Details





Titel:

3 APRIL 2025. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 augustus 2017 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Wijzigingsbepalingen Artikel 1. In artikel 1, § 1 van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 augustus 2017 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp, wordt de bepaling onder 15° opgeheven.
Art. 2-23, 117/1, 24-30, 143/1, 143/2, 31-69
HOOFDSTUK II. - Overgangsbepalingen
Art. 70-72
HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art. 73-74



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2017013133 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Wijzigingsbepalingen Artikel 1. In artikel 1, § 1 van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 augustus 2017 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp, wordt de bepaling onder 15° opgeheven.
Art. 2. In artikel 16 van hetzelfde besluit, vervangen bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 mei 2019, wordt de zin "Het vergelijkend wervingsexamen bestaat uit één of meerdere proeven waaronder een mondelinge proef, die eliminerend kunnen zijn." vervangen door de zinnen "Het vergelijkend wervingsexamen bestaat uit één of meerdere proeven waaronder een mondelinge proef, en eventueel fysieke proeven, die eliminerend kunnen zijn. Indien deze worden georganiseerd, hanteren de fysieke proeven gelijke prestatiedrempels voor alle kandidaten en zijn zij een schiftingsproef, waarbij de kandidaten ofwel geslaagd, ofwel niet geslaagd zijn. De fysieke proeven hebben derhalve geen invloed op het klassement van de kandidaat.".

Art.3. In artikel 23 van hetzelfde besluit, vervangen bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid worden de woorden "de verantwoordelijke voor de rekruten en" opgeheven;
  2° tussen het eerste lid en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende: "De hoedanigheid van stagemeester en diensthoofd van de dienst instructie kunnen gecombineerd worden door één persoon.".

Art.4. In artikel 25 van hetzelfde besluit, vervangen bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2023, wordt paragraaf 2 vervangen door wat volgt:
  "De stagemeester is de rechtstreekse meerdere van de stagiair, aan wie hij de activiteiten van de andere diensten van de DBDMH toelicht. Indien hij dit wenst, kan de stagemeester de follow-up en het dagelijks beheer van de rekruten delegeren aan een verantwoordelijke van de rekruten".

Art.5. In artikel 27 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2023, wordt paragraaf 1 vervangen als volgt:
  " § 1. De stagemeester maakt stageverslagen op na de nodige informatie te hebben ingewonnen van lesgevers en hiërarchische meerderen van de stagiair. Daarna volgt een evaluatiegesprek over het stageverslag en het verloop van de stage tussen de stagiair en de stagemeester, met name over:
  1° de vormingsactiviteiten en de resultaten ervan;
  2° de wijze waarop de stagiair zich in de dienst integreert;
  3° de uitvoering van de opdrachten die hem worden toevertrouwd;
  4° het gedrag van de stagiair met zijn hiërarchische meerderen, met inbegrip van de stagemeester.
  Wanneer het stageverslag de vermelding 'te verbeteren' of 'onvoldoende' bevat of indien de stagiair dit wenst, verloopt het evaluatiegesprek in aanwezigheid van de stagiair, de stagemeester en het (adjunct-)diensthoofd van de dienst instructie.
  Indien de stagemeester dit wenst, kan hij het voeren van het evaluatiegesprek delegeren aan een verantwoordelijke van de rekruten. In dit geval, wanneer het stageverslag de vermelding 'te verbeteren' of 'onvoldoende' bevat of indien de stagiair dit wenst, verloopt het evaluatiegesprek in de aanwezigheid van de stagiair, de verantwoordelijke van de rekruten en de stagemeester.".

Art.6. In artikel 28 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid van de Nederlandse versie, wordt het woord "stelt" toegevoegd tussen de woorden "en" en "hij";
  2° in het tweede lid worden de woorden "de verantwoordelijke van de rekruten" vervangen door de woorden "het diensthoofd van instructie of het adjunct-diensthoofd van instructie".

Art.7. In artikel 30, achtste lid van hetzelfde besluit, vervangen bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2023, wordt het woord "ex-aequo" vervangen door de woorden "bij gelijkheid van stemmen".

Art.8. In artikel 31 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 mei 2019, waarvan de bestaande tekst in het eerste lid paragraaf 1 zal vormen, en de bestaande tekst in het tweede lid paragraaf 2 zal vormen, wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende:
  " § 3. Als de operationeel HRM-dienst voorstelt om de stagiair te ontslaan, dient de stagiair zijn compensatie-uren op te nemen, of, bij gebrek aan beschikbare compensatie-uren, geniet de stagiair dienstvrijstelling vanaf het voorstel tot ontslag tot de beslissing van de benoemende overheid."

Art.9. In artikel 33 van hetzelfde besluit, vervangen bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 1 worden de woorden ", de verantwoordelijke van de rekruten" opgeheven;
  2° in paragraaf 1 van de Nederlandse versie worden de woorden "de verantwoordelijke" vervangen door de woorden "het diensthoofd";
  3° er wordt een paragraaf 2/1 ingevoegd, luidende:
  " § 2/1. Indien de persoon die conform dit artikel uitgenodigd wordt, niet in staat is om aanwezig te zijn op de geplande datum van verhoor, kan er, met instemming van de voorzitter van de stagecommissie, ook een schriftelijke nota met zijn bevindingen door hem worden neergelegd die gevoegd wordt bij het dossier en die ter kennis van de stagiair wordt gebracht. De stagiair moet steeds in de mogelijkheid zijn om, ten laatste op de hoorzitting, zijn opmerkingen op deze schriftelijke nota te geven.".

