4 JULI 1986. - Koninklijk besluit betreffende de rechten bestemd om de kosten te dekken van de keuringen, gezondheidsonderzoeken en -controles van slachtvlees, vlees van gevogelte en vis.
HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen.
Art. 1
HOOFDSTUK II. Bedrag der rechten.
Art. 2-7
HOOFDSTUK III. Betalingsmodaliteiten.
Art. 8-11
HOOFDSTUK IV. Overgangs- en opheffingsbepalingen.
Art. 12-15
1953030901 1955121203 1965031204 1966121306 1970092102 1976043003 1981001558 1982000562
HOOFDSTUK I. _ Algemene bepalingen.
Artikel 1. <zie nota onder TITEL> Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° rechten :
a) de rechten bedoeld in artikel 6 van de wet van 5 september 1952 betreffende de vleeskeuring en de vleeshandel, gewijzigd bij de wet van 13 juli 1981;
b) de rechten bedoeld in artikel 6 van de wet van 15 april 1965 betreffende de keuring van en de handel in vis, gevogelte, konijnen en wild en tot wijziging van de wet van 5 september 1952 betreffende de vleeskeuring en de vleeshandel, gewijzigd bij de wet van 13 juli 1981;
2° eigenaar van de dieren :
a) de eigenaar van de slachtdieren en het gevogelte, op het ogenblik van de slachtingsaangifte;
b) de eigenaar van de vis op het ogenblik van de inschrijving ervan in het register dat wordt bijgehouden door de exploitant van de viskwekerij, de verkoper of het verkoopsorganisme van de aangevoerde vis;
c) de eigenaar van de vis op het ogenblik van de invoer;
3° product :a) het vlees, het bereid of het verduurzaamd vlees bedoeld in artikel 1, 5° en 7°, van de voormelde wet van 5 september 1952 alsmede de vleesbereidingen;
b) de vis en het gevogelte, zoals bedoeld in artikel 1, §§2 en 3 van de voormelde wet van 15 april 1965;
4° eigenaar van de producten :
a) met betrekking tot de uitvoering van de gezondheidscontroles bij invoer : de eigenaar van de producten op het ogenblik van de invoer;
b) met betrekking tot de uitvoering van de gezondheidscontroles bedoeld in artikel 5 van dit besluit : de laatste eigenaar van de producten voor ze aan de verbruiker worden afgeleverd;
5° Instituut : het Instituut voor veterinaire keuring;
6° slachthuis : de slachthuizen bedoeld in de wetten van 5 september 1952 en 15 april 1965;
7° Minister : de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort.
HOOFDSTUK II. _ Bedrag der rechten.
Art.2. <zie nota onder TITEL> § 1. Het bedrag van de rechten bestemd om de kosten te dekken van het gezondheidsonderzoek van de slachtdieren vóór de slachting en van de keuring na het slachten is vastgesteld als volgt :
1° runderen, kalveren, paarden, veulens, ezels, muilezels, en muildieren : 122,50 F per dier;
2° varkens en speenvarkens : 61,25 F per dier;
3° schapen, lammeren, geiten en geitjes : (30 F) per dier. <KB 1987-12-09/30, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1988>
§ 2. Het bedrag van de rechten bestemd om de kosten te dekken van de gezondheidscontroles bij invoer van produkten die afkomstig zijn van slachtdieren, is vastgesteld op (0,50 F per kg) <KB 1987-12-09/30, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1988>
Art.3. <zie nota onder TITEL> <KB 1987-12-09/30, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1988> § 1. Het bedrag van de rechten bestemd om de kosten te dekken van het gezondheidsonderzoek van gevogelte vóór de slachting en van de keuring na het slachten is per bezoek van de aangestelde van het Instituut vastgesteld op 290 F vermeerderd met :
1° voor duiven, kwartels, parelhoenders, braadkippen, lichte soepkippen en half-zware soepkippen tot 3 kg levend gewicht : 0,25 F per dier;
2° voor zware soepkippen, eenden en kalkoenen tot 7 kg levend gewicht : 1,70 F per dier;
3° voor zware kalkoenen boven 7 kg levend gewicht, ganzen en zwanen : 7,60 F per dier.
