Details





Titel:

13 JUNI 2025. - Decreet tot wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997
Art. 2-18
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen.
Art. 19



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1997035456 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling
Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997
Art.2. In artikel 3 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, het laatst gewijzigd bij het decreet van 26 april 2024, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° punt 17° bis wordt vervangen door wat volgt:
  "17° bis gemeenschappelijk curriculum: de leerplannen die ten minste herkenbaar de doelen bevatten die noodzakelijk zijn om de minimumdoelen na te streven of te bereiken;";
  2° in punt 25° bis wordt het woord "ontwikkelingsdoelen" vervangen door de woorden "na te streven of te bereiken minimumdoelen";
  3° er wordt een punt 55° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
  "55° /1 vakdiscipline: een specifiek wetenschappelijk kennisdomein van waaruit in leergebieden te implementeren minimumdoelen voor het basisonderwijs worden ontwikkeld;";
  4° in punt 56° bis wordt het woord "eindtermen" vervangen door de woorden "te bereiken minimumdoelen".

Art.3. In artikel 11, tweede lid, van hetzelfde decreet, opgeheven bij het decreet van 6 juli 2018 en opnieuw opgenomen bij het decreet van 26 april 2024, wordt het woord "eindtermen" vervangen door de woorden "na te streven of te bereiken minimumdoelen".

Art.4. In artikel 17 van hetzelfde decreet, opgeheven bij het decreet van 17 juni 2016 en opnieuw opgenomen bij het decreet van 26 april 2024, wordt het woord "eindtermen" vervangen door de woorden "na te streven of te bereiken minimumdoelen".

Art.5. In artikel 27 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 6 juli 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid worden de woorden "eindterm te realiseren of een ontwikkelingsdoel na te streven" vervangen door de woorden "minimumdoel te bereiken of na te streven";
  2° in het tweede lid worden de woorden "eindtermen te realiseren of de ontwikkelingsdoelen na te streven" vervangen door de woorden "minimumdoelen te bereiken of na te streven".

Art.6. In artikel 27bis, § 1, 1°, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 6 juli 2007, worden de woorden "het realiseren van de eindtermen of het nastreven van de ontwikkelingsdoelen" vervangen door de woorden "het bereiken of nastreven van de minimumdoelen".

Art.7. In hoofdstuk V van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 26 april 2024, wordt het opschrift van afdeling 2 vervangen door wat volgt:
  "Afdeling 2. Minimumdoelen".

