Details





Titel:

2 DECEMBER 2024. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 107 van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, voor wat betreft de beroepsbezigheid van een pensioneerde in het kader van een flexi-job



Inhoudstafel:


Art. 1-3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1967122203 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 107, van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 29 januari 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "in artikel 23, § 1, 1°, 2° of 4° of in artikel 228, § 2, 3° of 4° van het Wetboek van de inkomstenbelastingen", vervangen door de woorden " in artikel 23, § 1, 1°, 2° of 4°, in artikel 38, § 1, eerste lid, 29°, in artikel 90, eerste lid, 1°bis of 1°ter, of in artikel 228, § 2, 3° of 4° van het Wetboek van de inkomstenbelastingen";
  2° in paragraaf 2, A, lid 1, wordt tussen 1° en 2° een bepaling onder 1°/1 ingevoegd, luidende:
  "1°/1 een beroepsbezigheid uitoefenen als werknemer met een flexi-jobarbeidsovereenkomst in toepassing van artikel 3, 4°, van de wet van 16 november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken die een beroepsinkomen oplevert zoals bedoeld in artikel 38, § 1, eerste lid, 29°, van de Wet op de Inkomstenbelastingen voor zover dat bruto-beroepsinkomen per kalenderjaar 13.556,68 euro niet overschrijdt.";
  3° paragraaf 2, B, wordt opgeheven;
  4° in paragraaf 2, C, wordt in het eerste lid een bepaling onder 1°/1 ingevoegd tussen 1° en 2°, luidende:
  "1°/1 5.893,00 euro voor een bezigheid beoogd in deze paragraaf, A, 1°/1;"
  5° in paragraaf 2, D, wordt 1°, gewijzigd als volgt:
  "1° 17.625,60 euro voor een bezigheid beoogd in deze paragraaf A, 1° en 1°/1;";
  6° in paragraaf 2, E, wordt 1°, gewijzigd als volgt:
  "1° 17.625,60 euro voor een bezigheid beoogd in deze paragraaf A, 1° en 1°/1;";
  7° paragraaf 2, F, wordt opgeheven;
  8° in paragraaf 2, G, worden de woorden "handelaar is in de zin van het Wetboek van Koophandel" vervangen door de woorden "onderneming is in de zin van het Wetboek van Economisch Recht";
  9° paragraaf 3, A, wordt vervangen als volgt:
  "De gelijktijdige of achtereenvolgende uitoefening van verscheidene hierboven beoogde beroepsbezigheden is toegelaten voor zover het totaal van het inkomen bedoeld in § 2, A, 2°, en van 80 pct. van het inkomen bedoeld in § 2, A, 1°, 1°/1 en 3°, respectievelijk niet meer bedraagt dan 17.492,17 euro, 6.056,01 euro of 14.100,48 euro, naargelang het gaat om een pensioengerechtigde bedoeld in § 2, A, C, D of E.";
  10° in paragraaf 3, D, eerste lid, worden de woorden:
  - "De echtgenoot van de in § 2, A, B, C en F beoogde gerechtigde" vervangen door de woorden "De echtgenoot van de in § 2, A en C beoogde gerechtigde";
  - "of overeenkomstig artikel 9, § 1, laatste lid" vervangen door de woorden "of overeenkomstig artikel 9, § 2, tweede en derde lid";
  - "een in § 2, A, 1°, 2° of 3°, of een in deze paragraaf beoogde beroepsbezigheid" vervangen door de woorden "een in § 2, A, 1°, 1°/1, 2° of 3°, of een in deze paragraaf beoogde beroepsbezigheid";
  11° in paragraaf 3, D, tweede lid, worden de woorden:
  - " De echtgenoot van de in § 2, A, B, C en F beoogde gerechtigde" vervangen door de woorden "De echtgenoot van de in § 2, A en C beoogde gerechtigde";
  - "of overeenkomstig artikel 9, § 1, laatste lid" vervangen door de woorden "of overeenkomstig artikel 9, § 2, tweede en derde lid";
  - "et qui, selon le cas, a atteint un des âges visés aux articles 3, §§ 1, 1bis, 1ter et 16, § 1er de l'arrêté royal du 30 janvier 1997" in de Franse tekst vervangen door de woorden "et qui, selon le cas, n'a pas atteint un des âges visés aux articles 3, § 1er, 1bis, 1ter et 16, § 1er de l'arrêté royal du 30 janvier 1997";
  - "in § 2, C, 1°, 2° of 3°, of een in deze paragraaf beoogde beroepsbezigheid" vervangen door de woorden "in § 2, C, 1°, 1°/1, 2° of 3°, of een in deze paragraaf beoogde beroepsbezigheid";
  12° paragraaf 4 wordt vervangen als volgt:
  "Indien de beroepsinkomsten van de pensioengerechtigde de bedragen bedoeld in § 2, A, C, 1°, 2° en 3°, D en E, en in § 3 overschrijden, wordt de betaling van het pensioen, voor het betrokken jaar, geschorst naar rata van het percentage van het pensioenbedrag dat gelijk is aan het percentage waarmee de in § 2 A, C, 1°, 2° en 3°, D en E, en in § 3, beoogde bedragen worden overschreden.
  Indien de beroepsinkomsten van de gepensioneerde enkel bestaan uit inkomsten die voortvloeien uit een beroepsbezigheid als werknemer met een flexi-job, bedoeld in § 2, A, 1°/1, het bedrag van 5.893,00 euro, beoogd in § 2, C, 1°/1, overschrijden, wordt, de betaling van het pensioen, voor het betrokken jaar, geschorst naar rata van de helft van het percentage waarmee de inkomsten uit die activiteit als werknemer met een flexi-job, bedoeld in § 2, A, 1°/1, het grensbedrag, bedoeld in § 2, C, 1°/1, overschreden hebben.
