Artikels:
Artikel 1. Voor het begrotingsjaar 2025 worden de lopende ontvangsten van de Duitstalige Gemeenschap als volgt geraamd:
| (in duizenden euro) |
| Algemene ontvangsten | 455.785 |
| Toegewezen ontvangsten | 140.034 |
| Totaal | 595.819 |
De begroting van de ontvangsten is opgenomen in bijlage I. Art. 2. Met toepassing van artikel 3, eerste lid, van het decreet van 21 december 1995 houdende oprichting van een Fonds voor het beheer van de financiële schulden van de Duitstalige Gemeenschap wordt 10.000.000 euro van de totale dotatie als toegewezen ontvangsten ter beschikking gesteld van dit Fonds. Met toepassing van artikel 5, § 1, tweede lid, 9°, van het decreet van 21 januari 1991 houdende afschaffing en reorganisatie van begrotingsfondsen wordt 200.000 euro van de totale dotatie als toegewezen ontvangsten ter beschikking gesteld van het Fonds voor prestaties van de Duitstalige Gemeenschap. Met toepassing van artikel 1, § 2, 4°, van het decreet van 17 januari 1994 houdende inrichting van bijkomende begrotingsfondsen van de Duitstalige Gemeenschap wordt 10.000.000 euro van de totale dotatie als toegewezen ontvangsten ter beschikking gesteld van het participatie- en financieringsfonds van de Duitstalige Gemeenschap. Met toepassing van artikel 2, § 2, 1°, van het decreet van 26 juni 2023 tot oprichting van een fonds voor renteloze leningen aan op te leiden personen, studenten en leerlingen in knelpuntberoepen wordt 1.000.000 euro van de totale dotatie als toegewezen ontvangsten ter beschikking gesteld van het fonds voor beurzen van de Duitstalige Gemeenschap. Art. 3. Met toepassing van artikel 58, § 1, van het decreet van 25 mei 2009 houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap kan de Regering tot maximaal 1,5 miljard euro leningen aangaan en de uitgifte van thesauriebewijzen ondertekenen. Art. 4. Voor de uitgaven met betrekking tot het begrotingsjaar 2025 worden kredieten geopend ten bedrage van: (in duizenden euro) Vastleggingskredieten Ordonnanceringskredieten Algemene uitgaven 548.858 542.902 Begrotingsfondsen 137.805 142.805 Totaal 686.663 685.707De algemene uitgavenbegroting, per organisatieafdeling en per programma, is opgenomen in de bijlagen II.1 en II.2. Art. 5. De Regering wordt ertoe gemachtigd het door de Duitstalige Gemeenschap aangekochte materieel uit te lenen aan groeperingen, verenigingen en instellingen onder de door haar vastgestelde voorwaarden. Art. 6. De betaling van de nog niet vereffende vastleggingen die in de loop van de vorige begrotingsjaren vastgesteld werden ten laste van vastleggingskredieten van de basisallocaties waarvan de nummering intussen is gewijzigd of die onder andere allocaties zijn opgenomen, kan geboekt worden ten laste van vereffeningskredieten van de overeenkomstige programmakredieten en basisallocaties van het lopende begrotingsjaar. Art. 7. Ter uitvoering van artikel 57, § 2, tweede lid, van het decreet van 25 mei 2009 houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap kunnen subsidies toegekend worden ten laste van de basisallocaties die in bijlage 1 dienovereenkomstig aangegeven zijn. Art. 8. Met toepassing van artikel 75, derde lid, van hetzelfde decreet van 25 mei 2009 wordt het maximale bedrag van de vastleggingskredieten van de diensten met afzonderlijk beheer (DAB) voor het begrotingsjaar 2025 als volgt goedgekeurd: DAB Mediacentrum 361.000 EUR DAB Gemeenschapscentra 76.008.000 EUR Dienst voor zelfbeschikkend leven 27.262.000 EUR Dienst voor arbeidsbemiddeling 3.997.000 EUR Robert-Schuman-Instituut 740.000 EUR Koninklijk Atheneum Eupen 410.000 EUR César-Franck-Atheneum 319.000 EUR Koninklijk Atheneum Sankt Vith 386.000 EUR Centrum voor bevorderingspedagogiek 516.000 EUR DAB Service en Logistiek 1.844.000 EURArt. 9. Met toepassing van artikel 90, derde lid, van hetzelfde decreet van 25 mei 2009 wordt het maximale bedrag van de vastleggingskredieten van de instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 2025 als volgt goedgekeurd: Autonome hogeschool 701.000 EUR Belgisch Radio- en Televisiecentrum 7.995.000 EUR Instituut voor de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand 6.832.000 EUR Sociaal-Economische Raad 595.000 EUR Kaleido 1.343.000 EUR Centrum voor kinderopvang 12.764.000 EURArt. 10. De Regering wordt gemachtigd om over te gaan tot de betaling van de financiële middelen die van de provincie Luik werden ontvangen in het kader van het samenwerkingsakkoord, na overleg met de conferentie van de burgemeesters van de Duitstalige gemeenten en in dialoog met de actoren op het terrein, voor de financiering van maatregelen die als prioritair worden beschouwd voor de inwoners van de negen Duitstalige gemeenten, onder voorbehoud van de naleving, door de provincie, van de nog geldende contractuele bepalingen die in een rechtstreekse uitbetaling door de provincie aan de begunstigden voorzien. Art. 11. In afwijking van artikel 18, § 2, van het decreet van 18 maart 2002 betreffende de Infrastructuur wordt de Regering van de Duitstalige Gemeenschap ertoe gemachtigd, voor de infrastructuur-, inrichtings- en uitrustingsprojecten die zijn ingediend door de gemeenten, de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en de gemeentebedrijven (intercommunales), vanaf de inwerkingtreding van dit decreet en tot de voltooiing van het project, vooruitbetalingen te doen tot een plafond van 90 van de toegezegde subsidies per project. Art. 12. Ongeacht alle andersluidende bepalingen ontvangt de vzw Bischöfliche Schulen in der Deutschsprachigen Gemeinschaft een eenmalige aanvullende subsidie van 20.450 euro (of afgerond 21.000 euro) voor de volgende infrastructuurprojecten: gedeeltelijke renovatie van de schoolkeuken, asbestsanering Gentenbau en vernieuwing van de rand rond de speeltuigen van de Maria-Goretti-Schule Sankt Vith alsook voor het volgende infrastructuurproject: vernieuwing van de brandmeldcentrale van het internaat aan de Bischöfliche Schule Sankt Vith. Art. 13. In afwijking van artikel 171 van het Gemeentedecreet van 23 april 2018, in de versie van vóór de inwerkingtreding van het decreet van 25 januari 2021, kan de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van de gemeenten van het Duitse taalgebied in het begrotingsjaar 2025, onder de door de Regering bepaalde kadervoorwaarden, een deficitair saldo op de gewone of de buitengewone dienst vertonen. Art. 14. Dit decreet heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2025. (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 07-04-2025, p. 41500)