6 FEBRUARI 1989. - Koninklijk besluit tot inning van een bijdrage op de verzekeringspremies inzake hospitalisatie.
Art. 1-8
Artikel 1. <Zie NOTA onder TITEL> Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan :
a) onder " premie " elk bedrag betaald ingevolge een individueel of collectief contract van bijkomende verzekering gesloten in het voordeel van een persoon die de hoedanigheid van rechthebbende heeft in het kader van de wet van 9 augustus 1963 tot instelling en organisatie van een regeling voor verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering en dat, bij ziekenhuisopneming voorziet in hetzij de terugbetaling van de verstrekkingen hetzij de forfaitaire vergoedingen die niet voorzien zijn in voorbenoemde wet of haar uitvoeringsbesluiten;
d) onder " instelling " elk organisme dat onder om het even welke vorm, de mogelijkheid biedt een bijkomende verzekering voor ziekenhuisopneming af te sluiten of erbij toe te treden;
Art.2. <Zie NOTA onder TITEL> Wanneer krachtens de verzekering per verpleegdag verstrekkingen worden vergoed of uitkeringen worden gestort ten belope van een bedrag vastgesteld bij artikel 3, § 2, wordt op de premie bedoeld in artikel 1 van dit besluit, een bijdrage van 10 pct. ingehouden.
Art.3. <Zie NOTA onder TITEL> § 1. Voor de vaststelling van het bedrag beoogd in § 2 van het bestaand artikel wordt rekening gehouden met :
- het persoonlijk aandeel van de rechthebbende in de verpleegdagprijs voor een gemeenschappelijke kamer vanaf de 91e dag;
- het forfaitair aandeel van de patiënt in de prijs van de farmaceutische producten;
- een forfaitair bedrag gelijk aan het nationaal gemiddeld aandeel per dag, van de rechthebbende in de geneesmiddelen die bij opneming in een verpleeginrichting niet worden vergoed;
§ 2. Vanaf 1 januari 1989 bedraagt het bedrag als bedoeld in paragraaf 1 van dit artikel, 500 frank per verpleegdag.
Art.4. <Zie NOTA onder TITEL> Het bedrag van de in artikel 2 van dit besluit bedoelde bijdrage, wordt ambtshalve ingehouden door de instelling bij wie de persoon is verzekerd en de opbrengst ervan wordt op het einde van het kalendersemester tijdens hetwelk de premie werd geïnd, gestort aan het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering.
Deze bijdrage brengt van rechtswege rente op vanaf het ogenblik waarop zij eisbaar is.
Art.5. <Zie NOTA onder TITEL> De instellingen die de bijdrage verschuldigd zijn dienen aan het Ministerie van Sociale Voorzorg en aan het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering alle verantwoordingsstaten over te maken op de wijze en binnen de termijn vastgesteld door de Minister die bevoegd is voor Sociale Zaken.
Art.6. <Zie NOTA onder TITEL> Voor de toepassing van dit besluit worden uitgesloten de bijdragen voor een nationaal verbond erkend in het kader van de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering of voor één van zijn federaties of primaire maatschappijen om globaal en in een statutair kader voor een geheel van diensten en risico's in te staan die niet noodzakelijk en voornamelijk verbonden zijn met de ziekenhuisopname.
Art.7. <Zie NOTA onder TITEL> Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1989.
Art. 8. <Zie NOTA onder TITEL> Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.