Art.10. In artikel 39 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2023, wordt het eerste lid aangevuld met de woorden "en dit minstens 10 dagen voor de hoorzitting".

Art.11. In artikel 52 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 mei 2019, worden de woorden "sergeant majoor" vervangen door het woord "sergeant-majoor".

Art.12. In artikel 58 van hetzelfde besluit, vervangen bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° tweede lid wordt als volgt vervangen:
  "Om aan het bevorderingsexamen te kunnen deelnemen, moeten de personeelsleden voldoen aan de in dit hoofdstuk bedoelde bevorderingsvoorwaarden, met uitzondering van het slagen voor het bevorderingsexamen, op de volgende momenten:
  1° op de laatste dag van de inschrijvingsperiode, voorzien in art. 47, § 2, laatste lid en;
  2° op de eerste dag van de eerste proef van het bevorderingsexamen.";
  2° tussen lid 2 en lid 3 wordt het volgende lid ingevoegd: "De tijd die nodig is om deel te nemen aan het bevorderingsexamen wordt beschouwd als arbeidstijd voor de personeelsleden".

Art.13. Artikel 61 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2023, wordt vervangen als volgt:
  "Voor de bevordering tot een graad die niet tot een gecontingenteerde groep behoort, spreekt de directieraad zich in zijn gemotiveerd advies uit over iedere kandidaat die voldoet aan de vereisten om de betrekking te bekleden. Het gemotiveerd advies van de directieraad is gebaseerd op de rangschikking van de kandidaten voor het bevorderingsexamen.
  Wanneer vastgesteld wordt dat meerdere kandidaten dezelfde positie innemen in de rangschikking die het resultaat is van het bevorderingsexamen, worden zij geacht gelijke kwalificaties te hebben. Bij gelijkheid tussen de kandidaten, wordt de voorkeur gegeven aan diegene die, in volgorde:
  1° bij gelijke kwalificatie, tot het geslacht behoort dat het minst vertegenwoordigd is in deze bevorderingsrang binnen de instelling, onder voorbehoud van een objectieve beoordeling die rekening houdt met de specifieke persoonlijke situatie van elke kandidaat, zonder dat deze voorkeur automatisch of onvoorwaardelijk wordt toegekend.
  2° de hoogste graadanciënniteit heeft;
  3° de hoogste niveauanciënniteit heeft;
  4° de hoogste dienstanciënniteit heeft in het operationeel kader van de DBDMH.
  De bepaling van het minst vertegenwoordigde geslacht wordt vastgesteld op het ogenblik dat het advies van de directieraad gegeven wordt. De voorrangsregel bedoeld in lid 3, 1 is enkel van toepassing indien de directieraad op dat ogenblik vaststelt dat het betrokken geslacht nog steeds ondervertegenwoordigd is op dat bevorderingsniveau.
  Het feit dat de ambtenaar binnen het operationeel kader van de DBDMH werd aangeworven op basis van een arbeidscontract heeft geen invloed op de berekening van de anciënniteit, die op dezelfde wijze wordt berekend als voor een ambtenaar die als statutair werd aangeworven.
  De directieraad rangschikt de kandidaturen in de aldus verkregen volgorde en formuleert een voorstel tot bevordering aan de benoemende overheid.".

Art.14. In artikel 68, eerste lid van hetzelfde besluit, worden de woorden "officier ten minste van rang A1" vervangen door de woorden "personeelslid met een hogere graad dan de stagiair".

Art.15. In artikel 87 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  a) in het tweede lid, 4°, worden de woorden "de documenten betreffende" geschrapt ;
  b) het tweede lid wordt aangevuld met de bepalingen onder 6°, luidende: "6° alle documenten die de prestaties van het personeelslid beoordelen en waarvan hij wenst dat ze in zijn evaluatiedossier worden opgenomen.";
  c) in het derde lid wordt het woord "dossier" vervangen door het woord "evaluatiedossier".

Art.16. Artikel 92 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2023, wordt vervangen als volgt:
  "In de loop van elke evaluatieperiode, worden de gunstige of ongunstige bevindingen en evaluaties over het personeelslid bij het evaluatiedossier gevoegd.
  Tenzij het arbeidsreglement een langere termijn voorschrijft, heeft het personeelslid zeven dagen om eventuele opmerkingen te formuleren.
  Het personeelslid kan documenten met een beoordeling betreffende de uitvoering van zijn werk aan zijn evaluatiedossier toe voegen.".

Art.17. Artikel 104 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
  "Art. 104. § 1. Onverminderd artikel 105, vraagt het personeelslid een vrijwillige mutatie aan door te reageren op een aanbod van interne mobiliteit dat minstens per dienstnota door HRM wordt meegedeeld.
  § 2. Wanneer de mutatie betrekking heeft op een functie van dispatcher, kan de directieraad een mobiliteitsperiode van drie maanden opleggen, die volgens dezelfde modaliteiten verloopt als de mobiliteitsstage voorzien in de artikelen 127 tot 143/1.
  § 3. De dienstnota waarop § 1 betrekking heeft vermeldt:
  1° de functiebeschrijving;
  2° het profiel dat van de kandidaten vereist wordt;
  3° de termijn waarbinnen het personeelslid zijn belangstelling voor de functie kenbaar moet maken;
  4° de eventuele noodzaak om voor een mobiliteitsstage te slagen".

