17 APRIL 2024. - Ministerieel besluit tot vervanging van bijlage nr.3 van het besluit van de Waalse Regering van 6 juli 2017 betreffende de indeling van runder- en varkenskarkassen
Art. 1
BIJLAGEN.
Art. N
DEEL I. - AutoFom III Dit deel is van toepassing wanneer de geslachte varkens worden ingedeeld met het apparaat "Autofom III".
DEEL II. - AutoFom IV Dit deel is van toepassing wanneer de geslachte varkens worden ingedeeld met het apparaat "Autofom IV".
DEEL III. - Fat-O-Meat'er - FOM II Dit deel is van toepassing wanneer de varkenskarkassen worden ingedeeld met het apparaat "Fat-O-Meat'er II - FOM II".
DEEL IV. - OptiGrade-MCP Dit deel is van toepassing wanneer de geslachte varkens worden ingedeeld met het apparaat "OptiGrade-MCP".
DEEL V. - CSB Image-Meater 2.0 Dit deel is van toepassing wanneer de varkenskarkassen worden ingedeeld met het apparaat "CSB Image-Meater 2.0".
DEEL VI. - CSB Image-Meater 4.0 Dit deel is van toepassing wanneer de varkenskarkassen worden ingedeeld met het apparaat "CSB Image-Meater 4.0".
DEEL VII. - OptiScan-TP Dit deel is van toepassing wanneer de geslachte varkens worden ingedeeld met het apparaat "OptiScan-TP".
DEEL VIII. - OptiScan-TPC Dit deel is van toepassing wanneer de geslachte varkens worden ingedeeld met het apparaat "OptiScan-TPC".
DEEL IX. - ZP-ruler Dit deel is van toepassing wanneer de geslachte varkens worden ingedeeld met het apparaat "ZP (ruler)".
Artikel 1. Enig artikel. In het besluit van de Waalse Regering van 6 juli 2017 betreffende de indeling van runder- en varkenskarkassen, wordt bijlage 3 vervangen door de bijlage bij dit besluit.
BIJLAGEN.
Art. N.
Bijlage bij het ministerieel besluit van 17 april 2024 tot vervanging van bijlage nr.3 van het besluit van de Waalse Regering van 6 juli 2017 betreffende de indeling van runder- en varkenskarkassen.
"Bijlage nr.3.
Indelingsmethoden varkenskarkassen voor de raming van het aandeel mager vlees
DEEL I. - AutoFom III Dit deel is van toepassing wanneer de geslachte varkens worden ingedeeld met het apparaat "Autofom III".
Het apparaat is uitgerust met 16 ultrasone transducers van 2 MHz (Frontmatec); de afstand tussen de transducers bedraagt 25 mm. De ultrasone gegevens worden omgezet in metingen van de rugspekdikte, de spierdikte en gerelateerde parameters. Dit apparaat zet de gemeten waarden om in een schatting van het magervleesaandeel.
Het magervleesaandeel van een karkas wordt berekend aan de hand van de onderstaande formule:
Y = 63,95763 - 0,35761 [00d7] R2P10 - 0,26503 [00d7] R2P8 - 0,30317 [00d7] R2P4 + 0,08574 [00d7] R3P5
De gegevens van de formule zijn de volgende:
1° Y is het geschatte aandeel mager vlees;
2° R2P10 is de minimale spekdikte (in mm) zonder huid in het karkas;
3° R2P8 is de rugspekdikte (in mm) zonder huid op de plaats van MFT2;
4° R2P4 is de rugspekdikte (in mm) zonder huid op de plaats van P2;
5° R3P5 is de maximale lendedikte (in mm) van het hele karkas.
Wat 2° betreft: dit R2P10-punt definieert het MFT1-punt.
War 3° betreft: MFT2 is het punt van de minimale vetdikte in de lende dat zich het dichtst bij de onderkant van het toestel bevindt.
Wat 4° betreft, worden de metingen van punt P2 uitgevoerd op zeventig millimeter van de wervelkolom ter hoogte van punt MFT2.
Deze formule is geldig voor karkassen met een gewicht tussen zestig en honderdveertig kg.
