17 SEPTEMBER 1968. - Koninklijk besluit betreffende specerijen en specerijprodukten. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-01-1987 en tekstbijwerking tot 03-07-1998)
Art. 1-14
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder " specerijen " de in artikel 2 genoemde delen van planten, welke aromatisch smaken en/of ruiken of een scherpe smaak bezitten en bestemd zijn om aan voedingsmiddelen te worden toegevoegd.
Art.2. De specerijen bedoeld in artikel 1 zijn :
1. Anijs of anijszaad, de rijpe vruchten van Pimpinella anisum L.
2. Kurkuma, de gedroogde wortelstok van Curcuma longa L.
3. Foelie, de gedroogde zaadrok van Myristica fragrans Houtt.
4. Papoea foelie, de gedroogde zaadrok van Myristica argentea Warb.
5. notemuskaat of nootmuskaat, de zaadkern van Myristica fragrans Houtt al of niet gekalkt.
6. Papoua-notemuskaat of papoeanootmuskaat, de zaadkern van Myristica argentea Warb, al of niet gekalkt.
7. Gemberwortel, de gedroogde, geschilde, halfgeschilde of ongeschilde stok van Zingiber officinale Rosc al of niet gekalkt.
8. Kaneel, de geheel of gedeeltelijk geschilde of ongeschilde bast van soorten van het geslacht Cinnamomum, of het schaafsel (chips) verkregen bij het schillen van Ceylon-kaneel.
9. Ceylan-kaneel, de geheel of gedeeltelijk geschilde of ongeschilde bast van Cinnamomum zeylanicum Nees.
10. Kaneelknoppen, de vruchten van de soort Cassia lignea (geslacht Cinnamomum).
11. Kardamom, of kardamom-zaad, de nagenoeg rijpe, gepelde vruchten van Ellettaria cardamomum White en Maton.
12. Karwij of kummel, de rijpe vruchten van Carum carvi L.
13. Komijm of komijnzaad, de rijpe vruchten van Cumimum cyminum L.
14. Koriander of korianderzaad, de rijpe vruchten van Coriandrum sativum L.
15. Kruidnagelen, de nog juist gesloten gedroogde bloemknoppen van Eugenia caryophyllata Thunb.
16. Laurierbladen, de gedroogde bladeren van Laurus nobilis L.
17. Marjolein of majoraan, het gedroogde opwaarts gegroeide en afgeritste, bloeiende deel van Origanum majorana L. 18. Mosterdzaad, het zaad van Brassica nigra L. dan wel van Brassica juncea (bruin of zwart mosterdzaad) of van Sinapis alba L (geel of wit mosterdzaad).
19. Mosterdmeel, het maalprodukt van mosterdzaad, al of niet gebuild en eventueel gedeeltelijk ontvet.
20. Paprikapoeder, de gedroogde gemalen vruchten met zoete smaak van variëteiten van Capsicum annuum L.
21. Zwarte peper, de vruchten van Piper nigrum L.
22. Witte peper, de vruchten van Piper nigrum L welke van buitenste lagen van de vruchtwand zijn ontdaan.
23. Cayenne-peper of chillies, de vruchten van soorten van het geslacht Capsicum, maar andere dan Capsicum annuum L.
24. Spaanse peper, de gedroogde vruchten met scherpe smaak van variëteiten van Capsicum annuum L.
25. Piment, de gedroogde onrijpe vruchten van Pimenta officinalis Lindl.
26. Saffraan, de stempels van Crocus sativus L, al dan niet door de stijltop met elkaar verenigd.
27. Steranijs, de vruchten van Illicium verum Hooker fil.
28. Vanille of vanillestokjes, de onrijpe, gefermenteerde vruchten van Vanilla planifolia Andr.
29. Tahiti-vanille, de onrijpe, gefermenteerde vruchten van Vanilla pompona Schiede.
30. Gedroogde venkel of venkelzaad, de gedroogde rijpe vruchten van Foeniculum vulgare Miller.
Art.3. § 1. Bij de verkoop, het te koop stellen, het voor de verkoop of de levering voorhanden houden of vervoeren, het overdragen onder al dan niet bezwarende titel, mogen uitsluitend en moeten de waren bedoeld bij dit besluit aangeduid worden met :
a) de benamingen overeenstemmende met hun aard, voorzien bij artikel 2, desgevallend vergezeld van de aanduiding " Gebroken ", " Gemalen ", " Poeder ", " Meel " of van een andere aanduiding die de ondergane verkleining aangeeft;
b) door de benaming " Gemengde specerijen " om het mengsel van specerijen aan te duiden die al dan niet een verkleining hebben ondergaan; deze waar mag geen andere bestanddelen bevatten dan die welke afkomstig zijn van de specerijen waaruit het mengsel is samengesteld.
De specerijen welke erin aanwezig zijn moeten voldoen aan de in dit besluit voor die specerijen gestelde eisen.
Wanneer de verpakking of de recipiënt van een specerijenmengsel een aanduiding draagt van een of meer bestanddelen van het mengsel, zal deze aanduiding kwantitatief moeten zijn.
§ 2. Bij afwijking van § 1, b, van dit artikel, mag de benaming " Specerijenmengsel " vervangen worden door de benaming " Kerrie ", of " Curry " uitsluitend om het specerijenmengsel aan te duiden dat ten minste 15 pct. kurkuma bevat.