Art.18. In artikel 105 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 mei 2019, wordt de zin "Elk personeelslid kan te allen tijde op eigen initiatief een mutatie aanvragen." in het begin van het eerste lid toegevoegd.

Art.19. In artikel 106/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 mei 2019, wordt het cijfer "21" vervangen door het cijfer "30".

Art.20. In artikel 107, 1° van hetzelfde besluit, gewijzigd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 mei 2019, worden de woorden ", al dan niet in een re-integratiebeoordeling," ingevoegd tussen de woorden "verklaard" en "voor".

Art.21. Artikels 108 en 109 van hetzelfde besluit, vervangen bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2023, worden vervangen als volgt:
  "Art. 108. Binnen de DBDMH brengt een wedertewerkstellingscommissie, samengesteld door de directieraad, advies uit over de aan het wedertewerkgesteld personeelslid toe te kennen betrekking.
  De wedertewerkstellingscommissie bestaat minstens uit de volgende personen:
  1° een lid van de operationeel HRM-dienst;
  2° een lid van HRM.
  Bij de gevallen van wedertewerkstellingen om medische onbekwaamheid bestaat de commissie eveneens uit de arbeidsarts, de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk en eventueel andere personeelsleden of diensten wiens expertise nuttig wordt geacht door de directieraad.
  De commissie kan de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk eveneens horen bij de gevallen van wedertewerkstellingen wegens operationele ongeschiktheid.
  De commissie kan de ambtenaar horen indien zij zulks nodig acht. Indien de commissie zetelt in het kader van een wedertewerkstelling om medische redenen na re-integratiebeoordeling, zal de ambtenaar gevraagd worden om deel te nemen aan de zitting teneinde een overleg over re-integratiemogelijkheden tussen wedertewerkstellingscommissie, arbeidsarts en ambtenaar mogelijk te maken. De ambtenaar mag zich laten bijstaan door een persoon van zijn keuze.

Art.109. § 1. De wedertewerkstellingscommissie kan aanbevelen dat het betrokken personeelslid een proefperiode van maximaal drie maanden moet presteren, waarna de wedertewerkstelling door de wedertewerkstellingscommissie wordt beoordeeld, na de hiërarchische meerdere van het betrokken personeelslid gehoord te hebben, en een nieuw advies wordt uitgebracht. Een proefperiode kan maximaal tweemaal worden aanbevolen en opgelegd door de directieraad.
  Indien nodig kan de directieraad beslissen dat er redelijke aanpassingen dienen te gebeuren aan de werkpost.
  Het personeelslid wordt wedertewerkgesteld behalve:
  1° indien dit technisch of objectief niet mogelijk is ;
  2° wanneer de proefperiodes negatief werden beoordeeld;
  3° indien dit om gegronde redenen redelijkerwijze niet kan worden geëist.
  In dergelijke gevallen wordt het personeelslid in disponibiliteit gesteld wegens ambtsontheffing in het belang van de dienst, overeenkomstig artikel 156.
  § 2. In de gevallen van wedertewerkstelling beoogd in artikel 107, 2° en 3°, spreekt de directieraad zich uit binnen een termijn van drie maanden vanaf de aanvraag tot wedertewerkstelling of de beslissing tot operationele (on)geschiktheid, op advies van de wedertewerkstellingscommissie.
  § 3. In geval van wedertewerkstelling beoogd in artikel 107, 1°, spreekt de directieraad zich uit binnen een termijn van
  1° 63 kalenderdagen na de (re-integratie)beoordeling van de bedrijfsarts, wanneer de ambtenaar tijdelijk ongeschikt is voor zijn functie;
  2° 6 maanden na de (re-integratie)beoordeling van de bedrijfsarts, wanneer de ambtenaar definitief ongeschikt is voor zijn functie.
  § 4. In de gevallen van wedertewerkstelling beoogd in artikel 107, 1° en 3° kan de officier-dienstchef beslissen om het betrokken personeelslid tewerk te stellen in een tijdelijke functie tot de beslissing van de directieraad van tijdelijke of definitieve wedertewerkstelling van kracht is.".

Art.22. In artikel 113, § 1 van de Nederlandse versie van hetzelfde besluit, gewijzigd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 mei 2019, wordt het woord "tijdelijk" opgeheven.

Art.23. In boek I, titel IV van hetzelfde besluit, wordt een hoofdstuk V ingevoegd die het artikel 117/1 bevat, luidende:
  "HOOFDSTUK V. - De re-integratie

Art. 117/1. § 1. Wanneer de ambtenaar arbeidsongeschikt is voor het overeengekomen werk, kan een re-integratietraject worden opgestart conform de bepalingen in Boek I, Titel IV, Hoofdstuk VI, Afdeling 2 van de Welzijnscodex.
  § 2. De werkgever kan zich bij het onderzoek naar concrete mogelijkheden voor aangepast of ander werk en/of voor aanpassingen aan de werkpost laten adviseren door de wedertewerkstellingscommissie indien een wedertewerkstelling in administratief regime tot de mogelijkheden zou behoren en met naleving van de termijnen die vermeld worden in art. I.4-74 van de Codex over het welzijn op het werk.".

