Details





Titel:

14 NOVEMBER 2024. - Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 22 mei 2014 tot uitvoering van het decreet van 18 november 2013 betreffende de ondersteuning van cultuur in de Duitstalige Gemeenschap



Inhoudstafel:


Art. 1-11



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2014203914 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 10, tweede lid, van het besluit van de Regering van 22 mei 2014 tot uitvoering van het decreet van 18 november 2013 betreffende de ondersteuning van cultuur in de Duitstalige Gemeenschap wordt de bepaling onder 2° opgeheven.

Art.2. In artikel 17, § 3, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 8 december 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid worden de woorden "hoogstens éénmaal per jaar" vervangen door de woorden "hoogstens twee keer per jaar en hoogstens voor de helft van de optredens één keer per jaar" en voorts wordt het eerste lid aangevuld met de volgende zinnen:
  "Als een vereniging subsidie kan krijgen voor drie optredens, dan mag ze twee keer zelf als organisator fungeren. Als een vereniging subsidie kan krijgen voor één optreden, dan mag ze één keer zelf als organisator fungeren.";
  2° in het tweede lid wordt de tweede zin opgeheven.

Art.3. In artikel 24, § 3, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 8 december 2016, worden de woorden ", waarbij de amateurkunstvereniging voor de uitbetaling van de forfaitaire bedragen vermeld in paragraaf 1, eerste lid, hoogstens éénmaal per jaar zelf als organisator kan fungeren" opgeheven.

Art.4. In hoofdstuk 4 van hetzelfde besluit wordt het opschrift van afdeling 3 vervangen als volgt:
  "Afdeling 3 - Ondersteuning van de koepelorganisatie voor muziek in de Duitstalige Gemeenschap"

Art.5. In artikel 26 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het opschrift worden de woorden "federatie van amateurkunstverenigingen" vervangen door de woorden "koepelorganisatie voor muziek";
  2° in de inleidende zin van het tweede lid worden de woorden "federatie van amateurkunstverenigingen" vervangen door de woorden "koepelorganisatie voor muziek";
  3° in het tweede lid worden de bepalingen onder 4° en 8° opgeheven.

Art.6. Hoofdstuk 4, afdeling 3, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een artikel 26.1, luidende:
  "Art. 26.1 - Behandelingsprocedure
  § 1 - Het departement gaat na of aan de voorwaarden wordt voldaan, alsook of de ingediende aanvraag volledig is en stelt vóór 31 augustus van het jaar dat aan de ondersteuningsperiode voorafgaat, een verslag op dat wordt overgezonden aan de Minister. Ontbrekende stukken worden opgevraagd.
  § 2 - Na positieve beslissing van de Regering begint de ondersteuningsperiode op 1 januari van het kalenderjaar dat volgt op het jaar van de aanvraag.
  Aan de beslissing van de Regering kunnen voorwaarden verbonden zijn."

Art.7. Hoofdstuk 4, afdeling 3, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een artikel 26.2, luidende:
  "Art. 26.2 - Beheerscontract
  Het beheerscontract genoemd in artikel 78 van het decreet bevat:
  1° het bedrag van de jaarlijkse forfaitaire subsidie;
  2° de voor de ondersteuningsperiode overeengekomen doeleinden."

Art.8. Hoofdstuk 4, afdeling 3, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een artikel 26.3, luidende:
  "Art. 26.3 - Administratieve procedure voor de koepelorganisatie voor muziek
  § 1 - Overeenkomstig artikel 76 van het decreet dient de koepelorganisatie voor muziek elk jaar de volgende stukken in:
  1° een activiteitenverslag van het vorige jaar waaruit blijkt hoe het in artikel 78 van het decreet geregelde beheerscontract wordt uitgevoerd;
  2° een overzicht van de culturele activiteiten van het vorige jaar, aan de hand van een door de Minister vastgelegd formulier;
  3° de geanonimiseerde lijst van het personeel dat in het voorgaande jaar bij de organisatie was aangesteld, waaruit de volgende gegevens kunnen worden afgeleid: de taken van de personeelsleden en de arbeidsregeling van de personeelsleden, uitgedrukt in voltijdse equivalenten;
  4° de geanonimiseerde individuele loonrekeningen van alle aangestelde personeelsleden;
  5° de financiële planning voor het lopende en het volgende kalenderjaar;
  6° de resultatenrekening en de balans van het vorige boekjaar.
  In het beheerscontract kan worden vastgelegd dat nog andere stukken moeten worden overgezonden.
  De koepelorganisatie voor muziek dient de in het eerste lid genoemde stukken in bij het departement tegen uiterlijk 30 juni van het daaropvolgende kalenderjaar.
  § 2 - Het departement heeft gedurende een periode van vijf jaar het recht om - per activiteitenjaar waarvoor ondersteuning voor de organisatie als koepelorganisatie voor muziek is gegeven - te vragen om de boekhoudkundige documenten van de koepelorganisatie en alle bewijzen van de uitgaven te kunnen inzien. Binnen die periode kan het departement, ten laste van de Duitstalige Gemeenschap, een derde opdracht geven om de boekhouding te controleren en te controleren of de jaarlijkse subsidie gebruikt is waarvoor ze bestemd was. De organisatie bewaart alle bewijzen minstens gedurende die periode.
  Het departement heeft gedurende een periode van vijf jaar het recht om - per activiteitenjaar waarvoor ondersteuning voor de organisatie als koepelorganisatie voor muziek is gegeven - te vragen om volgende bewijzen te kunnen inzien: de bewijzen voor de naleving van de taken overeenkomstig artikel 73 van het decreet en de bewijzen voor de uitvoering van het beheerscontract overeenkomstig artikel 78 van het decreet. De organisatie bewaart alle bewijzen minstens gedurende die periode."

Art.9. In artikel 27.1, § 1, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 8 december 2016, wordt het woord "twee" vervangen door het woord "drie".

Art.10. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt aangenomen, met uitzondering van:
  1° de artikelen 2, 3 en 5, die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2024;
  2° artikel 9, dat uitwerking heeft met ingang van 1 september 2023.

Art. 11. De minister bevoegd voor Cultuur is belast met de uitvoering van dit besluit.