11 APRIL 1994. - Wet betreffende de openbaarheid van bestuur. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 04-09-1998 en tekstbijwerking tot 06-06-2024)
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Actieve openbaarheid.
Art. 2-3, 3/1, 3/2
Art. 3/3 TOEKOMSTIG RECHT
Art. 3/4, 3/5
HOOFDSTUK III. - Passieve openbaarheid.
Art. 4-12
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art. 13-14
1994000358 1994000360 1995009360 1996000449 2000002120 2001021412 2006000792 2007000806 2008021045 2013002009 2015009519 2018205027 2020020619 2020041280 2021202051 2022042515
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Artikel 1.Deze wet is van toepassing :
a) op de federale administratieve [1 instanties]1;
b) op de administratieve [1 instanties]1 andere dan de federale administratieve [1 instanties]1 doch slechts in de mate dat [1 zij federale bevoegdheden uitoefenen.]1
Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder :
1° [1 administratieve instantie:
a) een administratieve overheid als bedoeld in artikel 14 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
b) de provincies en de gemeenten, wanneer zij federale bevoegdheden uitoefenen;
c) de instellingen van openbaar nut, zijnde de organismen bedoeld in artikel 1 van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, wanneer zij federale bevoegdheden uitoefenen;
d) de meergemeentepolitiezones bedoeld in de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus en hun organen, wanneer zij federale bevoegdheden uitoefenen;
e) de hulpverleningszones bedoeld in de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid en hun organen, wanneer zij federale bevoegdheden uitoefenen;
f) de beleidsorganen van de federale regering bedoeld in het koninklijk besluit van 19 juli 2001 betreffende de invulling van de beleidsorganen van de federale overheidsdiensten en betreffende de personeelsleden van de federale overheidsdiensten aangewezen om deel uit te maken van een kabinet van een lid van een regering of van een College van een Gemeenschap of een Gewest;]1
2° bestuursdocument : alle informatie, in welke vorm ook, waarover een administratieve [1 instantie]1 beschikt;
3° document van persoonlijke aard : bestuursdocument dat een beoordeling of een waardeoordeel bevat van een met naam genoemd of gemakkelijk identificeerbaar natuurlijk persoon of de beschrijving van een gedrag waarvan het ruchtbaar maken aan die persoon kennelijk nadeel kan berokkenen.
4° (opgeheven) <KB 2006-08-05/56, art. 44, 004; Inwerkingtreding : 28-08-2006>
5° (opgeheven) <KB 2006-08-05/56, art. 44, 004; Inwerkingtreding : 28-08-2006>
----------
(1)<W 2024-05-12/18, art. 2, 007; Inwerkingtreding : 15-07-2024>
HOOFDSTUK II. - Actieve openbaarheid.
Art.2.[2 & 1.]2 Met het oog op een duidelijke en objectieve voorlichting van het publiek over het optreden van de federale administratieve [1 instanties]1 :
1° bepaalt de Koning, bij een in Ministerrad overlegd besluit, de organisatie en de opdrachten van de federale voorlichtingsdienst alsmede de federale administratieve [1 instanties]1 die ertoe gehouden zijn een gespecialiseerde instantie te belasten met de conceptie en de realisatie van het informatiebeleid;
2° publiceert elke federale administratieve [1 instantie]1 een document met de beschrijving van haar bevoegdheden en haar interne organisatie; dit document wordt ter beschikking gesteld van eenieder die erom vraagt;
3° vermeldt elke briefwisseling uitgaande van een federale administratieve [1 instantie]1 de naam, [2 ...]2 het adres en het telefoonnummer [2 van de bevoegde dienst]2 die meer inlichtingen kan verstrekken over het dossier;
4° vermeldt elk document waarmee een beslissing of een administratieve handeling met individuele strekking uitgaande van een federale administratieve [1 instantie]1 ter kennis wordt gebracht van een bestuurde, de eventuele beroepsmogelijkheden, de instanties bij wie het beroep moet worden ingesteld en de geldende vormen en termijnen; bij ontstentenis neemt de verjaringstermijn voor het indienen van het beroep geen aanvang.
