Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

29 APRIL 2008. - Koninklijk besluit betreffende de samenstelling en werkwijze van de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten.



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Definitie.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Samenstelling en Mandaat.
Art. 2-6
HOOFDSTUK III. - Zetel en werking.
Art. 7-19
HOOFDSTUK IV. - Werkingskosten, presentiegeld, reis- en verblijfkosten.
Art. 20-22
HOOFDSTUK V. - Opheffings- en slotbepalingen.
Art. 23-25



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1994000358 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Definitie.
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder de Commissie : de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten.

HOOFDSTUK II. - Samenstelling en Mandaat.
Art.2. Er wordt een Commissie opgericht die uit twee afdelingen bestaat : een afdeling openbaarheid van bestuur en een afdeling hergebruik van bestuursdocumenten.

Art.3. § 1. De afdeling openbaarheid van bestuur, die de taken waarneemt van de Commissie voor de toegang tot bestuursdocumenten, beoogd in artikel 8 van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur, is samengesteld uit zes leden onder wie een voorzitter en een lid-secretaris.
  Het lid-secretaris is echter niet stemgerechtigd.
  § 2. De afdeling hergebruik van bestuursdocumenten, die de taken waarneemt van de federale commissie van het hergebruik van de bestuursdocumenten, beoogd in artikel 9 van de wet van 7 maart 2007 tot omzetting van de Richtlijn 2003/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake het hergebruik van overheidsinformatie, is samengesteld uit zes leden onder wie een voorzitter en een lid-secretaris.
  Het lid-secretaris is echter niet stemgerechtigd.
  § 3. De voorzitter en het lid-secretaris zijn gemeenschappelijk aan beide afdelingen.
  § 4. De leden van elk van de twee afdelingen van de Commissie worden benoemd door de Koning door middel van een besluit overlegd in Ministerraad.

Art.4. § 1. De voorzitter en zijn plaatsvervanger worden benoemd op voordracht van de eerste voorzitter van de Raad van State, onder de leden van de Raad van State.
  Het lid-secretaris en zijn plaatsvervanger worden benoemd op voordracht van de Minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken, onder de personeelsleden van zijn administratie.
  § 2. Naast de voorzitter en het lid-secretaris is de afdeling openbaarheid van bestuur samengesteld uit vier, wegens hun specifieke competenties op het gebied van openbaarheid van bestuur, door de Koning benoemde leden.
  Deze benoemingen worden verricht op voorstel van de Eerste Minister.
  Twee van de vier leden worden benoemd onder de ambtenaren van niveau A van de gecentraliseerde of gedecentraliseerde diensten van de Staat. De twee overige hebben niet de hoedanigheid van ambtenaar van een overheidsdienst.
  Voor elk effectief lid wordt, onder dezelfde voorwaarden als deze voorzien door de vorige alinéa's, een plaatsvervangend lid benoemd.
  § 3. Naast de voorzitter en het lid-secretaris is de afdeling hergebruik van bestuursdocumenten samengesteld uit vier door de Koning benoemde leden, omwille van hun specifieke competenties op het gebied van herbruik van overheidsinformatie.
  Deze benoemingen worden verricht op voorstel van de Eerste Minister.
  Twee van de vier leden worden benoemd onder de ambtenaren van niveau A van de gecentraliseerde of gedecentraliseerde diensten van de Staat. De twee overige hebben niet de hoedanigheid van ambtenaar van een overheidsdienst.
  Voor elk effectief lid wordt, onder dezelfde voorwaarden als deze voorzien door de vorige alinéa's, een plaatsvervangend lid benoemd.
  § 4. De voorzitter uitgezonderd, telt de Commissie evenveel Franstalige als Nederlandstalige stemgerechtigde leden.
  Tot voorzitter wordt afwisselend een Franstalige en een Nederlandstalige benoemd.

Art.5. § 1. De duur van het mandaat van de leden van de Commissie is vastgesteld op vier jaar. Het kan worden hernieuwd.
  § 2. Ingeval een mandaat als effectief lid of plaatsvervangend lid openvalt in de bedoelde periode van vier jaar, voltooit het nieuw ter vervanging aangewezen lid, in afwijking van § 1, het mandaat van zijn voorganger.

Art.6. De Koning kan op verzoek van een effectief lid of een plaatsvervangend lid van de Commissie een einde maken aan het mandaat van de betrokkene.
  Bovendien kan de Koning op verzoek van de voorzitter en nadat het effectieve lid of plaatsvervangende lid is gehoord vervroegd een einde maken aan het mandaat van laatstgenoemd effectief lid of plaatsvervangend lid in de volgende gevallen :
  1° als hij ernstig in gebreke blijft of de waardigheid van zijn functie aantast;
  2° als hij het vertrouwelijk karakter van de beraadslagingen niet respecteert of vertrouwelijke documenten verspreidt die voor hem toegankelijk waren in de uitoefening van zijn mandaat;
  3° als hij deelneemt aan de beraadslagingen van de Commissie terwijl hij zich in één van situaties zoals voorzien bij het artikel 16 bevindt.

HOOFDSTUK III. - Zetel en werking.
Art.7. De zetel van de Commissie is gevestigd binnen de gebouwen van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken.

Art.8. De Commissie oefent haar taak volledig onafhankelijk en neutraal uit. Bij de behandeling van de adviesaanvragen of beroepen kan ze geen instructies ontvangen.