Art.8. In artikel 44 van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 26 april 2024, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° paragraaf 1 wordt vervangen door wat volgt:
  " § 1. 1° Minimumdoelen worden bij decreet goedgekeurd voor:
  a) het einde van het kleuteronderwijs;
  b) het vierde jaar van het lager onderwijs;
  c) het einde van het lager onderwijs.
  Met minimumdoelen wordt bedoeld: een minimum aan kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes, bestemd voor die leerlingenpopulatie.
  2° Na te streven minimumdoelen voor het kleuteronderwijs zijn minimumdoelen die wenselijk worden geacht voor die leerlingenpopulatie. Elke school heeft de maatschappelijke opdracht om die minimumdoelen op populatieniveau na te streven.
  Voor de kwaliteitscontrole met het oog op de erkenning en de doorlichting, vermeld in artikel 32, 1° en 2°, van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van het onderwijs, van de scholen voor het basisonderwijs baseert de onderwijsinspectie zich op het nastreven van die minimumdoelen.
  3° Voor het kleuteronderwijs zijn de op populatieniveau te bereiken minimumdoelen voor Nederlands beperkt tot woordenschat en luistervaardigheden, en voor wiskunde tot getalbegrip.
  Te bereiken minimumdoelen voor het lager onderwijs zijn minimumdoelen die noodzakelijk en bereikbaar worden geacht voor die leerlingenpopulatie. Elke school heeft de maatschappelijke opdracht om die minimumdoelen op populatieniveau te bereiken.
  Voor de kwaliteitscontrole met het oog op de erkenning en de doorlichting, vermeld in artikel 32, 1° en 2°, van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van het onderwijs, van de scholen voor het basisonderwijs baseert de onderwijsinspectie zich op het bereiken van die minimumdoelen.
  4° Voor het einde van het lager onderwijs worden op individueel niveau te bereiken minimumdoelen vastgelegd voor Nederlands en wiskunde. Elke school heeft de maatschappelijke opdracht om die minimumdoelen op individueel niveau te bereiken. Voor de kwaliteitscontrole met het oog op de erkenning en de doorlichting, vermeld in artikel 32, 1° en 2°, van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van het onderwijs, van de scholen voor het basisonderwijs baseert de onderwijsinspectie zich op het bereiken van die minimumdoelen op individueel niveau.
  Die doelen worden door elke leerling bereikt op het einde van het basisonderwijs met het oog op het verkrijgen van het getuigschrift basisonderwijs. De klassenraad kan conform artikel 53 van dit decreet oordelen dat een leerling het getuigschrift basisonderwijs kan verkrijgen zonder dat de betrokken leerling elk minimumdoel op individueel niveau heeft bereikt.
  5° Voor leerlingen met een IAC-verslag vertrekken scholen van de minimumdoelen voor het bepalen van de doelen voor het individueel aangepast curriculum, vermeld in artikel 46.
  Elke school heeft de maatschappelijke opdracht om de doelen met betrekking tot kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes die zijn opgenomen in het individueel aangepast curriculum, vermeld in artikel 46, na te streven bij de leerlingen.
  Voor de kwaliteitscontrole in functie van de erkenning en de doorlichting, zoals bedoeld in artikel 32, 1° en 2°, van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van het onderwijs, van de scholen voor het basisonderwijs, baseert de onderwijsinspectie zich voor leerlingen met een IAC-verslag op het nastreven van de doelen die zijn bepaald in de individueel aangepaste curricula.
  6° Voor het onderwijs in godsdienst, niet-confessionele zedenleer en cultuurbeschouwing zijn er geen na te streven of te bereiken minimumdoelen.";
  2° paragraaf 2 wordt vervangen door wat volgt:
  " § 2. De minimumdoelen voor het kleuteronderwijs worden geformuleerd op basis van de volgende vakdisciplines:
  1° Nederlands;
  2° wiskunde;
  3° geschiedenis;
  4° aardrijkskunde;
  5° wetenschap en techniek;
  6° lichamelijke opvoeding;
  7° muzische vorming; en
  8° attitudes.
  De minimumdoelen voor het vierde en het zesde jaar lager onderwijs worden geformuleerd op basis van de volgende vakdisciplines:
  1° Nederlands;
  2° wiskunde;
  3° Frans
  4° geschiedenis;
  5° aardrijkskunde;
  6° wetenschap en techniek;
  7° ICT;
  8° lichamelijke opvoeding;
  9° muzische vorming; en
  10° attitudes.
  Deze minimumdoelen worden niet vastgehaakt aan leergebieden. Het zijn de schoolbesturen die de verbinding maken tussen de minimumdoelen en leergebieden. Daarbij wordt ervoor gezorgd dat in minstens de helft van de ingerichte lestijden wordt gefocust op Nederlands en wiskunde.";
  3° paragraaf 3 wordt vervangen door wat volgt:
  " § 3. De ontwikkeling van minimumdoelen wordt geïnitieerd door de Vlaamse Regering. De regering stelt daartoe een expertencommissie aan, die ten minste bestaat uit experten uit de academische wereld en onderwijspersoneel van de verschillende netten. De expertencommissie formuleert wetenschappelijk onderbouwde minimumdoelen die voldoen aan de volgende kwaliteitscriteria: ze zijn ambitieus, kennisrijk, eenduidig interpreteerbaar, evalueerbaar, consistent, coherent en haalbaar. De expertencommissie wordt geadviseerd door een of meer ontwikkelcommissies voor verschillende vakdisciplines waaronder leerpsychologie en gedragswetenschappen, die een ontwerp van minimumdoelen voor hun respectieve vakdisciplines opstellen. Die subcommissies bestaan uit leerkrachten, directies, de vertegenwoordigers van het Gemeenschapsonderwijs en de verenigingen van schoolbesturen van het gesubsidieerd onderwijs, en vakexperten en andere experten uit het hoger onderwijs.
  Het finale ontwerp van het geheel van minimumdoelen wordt bepaald door de expertencommissie. Het Vlaams Parlement of de Vlaamse Regering legt dat finale ontwerp vervolgens voor advies voor aan de Vlaamse Onderwijsraad, de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen en de vertegenwoordigers van het Gemeenschapsonderwijs en de verenigingen van schoolbesturen van het gesubsidieerde onderwijs. De Vlaamse Onderwijsraad, de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen en de onderwijsverstrekkers baseren hun advies minstens op de kwaliteitscriteria, vermeld in het eerste lid. Het advies van de Vlaamse Onderwijsraad wordt verstrekt binnen de termijn, vermeld in artikel 72 van het decreet van 2 april 2004 betreffende de participatie op school en de Vlaamse Onderwijsraad. Het advies van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen wordt verstrekt binnen de termijn, vermeld in artikel 14 van het decreet van 7 mei 2004 inzake de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen. Het advies van de vertegenwoordigers van het Gemeenschapsonderwijs en de verenigingen van schoolbesturen van het gesubsidieerde onderwijs wordt versterkt binnen een termijn van dertig kalenderdagen. In spoedeisende gevallen, die met redenen worden omkleed, kan de adviesverzoeker de termijn inkorten op voorwaarde dat die termijn ten minste tien werkdagen bedraagt.
  De minimumdoelen worden periodiek gescreend op hun actualiteitswaarde en worden zo nodig bijgestuurd. Minstens om de vijf jaar wordt over die screening gerapporteerd aan het Vlaams Parlement. De Vlaamse Regering bepaalt daarvoor de procedure.
  Het bereiken van de minimumdoelen en de leerwinst bij kleuters wordt om de drie jaar gepeild door middel van een representatieve steekproef in het laatste jaar van het kleuteronderwijs. De Vlaamse Regering bepaalt daarvoor de procedure.";
  4° in paragraaf 4, eerste lid, worden de woorden "van ontwikkelingsdoelen en eindtermen" vervangen door de woorden "van na te streven en te bereiken minimumdoelen";
  5° in paragraaf 4, tweede lid, worden de woorden "ontwikkelingsdoelen en eindtermen" vervangen door de woorden "na te streven en te bereiken minimumdoelen";
  6° paragraaf 5 wordt vervangen door wat volgt:
  " § 5. De minimumdoelen worden bij decreet vastgesteld.";
  7° in paragraaf 6 worden de woorden "van ontwikkelingsdoelen en eindtermen" vervangen door de woorden "van na te streven en te bereiken minimumdoelen";
  8° in paragraaf 7 worden de woorden "van ontwikkelingsdoelen en eindtermen" vervangen door de woorden "van na te streven en te bereiken minimumdoelen";
  9° in paragraaf 8 worden de woorden "van ontwikkelingsdoelen en eindtermen" vervangen door de woorden "van na te streven en te bereiken minimumdoelen".