[2 § 2. Teneinde een doeltreffende externe controle mogelijk te maken, het vertrouwen van de burgers te versterken en de risico's inzake integriteit te voorkomen, publiceren alle ministers en alle staatssecretarissen van de federale regering een geactualiseerde lijst met de naam en functie van de leden van hun beleidsorganen.
De gegevens worden beschikbaar gesteld gedurende de volledige ambtstermijn van de betrokken minister of staatssecretaris door middel van een ononderbroken bekendmaking van gegevens aan het grote publiek, via elektronische weg.]2
----------
(1)<W 2024-05-12/18, art. 3, 007; Inwerkingtreding : 15-07-2024>
(2)<W 2024-05-12/18, art. 4, 007; Inwerkingtreding : 15-07-2024>
Art.3. De vergoedingen die eventueel worden aangerekend voor het ter beschikking stellen van de in artikel 2, 1° en 2°, bedoelde informatie mogen de kostprijs niet overtreffen.
Art.3/1. [1 De federale administratieve instanties informeren de burgers over de federale regelgeving en in het bijzonder over de daaruit voortvloeiende rechten en plichten.
Deze informatie heeft ten minste betrekking op de wettelijke en reglementaire federale normen in verband met de bevoegdheden van de betrokken administratieve instantie. Ze wordt op zijn minst op de website van de administratieve instantie bekendgemaakt.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2024-05-12/18, art. 5, 007; Inwerkingtreding : 15-07-2024>
Art.3/2. [1 Onverminderd de in artikel 6 bedoelde uitzonderingen, informeren de federale administratieve instanties op eigen initiatief over hun beleid, regelgeving en dienstverlening, telkens wanneer dat nuttig, belangrijk of noodzakelijk is.
De federale administratieve instanties zien erop toe dat de informatie zo veel mogelijk personen, verenigingen of organisaties van de doelgroep bereikt. Ze kiezen aangepaste communicatiestrategieën voor thema's die moeilijk te bereiken doelgroepen aanbelangen.
De federale administratieve instanties zorgen ervoor dat de informatie:
1° correct, betrouwbaar en accuraat is;
2° relevant is en doelgericht wordt verspreid;
3° tijdig en systematisch wordt verspreid.
De informatie van de federale administratieve instantie is gemakkelijk te raadplegen voor het beoogde doelpubliek via, voor zover mogelijk, diverse kanalen en media.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2024-05-12/18, art. 6, 007; Inwerkingtreding : 15-07-2024>
Art.3/3 TOEKOMSTIG RECHT. 1 § 1. Teneinde een doeltreffende externe controle van het optreden van de administratieve instanties mogelijk te maken, de efficiëntie en doeltreffendheid van hun werking te versterken en het vertrouwen van de burgers in deze instanties te versterken, stellen de federale administratieve instanties gedurende vier jaar, via elektronische weg, ter beschikking van het publiek:
1° een document dat de burger de mogelijkheid geeft om te begrijpen welke algoritmes (AI) door de instantie op welke manier worden gebruikt, in het bijzonder wanneer die algoritmes worden gebruikt voor beslissingen die de burger raken;
2° een inventaris van de subsidies die in de loop van het voorgaande jaar werden toegekend, met vermelding van de begunstigde, het voorwerp van de subsidie en het bedrag ervan;
3° een inventaris van de studies die in de loop van het voorgaande jaar werden verricht voor rekening van de administratieve instantie, voor zover ze werden verricht door een externe partner; de inventaris vermeldt voor elke studie de identiteit van de auteur, dat wil zeggen de naam van de rechtspersoon of natuurlijke persoon aan wie de studie werd toevertrouwd, evenals de kosten van de studie;
4° een inventaris van de overheidsopdrachten die in de loop van het voorgaande jaar werden gesloten, met vermelding van de op-drachtnemer en van het vastgelegde bedrag;
5° een helder raadpleegbare zoekmachine, waardoor de beschikbaar gestelde bronnen maximaal doorzoekbaar worden gemaakt.
De inventarissen bedoeld in het eerste lid worden ieder jaar uiterlijk op 1 april bekendgemaakt.
§ 2. Iedere federale administratieve instantie stelt het document, de inventarissen en de zoekmachine bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, betreffende haar opdrachten en bevoegdheden via haar website ter beschikking. Zij is verantwoordelijk voor de verwerking van de persoonsgegevens die zij in dat kader publiceert.
