21 DECEMBER 1994. - Decreet houdende de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1995.
Art. 1-11
BIJLAGE.
Art. N
1995035501 1995035693 1995035813 1995035956 1995036137 1995036230
Artikel 1. Voor het begrotingsjaar 1995 worden de niet toegewezen ontvangsten van de organen en de diensten van de Vlaamse Gemeenschap geraamd op :
(in miljoenen franken)
1.605,7
Deze ontvangsten worden opgesomd onder de kolom "algemene ontvangsten" van de hiernavolgende tabel en aangeduid met code 01.
Art.2. Voor het begrotingsjaar 1995 worden de niet toegewezen ontvangsten van de Vlaamse Gemeenschap inzake de aangelegenheid bedoeld in artikel 127 tot 129 van de Grondwet geraamd op :
(in miljoenen franken)
290.876,7
Deze ontvangsten worden opgesomd onder de kolom "algemene ontvangsten" van de hiernavolgende tabel en aangeduid met code 02.
Art.3. Voor het begrotingsjaar 1995 worden de niet toegewezen ontvangsten van de Vlaamse Gemeenschap inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 39 van de Grondwet geraamd op :
(in miljoenen franken)
196.297.9
Deze ontvangsten worden opgesomd onder de kolom "algemene ontvangsten" van de hiernavolgende tabel en aangeduid met code 03.
Art.4. Voor het begrotingsjaar 1995 worden de toegewezen ontvangsten van de organen en de diensten van de Vlaamse Gemeenschap geraamd op :
(in miljoenen franken)
241.0
Deze ontvangsten worden opgesomd onder de kolom "toegewezen ontvangsten" van de hiernavolgende tabel en aangeduid met code 01.
Art.5. Voor het begrotingsjaar 1995 worden de toegewezen ontvangsten van de Vlaamse Gemeenschap inzake de aangelegenheid bedoeld in artikel 127 tot 129 van de Grondwet geraamd op :
(in miljoenen franken)
933,9
Deze ontvangsten worden opgesomd onder de kolom "toegewezen ontvangsten" van de hiernavolgende tabel en aangeduid met code 02.
Art.6. Voor het begrotingsjaar 1995 worden de toegewezen ontvangsten van de Vlaamse Gemeenschap inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 39 van de Grondwet geraamd op:
(in miljoenen franken)
395,4
Deze ontvangsten worden onder de kolom "toegewezen ontvangsten" van de hiernavolgende tabel en aangeduid met code 03.
Art.7. De Vlaamse regering wordt ertoe gemachtigd het excedent van de uitgaven op de ontvangsten van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap, voor de begrotingsjaren 1980 tot en met 1995 door leningen te dekken.
De Vlaamse minister bevoegd voor Financiën en Begroting wordt ertoe gemachtigd :
1° Rentegevende financieringsmiddelen met inbegrip van de thesauriebewijzen zoals bedoeld in de wet van 22 juli 1991 betreffende de thesauriebewijzen en de depositobewijzen te creëren ten belope van het bedrag van de in de eerste alinea bedoelde machtiging.
2° Voor de in datzelfde kader eventueel aan te gane leningen zowel in België als in het buitenland en zowel in Belgische frank als in vreemde munt de voorwaarden en de terugbetalingstermijnen te bepalen of aan te passen. of in het algemeen, dienaangaande met de geldschieters beheersovereenkomsten af te sluiten.
3° Elke verrichting inzake het financieel beheer te doen, dit met inbegrip van het hechten van de waarborg van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaams Gewest naargelang het geval aan dergelijke verrichtingen door derden, in het algemeen belang van de Schatkist.
Art.8. Overeenkomstig artikel 1, § 3 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, wordt aan de Vlaamse Regering machtiging verleend om de middelen inzake de aangelegenheden bedoeld zowel in artikel 39 als in artikel 127 tot 129 van de Grondwet aan te wenden tot het financieren van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap.
Art.9. De op 31 december 1994 bestaande directe en indirecte belastingen, in hoofdsom en opdeciemen, worden tijdens het jaar 1995 ingevorderd volgens de bestaande wetten, decreten, besluiten en tarieven met inbegrip van deze die slechts een tijdelijk of voorlopig karakter hebben.
Art.10. De Vlaamse minister van Openbare Werken, Ruimtelijke Ordening en Binnenlandse Aangelegenheden wordt ertoe gemachtigd de opbrengst van de taksen voor nummerplaten van bootjes, plezierboten en vissersboten te innen alsook de opbrengst van de tolgelden voor het bedienen van kunstwerken op de bevaarbare waterwegen ten behoeve van de pleziervaart op zon- en feestdagen (vaarvignet).
Art.11. Dit decreet heeft uitwerking op 1 januari 1995.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 21 december 1994.
De Minister-president van de Vlaamse regering,
L. VAN DEN BRANDE
De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Gezondheidsinstellingen, Welzijn en Gezin,
Mevr. W. DEMEESTER-DE MEYER
BIJLAGE.
Art. N. Tabel.
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B. St. 24/02/1995, p. 4214)