Art.4. (Opgeheven) <KB 1980-10-02/31, art. 16; Inwerkingtreding : 01-01-1981>
Art.5. Het is verboden te verkopen, te koop te stellen, voor de verkoop of de levering voorhanden te houden of te vervoeren of onder al dan niet bezwarende titel over te dragen :
1° waren bedoeld bij de vorige artikelen :
a) die niet de aan elke specerij eigen kenmerkende kleur, geur of smaak bezitten;
b) die bedorven of zichtbaar beschimmeld zijn en gemalen specerijen die niet aan nader vast te stellen microbiologische eisen voldoen;
c) die insecten of andere dieren of delen daarvan bevatten, alsmede de van deze insecten of andere dieren afkomstige stoffen, die er slechts in zeer geringe mate mogen in aanwezig zijn;
d) geheel of gedeeltelijk ontdaan van een of meer van hun bestanddelen;
Uitzondering is gemaakt voor mosterdmeel dat gedeeltelijk mag ontvet zijn;
e) die meer dan 50 ppm ethyleenoxyde bevatten;
f) (...) <KB 1998-03-01/42, art. 6, § 5, 002; Inwerkingtreding : 03-07-1998>
2° anijs of anijszaad :
bevattende meer dan 10 % minerale stoffen;
bevattende minder dan 2 % etherische oliën;
3° kurkuma :
bevattende meer dan 11 % minerale stoffen;
bevattende meer dan 3 % zand;
4° foelie :
bevattende meer dan 3,5 % minerale stoffen;
bevattende meer dan 0,5 % zand;
bevattende minder dan 4 % etherische oliën;
5° notemuskaat :
bevattende meer dan 6 % minerale stoffen;
bevattende meer dan 1 % zand;
bevattende minder dan 25 % niet-vluchtig etherisch extract;
bevattende meer dan 5 % noten met uitwendige wormstekigheid;
6° gemberwortel :
bevattende meer dan 8 % minerale stoffen;
bevattende meer dan 3 % zand;
7° kaneel :
bevattende meer dan 8 % minerale stoffen;
bevattende meer dan 2 % zand;
bevattende minder dan 1 % etherische oliën;
8° Ceylon-kaneel :
bevattende meer dan 5 % minerale stoffen;
bevattende meer dan 2 % zand;
bevattende minder dan 1,5 % etherische oliën;
9° kardamon :
bevattende meer dan 8 % minerale stoffen;
bevattende meer dan 2 % zand;
bevattende minder dan 2 % etherische oliën;
10° komijn of komijnzaad :
bevattende meer dan 10 % minerale stoffen;
bevattende minder dan 2 % etherische oliën;
11° kruidnagelen :
bevattende meer dan 8 % minerale stoffen;
bevattende meer dan 1 % zand;
bevattende minder dan 12 % etherische oliën;
12° mosterdzaad :
bevattende meer dan 6 % minerale stoffen;
bevattende meer dan 0,5 % zand;
13° mosterdmeel :
bevattende meer dan 6 % minerale stoffen;
bevattende meer dan 1 % zand;
14° paprikapoeder :
bevattende meer dan 10 % minerale stoffen;
bevattende meer dan 1 % zand;
15° zwarte peper :
bevattende meer dan 7 % minerale stoffen;
bevattende meer dan 2 % zand;
bevattende minder dan 6 % niet-vluchtig etherisch extract;
bevattende meer dan 17 % ruw vezel;
16° witte peper :
bevattende meer dan 4 % minerale stoffen;
bevattende meer dan 1 % zand;
bevattende minder dan 6 % niet-vluchtig etherisch extract;
17° piment :
bevattende meer dan 6 % minerale stoffen;
bevattende meer dan 1 % zand;
bevattende minder dan 2 % etherische oliën;
18° saffraan :
bevattende meer dan 8 % minerale stoffen;
bevattende meer dan 1,5 % zand;
bevattende meer dan 20 % stijlen;
19° vanille of vanillestokjes :
bevattende meer dan 6 % minerale stoffen;
bevattende, in aanmerkelijke hoeveelheid, piperonaal;
20° gedroogde venkel of venkelzaad :
bevattende meer dan 11 % minerale stoffen;
bevattende minder dan 3 % etherische oliën;
Art.6. Voor de toepassing van artikel 13 van de wet van 20 juni 1964, betreffende het toezicht op voedingswaren of -stof en andere produkten, worden schadelijk verklaard de waar bedoeld bij artkel 5, 1°. a), b), c) en e).
Art.7. (Opgeheven) <KB 1980-10-02/31, art. 16; Inwerkingtreding : 01-01-1981>
Art.8. (Opgeheven) <KB 1980-10-02/31, art. 16; Inwerkingtreding : 01-01-1981>
Art.9. (Opgeheven) <KB 1980-10-02/31, art. 16; Inwerkingtreding : 01-01-1981>
Art.10. (Opgeheven) <KB 1980-10-02/31, art. 16; Inwerkingtreding : 01-01-1981>
Art.11. De inbreuken op de bepalingen van dit besluit worden gestraft met de straffen voorzien bij de artikeln 8. 1°. 9 of 10, 1°, van de wet van 20 juni 1964, betreffende het toezicht op de voedingswaren of -stoffen en andere produkten>
Art.12. Het besluit van de Regent van 18 juni 1947, betreffende kruiden wordt opgeheven.
Art.13. Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de zevende maand die volgt op zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
Art. 14. Onze Minister van Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.