Art.9. De Commissie die een verzoek om advies of een beroep ontvangt, noteert dit onmiddellijk in een register, met vermelding van de datum van ontvangst.

Art.10. De voorzitter opent en sluit de vergaderingen. Hij leidt de besprekingen en organiseert de stemming.

Art.11. De beide afdelingen van de Commissie kunnen slechts geldig beraadslagen en beslissen wanneer ten minste drie van zijn stemgerechtigde leden onder wie de voorzitter, aanwezig zijn.
  Bij de beraadslaging en de beslissing moet, behoudens de voorzitter, minstens één Nederlandstalig lid en één Franstalig lid aanwezig zijn.
  Indien het aanwezigheidsquorum niet wordt bereikt, kan de voorzitter de datum voor een nieuwe vergadering met dezelfde agenda vaststellen, waarbij er geldig zal kunnen worden beraadslaagd als er ten minste drie leden aanwezig zijn. Bij de beraadslaging en de beslissing moet, behoudens de voorzitter, minstens één Nederlandstalig lid en één Franstalig lid aanwezig zijn.

Art.12. In geval van afwezigheid of verhindering van een effectief lid wordt het vervangen door zijn plaatsvervanger.

Art.13. De afdeling openbaarheid van bestuur neemt haar adviezen bij meerderheid van stemmen.
  De afdeling hergebruik van bestuursdocumenten neemt haar beslissingen bij meerderheid van stemmen.
  In geval van staking van stemmen is de stem van de voorzitter of zijn plaatsvervanger doorslaggevend.

Art.14. De beide afdelingen van de Commissie stellen binnen drie maanden na de aanstelling van het laatste lid elk een huishoudelijk reglement vast. Dit reglement wordt eenparig aangenomen door de leden van de respectieve afdelingen en wordt in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.

Art.15. De bijeenkomsten van de beide afdelingen zijn niet openbaar. De bijeenkomsten van de Commissie en alle informatie die wordt verkregen in het kader van haar werking, zijn bovendien vertrouwelijk.
  De vertrouwelijkheid geldt ook voor het secretariaat, de betrokken partijen en de deskundigen die eventueel worden gehoord en de personeelsleden van de instantie aan wie inlichtingen worden gevraagd.

Art.16. Het is de leden van de Commissie verboden aanwezig te zijn bij een beraadslaging over zaken waarbij zij een rechtstreeks belang hebben hetzij persoonlijk, hetzij als gelastigde, of waarbij hun bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad een persoonlijk en rechtstreeks belang hebben.
  Het is de leden van de Commissie ook verboden aanwezig te zijn bij een beraadslaging over zaken waarbij zij rechtstreeks betrokken waren bij het nemen van de administratieve beslissing waartegen respectievelijk een verzoek tot heroverweging of een beroep werd ingediend.

Art.17. De voorzitter of zijn plaatsvervanger ondertekent namens de Commissie alle briefwisseling, aanbevelingen, adviezen en beslissingen. Hij kan in de gevallen bepaald in het huishoudelijk reglement deze bevoegdheid delegeren.

Art.18. De adviezen van de afdeling openbaarheid van bestuur zijn met redenen omkleed en openbaar.
  De beslissingen van de afdeling hergebruik van bestuursdocumenten zijn met redenen omkleed en openbaar.

Art.19. § 1. De afdeling openbaarheid van bestuur kan, als ze een verzoek om advies heeft ontvangen, alle nuttige informatie ter plaatse inzien of ze opvragen bij de betrokken federale, provinciale of gemeentelijke administratieve overheid.
  Zij kan eveneens alle betrokken partijen en deskundigen horen en de personeelsleden van de betrokken federale, provinciale of gemeentelijke administratieve overheid om aanvullende inlichtingen vragen.
  § 2. De afdeling hergebruik van bestuursdocumenten kan, als er een beroep aanhangig wordt gemaakt, alle nuttige informatie ter plaatse inzien of deze bij de betrokken overheid opvragen.
  Zij kan eveneens alle betrokken partijen en deskundigen horen en de personeelsleden van de betrokken overheid om aanvullende inlichtingen vragen.

HOOFDSTUK IV. - Werkingskosten, presentiegeld, reis- en verblijfkosten.
Art.20. De Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken draagt de werkingskosten van de Commissie en van haar secretariaat.

Art.21. De leden van de Commissie hebben recht op de terugbetaling van hun reiskosten volgens de voorwaarden bepaald door het koninklijk besluit van 18 januari 1965 tot algemene regeling inzake reiskosten.

Art.22. De voorzitter of zijn plaatsvervanger, indien hij het voorzitterschap van de Commissie waarneemt, heeft recht op een presentiegeld van 70 euro per vergadering.

HOOFDSTUK V. - Opheffings- en slotbepalingen.
Art.23. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art.24. Het koninklijk besluit van 27 juni 1994 tot regeling van de samenstelling en de werkwijze van de Commissie voor de toegang tot bestuursdocumenten wordt opgeheven.

Art. 25. Onze Eerste Minister, Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 29 april 2008.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Eerste Minister,
  Y. LETERME
  De Minister van Binnenlandse Zaken,
  P. DEWAEL
  De Minister voor Ondernemen en Vereenvoudiging,
  V. VAN QUICKENBORNE.