§ 2. Het bedrag van de rechten bestemd om de kosten te dekken van de gezondheidscontroles bij invoer van producten die afkomstig zijn van gevogelte is vastgesteld op 0,80 F per kg.
Art.4. <zie nota onder TITEL> <KB 1987-12-09/30, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1988> § 1. Het bedrag van de rechten bestemd om de kosten te dekken van de keuring bij de aanvoer van de in zee gevangen vis is vastgesteld op 0,19 F per kg. Voor de haringachtigen evenwel worden deze rechten tot een derde verminderd.
§ 2. Het bedrag van de rechten bestemd om de kosten te dekken van de gezondheidscontroles uitgevoerd bij invoer van vis of van producten afkomstig van vis, is vastgesteld op 0,19 F per kg. Voor de haringachtigen evenwel worden deze rechten tot een derde verminderd.
§ 3. Het bedrag van de rechten bestemd om de kosten te dekken van het gezondheidsonderzoek in de viskwekerijen is vastgesteld op 0,19 F per kg.
Art.5. <zie nota onder TITEL> <KB 1987-12-09/30, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1988> Het bedrag van de rechten bestemd om de kosten te dekken van de gezondheidscontroles uitgevoerd in de groot- en kleinhandelsbedrijven waarop de wetten van 5 september 1952 en 15 april 1965 van toepassing zijn, is vastgesteld op 0,30 F per kg product.
Voor de producten afkomstig van gevogelte evenwel zijn deze rechten vastgesteld op 0,80 F per kg.
Art.6. <zie nota onder TITEL> § 1. Indien de som van de rechten verschuldigd in toepassing van de artikelen 2, 3 en 4 per bezoek van de aangestelde van het Instituut lager is dan 665 F, wordt in ieder geval een bedrag van 665 F geïnd.
§ 2. Een recht van 665 F per half uur is verschuldigd voor elk tweede en volgend bezoek per dag van de aangestelde van het Instituut aangevraagd door het bedrijf voor het uitvoeren van gezondheidscontroles bedoeld in artikel 5.
§ 3. Het bedrag van de rechten bestemd om de kosten te dekken van de gezondheidscontroles bedoeld in artikel 5 is vastgesteld op 1 350 F per bezoek van een half uur wanneer de aanwezigheid van de aangestelde van het Instituut door een bedrijf gevraagd wordt buiten de uren dat er in de slachthuizen mag geslacht worden.
Art.7. <zie nota onder TITEL> <KB 1987-12-09/30, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1988> Het bedrag van de rechten bedoeld in dit besluit wordt aangepast aan de schommelingen van het indexcijfer der consumptieprijzen van het Rijk overeenkomstig de volgende formule : Het nieuwe bedrag is gelijk aan basis bedrag X nieuw indexcijfer -------------------------------- oud indexcijfer vermenigvuldigd met het aanpassingspercentage
Het basisbedrag is het bedrag van de rechten voorzien in de artikelen 2, 3, 4, 5 en 6 van dit besluit.
Het oud indexcijfer is het indexcijfer van de maand oktober 1985.
Het nieuw indexcijfer is het indexcijfer van de maand september van het jaar waarin de aanpassing wordt doorgevoerd.
Het aanpassingspercentage is het gemiddelde stijgingspercentage van het indexcijfer zoals het door de Administratie van de Begroting voor het volgend jaar wordt vooropgesteld.
Het overeenkomstig deze formule bekomen nieuw bedrag wordt door de Minister na advies van de Raadgevende Commissie afgerond.
De aanpassing van het bedrag van de rechten voorzien in dit artikel gebeurt jaarlijks in de maand november. De aldus aangepaste bedragen zijn toepasselijk vanaf de eerste januari van het jaar volgend op dat gedurende hetwelk de aanpassing werd doorgevoerd.
HOOFDSTUK III. _ Betalingsmodaliteiten.
