart                      Nieuwpoort   Handzamevaart                     Kortemark   Kemmelbeek                        Ieper   Boperingevaart                    Poperinge   Moerdijkvaart                     Gistel   Blankenbergsevaart                Zuienkerke   Zuidelede                         Wachtebeke   Vondelbeek, Pas- en Steenbeek     Dendermonde   Molenbeek                         Geraardsbergen   Zwalm                             Zwalm   Maarkebeek                        Maarkedal   Markerivier                       Galmaarden   Molenbeek                         Wichelen   Molenbeek                         Wetteren   Caele                             Nevele   Grote Spiere                      Spiere-Helkijn   Ledebeek                          Destelbergen   Bellebeek                         Affligem   Kleine Nete en Aa                 Vorselaar   Mol Nete                          Geel   Kleine Nete                       Herentals   Desselse Nete                     Dessel   Grote Nete                        Meerhout   Grote Laak                        Laakdal   Aa of Weerijs                     Loenhout   Klein Schijn                      Merksem   Kleine en Grote Struisbeek        Edegem   Dijle en zijtakken                Leuven   Zuunbeek                          Zuun   Aabeek                            Bree   Lossing                           Kinrooi   Dommel                            Neerpelt   Herk                              Hasselt   Kleine Herk                       Hasselt   Mombeek                           Kortessem   Bosbeek                           Maaseik   Jeker                             Tongeren   Voer                              Voeren   Velpe                             Kortenaken   Gete                              Halen   Kleine Gete                       Zoutleeuw   Grote Gete                        Linter   Melsterbeek                       Sint-Truiden