DEEL II. - AutoFom IV Dit deel is van toepassing wanneer de geslachte varkens worden ingedeeld met het apparaat "Autofom IV".
Het apparaat is uitgerust met 25 ultrasone breedbandtransducers (Frontmatec); de afstand tussen de transducers bedraagt 16,5 mm. De ultrasone gegevens worden omgezet in metingen van de rugspekdikte, de spierdikte en gerelateerde parameters. Dit apparaat zet de gemeten waarden om in een schatting van het magervleesaandeel.
Het magervleesaandeel van een karkas wordt berekend aan de hand van de onderstaande formule:
Y = 62,52816 - 0,56134 [00d7] R2P10 - 0,30048 [00d7] R2P8 + 0,10289 [00d7] R3P5
De gegevens van de formule zijn de volgende:
1° Y is het geschatte aandeel mager vlees;
2° R2P10 is de minimale spekdikte (in mm) zonder huid in het karkas;
3° R2P8 is de rugspekdikte (in mm) zonder huid op de plaats van MFT2;
4° R3P5 is de maximale lendedikte (in mm) van het hele karkas.
Wat betreft 2°: dit R2P10-punt definieert het MFT1-punt.
War 3° betreft, is MFT2 het punt van de minimale vetdikte in de lende dat zich het dichtst bij de onderkant van het toestel bevindt.
Deze formule is geldig voor karkassen met een gewicht tussen zestig en honderdveertig kg.
DEEL III. - Fat-O-Meat'er - FOM II Dit deel is van toepassing wanneer de varkenskarkassen worden ingedeeld met het apparaat "Fat-O-Meat'er II - FOM II".
Het apparaat is een Fat-O-Meat'er-toestel. Het is uitgerust met een sonde met een diameter van 6 mm met fotodetector, en heeft een meetdiepte tot 125 mm.
Het magervleesaandeel van een karkas wordt berekend aan de hand van de onderstaande formule:
Y = 64,98677 - 0,82043 [00d7] X1 + 0,11917 [00d7] X2
De gegevens van de formule zijn de volgende:
1° Y is het geschatte aandeel mager vlees;
2° X1 = de spekdikte (met inbegrip van de huid) (in mm) gemeten loodrecht op de rug van het geslachte varken tussen de derde- en de vierdelaatste rib;
3° X2 = de spierdikte (in mm) gemeten loodrecht op de rug van het geslachte varken tussen de derde- en de vierdelaatste rib.
Wat betreft 2° en 3°, wordt de dikte berekend op zeven centimeter van de mediaanlijn aan de buitenkant van het karkas en op plus of min vier centimeter van de mediaanlijn aan de binnenkant van het karkas.
Deze formule is geldig voor karkassen met een gewicht tussen zestig en honderdveertig kg.
DEEL IV. - OptiGrade-MCP Dit deel is van toepassing wanneer de geslachte varkens worden ingedeeld met het apparaat "OptiGrade-MCP".
Het apparaat is uitgerust met een optische sonde met een diameter van 6 mm, één infraroodfotodiode en een fototransistor. Het meetbereik ligt tussen 0 en 125 mm.
Het magervleesaandeel van een karkas wordt berekend aan de hand van de onderstaande formule:
Y = 65,18582 - 0,83449 [00d7] X1 + 0,12034 [00d7] X2
De gegevens van de formule zijn de volgende:
1° Y is het geschatte aandeel mager vlees;
2° X1 = de spekdikte (met inbegrip van de huid) (in mm) gemeten loodrecht op de rug van het geslachte varken tussen de derde- en de vierdelaatste rib;
3° X2 = de spierdikte (in mm) gemeten loodrecht op de rug van het geslachte varken tussen de derde- en de vierdelaatste rib.
Wat betreft 2° en 3°, wordt de dikte berekend op zeven centimeter van de mediaanlijn aan de buitenkant van het karkas en op plus of min vier centimeter van de mediaanlijn aan de binnenkant van het karkas.
Deze formule is geldig voor karkassen met een gewicht tussen zestig en honderdveertig kg.
