21 MEI 1996. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 november 1963 tot uitvoering van de wet van 9 augustus 1963 tot instelling en organisatie van een regeling voor verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen.
Art. 1-4
Artikel 1. Artikel 198, § 1, van het koninklijk besluit van 4 november 1963 tot uitvoering van de wet van 9 augustus 1963 tot instelling en organisatie van een regeling voor verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 26 april 1989 en 20 september 1989, wordt vervangen door de volgende bepaling :
"Art. 198. § 1. De Rijksdienst voor arbeidsvoorziening deelt voor elk refertejaar aan de verzekeringsinstellingen de identificatiegegevens van de werklozen en de verzekerbaarheidsgegevens mee bedoeld in het derde en het vierde lid.
Wanneer het elektronisch doorsturen van de gegevens onmogelijk blijkt of wanneer de werkloze niet bij een verzekeringsinstelling aangesloten of ingeschreven is, bezorgt de met de uitbetaling van de werkloosheidsuitkeringen belaste instelling binnen twee weken na de vaststelling van de onmogelijkheid om de gegevens inzake de werkloosheid langs electronische weg door te sturen, een papieren bewijs van werkloosheid aan de werkloze.
Het bewijs van werkloosheid vermeldt met name voor elk kwartaal van het kalenderjaar het aantal dagen gecontroleerde werkloosheid, het aantal wettelijke vakantiedagen en het tijdvak waarop die dagen betrekking hebben.
Dat bewijs vermeldt tevens het aantal dagen gecontroleerde werkloosheid en het aantal wettelijke vakantiedagen voor de vier kwartalen samen van het kalenderjaar.".
Art.2. Artikel 201 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 8 juni 1995, wordt vervangen door de volgende bepaling :
"Art. 201. In afwijking van het tweede en derde lid moeten de bijdragebescheiden bedoeld bij artikel 194, § 1, 1 tot 3 en 6 tot 8, door de gerechtigden aan hun verzekeringsinstelling worden afgegeven binnen de dertig dagen na uitreiking van die documenten.
De verzekerbaarheidsgegevens afgeleid uit de driemaandelijkse aangiften van de werkgevers aan de Rijksdienst voor sociale zekerheid en de verzekerbaarheidsgegevens bedoeld in artikel 198, § 1, worden elektronisch naar de verzekeringsinstellingen doorgestuurd, respectievelijk door de voormelde Rijksdienst en door de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening, uiterlijk op 20 maart van het jaar na dat waarop de gegevens betrekking hebben.
De werknemers die een papieren bijdragebon hebben ontvangen van de Rijksdienst voor sociale zekerheid en de werklozen die een papieren bewijs van werkloosheid hebben ontvangen van de met de uitbetaling van de werkloosheidsuitkeringen belaste instelling, moeten dit bijdragedocument binnen de maand na ontvangst ervan aan hun verzekeringsinstelling afgeven.
Wanneer de gerechtigde de bijdragebescheiden met betrekking tot het kalenderjaar niet heeft afgegeven vóór 1 juli van het volgende jaar, mogen de prestaties voor geneeskundige verstrekkingen verleend vanaf de voormelde datum niet worden betaald vóór de overhandiging van deze bijdragebescheiden.".
Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1996.
Art. 4. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 21 mei 1996.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken,
Mevr. M. DE GALAN