In afwijking van het eerste lid, kunnen meerdere federale administratieve instanties beslissen om de terbeschikkingstelling van het document, de inventarissen en/of de zoekmachine bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, toe te vertrouwen aan één en dezelfde federale administratieve instantie die de aan haar doorgegeven informatie en gegevens centraliseert op één website en, in voorkomend geval, de zoekmachine verstrekt. In dat geval zijn de betrokken federale administratieve instanties gezamenlijk verwerkingsverantwoordelijke. De verantwoordelijkheid voor de verwerking van persoonsgegevens wordt in dat geval als volgt verdeeld:
1° de federale administratieve instanties die het document en de inventarissen bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, opstellen, zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van de ter beschikking gestelde gegevens;
2° de centraliserende administratieve instantie is verantwoordelijk voor de terbeschikkingstelling van de gegevens, met inbegrip van de verificatie van de in paragraaf 1 bepaalde duur van de terbeschikkingstelling.
De nadere regels van deze centralisatie, met inbegrip van de identificatie van de betrokken federale administratieve instanties, worden bepaald door de Koning bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad.
§ 3. De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de inhoud, de nadere regels en de vorm bepalen van de terbeschikkingstelling van het document, de inventarissen en de zoekmachine bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, alsook van de eventuele andere documenten die de federale administratieve instanties via elektronische weg ter beschikking stellen van het publiek.
§ 4. In geval van uitzonderlijke omstandigheden die verband houden met zijn specifieke situatie, heeft de betrokken persoon, van wie de persoonsgegevens worden verwerkt ter uitvoering van deze bepaling, het recht om bezwaar te maken tegen die verwerking, overeenkomstig artikel 21, 1, van Verordening (EU) 2016/679 van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG. De betrokken persoon oefent dit recht uit bij de administratieve instantie die de inventarissen bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, opstelt.]1 ----------
(1)<W 2024-05-12/18, art. 7, 007; Inwerkingtreding : onbepaald >
Art.3/4. [1 De bekendmaking van de in de artikelen 3/1 tot 3/3 bedoelde informatie bestaat erin ofwel ervoor te zorgen dat het document of de informatie rechtstreeks gelezen, gedrukt of hergebruikt kan worden, ofwel een link naar een website te geven waar het document of de informatie gelezen, gedrukt of hergebruikt kan worden.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2024-05-12/18, art. 8, 007; Inwerkingtreding : 15-07-2024>
Art.3/5. [1 De communicatie van de federale administratieve instanties is duidelijk en als zodanig herkenbaar.
De federale administratieve instanties communiceren politiek en commercieel neutraal.
De verplichting tot het voeren van een politiek neutrale communicatie geldt niet voor de administratieve instanties bedoeld in artikel 1, tweede lid, 1°, f).]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2024-05-12/18, art. 9, 007; Inwerkingtreding : 15-07-2024>
HOOFDSTUK III. - Passieve openbaarheid.
Art.4.Het recht op het raadplegen van een bestuursdocument van een [2 ...]2 administratieve [1 instantie]1 en op het ontvangen van een afschrift van het document bestaat erin dat eenieder, volgens de voorwaarden bepaald in deze wet, elk bestuursdocument ter plaatse kan inzien, dienomtrent uitleg kan krijgen en mededeling in afschrift ervan kan ontvangen.
Voor documenten van persoonlijke aard is vereist dat de verzoeker van een belang doet blijken.
De Koning kan de bemiddeling door de gemeentebesturen regelen voor de raadpleging of de verbetering van documenten op grond van deze wet.
----------
(1)<W 2024-05-12/18, art. 3, 007; Inwerkingtreding : 15-07-2024>
(2)<W 2024-05-12/18, art. 10, 007; Inwerkingtreding : 15-07-2024>
Art.5.Inzage, uitleg of mededeling in afschrift van een bestuursdocument geschiedt op aanvraag. De vraag vermeldt duidelijk de betrokken aangelegenheid en, waar mogelijk, de betrokken bestuursdocumenten en wordt schriftelijk gericht aan de bevoegde [2 ...]2 administratieve [1 instantie]1, ook wanneer deze het document in een archief heeft neergelegd.