Art.24. Artikel 122 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
  "Art. 122. Het personeelslid van een hulpverleningszone dat via mobiliteit naar de DBDMH in een andere betrekking in dezelfde graad wordt overgeplaatst is onderworpen aan dit statuut, behoudt zijn administratieve en geldelijke anciënniteit die hij als personeelslid van een hulpverleningszone heeft verworven en kan deze doen gelden in de DBDMH. Administratieve en geldelijke anciënniteit voor beroepservaring anders dan binnen een hulpverleningszone wordt erkend in overeenstemming met artikel 374."

Art.25. In artikel 123, tweede lid van hetzelfde besluit, gewijzigd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 mei 2019, wordt 6° opgeheven.

Art.26. In artikel 129 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 2 vervangen als volgt:
  " § 2. De theoretische en praktische opleiding die de stagiair binnen de DBDMH volgt, is vastgelegd in het stagereglement, dat wordt gevalideerd door de directieraad.".

Art.27. In artikel 130 van hetzelfde besluit wordt het woord "officier" vervangen door de woorden "personeelslid van het middenkader of hoger kader".

Art.28. In artikel 133, § 1 van hetzelfde besluit worden de woorden "wordt een tussentijds stageverslag" vervangen door de woorden "kan een tussentijds stageverslag worden".

Art.29. Artikel 136 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 mei 2019, wordt aangevuld met een lid, luidende:
  "In afwijking van de artikelen 41 tot 42 is de vaste benoeming van de stagiair alleen afhankelijk van de succesvolle afronding van de mobiliteitsstage.".

Art.30. In boek I, titel VII, hoofdstuk II van hetzelfde besluit, wordt een afdeling VI ingevoegd die de artikels 143/1 en 143/2 bevat, luidende:
  "Afdeling VI. - Vervroegde beëindiging van de stage.

Art. 143/1. Wanneer de stagiair alle in het opleidingsreglement voorziene mogelijkheden tot het afleggen van theoretische of praktische opleidingsexamens heeft uitgeput en niet is geslaagd, kan de operationele HRM-dienst een voorstel tot ontslag aan de stagiair meedelen.
  De stagiair kan beroep aantekenen tegen het voorgestelde ontslag overeenkomstig de termijnen en modaliteiten van afdeling V van dit hoofdstuk.
  Indien de stagiair niet binnen de gestelde termijn beroep aantekent bij de commissie, wordt het ontslagvoorstel voor verdere afhandeling doorgestuurd naar het tot aanstelling bevoegde gezag.

Art. 143/2. Wanneer de stagiair tijdens de proeftijd een ernstige fout maakt die elke professionele samenwerking tussen de overheid en de stagiair onmiddellijk en definitief onmogelijk maakt, roept de stagemeester of, bij diens afwezigheid, de bevoegde hiërarchische meerdere, binnen de vijf werkdagen nadat hij kennis heeft gekregen van het feit dat het ernstig misdrijf uitmaakt, de stagiair op om hem te horen met het oog op zijn verdediging en dit minstens 10 dagen voor de hoorzitting.
  De oproeping vermeldt de feiten waarvan de stagiair wordt beschuldigd, de normen waarmee deze feiten in strijd zijn, het feit dat voortijdige beëindiging van de stage wordt overwogen, het recht van de stagiair om zich te laten bijstaan door een verdediger van zijn keuze, met uitzondering van een persoon die wordt opgeroepen om een oordeel te geven over de tegen hem ingebrachte beschuldigingen, en het recht van de stagiair om te verzoeken dat aanvullende onderzoeksmaatregelen worden genomen.
  Er wordt een proces-verbaal opgesteld dat door beide partijen wordt ondertekend.
  Na afloop van de hoorzitting stelt de stagemeester in overleg met de operationele HRM-dienst binnen vijf werkdagen een verslag op. In dit verslag kan worden voorgesteld de stage voortijdig te beëindigen. Als dit verslag een stagiair op A-niveau betreft, kan het alleen worden opgesteld met instemming van de officier-dienstchef of de officier tweede in bevel.
  De uiteindelijke beslissing berust bij de tot aanstelling bevoegde overheid. De tot aanstelling bevoegde overheid moet binnen vijf werkdagen na de melding een besluit nemen.
  De stagiair kan beroep aantekenen tegen het besluit overeenkomstig de termijnen en modaliteiten in afdeling V van dit hoofdstuk.
  In dat geval wordt de zaak opnieuw voorgelegd aan de tot aanstelling bevoegde overheid nadat de stagecommissie advies heeft uitgebracht en de directieraad een voorstel heeft gedaan.
  Het beroep schorst het besluit niet.".

Art.31. In artikel 150, eerste lid van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 mei 2019, worden de woorden "13, tweede en derde lid" vervangen door het cijfer "123".

Art.32. In artikel 152, § 2 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 mei 2019, wordt artikelnummer "143" vervangen door het nummer "143/2".

Art.33. In artikel 158, § 1 van hetzelfde besluit, wordt het woord "verlofdagen" vervangen door het woord "verlofuren".

Art.34. In artikel 167, § 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  a) de bepalingen onder 1/1° worden ingevoegd, luidende: "1/1° gedeeltelijk, naar rata van een vijfde of de helft van de duur van de dienstprestaties die normaal behoren te worden verricht;"
  b) paragraaf 2 wordt aangevuld met de bepalingen onder 5°, luidende: "5° in het kader van het verlof voor erkende mantelzorgers.".