  In afwijking van het eerste en het tweede lid, zijn de beroepsinkomsten die de gerechtigde op een rustpensioen verwerft niet langer onderworpen aan enige begrenzing
  a) indien hij op de effectieve ingangsdatum van zijn eerste rustpensioen dat gelegen is vóór 1 januari van het jaar waarin hij de pensioenleeftijd bereikt, een loopbaan van ten minste 45 kalenderjaren bewijst in de zin van artikel 4, § 2, van het koninklijk besluit van 23 december 1996 tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels of
  b) in afwijking van § 2, A, vanaf 1 januari van het jaar in de loop waarvan hij de pensioenleeftijd bereikt.
  In afwijking van het vorige lid, b), is de gerechtigde op een rustpensioen wiens echtgenoot een rustpensioen geniet dat berekend werd in toepassing van artikel 9, § 2, eerste lid, 1° van het koninklijk besluit nr. 72, ertoe verplicht de in §§ 2 en 3 beoogde bedragen na te leven.
  Wanneer het rustpensioen van de gerechtigde vastgesteld werd rekening houdend met het feit dat in hoofde van de echtgenoot voldaan was aan de voorwaarden vastgesteld door artikel 9, § 1, 1°, van het koninklijk besluit nr. 72 of overeenkomstig artikel 9, § 2, tweede en derde lid, van datzelfde besluit, wordt dat pensioen herberekend wanneer de echtgenoot een beroepsbezigheid uitoefent waarvan het inkomen, naar gelang het geval, de in §§ 2 en 3 beoogde bedragen overschrijdt.
  In afwijking van het eerste tot het vijfde lid, en in de gevallen bedoeld in § 3, A, wordt, indien de beroepsinkomsten die voortvloeien uit een beroepsbezigheid als werknemer met een flexi-job, bedoeld in § 2, A, 1°/1, het bedrag van 5.893,00 euro, beoogd in § 2, C, 1°/1, overschrijden, zonder dat de beroepsinkomsten van de pensioengerechtigde het grensbedrag van 6.056,01 euro, bedoeld in § 2, C, 2°, overschreden hebben, de betaling van het pensioen, voor het betrokken jaar, geschorst naar rata van de helft van het percentage waarmee de inkomsten uit de activiteit als werknemer met een flexi-job, bedoeld in § 2, A, 1°/1, het grensbedrag, bedoeld in § 2, C, 1°/1, overschreden hebben.
  In afwijking van het eerste tot het zesde lid en in de gevallen bedoeld in § 3, A, waarbij, enerzijds, de beroepsinkomsten van de pensioengerechtigde het grensbedrag van 6.056,01 euro, bedoeld in § 2, C, 2°, overschrijden en, anderzijds, de beroepsinkomsten die voortvloeien uit een beroepsbezigheid als werknemer met een flexi-job, bedoeld in § 2, A, 1°/1, eveneens het grensbedrag van 5.893,00 euro, bedoeld in § 2, C, 1°/1, overschrijden, wordt de betaling van het pensioen, voor het betrokken jaar, geschorst op de volgende wijze:
  1° eerst wordt het pensioenbedrag verminderd overeenkomstig het eerste lid, ingevolge de overschrijding van het bedrag, bedoeld in § 2, C, 2°;
  2° vervolgens wordt het pensioenbedrag, bekomen na toepassing van 1°, nogmaals verminderd naar rata van de helft van het percentage waarmee de inkomsten uit de activiteit als werknemer met een flexi-job, bedoeld in § 2, A, 1°/1, het in § 2, C, 1°/1, beoogd bedrag overschreden hebben.
  In afwijking van de vorige leden en in de gevallen waarbij de inkomsten uitsluitend voortvloeien uit een beroepsbezigheid bedoeld in § 2, A, 1° of 3°, of een beroepsbezigheid bedoeld in § 2, A, 1°/1 of waarbij de inkomsten voortvloeien uit een beroepsbezigheid bedoeld in § 2, A, 1° of 3°, en een beroepsbezigheid bedoeld in § 2, A, 1°/1, is artikel 64, § 6, van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers van toepassing.
  Voor de toepassing van het eerste, tweede, zesde, zevende en achtste lid, wordt het percentage van de overschrijding, in voorkomend geval, berekend tot op één honderdste. Het aldus bekomen percentage wordt voor de berekening van het bedrag van de pensioenvermindering tot de naast hogere eenheid afgerond wanneer de eerste decimaal ten minste vijf is; in het tegenovergestelde geval wordt de decimaal verwaarloosd.";
  13° in paragraaf 5, worden de woorden "De in de §§ 2 en 3 beoogde jaarbedragen" vervangen door de woorden "De in de §§ 2, 3 en 4, beoogde jaarbedragen" en worden de woorden "door een ministerieel besluit" opgeheven.

Art.2. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2025 en is van toepassing op de beroepsinkomsten verworven vanaf het kalenderjaar 2025.

Art. 3. De minister bevoegd voor de Zelfstandigen en de minister bevoegd voor Pensioenen, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.