Wanneer de vraag om inzage, uitleg of mededeling in afschrift is gericht tot een [2 ...]2 administratieve [1 instantie]1 die het bestuursdocument niet onder zich heeft, stelt deze de verzoeker daarvan onverwijld in kennis en deelt hem de benaming en het adres mede van de administratieve [1 instantie]1 die naar haar informatie het document onder zich heeft.
De [2 ...]2 administratieve [1 instantie]1 houdt een register bij van de schriftelijke aanvragen, volgens datum van ontvangst.
----------
(1)<W 2024-05-12/18, art. 3, 007; Inwerkingtreding : 15-07-2024>
(2)<W 2024-05-12/18, art. 10, 007; Inwerkingtreding : 15-07-2024>
Art.6.§ 1. Een [2 ...]2 administratieve [2 instantie]2 wijst de vraag om inzage, uitleg of mededeling in afschrift van een bestuursdocument af, wanneer zij heeft vastgesteld dat het belang van de openbaarheid niet opweegt tegen de bescherming van een van de volgende belangen :
1° de veiligheid van de bevolking;
2° de fundamentele rechten en vrijheden van de bestuurden;
3° de federale internationale betrekkingen van België;
4° de openbare orde, de veiligheid of de verdediging van het land;
5° de opsporing of vervolging van strafbare feiten;
6° een federaal economisch of financieel belang, de munt of het openbaar krediet;
7° het uit de aard van de zaak vertrouwelijk karakter van de ondernemings- en fabricagegegevens die aan de overheid zijn meegedeeld;
8° de geheimhouding van de identiteit van de persoon die het document of de inlichting vertrouwelijk aan de administratieve [2 instantie]2 heeft meegedeeld ter aangifte van een strafbaar of strafbaar geacht feit;
[2 9° de bescherming van persoonsgegevens bij de verwerkingen verricht in het kader van titel 2 van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens.]2
§ 2. Een [2 ...]2 administratieve [2 instantie]2 wijst de vraag om inzage, uitleg of mededeling in afschrift van een bestuursdocument, die met toepassing van deze wet is gedaan, af, wanneer de openbaarmaking van het bestuursdocument afbreuk doet :
1° aan de persoonlijke levenssfeer, tenzij de betrokken persoon met de inzage, de uitleg of de mededeling in afschrift heeft ingestemd;
2° aan een bij wet ingestelde geheimhoudingsverplichting;
3° aan het geheim van de beraadslagingen van de federale Regering en van de verantwoordelijke overheden die afhangen van de federale uitvoerende macht, of waarbij een federale overheid betrokken is.
[1 4° aan de belangen bedoeld in artikel 3 van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie, de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen;]1
[2 5° aan de geheimhouding van de bestuursdocumenten houdende de uitvoering van een beleidsstrategie, tussen ministers/staatssecretarissen onderling, tussen een minister/staatssecretaris of ministers/staatssecretarissen en de leden van hun beleidsorganen, tussen de beleidsorganen onderling, of tussen ministers/staatssecretarissen en/of beleidsorganen en een politieke partij of een parlementaire fractie;
6° aan de rechtspleging in een burgerlijk of administratief rechtsgeding en de mogelijkheid voor eenieder om een eerlijk proces te krijgen.]2
§ 2bis. [opgeheven] <KB 2006-08-05/56, art. 44, 004; Inwerkingtreding : 28-08-2006>
§ 3. Een [2 ...]2 administratieve [2 instantie]2 mag een vraag om inzage, uitleg of mededeling in afschrift van een bestuursdocument afwijzen in de mate dat de vraag :
1° een bestuursdocument betreft waarvan de openbaarmaking, om reden dat het document niet af of onvolledig is, tot misvatting aanleiding kan geven;
2° een advies of een mening betreft die uit vrije wil en vertrouwelijk aan de [2 instantie]2 is meegedeeld;
3° kennelijk onredelijk is;
4° kennelijk te vaag geformuleerd is.
