Details





Titel:

11 APRIL 2025. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende verlenging van de afwijking van de artikelen 7, 12 en 14 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 27 mei 2009 betreffende de opleidingen van de animatoren en coördinatoren van vakantiecentra, de erkenning van de opleidingsorganen, de homologatie van de brevetten, de gelijkwaardigheden en de adviescommissie betreffende de opleiding



Inhoudstafel:


Art. 1-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° " het decreet " : het decreet van 17 mei 1999 betreffende de vakantiecentra ;
  2° " het besluit " : het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 27 mei 2009 betreffende de opleidingen van de animatoren en coördinatoren van vakantiecentra, de erkenning van de opleidingsorganen, de homologatie van de brevetten, de gelijkwaardigheden en de adviescommissie betreffende de opleiding;

Art.2. In afwijking van artikel 7 van het besluit en enkel voor opleidingen waarvan een deel plaatsvindt in 2025 of 2026, kan de opleidingsinstelling een afwijking vragen bij de Jeugddienst zodat de deelnemer zijn theoretische opleiding kan aanvangen vóór zijn 16e verjaardag, op voorwaarde dat hij op de eerste dag van de begeleide praktijkstage minstens 16 jaar oud is en dat deze stage wordt afgerond binnen een periode van maximaal één jaar, te rekenen vanaf de eerste dag van de theoretische opleiding.

Art.3. In afwijking van artikel 11 van het besluit en enkel voor de opleidingen waarvan een deel in 2025 en 2026 plaatsvindt, zijn de praktische nadere regels voor de organisatie van de opleiding van coördinator de volgende :
  1° een eerste periode praktijkstage van minstens 100 uur als gebrevetteerd of ermee gelijkgesteld animator in een vakantiecentrum erkend overeenkomstig het decreet, te presteren voor de eerste praktijkstage van 75 uur als coördinator bedoeld in artikel 3, eerste lid, 2°, b;
  2° 150 uur theoretische opleiding waarvan minstens 110 uur residentieel, verdeeld over twee cycli. Elke cyclus omvat ten minste :
  a) minstens 70 uur theoretische opleiding, waarvan 8 uur inclusief collectieve beoordeling, worden na de praktijkstage gevolgd;
  b) een stage van 75 uur als coördinator.
  De twee cycli bedoeld in het eerste lid, 2°, lopen over een totale duur van minimaal 12 maanden en maximaal 48 maanden.
  De praktijkstages als coördinator worden georganiseerd als volgt :
  1° tijdens de eerste opleidingscyclus moet de praktijkstage gesuperviseerd worden door een gebrevetteerde coördinator of in tweede opleidingscyclus of een overeenkomst ondertekend hebben met de inrichtende macht van het vakantiecentrum. Die overeenkomst bepaalt de praktische nadere regels voor de begeleiding. De opleidingscommissie wordt ermee belast een redactiesjabloon op te stellen voor die overeenkomst;
  2° tijdens de tweede opleidingscyclus verloopt de praktijkstage als volwaardige coördinator in de vorm van een speelplein.

Art.4. In afwijking van artikel 12 van het besluit en enkel voor opleidingen waarvan een deel plaatsvindt in 2025 of 2026, kan de opleidingsinstelling een afwijking vragen bij de Jeugddienst zodat de deelnemer als geschoolde animator zijn theoretische opleiding kan aanvangen vóór zijn 18e verjaardag, op voorwaarde dat hij op de eerste dag van de praktijkstage minstens 18 jaar oud is, zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, 2°, b) en dat deze stage wordt afgerond binnen een periode van één jaar, te rekenen vanaf de eerste dag van de theoretische opleiding.

Art.5. In afwijking van artikel 14 van het besluit kunnen de opleidingsinstellingen die dit nodig achten, voor de opleidingen die in 2025 of 2026 worden georganiseerd, een afwijking vragen bij de Jeugddienst om de volgende minimale toezichtnormen toe te passen :
  1° twee opleiders voor 8 tot 24 deelnemers ;
  2° drie opleiders voor 25 tot 36 deelnemers.
  De theoretische opleiding telt maximaal 36 deelnemers per groep.

Art.6. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2025.

Art. 7. De Minister van Jeugd en Kind is belast met de uitvoering van dit besluit.