Details



Externe links:

Justel
Reflex



Titel:

22 APRIL 1958. - Koninklijk besluit betreffende de erkenning van en de wijze van controle op vennootschappen voor beheer van Belgische gemeenschappelijke beleggingsfondsen.



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. Voorwaarden van erkenning.
Art. 1-10
HOOFDSTUK II. Wijze van controle.
Art. 11-14
Slotbeschikking.
Art. 15



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1958042201 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK I. _ Voorwaarden van erkenning.
Artikel 1. De erkenning vanwege de Bankcommissie om een of meer Belgische gemeenschappelijke beleggingsfondsen te beheren of te administreren of een beroep op het publiek te doen met het oog op deelneming aan dergelijke fondsen kan enkel worden verleend aan vennootschappen van beheer die als naamloze vennootschap overeenkomstig de Belgische wet zijn opgericht en hier te lande hun hoofdzetel hebben.

Art.2. De erkenning wordt slechts verleend indien de vennootschap bewijst dat haar financiële en technische organisatie haar in staat stelt de in artikel 1 omschreven werkzaamheid uit te oefenen.

Art.3. Vennootschappen van beheer mogen geen andere werkzaamheden verrichten dan die welke in artikel 1 zijn omschreven.
  De Bankcommissie kan echter onder door haar vast te stellen voorwaarden toestaan dat sommige operaties van fiduciaire aard, zoals het scheppen en de emissie van certificaten aan toonder die buitenlandse waarden vertegenwoordigen, worden verricht. Haar instemming kan altijd worden herroepen.

Art.4. Vennootschappen van beheer mogen de verwezenlijking van hun maatschappelijk doel noch het houden van hun boeken en rekeningen aan derden opdragen.
  Deze beschikking verhindert evenwel niet dat zij hun administratie- en beheersbevoegdheden die ten gevolge van overmacht niet kunnen worden uitgeoefend, geheel of ten dele tijdelijk zouden overdragen.

Art.5. <KB 1987-05-13/31, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 07-06-1987> Het volgestorte kapitaal van vennootschappen van beheer moet tenminste vijfentwintig miljoen frank bedragen.
  Bovendien moeten het geplaatst kapitaal en de reserves van de vennootschappen van beheer tenminste één honderdste bedragen van de totaalwaarde van de gemeenschappelijke beleggingsfondsen die zij beheren of besturen.
  Wanneer de verbintenissen van de vennootschappen van beheer tegenover de deelnemers aan de door haar beheerde beleggingsfondsen hoofdelijk zijn gewaarborgd door de bewaarder of door de bewaarders van de effecten en de tegoeden op zichtrekening of op korte termijn die het gemeenschappelijk beleggingsfonds vormen, wordt de in het tweede lid bedoelde verhouding echter tot twee en een half per duizend verminderd.
  <NOTA: de vennootschappen van beheer van Belgische gemeenschappelijke beleggingsfondsen beschikken over een termijn van zes maanden vanaf de inwerkingtreding van het wijzigingsbesluit, om hieraan te voldoen (KB 1987-05-13/31, art. 2)>

Art.6. Het kapitaal van de vennootschappen van beheer wordt uitsluitend vertegenwoordigt door aandelen op naam. Aandelen of deelbewijzen die het kapitaal niet vertegenwoordigen, mogen, om het even onder welke vorm, niet worden gecreëerd.
  Deelnemers in gemeenschappelijke beleggingsfondsen kunnen inzage nemen van het register van aandelen op naam, dat de vennootschap van beheer overeenkomstig artikel 42 van de gecoördineerde wetten betreffende de handelsvennootschappen bijhoudt.

Art.7. Vennootschappen van beheer stellen in hun statuten vast, op welke wijze hun eigen vermogen wordt geplaatst; dat eigen vermogen mag enkel in gemakkelijk te gelde te maken goederen worden geïnvesteerd.
  Zij mogen echter gebouwen verkrijgen die voor het bereiken van het doel der vennootschap noodzakelijk zijn.