[2 De kennelijk te vaag geformuleerde vraag, bedoeld in het eerste lid, 4°, is een vraag waarvan het voorwerp niet duidelijk is. In dat geval verzoekt de administratieve instantie de aanvrager om zijn vraag zo snel mogelijk te verduidelijken of te vervolledigen. De administratieve instantie deelt in de mate van het mogelijke mee waarom ze van oordeel is dat de vraag te vaag werd geformuleerd. In de mate van het mogelijke vermeldt zij tevens de gegevens betreffende de gevraagde informatie die nodig zijn om de vraag verder te kunnen behandelen. Een nieuwe termijn van dertig dagen voor de administratieve instantie vangt aan vanaf het ogenblik waarop de aanvrager zijn vraag verduidelijkt of vervolledigd heeft. Indien de aanvrager nalaat zijn aanvraag te verduidelijken of te vervolledigen, ondanks het verzoek hiertoe van de administratieve instantie, wordt de aanvrager geacht af te zien van zijn aanvraag.]2
§ 4. Wanneer in toepassing van de §§ 1 tot 3 een bestuursdocument slechts voor een deel aan de openbaarheid moet of mag worden onttrokken, wordt de inzage, de uitleg of de mededeling in afschrift tot het overige deel beperkt. [2 De administratieve instantie vermeldt duidelijk waar informatie aan de openbaarheid werd onttrokken.]2
§ 5. De [2 ...]2 administratieve [2 instantie]2 die niet onmiddellijk op een vraag om openbaarheid kan ingaan of ze afwijst, geeft binnen een termijn van dertig dagen na ontvangst van de aanvraag aan de verzoeker kennis van de redenen van het uitstel of de afwijzing. In geval van uitstel kan de termijn nooit met meer dan vijftien dagen worden verlengd.
Bij ontstentenis van een kennisgeving binnen de voorgeschreven termijn, wordt de aanvraag geacht te zijn afgewezen.
[opgeheven] <KB 2006-08-05/56, art. 44, 004; Inwerkingtreding : 28-08-2006>
----------
(1)<W 2010-02-04/26, art. 29, 006; Inwerkingtreding : onbepaald , ten laatste op 01-09-2010>
(2)<W 2024-05-12/18, art. 11, 007; Inwerkingtreding : 15-07-2024>
Art.7.Wanneer een persoon aantoont dat een bestuursdocument van een [2 ...]2 administratieve [1 instantie]1 onjuiste of onvolledige gegevens bevat die hem betreffen, is die [1 instantie]1 ertoe gehouden de nodige verbeteringen aan te brengen zonder dat het de betrokkene iets kost. De verbetering geschiedt op schriftelijke aanvraag van de betrokkene, onverminderd de toepassing van een door of krachtens de wet voorgeschreven procedure.
De [2 ...]2 administratieve [1 instantie]1 die niet onmiddellijk op een aanvraag om verbetering kan ingaan of ze afwijst, geeft binnen zestig dagen na ontvangst van de aanvraag aan de verzoeker kennis van de redenen van het uitstel of de afwijzing. In geval van uitstel kan de termijn niet met meer dan dertig dagen worden verlengd. Bij ontstentenis van kennisgeving binnen de gestelde termijn, wordt de aanvraag geacht te zijn afgewezen.
Wanneer de vraag is gericht tot een [2 ...]2 administratieve [1 instantie]1 die niet bevoegd is om de verbeteringen aan te brengen, stelt deze de verzoeker daarvan onverwijld in kennis en deelt hem de benaming en het adres mee van de [1 instantie]1 die naar haar informatie daartoe bevoegd is.
----------
(1)<W 2024-05-12/18, art. 3, 007; Inwerkingtreding : 15-07-2024>
(2)<W 2024-05-12/18, art. 12, 007; Inwerkingtreding : 15-07-2024>
Art.8.§ 1. Er wordt een Commissie voor de toegang tot bestuursdocumenten opgericht.
De Koning bepaalt bij een in Ministerraad overlegd besluit de samenstelling en de werkwijze van de Commissie.
