10 JUNI 1994. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 maart 1994 tot vaststelling voor de handarbeiders en ermee gelijkgestelden die verzekeringsplichting zijn ten opzichte van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, van het fictief loon voor de inactiviteitsdagen die met werkelijke arbeidsdagen worden gelijkgesteld door de wetgeving betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers.
Art. 1-3
Artikel 1. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 15 maart 1994 tot vaststelling voor de handarbeiders en ermee gelijkgestelden die verzekeringsplichtig zijn ten opzichte van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, van het fictief loon voor de inactiviteitsdagen die met werkelijke arbeidsdagen worden gelijkgesteld door de wetgeving betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, wordt aangevuld met een tweede lid luidend als volgt :
" Het totaal van de fictieve lonen, zoals bepaald in vorig lid en de werkelijke bezoldigingen van het vakantiedienstjaar, mag in geen enkel geval het totaal van de werkelijke bezoldigingen overschrijden die in aanmerking hadden kunnen genomen worden voor hetzelfde dienstjaar, indien aan de werknemer geen gelijkgestelde inactiviteitsdagen zouden zijn toegekend die gelijkgesteld worden met werkelijke arbeidsdagen. "
Art.2. Dit besluit is van toepassing voor de berekening van het vakantiegeld voor het vakantiejaar 1994, vakantiedienstjaar 1993.
Art. 3. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 juni 1994.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken,
Mevr. M. DE GALAN