7 MEI 2025. - Koninklijk besluit tot omzetting van de amendementen van 2022 aan het MLC-Verdrag
Art. 1-8
Artikel 1. In artikel 7 van Bijlage XIV van het koninklijk besluit van 20 juli 1973 houdende zeevaartinspectiereglement, gewijzigd bij besluit van 29 februari 2004 en 30 september 2014, wordt het laatste lid van punt 2. A. a) opgeheven.
Art.2. Artikel 9 van Bijlage XIV van het koninklijk besluit van 20 juli 1973 houdende zeevaartinspectiereglement wordt vervangen als volgt:
" 1. Geschikte ontspanningsvoorzieningen en diensten, met inbegrip van sociale connectiviteit, dienen aan boord beschikbaar te zijn voor zeevarenden, teneinde tegemoet te komen aan de bijzondere behoeften van zeevarenden die op schepen moeten wonen en werken, met inachtneming van voorschrift 4.3 van het MLC-Verdrag en de daarmee verband houdende bepalingen van de overeenstemmende Code met betrekking tot de bescherming van de gezondheid en veiligheid en ongevallenpreventie.
2. Rederijen moeten, voor zover dit redelijkerwijs uitvoerbaar is, internet ter beschikking stellen van de zeevarenden aan boord van hun schepen, indien nodig kan hiervoor een redelijke kostprijs worden aangerekend.
3. Aan boord van elk schip en rekening gehouden met zijn afmetingen en bemanning, moet in voldoende open dekruimte worden voorzien ten behoeve van de niet op dienst zijnde zeevarenden.
4. Behoorlijk gemeubeld en op een geschikte plaats gelegen ontspanningslokalen dienen aan boord beschikbaar te zijn voor de zeevarenden. Zijn er geen dergelijke lokalen buiten de refters, dan moeten deze laatste zodanig ingericht en gemeubeld worden dat zij als ontspanningslokaal kunnen dienen.
Art.3. In punt 1 van artikel 13 van Bijlage XIV van hetzelfde besluit, gewijzigd bij besluit van 7 januari 1998, 29 februari 2004 en 15 november 2021, worden de woorden "waarvan de brutotonnenmaat meer bedraagt dan 500, " opgeheven.
Art.4. Artikel 2.4 van het koninklijk besluit van 30 juli 2021 tot optimalisatie van de maritieme arbeidsbepalingen wordt hernummerd naar artikel 2.4.1.
Art.5. In hetzelfde besluit wordt een artikel 2.4.2 ingevoegd, luidende:
"Art. 2.4.2. De reder rapporteert onverwijld de gegevens overeenkomstig norm A4.3, paragraaf 5, a) en richtlijn B4.3.5, paragrafen 4 en 5 van het MLC-Verdrag en de nationale bepalingen tot uitvoering van de bepalingen van het MLC-Verdrag aan de FOSO."
Art.6. Artikel 3.6 van het koninklijk besluit van 15 november 2021 inzake essentiële middelen aan boord van schepen wordt vervangen als volgt:
De organisatie en uitrusting van de cateringafdeling zijn zodanig dat aan de zeevarenden goede, gevarieerde, gebalanceerde en voedzame maaltijden kunnen worden verstrekt die onder hygiënische omstandigheden worden bereid en opgediend.
Art.7. In artikel 3.7, paragraaf 1, van hetzelfde besluit wordt 1° aangevuld met de woorden "overeenkomstig artikel 3.6 en norm A3.2, paragraaf 2, b) van het MLC-Verdrag".
Art. 8. De minister bevoegd voor maritieme mobiliteit is belast met de uitvoering van dit besluit.