Art.35. In artikel 168, § 1 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  a) in paragraaf 1 worden de woorden ", in het kader van het verlof voor erkende mantelzorgers" ingevoegd tussen de woorden "verzorging" en "en".
  b) in paragraaf 1 worden de woorden "en 4° " vervangen door de woorden ", 4° en 5° ".
  c) in paragraaf 2 worden de woorden "of gedeeltelijke" ingevoegd tussen de woorden "volledige" en "loopbaanonderbreking".
  d) in paragraaf 2 wordt het woord "1/1° " ingevoegd tussen de woorden "1°, " en "en".

Art.36. In artikel 169, § 1, tweede lid van hetzelfde besluit worden de woorden "en 5° " toegevoegd tussen de woorden "4° " en "bedoelde".

Art.37. In artikel 181 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 2 vervangen als volgt:
  " § 2. Het arbeidsreglement bepaalt de manier waarop feestdagen worden toegekend, naargelang het werkregime van de ambtenaar.".

Art.38. In artikel 182, eerste lid van hetzelfde besluit, gewijzigd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  a) in 3° en 9°, wordt het woord "werk" geschrapt;
  b) 5° wordt vervangen als volgt: " het overlijden van het natuurlijk kind, adoptiekind of pleegkind in het kader van langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden of in het verleden, van de ambtenaar, of van diens echtgeno(o)t(e)/samenwonende partner: tien dagen, waarbij drie dagen door de ambtenaar te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis en zeven dagen door de ambtenaar te kiezen binnen het jaar na de dag van het overlijden. Er kan op verzoek van het personeelslid afgeweken worden van de vermelde perioden mits het akkoord van de officier-dienstchef of van een personeelslid dat hij daartoe aanwijst;";
  c) bepalingen onder 5° /1 t.e.m. 5/3° worden toegevoegd, luidende:
  "5° /1 het overlijden van de vader, moeder, stiefouder, schoondochter, schoonzoon van het personeelslid: vier dagen waarbij drie dagen door de ambtenaar te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis en één dag door de ambtenaar te kiezen binnen het jaar na de dag van het overlijden. Er kan op verzoek van het personeelslid afgeweken worden van de vermelde perioden mits het akkoord van de officier-dienstchef of van een personeelslid dat hij daartoe aanwijst;
  5° /2 overlijden van de pleegvader of pleegmoeder van de ambtenaar in het kader van langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden: vier dagen waarbij drie dagen door de ambtenaar te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis en één dag door de ambtenaar te kiezen binnen het jaar na de dag van het overlijden. Er kan op verzoek van het personeelslid afgeweken worden van de vermelde perioden mits het akkoord van de officier-dienstchef of van een personeelslid dat hij daartoe aanwijst;
  5° /3 overlijden van een pleegkind van de ambtenaar of van zijn echtgeno(o)t(e)/samenwonende partner in het kader van kortdurende pleegzorg op het moment van het overlijden: één dag;";
  d) in 7° worden de woorden "of aanverwant" toegevoegd tussen de woorden "bloedverwant" en "in";
  e) in 8° worden de woorden "of aanverwant" toegevoegd tussen de woorden "bloedverwant" en "in".
  f) het artikel wordt aangevuld met een lid dat als volgt opgesteld is:
  "Het is niet toegestaan om meerdere omstandigheidsverloven te cumuleren voor eenzelfde gebeurtenis. Het personeelslid geniet het gunstigste aantal dagen.".

Art.39. In artikel 195 van hetzelfde besluit, vervangen bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° het vierde en vijfde lid worden opgeheven;
  2° het zesde lid wordt vervangen als volgt: "Over de verandering van werkplek in een administratief stelsel wordt voorlopig beslist door de officier-dienstchef. De directieraad velt de definitieve beslissing binnen een termijn van vijfenveertig dagen, te rekenen van de datum van de in paragraaf 2 bedoelde kennisgeving.".

Art.40. In boek I, titel IX, hoofdstuk VII van hetzelfde besluit wordt Afdeling I, die artikel 219/1 bevat, ingevoegd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2023, ingetrokken.

Art.41. In boek I, titel IX, hoofdstuk VII van hetzelfde besluit, wordt het opschrift van Afdeling I/1, gewijzigd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2023, vervangen als volgt: "Afdeling I/1 - Ziekteverlof".

Art.42. In artikel 220 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid worden de woorden "dertig dagen" vervangen door de woorden "228 uren";
  2° in het eerste lid worden de woorden "negentig kalenderdagen" vervangen door de woorden "684 uren";
  3° in het vierde lid wordt het woord "dagen" vervangen door het woord "uren";
  4° in het vierde lid worden de woorden "32 en 95" vervangen door de woorden "244 en 722".

Art.43. In artikel 221 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste en derde lid wordt het woord "dagen" vervangen door het woord "uren";
  2° in het derde lid wordt het woord "aldus" opgeheven.

Art.44. In artikel 222 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 2 vervangen als volgt: " § 2 Wanneer de ambtenaar deeltijdse prestaties verricht, worden de afwezigheden wegens ziekte aangerekend op het aantal verlofuren waarop hij krachtens artikel 220 recht heeft, naar rata van de prestaties die hij had moeten verrichten.
  Voor de ambtenaar die deeltijdse prestaties verricht, worden als uren ziekteverlof de uren afwezigheid aangerekend tijdens welke de ambtenaar prestaties diende te verrichten."

