6 MAART 1989. - Ministerieel besluit tot vaststelling van sommige toepassingsmodaliteiten van het koninklijk besluit van 6 februari 1989 tot inning van een bijdrage op de verzekeringspremies inzake hospitalisatie.
Art. 1-4
Artikel 1. <Zie NOTA onder TITEL> De aangiften tot staving van de stortingen van de aan het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering verschuldigde sommen worden ten laatste op de datum van deze stortingen gericht aan het Ministerie van Sociale Voorzorg en aan voornoemd Instituut.
Art.2. <Zie NOTA onder TITEL> De bij artikel 1 bedoelde aangiften vermelden de gegevens waarop de bijdrage is berekend. Zij worden gedaan op formulieren die te dien einde zijn opgesteld door het Ministerie van Sociale Voorzorg, Dienst Arbeidsongevallen en Beroepsziekten-V.H.
De verantwoordelijken voor deze stortingen vragen bij deze dienst de afgifte van deze formulieren aan.
De aangiften worden gedagtekend, ondertekend en voor echt en juist verklaard.
Art.3. <Zie NOTA onder TITEL> De in artikel 2 vermelde dienst wordt belast met de controle van de stortingen bedoeld bij artikel 4 van het koninklijk besluit van 6 februari 1988 tot inning van een bijdrage op de verzekeringspremies inzake hospitalisatie.
Te dien einde kunnen de ambtenaren van deze dienst de medewerking vorderen van de bestaande administraties en diensten, zoals deze belast met de controle op de verzekeraars welke onderworpen zijn aan de bepalingen van voornoemd koninklijk besluit van 6 februari 1989.
Art. 4. <Zie NOTA onder TITEL> De stortingen worden gedaan op de rekening nr. 001-1950006-91 van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, Tervurenlaan 211, 1150 Brussel.