DEEL V. - CSB Image-Meater 2.0 Dit deel is van toepassing wanneer de varkenskarkassen worden ingedeeld met het apparaat "CSB Image-Meater 2.0".
De CSB Image-Meater 2.0 bestaat uit een videocamera, een PC met een beeldanalysekaart, een scherm, een besturingsmechanisme, een triggermechanisme en interfaces. Alle "Image-Meater"-variabelen worden gemeten op de scheidingslijn in het gebied van de ham rond de musculus gluteus medius. De meetwaarden worden door een computer omgezet in een schatting van het magervleesaandeel.
Het magervleesaandeel van een karkas wordt berekend aan de hand van de onderstaande formule:
Y = 65,64227 - 0,19817 [00d7] ZPF + 0,02295 [00d7] ZPM - 0,21595 [00d7] MF + 0,05384 [00d7] MM - 0,17837 [00d7] V4F
De gegevens van de formule zijn de volgende:
1° Y is het geschatte aandeel mager vlees;
2° ZPF = de kleinste spekdikte (met inbegrip van de huid) (in mm) over de musculus gluteus medius;
3°ZPM is de dikte van de lendenspier in millimeter;
4° MF = de gemiddelde spekdikte (in mm) over de musculus gluteus medius;
5° MM = de gemiddelde spierdikte (in mm) over de musculus gluteus medius;
6° V4F is de gemiddelde spekdikte (in mm) boven de vier wervels.
Wat 3° betreft, wordt de dikte uitgedrukt door de kortste afstand tussen het voorste craniale deel van de gluteus medius-spier en de bovenste dorsale rand van het wervelkanaal.
Deze formule is geldig voor karkassen met een gewicht tussen zestig en honderdveertig kg.
DEEL VI. - CSB Image-Meater 4.0 Dit deel is van toepassing wanneer de varkenskarkassen worden ingedeeld met het apparaat "CSB Image-Meater 4.0".
De CSB Image-Meater 4.0 bestaat uit een videocamera, een PC met een beeldanalysekaart, een scherm, een besturingsmechanisme, een triggermechanisme en interfaces. Alle "Image-Meater"-variabelen worden gemeten op de scheidingslijn in het gebied van de ham rond de musculus gluteus medius. De meetwaarden worden door een computer omgezet in een schatting van het magervleesaandeel.
Het magervleesaandeel van een karkas wordt berekend aan de hand van de onderstaande formule:
Y = 65,38538 - 0,18721 [00d7] ZPF + 0,02861 [00d7] ZPM - 0,20286 [00d7] MF + 0,05062 [00d7] MM - 0,17544 [00d7] V4F
De gegevens van de formule zijn de volgende:
1° Y is het geschatte aandeel mager vlees;
2° ZPF = de kleinste spekdikte (met inbegrip van de huid) (in mm) over de musculus gluteus medius;
3°ZPM is de dikte van de lendenspier in millimeter;
4° MF = de gemiddelde spekdikte (in mm) over de musculus gluteus medius;
5° MM = de gemiddelde spierdikte (in mm) over de musculus gluteus medius;
6° V4F is de gemiddelde spekdikte (in mm) boven de vier wervels.
Wat 3° betreft, wordt de dikte uitgedrukt door de kortste afstand tussen het voorste craniale deel van de gluteus medius-spier en de bovenste dorsale rand van het wervelkanaal.
Deze formule is geldig voor karkassen met een gewicht tussen zestig en honderdveertig kg.
DEEL VII. - OptiScan-TP Dit deel is van toepassing wanneer de geslachte varkens worden ingedeeld met het apparaat "OptiScan-TP".
Het apparaat OptiScan-TP is uitgerust met een digitale camera, een opzetstuk voor de standaardisering van de afstand van de camerageleider (met liniaal onder veerdruk) en een systeem voor de verzameling en analyse van gegevens (in het apparaat). Eerst wordt het opzetstuk geplaatst op de X1-positie voor het meten van de X1-spekdikte. Vervolgens wordt de liniaal in de wervelkolom gehaakt en wordt het opzetstuk geplaatst op de X2-positie voor het meten van de dikte van de lendenspier. De beelden vormen de basis voor de berekening van de spek- en spierdikte. De meetwaarden worden door het OptiScanTP-apparaat zelf omgerekend naar een schatting van het magervleesaandeel.
