8 NOVEMBER 1995. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 april 1995 tot vastlegging van de modaliteiten om te voldoen aan de toekenningsvoorwaarden tot vermindering van RSZ-werkgeversbijdragen ingevolge een tewerkstellingsakkoord.
Art. 1-4
Artikel 1. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 7 april 1995 tot vastlegging van de modaliteiten om te voldoen aan de toekenningsvoorwaarden tot vermindering van RSZ-werkgeversbijdragen ingevolge een tewerkstellingsakkoord, wordt het tweede lid vervangen door de volgende bepaling :
"Het paritair comité of subcomité deelt aan de administrateur-generaal van de Dienst van de collectieve arbeidsbetrekkingen mee wanneer een collectieve arbeidsovereenkomst directe uitwerking heeft, zoals bedoeld in artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 60 van de Nationale Arbeidsraad. Een collectieve arbeidsovereenkomst met directe uitwerking dient ten minste een tewerkstellingsbevorderende maatregel ten uitvoer te leggen."
Art.2. Artikel 6 van hetzelfde koninklijk besluit van 7 april 1995, wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Art. 6. § 1. De Dienst van de collectieve arbeidsbetrekkingen houdt een lijst bij van de collectieve arbeidsovereenkomsten met directe uitwerking, gesloten in de paritaire comités en subcomités.
§ 2. De Dienst van de collectieve arbeidsbetrekkingen houdt lijsten bij van de werkgevers, die niet onder de werkingssfeer vallen van een collectieve arbeidsovereenkomst met directe uitwerking, gesloten in een voor hen bevoegd paritair comité of subcomité en die :
1° een collectieve arbeidsovereenkomst, een toetredingsakte, een wijziging van het arbeidsreglement of iedere andere vorm van toetreding vastgesteld door het paritair comité of het paritair subcomité, houdende toetreding tot een collectieve arbeidsovereenkomst zonder directe uitwerking, gesloten in een paritair comité of subcomité, hebben neergelegd en de goedkeuring van voormelde documenten, indien de verplichting tot goedkeuring door het paritair comité of subcomité is voorgeschreven;
2° een collectieve arbeidsovereenkomst of een toetredingsakte, houdende concretisering van een collectieve arbeidsovereenkomst zonder directe uitwerking, gesloten in een paritair comité of subcomité, hebben neergelegd en de goedkeuring van voormelde documenten;
3° een collectieve arbeidsovereenkomst, een toetredingsakte of een wijziging van het arbeidsreglement houdende de toetreding tot de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 61, gesloten in de Nationale Arbeidsraad voor een bedrijfstak die niet onder een opgericht paritair comité ressorteert of wanneer een opgericht paritair comité niet werkt, hebben neergelegd;
4° een collectieve arbeidsovereenkomst of een tewerkstellingsakkoord hebben neergelegd bij gebrek aan een, in het bevoegd paritair comité of subcomité, gesloten collectieve arbeidsovereenkomst in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 60 van de Nationale Arbeidsraad, en de goedkeuring van voormelde documenten.
§ 3. De in dit artikel opgesomde lijsten worden, met het oog op de toepassing van de wet van 3 april 1995 houdende maatregelen tot bevordering van de tewerkstelling, meegedeeld aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid."
Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1995.
Art. 4. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 8 november 1995.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET
De Minister van Sociale Zaken,
Mevr. M. DE GALAN