17 JULI 2024. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende de parkeerkaart voor mensen met een handicap
Art. 1-5
Artikel 1. In de Nederlandstalige titel van het ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende de parkeerkaart voor mensen met een handicap, wordt het woord "mensen" vervangen als volgt: "personen".
Art.2. In de artikelen 3 en 4 van hetzelfde besluit worden de woorden "Bestuursdirectie van de Uitkeringen aan Personen met een Handicap" vervangen als volgt: "Directie-generaal Personen met een handicap".
Art.3. In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het tweede en derde lid, gewijzigd door het ministerieel besluit van 3 maart 2003 tot wijziging van het ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende de parkeerkaart voor mensen met een handicap, worden de woorden "Bestuursdirectie van de Uitkeringen aan Personen met een Handicap " en "Bestuursdirectie" respectievelijk vervangen door de woorden "Directie-generaal Personen met een handicap" en "Directie-generaal".
2° het vierde lid, vervangen bij het ministerieel besluit van 3 maart 2003 tot wijziging van het ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende de parkeerkaart voor mensen met een handicap, wordt vervangen als volgt:
"In geval van overlijden van de titularis moet de kaart binnen een termijn van dertig dagen volgend op het overlijden, door de nabestaanden van de titularis terugbezorgd worden hetzij via het gemeentebestuur van de woonplaats van de titularis hetzij rechtstreeks aan de Directie-generaal Personen met een handicap. Gebeurt dit niet, dan dient de kaart door een bevoegd agent ingehouden te worden. In elk geval vervalt de geldigheid van de kaart de dag na de registratie van het overlijden van de titularis door de dienst Burgerlijke Stand van de gemeente waar hij overleden is. Het is verboden deze kaart verder te gebruiken."
Art.4. In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° het tweede lid wordt vervangen als volgt:
"Dit duplicaat moet aangevraagd worden bij de Directie-generaal Personen met een handicap. De beschadigde of onleesbare kaart moet ten laatste bij de aflevering van de nieuwe kaart teruggestuurd worden. Indien de kaart verloren, gestolen of vernietigd is, moet een verklaring opgesteld door een bevoegde overheid hierover bij de aanvraag om hernieuwing gevoegd worden. Indien de verloren of gestolen kaart teruggevonden wordt nadat de titularis een duplicaat heeft aangevraagd, is het verboden de verloren of gestolen kaart verder te gebruiken en dient deze onmiddellijk teruggestuurd te worden naar de Directie-generaal Personen met een handicap."
2° het artikel wordt aangevuld met een derde lid, luidende:
"De geldigheid van de kaart vervalt na zeven dagen nadat de Directie-generaal Personen met een handicap een duplicaat heeft afgeleverd op verzoek van de titularis van de kaart, ongeacht de reden voor de aanvraag van het duplicaat. In geval er achtereenvolgens meerdere duplicaten werden afgeleverd, is enkel het laatst uitgereikte duplicaat geldig."
3° het artikel wordt aangevuld met een vierde lid, luidende:
"Indien vastgesteld wordt dat een titularis voor de derde keer binnen een tijdspanne van één jaar een duplicaat aanvraagt, wordt het derde duplicaat pas na een wachtperiode van drie maanden uitgereikt. De titularis kan een uitzondering hierop aanvragen mits motivering. Dat verzoek wordt voorgelegd aan de Directeur-generaal van de Directie-generaal Personen met een handicap die hierover een beslissing neemt binnen de dertig dagen na ontvangst van de aanvraag tot het verlenen van een uitzondering."
Art. 5. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.