Art.9. In artikel 44bis van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 15 juli 1997 en vervangen bij het decreet van 26 januari 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° paragraaf 1 wordt vervangen door wat volgt:
  " § 1. Als een schoolbestuur oordeelt dat de minimumdoelen onvoldoende ruimte laten voor de eigen pedagogische en onderwijskundige opvattingen of er onverzoenbaar mee zijn, dient het bij de regering een aanvraag tot gelijkwaardigheid in door vervangende minimumdoelen voor te stellen. Het schoolbestuur dient die aanvraag in, uiterlijk op 1 september van het schooljaar dat voorafgaat aan het schooljaar waarin de vervangende minimumdoelen zullen gelden.
  In afwijking van het eerste lid kunnen aanvragen tot gelijkwaardigheid voor het schooljaar 2026-2027 ingediend worden tot en met 30 november 2025.
  Als de aanvraag wordt ingediend naar aanleiding van een wijziging van minimumdoelen, geldt een gedoogperiode van één volledig schooljaar waarbinnen de aanvrager nog met de oude eindtermen of minimumdoelen of ontwikkelingsdoelen of in voorkomend geval oude afwijkende eindtermen of minimumdoelen of ontwikkelingsdoelen mag werken.
  De aanvraag is alleen ontvankelijk als precies wordt aangegeven waarom de minimumdoelen onvoldoende ruimte laten voor de eigen pedagogische en onderwijskundige opvattingen of waarom ze er onverzoenbaar mee zijn. Het schoolbestuur stelt in dezelfde aanvraag vervangende minimumdoelen voor.
  2° in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden "eindtermen of ontwikkelingsdoelen in hun geheel gelijkwaardig zijn met deze eindtermen of ontwikkelingsdoelen" vervangen door de woorden "minimumdoelen in hun geheel gelijkwaardig zijn met die minimumdoelen";
  3° in paragraaf 2, tweede lid, 3°, a), worden de woorden "ontwikkelingsdoelen of eindtermen" vervangen door de woorden "na te streven of te bereiken minimumdoelen";
  4° in paragraaf 2, tweede lid, 3°, b), worden de woorden "ontwikkelingsdoelen worden nagestreefd of eindtermen worden bereikt" vervangen door de woorden "minimumdoelen worden nagestreefd of bereikt";
  5° in paragraaf 3 worden de woorden "eindtermen of ontwikkelingsdoelen" vervangen door de woorden "na te streven of te bereiken minimumdoelen";
  6° In afwijking van het eerste lid beslist de regering in schooljaar 2025-2026 uiterlijk op 1 april over de aanvraag.