Art.45. In artikel 223 van hetzelfde besluit wordt het woord "ziekteverlofdagen" vervangen door het woord "ziekteverlof".

Art.46. In artikel 224, 225, 225/1 en 225/2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2023, wordt het woord "verlofdagen" telkens vervangen door het woord "verlofuren".

Art.47. In artikel 226 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid worden de woorden "over het geheel van de werkdagen" opgeheven;
  2° het tweede en derde lid worden opgeheven.

Art.48. In artikel 229 van hetzelfde besluit wordt het woord "werkdagen" vervangen door het woord "uren".

Art.49. In artikel 232, § 1, eerste lid van hetzelfde besluit wordt het woord "dagen" vervangen door het woord "uren".

Art.50. Artikel 259, § 1 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid, luidende: "Het vormingsplan kan in de loop van het jaar worden gewijzigd. In dat geval, volgt de wijziging dezelfde procedure als degene bedoeld in de leden 1 en 2.".

Art.51. In artikel 261 van hetzelfde besluit, vervangen bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2023, wordt het derde lid vervangen als volgt:
  "Indien de ambtenaar verhinderd is om eraan deel te nemen, moet hij onmiddellijk de motivering van zijn afwezigheid aan de HRM meedelen. Indien hij dit nalaat kunnen de kosten voor deze opleiding hem worden aangerekend en door de organisatie worden gerecupereerd. De kosten voor het personeelslid voor een opleiding die niet wordt gevolgd zonder geldige reden, kunnen worden vastgesteld door de directieraad."

Art.52. In artikel 268 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2023, wordt het tweede lid vervangen als volgt: "Hierdoor wordt het personeelslid automatisch in een niet-actieve administratieve functie geplaatst.".

Art.53. In artikel 303 van hetzelfde besluit worden de woorden "en competenties" ingevoegd tussen de woorden "conditie" en "te".

Art.54. In artikel 304, § 1, eerste lid van hetzelfde besluit, vervangen bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2023 worden de woorden "meer dan 6 maanden afwezigheid hebben gecumuleerd en minder dan 50% van de wachturen" vervangen door de woorden "minder dan 50% van de uren".

Art.55. In hetzelfde besluit, wordt een artikel 304/1 ingevoegd, luidende: "Art. 304/1. De ambtenaar die over een periode van 12 aaneensluitende maanden minder dan 50% van de uren heeft gepresteerd dan zijn uurrooster voorziet te presteren, wordt in het kader van zijn herintegratie voor een periode van minimum 10 werkdagen overgeplaatst in een administratief regime, teneinde een bijscholing op de dienst instructie te kunnen volgen.
  De uren die het uurrooster voorziet te presteren zijn de wachturen en opleidingsuren die het personeelslid dient te presteren, verminderd met het aantal uren jaarlijks verlof, bedoeld in artikel 173.
  De bijscholingsperiode wordt afgesloten met een operationaliteitstest waarvoor de ambtenaar dient te slagen om terug operationele diensten te kunnen presteren.
  Zolang de ambtenaar niet slaagt voor de operationaliteitstest, blijft hij in administratief regime.
  Onverminderd artikel 351, § 2/1, geniet de ambtenaar gedurende deze periode niet van het behoud van de premie bedoeld in artikel 351 § 2 ingevolge deze overplaatsing. De modaliteiten van de bijscholing en operationaliteitstest worden verder geregeld in het arbeidsreglement.".

Art.56. In artikel 343 van hetzelfde besluit, vervangen bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2023, wordt het woord "verlof" vervangen door de woorden "compensatie-uren, waarvan de recuperatie voorzien is in het arbeidsreglement".

Art.57. In artikel 351 § 2/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij besluit van 13 juli 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid van de Nederlandse versie, worden de woorden "de zwangerschap" vervangen door de woorden "De vrouwelijke ambtenaar geniet tijdens de zwangerschap";
  2° het tweede lid wordt aangevuld met de woorden: "en gedurende de bijscholing op de dienst Instructie, tot zij geslaagd is voor de operationaliteitstest, voorzien in artikel 298, § 1/1".

Art.58. In artikel 381, § 2 van hetzelfde besluit worden de woorden "de voorzitter van de directieraad van de DBDMH" vervangen door de woorden "het secretariaat van de selectiecommissie".

Art.59. Artikel 385 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art.60. In artikel 386 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid aangevuld met de woorden "per aangetekende brief, met vermelding van de beroepsprocedures".

Art.61. In artikel 396 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 mei 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  a) in paragraaf 1 wordt het tweede lid aangevuld met de woorden ", dat kan worden hernieuwd.";
  b) paragraaf 1 wordt aangevuld met twee leden, luidende:
  "In dergelijke gevallen is de Regering niet gebonden door de bepalingen van de artikelen 378 tot en met 389.
  De Regering spreekt zich bij gemotiveerde beslissing uit over de titels en verdiensten van de kandidaten.".
  c) paragraaf 2, tweede lid wordt aangevuld met de bepalingen onder 13°, luidende:
  "13° verlof voor intraregionale mobiliteit.".