Art.8. <zie nota onder TITEL> <KB 1987-12-09/30, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1988> <NOTA : Volgens art. 11 : "Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op die gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Het bepaalde in het bij artikel 7 van dit besluit gewijzigde 8, § 4, c), van het koninklijk besluit van 4 juli 1986, heeft evenwel uitwerking met ingang van 1 juli 1986 voor de rechten verschuldigd bij invoer van producten bedoeld in de artikelen 2 en 3 van voormeld besluit van 4 juli 1986 die zich niet in het vrije verkeer in de Europese Economische Gemeenschap bevinden alsmede bij invoer van de in artikel 4 van hetzelfde besluit bedoelde producten.> § 1. De rechten bedoeld in de artikelen 2, § 1, 3, § 1 en 4, §§ 1 en 3 van dit besluit zijn door de eigenaar van het dier verschuldigd op het ogenblik van de slachtingsaangifte of de inschrijving van de dieren in het register waarvan sprake in artikel 1, 2° van dit besluit.
Wanneer de aanvoer van de in zee gevangen vis geschiedt in de vismijnen en de vishallen, zijn deze rechten door de koper van de vis verschuldigd op het ogenblik van de aankoop.
§ 2. De rechten bedoeld in de artikelen 2, § 2, 3, § 2 en 4, § 2 van dit besluit zijn door de eigenaar van de producten verschuldigd op de dag van de inklaring van de producten.
§ 3. De rechten bedoeld in artikel 5 van dit besluit vallen ten laste van de eigenaar van de producten.
Zij zijn verschuldigd op het ogenblik dat de producten het slachthuis, de private slachterij, de vismijn of vishalle of de viskwekerij verlaten, en wat de ingevoerde producten betreft de dag van hun inklaring.
Met het oog op de toepassing van deze paragraaf kan de Minister voor de slachthuizen die hij aanduidt, het gemiddeld gewicht per diersoort bepalen wanneer het werkelijk gewicht niet op afdoende wijze kan worden vastgesteld op het ogenblik dat de rechten verschuldigd zijn.
Het bedrag van de rechten wordt afzonderlijk vermeld op de factuur, tenzij aan de hand van de factuur genoegzaam blijkt dat het in de verkoopprijs begrepen is.
§ 4. De rechten bedoeld in dit artikel worden naargelang van het geval geïnd door :
a) de exploitant van het slachthuis waar de dieren worden geslacht;
b) het verkooporganisme van de vis;
c) behoudens voor producten die zich in het vrije verkeer bevinden in Nederland of in Luxemburg, het douanekantoor of hulpkantoor waar de producten worden ingeklaard;
d) het Instituut in de andere gevallen.
Art.9. <zie nota onder TITEL> <KB 1987-12-09/30, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1988> De in toepassing van artikel 8, § 4, a) en b) geïnde rechten, alsmede de in toepassing van artikel 8, § 4, c) en d) te innen rechten moeten naargelang van het geval betaald zijn aan de douanediensten of aan het Instituut, uiterlijk de vijftiende dag van de maand die volgt op die gedurende welke zij verschuldigd waren.
De door de douanediensten geïnde rechten worden aan het Instituut gestort.
De opbrengst van deze rechten kan worden verminderd met een percentage dat voor elk ervan door de Minister wordt vastgesteld en dat bestemd is om de administratie- en inningskosten te dekken.
Art.10. <zie nota onder TITEL> § 1. (De rechten bedoeld in de artikelen 2, § 2, 3, § 2 en 4, § 2 van dit besluit zijn niet verschuldigd wanneer de produkten zich op het ogenblik van de invoer in de Europese Economische Gemeenschap in het vrije verkeer bevinden.) <KB 1987-12-09/30, art. 9, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1988>
§ 2. De rechten bedoeld in artikel 5 zijn niet verschuldigd voor producten die niet ter consumptie worden aangeboden.
Art.11. <zie nota onder TITEL> <KB 1987-12-09/30, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1988> § 1. Indien de rechten bedoeld in artikel 8 van dit besluit, met uitzondering evenwel van die welke door de douanediensten werden geïnd, niet betaald werden op de vervaldag voorzien in artikel 9, worden de nog verschuldigde sommen, afgerond op het lagere duizendtal, verhoogd met 10 % en met een nalatigheidsintrest aan het wettelijk tarief.