§ 2. Wanneer de verzoeker moeilijkheden ondervindt om de raadpleging of de verbetering van een bestuursdocument te verkrijgen op grond van deze wet, (met inbegrip van het geval van uitdrukkelijke beslissing tot afwijzing bedoeld in artikel 6, § 5, derde lid,) kan hij een verzoek tot heroverweging richten tot de betrokken [2 ...]2 administratieve [1 instantie]1. Terzelfdertijd verzoekt hij de Commissie een advies uit te brengen. <W 2000-06-26/37, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 15-07-2000>
De Commissie brengt haar advies ter kennis van de verzoeker en van de betrokken [2 ...]2 administratieve [1 instantie]1 binnen een termijn van dertig dagen na ontvangst van het verzoek. Bij ontstentenis van kennisgeving binnen de voorgeschreven termijn wordt aan het advies voorbijgegaan.
De [2 ...]2 administratieve [1 instantie]1 brengt binnen vijftien dagen na ontvangst van het advies of na verloop van de termijn waarbinnen kennis moest worden gegeven van het advies, haar beslissing tot inwilliging of afwijzing van het verzoek tot heroverweging ter kennis van de verzoeker (en van de Commissie). Bij ontstentenis van kennisgeving binnen de voorgeschreven termijn, wordt de [1 instantie]1 geacht een beslissing tot afwijzing te hebben genomen. <W 1998-06-25/47, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 04-09-1998>
Tegen deze beslissing kan de verzoeker beroep instellen overeenkomstig de wetten op de Raad van State, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 12 januari 1973. Het beroep bij de Raad van State is in voorkomend geval vergezeld van het advies van de Commissie.
§ 3. De Commissie kan eveneens worden geraadpleegd door een [2 ...]2 administratieve [1 instantie]1.
§ 4. De Commissie kan op eigen initiatief advies verstrekken betreffende de algemene toepassing van de wet op de openbaarheid van bestuur. Ze kan aan de wetgevende macht voorstellen doen in verband met de toepassing en de eventuele herziening van deze wet.
----------
(1)<W 2024-05-12/18, art. 3, 007; Inwerkingtreding : 15-07-2024>
(2)<W 2024-05-12/18, art. 12, 007; Inwerkingtreding : 15-07-2024>
Art.9.Wanneer de vraag om openbaarheid betrekking heeft op een bestuursdocument van een [2 ...]2 administratieve [1 instantie]1 waarin een auteursrechtelijk beschermd werk is opgenomen, is de toestemming van de maker of van de persoon aan wie de rechten van deze zijn overgegaan niet vereist om ter plaatse inzage van het document te verlenen of uitleg erover te verstrekken.
Een mededeling in afschrift van een auteursrechtelijk beschermd werk is niet toegestaan dan met voorafgaande toestemming van de maker of van de persoon aan wie de rechten van deze zijn overgegaan.
In ieder geval wijst de [1 instantie]1 op het auteursrechtelijk beschermd karakter van het betrokken werk.
----------
(1)<W 2024-05-12/18, art. 3, 007; Inwerkingtreding : 15-07-2024>
(2)<W 2024-05-12/18, art. 12, 007; Inwerkingtreding : 15-07-2024>
Art.10. (Opgeheven) <W 2007-03-07/36, art. 20, 005; Inwerkingtreding : 06-11-2007>
Art.11.De bepalingen van deze wet zijn mede van toepassing op de bestuursdocumenten die door een federale administratieve [1 instantie]1 in een archief zijn neergelegd.
De beheerder van een federaal archief is ertoe gehouden zijn medewerking te verlenen aan de toepassing van deze wet.
De in artikel 6 bedoelde uitzonderingsgronden houden op van toepassing te zijn na het verstrijken van de termijn welke voor de geheimhouding van het betrokken archief is bepaald.
De eerste drie leden zijn niet van toepassing op het Algemeen Rijksarchief of het Rijksarchief in de Provinciën, voor wie de wettelijke bepalingen betreffende de Archieven onverminderd van toepassing blijven.
----------
(1)<W 2024-05-12/18, art. 3, 007; Inwerkingtreding : 15-07-2024>
Art.12. Het ontvangen van een afschrift van een bestuursdocument kan worden onderworpen aan het betalen van een vergoeding waarvan de Koning het bedrag vaststelt.
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art.13. Deze wet doet geen afbreuk aan de wetsbepalingen die in een ruimere openbaarheid van bestuur voorzien.
Art. 14. Deze wet treedt in werking op de datum die de Koning bepaalt en ten laatste zes maand na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.