Art.10. In artikel 44ter, tweede lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 16 juni 2017, wordt het woord "eindtermen" vervangen door de woorden "te bereiken minimumdoelen".

Art.11. In artikel 44quater van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 28 april 2023, wordt het woord "eindtermen" telkens vervangen door de woorden "te bereiken minimumdoelen".

Art.12. In artikel 45 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 26 januari 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° paragraaf 1 wordt vervangen door wat volgt:
  " § 1. Vanuit de minimumdoelen voor het kleuter- en lager onderwijs ontwikkelt het schoolbestuur in omvang beperkte leerplannen die voldoende ruimte laten voor de inbreng van scholen, leraren of lerarenteams. Het schoolbestuur kan daarin ook aanvullende doelen opnemen, voor zover die aanvullende doelen niet tegenstrijdig zijn met de minimumdoelen of er afbreuk aan doen.
  In de leerplannen zijn bij de opgenomen doelen in elk geval alle betrokken, bij decreet vastgestelde minimumdoelen, vermeld in artikel 44, § 1, letterlijk opgenomen, waarbij transparant het onderscheid gemaakt wordt tussen na te streven en te bereiken minimumdoelen en waarbij het ook duidelijk is welke doelen het schoolbestuur heeft toegevoegd.
  Leerplannen worden ter goedkeuring voorgelegd aan het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen (AHOVOKS), opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009 tot oprichting van het intern verzelfstandigd Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen. Dat agentschap toetst of de minimumdoelen volledig en correct zijn omgezet in het leerplan, of de minimumdoelen letterlijk zijn opgenomen in het leerplan en of dat leerplan geen elementen bevat die tegenstrijdig zijn met de vastgestelde minimumdoelen of die de realisatie ervan in de weg staan.
  De Vlaamse Regering kan nadere bepalingen vastleggen met betrekking tot de goedkeuringscriteria en indieningsmodaliteiten van de leerplannen.";
  2° in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden "eindtermen en ontwikkelingsdoelen" vervangen door de woorden "na te streven en te bereiken minimumdoelen";
  3° paragraaf 3 wordt vervangen door wat volgt:
  " § 3. In afwijking van paragraaf 1 hoeven de leerplannen godsdienst, niet-confessionele zedenleer en cultuurbeschouwing niet ter goedkeuring te worden voorgelegd aan het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen. Die leerplannen worden publiek bekendgemaakt.";
  4° in paragraaf 4 worden de woorden "eindtermen en ontwikkelingsdoelen" vervangen door het woord "minimumdoelen".

Art.13. In artikel 46, § 2, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 5 mei 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid worden de woorden "eindtermen of ontwikkelingsdoelen" vervangen door het woord "minimumdoelen";
  2° in het tweede lid worden de woorden "eindtermen en van de ontwikkelingsdoelen van het buitengewoon onderwijs" vervangen door het woord "minimumdoelen".

Art.14. In artikel 53, tweede lid, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 5 april 2019, wordt het woord "eindtermen" vervangen door het woord "minimumdoelen".

Art.15. In artikel 57bis, tweede lid, 1°, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 1 juli 2011, wordt het woord "eindtermen" vervangen door de woorden "na te streven of te bereiken minimumdoelen".

Art.16. In artikel 57ter, eerste lid, 1°, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 1 juli 2011, wordt het woord "eindtermen" vervangen door de woorden "na te streven of te bereiken minimumdoelen".

Art.17. In artikel 62, van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 5 mei 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 1, 9°, wordt de zinsnede "eindtermen, ontwikkelingsdoelen" vervangen door de woorden "na te streven of te bereiken minimumdoelen";
  2° in paragraaf 2 wordt punt 2° opgeheven.

Art.18. In artikel 168, 3°, van hetzelfde decreet, opgeheven bij het decreet van 9 december 2005, opnieuw opgenomen bij het decreet van 21 december 2012 en vervangen bij het decreet van 25 april 2014, wordt het woord "ontwikkelingsdoelen" vervangen door de woorden "na te streven of te bereiken minimumdoelen".

HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen.
Art. 19. Dit decreet treedt in werking op 1 september 2025, met uitzondering van artikel 8, 3° en 6°, die in werking treden op de dag die volgt op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.