Art.8. Niemand kan als beheerder, directeur, procuratiehouder of commissaris van een vennootschap van beheer optreden, wanneer hij tot een, zelfs voorwaardelijk, criminele of correctionele straf onherroepelijk is veroordeeld :
  1° wegens een misdrijf als omschreven in artikel 1 van het koninklijk besluit, nr 22, van 24 October 1934 houdende verbod ten opzichte van sommige veroordeelden en van gefailleerden om deel te nemen aan het beheer van en het toezicht over de vennootschappen op aandelen, de coöperatieve vennootschappen en de kredietverenigingen en om het beroep van wisselagent uit te oefenen of de bedrijvigheid van depositobanken waar te nemen;
  2° wegens overtreding van volgende beschikkingen :
  a) titel V van boek I van het Wetboek van koophandel;
  b) de wet van 25 Juni 1930 betreffende de controle op de levensverzekeringsmaatschappijen;
  c) het koninklijk besluit, nr 41, van 15 December 1934, tot bescherming van het gespaard vermogen door reglementering van de verkoop, op afbetaling, van premie-effecten;
  d) het koninklijk besluit, nr 42, van 15 December 1934 betreffende de controle op de private spaarkassen en de ondernemingen die, zonder depositobanken te zijn, gelddeposito's ontvangen;
  e) het koninklijk besluit nr 43, van 15 December 1934 betreffende de controle op de kapitalisatie-ondernemingen;
  f) het koninklijk besluit nr 185, van 9 Juli 1935 op de bankcontrole en het uitgifteregime voor titels en effecten;
  g) de wetten betreffende de handelsvennootschappen, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 30 November 1935;
  h) het koninklijk besluit, nr 225, van 7 Januari 1936 betreffende de hypothecaire leningen en de controle op de ondernemingen van hypothecaire leningen;
  i) het koninklijk besluit, nr 71, van 30 November 1939 betreffende het leuren met roerende waarden en demarchage met roerende waarden en goederen of eetwaren;
  j) de wet van 27 Maart 1957;
  k) de wet van 9 Juli 1957 tot regeling van de verkoop op afbetaling en van zijn financiering.
  Niet in hun eer herstelde gefailleerde mogen evenmin een van deze functies uitoefenen.

Art.9. Ten minste een van de commissarissen van de vennootschap van beheer moet bankrevisor of bedrijfsrevisor zijn.

Art.10. De vennootschap die om erkenning verzoekt, legt aan de Bankcommissie een overeenkomstig haar voorschriften opgesteld dossier voor.
  Zij geeft de Bankcommissie onverwijld kennis van de inlichtingen die voor het permanent bijhouden van dat dossier nodig zijn.

HOOFDSTUK II. _ Wijze van controle.
Art.11. De voorzitter of de gemachtigden van de Bankcommissie mogen, ter plaatse waar zij berusten, inzage nemen van de boeken, briefwisseling, notulen en in het algemeen alle documenten en geschriften van de vennootschappen van beheer.

Art.12. Op verzoek van de Bankcommissie en volgens door haar vast te stellen regelen, verstrekken de vennootschappen van beheer haar alle gegevens en documenten in verband met hun werkzaamheid.

Art.13. De in de artikelen 11 en 12 bepaalde controlemaatregelen vinden, ten aanzien van effecten van een Belgisch gemeenschappelijk beleggingsfonds, ook toepassing op instellingen die deze effecten in bewaring hebben.

Art.14. De Bankcommissie kan eisen dat de juistheid van de gegevens en documenten die haar in toepassing van artikelen 11 tot 13 worden overgemaakt, bevestigd zou worden respectievelijk door de commissarissen-revisoren van de vennootschappen van beheer of door de revisoren van de depositarissen.

Slotbeschikking.
Art. 15. Onze Minister van Financiën is gelast met de uitvoering van dit besluit.