Voor de berekening van de nalatigheidsintrest wordt de vervalmaand niet meegerekend doch de maand waarin de laattijdige betaling geschiedt voor een volle maand geteld. De nalatigheidsintrest is niet verschuldigd wanneer hij geen 100 F bedraagt of wanneer de berekeningsgrondslag ervan lager is dan 5 000 F.
§ 2. De toepassing van de bepalingen van dit besluit wordt gecontroleerd door de ambtenaren van het Instituut daartoe aangeduid door de Minister.
Zij kunnen zich alle documenten laten voorleggen waaruit het bedrag en de basis voor de berekening van de verschuldigde rechten alsmede de effectieve betaling ervan kunnen blijken.
Wanneer personen of bedrijven deze controles verhinderen of bemoeilijken of onjuiste gegevens of documenten verstrekken wordt het bedrag van de rechten dat nog verschuldigd is ambtshalve vastgesteld en het bepaalde in § 1, eerste lid erop toegepast.
§ 3. In geval van weigering van betaling van de rechten wordt de invordering ervan verzekerd door de Administratie van de B.T.W., Registratie en Domeinen overeenkomstig de procedure voorzien in de domaniale wet van 22 december 1949.
§ 4. De diensten van het Ministerie van Financiën verstrekken het Instituut op eenvoudige aanvraag al de inlichtingen en gegevens die het nodig heeft voor de toepassing van dit besluit.
HOOFDSTUK IV. _ Overgangs- en opheffingsbepalingen.
Art.12. <zie nota onder TITEL> In afwijking van artikel 8, § 4, a, van dit besluit en tot 30 maart 1987 wordt een organisme dat daartoe is erkend door de Minister, belast met de inning van de rechten die betrekking hebben op het gevogelte.
Art.13. <zie nota onder TITEL> Worden opgeheven :
1° in het koninklijk besluit van 9 maart 1953 betreffende de handel in slachtvlees en houdende reglementering van de hier te lande geslachte dieren :
a) het artikel 7, § 1, tweede lid;
b) het artikel 7, § 2, vierde en zesde lid, gewijzigd bij koninklijk besluit van 19 augustus 1960;
c) het artikel 33.
2° het koninklijk besluit van 13 december 1966 tot vaststelling van de keurrechten in de gemeenten en inrichtingen waar de vleeskeuringsdienst van Rijkswege geregeld is.
3° in het koninklijk besluit van 12 maart 1965 betreffende de invoer van vlees :
a) het eerste en tweede lid van de nederlandse tekst van het artikel 21, gewijzigd bij koninklijk besluit van 20 april 1977;
b) het artikel 22, gewijzigd bij koninklijk besluit van 11 oktober 1974;
c) het artikel 23.
4° het artikel 7 van het koninklijk besluit van 12 december 1955 betreffende de exploitatie en de werking van de door de regering erkende exportslachthuizen.
5° in het koninklijk besluit van 21 september 1970 betreffende de keuring van en de handel in vlees van gevogelte :
a) het artikel 59, eerste lid, gewijzigd bij koninklijk besluit van 20 maart 1978;
b) het artikel 60, gewijzigd bij koninklijk besluit van 11 oktober 1976;
c) het artikel 61.
6° het koninklijk besluit van 28 augustus 1981 tot vaststelling van de keurrechten voor gevogelte, gewijzigd bij koninklijk besluit van 25 september 1981;
7° het artikel 22 van het koninklijk besluit van 30 april 1976 betreffende de keuring van en de handel in vis, gewijzigd bij koninklijk besluit van 26 maart 1982;
8° de artikelen 1, 2, 4 en 5 van het koninklijk besluit van 26 maart 1982 betreffende de rechten bestemd om de kosten te dekken van keuringen, gezondheidsonderzoeken en -controles van vis.
Art.14. <zie nota onder TITEL> Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 1986.
Art. 15. <zie nota onder TITEL> Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Staatssecretaris voor Volksgezondheid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.