Art.62. Artikel 397 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art.63. In artikel 398, § 3 van hetzelfde besluit worden de woorden "een uitmuntendheidstoelage of op" opgeheven.

Art.64. Artikel 405 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 mei 2019, wordt vervangen als volgt: "Art. 405. De beoordeling richt zich op de beheersvaardigheden en -competenties van de mandaathouder zoals gedefinieerd in de functiebeschrijving waarnaar wordt verwezen in artikel 379. In dit kader worden de volgende elementen in aanmerking genomen:
  - De realisatie van de doelstellingen voorzien in artikel 376 en van het beheerplan;
  - De manier waarop de doelstellingen al dan niet bereikt zijn.".

Art.65. In artikel 413 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 mei 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het tweede lid in de Franse versie wordt het woord "partiellement" ingevoegd tussen de woorden "a" en "réalisé";
  2° in het derde lid worden de woorden "deze doelstellingen niet op een optimale manier" vervangen door de woorden "de gestelde doelstellingen niet".

Art.66. Artikel 415 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 mei 2019, wordt aangevuld met een lid, luidende:
  "Het instellen van beroep heeft schorsende werking.".

Art.67. Artikel 421 van hetzelfde besluit, in de laatste plaats gewijzigd door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 januari 2020, wordt vervangen als volgt: "Art. 421. Een personeelslid wiens mandaat afloopt, wordt herplaatst in de salarisschaal die bij zijn rang hoort.".

Art.68. In hetzelfde besluit wordt een artikel 441/2 ingevoegd, luidende: "Art. 441/2. § 1. Met uitzondering van de in artikel 418 bedoelde gevallen, hebben mandatarissen die op 1 juli 2024 een volledige ambtstermijn van vijf jaar hebben uitgeoefend, aan het eind van hun ambtstermijn recht op toepassing van schaal A551 indien zij aan het eind van hun ambtstermijn een schaal A5+ hebben, van de schaal A451 indien zij aan het eind van hun ambtstermijn een schaal A5 hebben, en van de schaal A352 indien zij aan het eind van hun ambtstermijn een schaal A4 hebben.
  § 2. De ambtstermijnen waarop een ongunstige beoordeling betrekking heeft, worden niet in aanmerking genomen bij de in de eerste paragraaf bedoelde berekening.".

Art.69. In het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 augustus 2017 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp, wordt de bijlage I vervangen door de bijlage I gevoegd bij dit besluit.

HOOFDSTUK II. - Overgangsbepalingen
Art.70. De procedures met betrekking tot de stages die gestart zijn voor de inwerkingtreding van huidig besluit blijven onderworpen aan de geldende statutaire bepalingen op de datum van de toelating tot de stage.

Art.71. De aanwervings- en bevorderingsprocedures waarvoor de betrekking(en) vacant verklaard werd(en) voor de inwerkingtreding van huidig besluit, worden voortgezet op basis van de bepalingen die op hen van toepassing waren vóór deze datum.

Art.72. De tuchtprocedures die begonnen zijn voor de inwerkingtreding van huidig besluit worden verdergezet volgens de bepalingen die op hen van toepassing waren vóór deze datum.

HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art.73. Onderhavig besluit treedt in werking de eerste dag van de maand na het verstrijken van een termijn van tien dagen die ingaat op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 74. De minister belast met brandbestrijding en dringende medische hulp wordt belast met de uitvoering van onderhavig besluit.
  Bijlage I bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 augustus 2017 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp
  D153 D154 B153
  Anc D151 D152 D251 D252 B151 B152 B251 B252
  0 17127 17714 18351 18912 19695 20332 21144 23788
  1 17357 18110 18938 19474 20257 20958 22534 24987
  2 117587 18506 19525 20036 20819 21584 23924 26186
  3 17587 18506 19525 20036 20819 21584 23924 26186
  4 18481 19400 20419 20930 21713 22478 24818 27080
  5 18481 19400 20419 20930 21713 22478 24818 27080
  6 19375 20294 21313 21824 22607 23372 25712 27974
  7 19375 20294 21313 21824 22607 23372 25712 27974
  8 20269 21188 22207 22718 23501 24266 26606 28868
  9 20269 21188 22207 22718 23501 24266 26606 28868
  10 21163 22082 23101 23612 24395 25160 27500 29762
  11 21163 22082 23101 23612 24395 25160 27500 29762
  12 22057 22976 23995 24506 25289 26054 28394 30656
  13 22057 22976 23995 24506 25289 26054 28394 30656
  14 22951 23870 24889 25400 26183 26948 29288 31550
  15 22951 23870 24889 25400 26183 26948 29288 31550
  16 23487 24406 25425 25936 26719 27484 29824 32086
  17 23487 24406 25425 25936 26719 27484 29824 32086
  18 24023 24942 25961 26472 27255 28020 30360 32622
  19 24023 24942 25961 26472 27255 28020 30360 32622
  20 24559 25478 26497 27008 27791 28556 30896 33158
  21 24559 25478 26497 27008 27791 28556 30896 33158
  22 25095 26014 27033 27544 28327 29092 31432 33694
  23 25095 26014 27033 27544 28327 29092 31432 33694
  24 25631 26550 27569 28080 28863 29628 31968 34230
  25 25631 26550 27569 28080 28863 29628 31968 34230
  26 26167 27086 28105 28616 29399 30164 32504 34766
  27 26167 27086 28105 28616 29399 30164 32504 34766
  28 26703 27622 28641 29152 29935 30700 33040 35302
  29 26703 27622 28641 29152 29935 30700 33040 35302
  30 27239 28158 29177 29688 30471 31236 33576 35838
  31 27239 28158 29177 29688 30471 31236 33576 35838
  32 27775 28694 29713 30224 31007 31772 34112 36374
  33 27775 28694 29713 30224 31007 31772 34112 36374
  34 28311 29230 30249 30760 31543 32308 34648 36910
  35 28311 29230 30249 30760 31543 32308 34648 36910
  36 28847 29766 30785 31296 32079 32844 35184 37446
  37 28847 29766 30785 31296 32079 32844 35184 37446
  38 29383 30302 31321 31832 32615 33380 35720 37982
  39 29383 30302 31321 31832 32615 33380 35720 37982
  40 29919 30838 31857 32368 33151 33916 36256 38518
  41 29919 30838 31857 32368 33151 33916 36256 38518
  42 30455 31374 32393 32904 33687 34452 36792 39054
  43 30455 31374 32393 32904 33687 34452 36792 39054
  44 30991 31910 32929 33440 34223 34988 37328 39590
  45 30991 31910 32929 33440 34223 34988 37328 39590
  Anc A151 A152 A153 A154 A251 A351 A352 A451 A551 A599
  0 26985 28261 29513 33194 37550 44247 46440 49119 50619 52119
  1 26985 28261 29513 33194 37550 44247 46440 49119 50619 52119
  2 28449 29725 31493 34940 39236 45657 47929 50675 52175 53675
  3 28449 29725 31493 34940 39236 45657 47929 50675 52175 53675
  4 29913 31189 33473 36686 40922 47067 49418 52231 53731 55231
  5 29913 31189 33473 36686 40922 47067 49418 52231 53731 55231
  6 31377 32653 35453 38432 42608 48477 50907 53787 55287 56787
  7 31377 32653 35453 38432 42608 48477 50907 53787 55287 56787
  8 32841 34117 37433 40178 44294 49887 52396 55343 56843 58343
  9 32841 34117 37433 40178 44294 49887 52396 55343 56843 58343
  10 34305 35581 39413 41924 45980 51297 53885 56899 58399 59899
  11 34305 35581 39413 41924 45980 51297 53885 56899 58399 59899
  12 35769 37045 41393 43670 47666 52707 55374 58455 59955 61455
  13 35769 37045 41393 43670 47666 52707 55374 58455 59955 61455
  14 36571 37847 42270 44672 48678 54117 56863 60011 61511 63011
  15 36571 37847 42270 44672 48678 54117 56863 60011 61511 63011
  16 37373 38649 43147 45674 49690 55527 58352 61567 63067 64567
  17 37373 38649 43147 45674 49690 55527 58352 61567 63067 64567
  18 38175 39451 44024 46676 50702 56937 59841 63123 64623 66123
  19 38175 39451 44024 46676 50702 56937 59841 63123 64623 66123
  20 38977 40253 44901 47678 51714 58347 61330 64679 66179 67679
  21 38977 40253 44901 47678 51714 58347 61330 64679 66179 67679
  22 39779 41055 45778 48680 52726 59757 62819 66235 67735 69235
  23 39779 41055 45778 48680 52726 59757 62819 66235 67735 69235
  24 40581 41857 46655 49682 53738 61167 64308 67791 69291 70791
  25 40581 41857 46655 49682 53738 61167 64308 67791 69291 70791
  26 41383 42659 47532 50684 54750 62577 65797 69347 70847 72347
  27 41383 42659 47532 50684 54750 62577 65797 69347 70847 72347
  28 42185 43461 48409 51686 55762 63987 67286 70903 72403 73903
  29 42185 43461 48409 51686 55762 63987 67286 70903 72403 73903
  30 42987 44263 49286 52688 56774 65397 68775 72459 73959 75459
  31 42987 44263 49286 52688 56774 65397 68775 72459 73959 75459
  32 43789 45065 50163 53690 57786 66807 70264 74015 75515 77015
  33 43789 45065 50163 53690 57786 66807 70264 74015 75515 77015
  34 44591 45867 51040 54692 58798 68217 71753 75571 77071 78571
  35 44591 45867 51040 54692 58798 68217 71753 75571 77071 78571
  36 45393 46669 51917 55694 59810 69627 73242 77127 78627 80127
  37 45393 46669 51917 55694 59810 69627 73242 77127 78627 80127
  38 46195 47471 52794 56696 60822 71037 74731 78683 80183 81683
  39 46195 47471 52794 56696 60822 71037 74731 78683 80183 81683
  40 46997 48273 53671 57698 61834 72447 76220 80239 81739 83239
  41 46997 48273 53671 57698 61834 72447 76220 80239 81739 83239
  42 47799 49075 54548 58700 62846 73857 77709 81795 83295 84795
  43 47799 49075 54548 58700 62846 73857 77709 81795 83295 84795
  44 48601 49877 55425 59702 63858 75267 79198 83351 84851 86351
  45 48601 49877 55425 59702 63858 75267 79198 83351 84851 86351
  Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 april 2025 tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 augustus 2017 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp.
  De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling
  en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang,
  R. VERVOORT
  De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt,
  de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel,
  S. GATZ