Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

18 JANUARI 1996. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 20 juli 1995 tot uitvoering van het decreet van 6 april 1995 betreffende de kwaliteitsnormen van de gemeenschappelijke woningen en kleine eengezinswoningen die als hoofdverblijf worden verhuurd of te huur geboden (VERTALING).



Inhoudstafel:


Art. 1-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1995027497 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 3, § 2, van het besluit van de Waalse Regering van 20 juli 1995 wordt vervangen door de volgende bepaling :
  "§ 2. Gemeenschappelijke woning
  a) Bewoonbare oppervlakte van de ruimten voor individueel gebruik
  Per gezin moet de bewoonbare oppervlakte van de voor individueel gebruik bestemde ruimten minstens 10 m2 voor één persoon en 12 m2 voor twee personen bedragen.
  Voor een gezin van meer dan twee personen moet deze oppervlakte van 12 m2 verhoogd worden met 5 m2 per bijkomende persoon.
  Wanneer een gezin voor eigen gebruik over meerdere ruimten beschikt, moet minstens één ervan een minimumoppervlakte hebben van 6,5 m2 voor één persoon en van 9 m2 voor twee of meer personen.
  b) Bewoonbare oppervlakte van de ruimten voor gemeenschappelijk gebruik
  De bewoonbare oppervlakte van de ruimten voor gemeenschappelijk gebruik hangt af zowel van het totaal aantal ruimten voor individueel gebruik als van het aantal bewoners ervan. Voor die oppervlakte moeten volgende voorwaarden worden vervuld :
  - voor minder dan 6 woonruimten voor individueel gebruik moet de oppervlakte van de ruimten voor gemeenschappelijk gebruik minstens 5 m2 bedragen; boven 5 woonruimten voor individueel gebruik moet die minimale oppervlakte vergroot worden met 5 m2 per gehele groep of gedeelte van groep van 3 bijkomende woonruimten voor individueel gebruik;
  - voor een groep van minder dan 8 bewoners bedraagt de minimale bewoonbare oppervlakte van de ruimten voor gemeenschappelijk gebruik 5 m2; boven 7 bewoners wordt deze minimale oppervlakte vergroot met 5 m2 per gehele groep of gedeelte van groep van 7 bijkomende bewoners.
  c) Individuele en gemeenschappelijke bewoonbare oppervlakte per gezin
  Per gezin moet de som van de oppervlakten van de voor eigen gebruik bestemde woonruimten en van de oppervlakten van de voor gezamenlijk gebruik bestemde ruimten minstens 20 m2 voor één persoon en 28 m2 voor twee personen bedragen.
  Voor een gezin van meer dan twee personen moet de oppervlakte van 28 m2 verhoogd worden met 5 m2 per bijkomende persoon.
  Om na te gaan of deze voorwaarde vervuld is, komen de bewoonbare oppervlakten van de ruimten voor gemeenschappelijk gebruik slechts in aanmerking indien die ruimten gelegen zijn hetzij op dezelfde verdieping, hetzij op de verdiepingen onmiddellijk boven of beneden die van de betrokken ruimten voor individueel gebruik.
  In afwijking van punt b) hierboven worden de bewoonbare oppervlakten voor individueel gebruik, wanneer een gezin in de voor eigen gebruik bestemde ruimte(n) over de drie functies - keuken, woonkamer, slaapkamer - beschikt, aan de voorschriften van de eengezinswoning onderworpen, zoals bepaald in § 1, a), en moet voor het betrokken gezin niet voorzien worden in een bewoonbare oppervlakte van voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimten. Bovendien komen noch het aantal voor individueel gebruik bestemde ruimten van dat gezin noch het aantal bewoners van die ruimten in aanmerking om de bewoonbare oppervlakte van eventueel voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimten te bepalen."

Art.2. Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
  "Art. 4. De normen m.b.t. het aantal voor individueel gebruik bestemde woonruimten per gezin worden krachtens artikel 2, 2°, van het decreet bepaald als volgt :
  a) één ruimte per paar;
  b) één ruimte per persoon of voor twee personen van hetzelfde geslacht of voor twee kinderen van beiderlei kunne die jonger zijn dan 8 jaar;
  c) één ruimte voor een paar en een kind dat jonger is dan 8 jaar;
  d) één ruimte voor een volwassene en twee kinderen die jonger zijn dan 8 jaar;
  e) één ruimte voor drie kinderen van hetzelfde geslacht of drie kinderen van beiderlei kunne die jonger zijn dan 8 jaar."

Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 1995.

Art. 4. De Minister tot wiens bevoegdheden Huisvesting behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Namen, 18 januari 1996.
  De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, KMO's, Toerisme en Patrimonium,
  R. COLLIGNON
  De Minister van Sociale Actie, Huisvesting en Gezondheid,
  W. TAMINIAUX