Het magervleesaandeel van een karkas wordt berekend aan de hand van de onderstaande formule:
Y = 64,36031 - 0,67190 [00d7] X1 + 0,08306 [00d7] X2
De gegevens van de formule zijn de volgende:
1° Y is het geschatte aandeel mager vlees;
2° X1 = de kleinste spekdikte met inbegrip van de huid (in mm) over de musculus gluteus medius;
3° X2 = de dikte van de lendenspier (in mm).
Wat 3° betreft, wordt de dikte uitgedrukt door de kortste afstand tussen het voorste craniale deel van de gluteus medius-spier en de bovenste dorsale rand van het wervelkanaal.
Deze formule is geldig voor karkassen met een gewicht tussen zestig en honderdveertig kg.
DEEL VIII. - OptiScan-TPC Dit deel is van toepassing wanneer de geslachte varkens worden ingedeeld met het apparaat "OptiScan-TPC".
Het apparaat OptiScan-TPC is uitgerust met een digitale camera, een opzetstuk voor de standaardisering van de afstand van de camerageleider (met liniaal onder veerdruk) en een systeem voor de verzameling en analyse van gegevens (in het apparaat). De liniaal wordt in de wervelkolom gehaakt en het opzetstuk wordt geplaatst op de X2-positie voor het meten van de dikte van de lendenspier. Er wordt één foto gemaakt van het lendengebied waarop de plaats voor het meten van de dikte van de lendenspier en voor het meten van de X1-spekdikte wordt aangegeven. De beelden vormen de basis voor de berekening van de spek- en spierdikte. De meetwaarden worden door het OptiScanTPC-apparaat zelf omgerekend naar een schatting van het magervleesaandeel.
Het magervleesaandeel van een karkas wordt berekend aan de hand van de onderstaande formule:
Y = 64,88925 - 0,63908 [00d7] X1 + 0,06647 [00d7] X2
De gegevens van de formule zijn de volgende:
1° Y is het geschatte aandeel mager vlees (in percenten);
2° X1 = de kleinste spekdikte met inbegrip van de huid (in mm) over de musculus gluteus medius;
3° X2 = de dikte van de lendenspier (in mm).
Wat 3° betreft, wordt de dikte uitgedrukt door de kortste afstand tussen het voorste craniale deel van de gluteus medius-spier en de bovenste dorsale rand van het wervelkanaal.
Deze formule is geldig voor karkassen met een gewicht tussen zestig en honderdveertig kg.
DEEL IX. - ZP-ruler Dit deel is van toepassing wanneer de geslachte varkens worden ingedeeld met het apparaat "ZP (ruler)".
Bij deze methode kan gebruik worden gemaakt van een liniaal met een maatverdeling op basis van de voorspellingsvergelijking. Het gaat om een manuele meting van de spierdikte en de spekdikte op de klieflijn.
Het magervleesaandeel van een karkas wordt berekend aan de hand van de onderstaande formule:
Y = 63,47584 - 0,65106 [00d7] X1 + 0,08389 [00d7] X2
De gegevens van de formule zijn de volgende:
1° Y is het geschatte aandeel mager vlees (in percenten);
2° X1 = de kleinste spekdikte met inbegrip van de huid (in mm) over de musculus gluteus medius;
3° X2 = de dikte van de lendenspier (in mm).
Wat 3° betreft, wordt de dikte uitgedrukt door de kortste afstand tussen het voorste craniale deel van de gluteus medius-spier en de bovenste dorsale rand van het wervelkanaal.
Deze formule is geldig voor karkassen met een gewicht tussen zestig en honderdveertig kg. "
Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 17 april 2024 tot vervanging van bijlage nr.3 van de Waalse Regering van 6 juli 2017 betreffende de indeling van runder- en varkenskarkassen.
Namen, 17 april 2024.
De Minister van Landbouw,
W. BORSUS