4 JUNI 2024. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 mei 1993 tot heroprichting van de Commissie voor normalisatie van de boekhouding van de instellingen van openbaar nut van de sociale zekerheid
Art. 1-5
Artikel 1. In artikel 2, 1°, van het koninklijk besluit van 5 mei 1993 tot heroprichting van de Commissie voor normalisatie van de boekhouding van de instellingen van openbaar nut van de sociale zekerheid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 januari 2014 worden de woorden ", en voor de instellingen van openbaar nut van de sociale zekerheid van categorie D van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, met uitzondering van de kas van de geneeskundige verzorging van de NMBS Holding" opgeheven.
Art.2. In artikel 3, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 januari 2014 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid wordt de zin "* Eén effectief lid en één plaatsvervangend lid die elke instelling van openbaar nut van de sociale zekerheid van categorie D van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, met uitzondering van de kas van de geneeskundige verzorging van de NMBS Holding, vertegenwoordigen;" opgeheven;
2° het eerste lid wordt aangevuld als volgt:
* "Eén effectief lid en een plaatsvervangend lid die het Rekenhof vertegenwoordigen.";
3° het tweede lid wordt vervangen als volgt:
"Het Instituut voor de Nationale Rekeningen neemt deel aan de vergaderingen van de Commissie als waarnemer.".
Art.3. Artikel 4, lid 2, van hetzelfde koninklijk besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 januari 2014, wordt vervangen als volgt :
Om geldige beslissingen te kunnen nemen is een aanwezigheidsquorum vereist, dat wordt bereikt wanneer ten minste twee derde van de leden vertegenwoordigd zijn.
Om geldig te zijn, dienen de richtlijnen zoals bedoeld in artikel 2, 2°, van dit besluit, goedgekeurd te worden door een aantal stemmen dat ten minste gelijk is aan twee derden van het aantal effectieve leden van de Commissie die aanwezig of vervangen zijn door hun plaatsvervanger of door een derde die een volmacht heeft ontvangen. Ze moeten vervolgens aan alle instellingen worden meegedeeld door middel van een omzendbrief getekend door de Voorzitter in functie.
Art.4. Dit koninklijk besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 5. De minister bevoegd voor Werk, de minister bevoegd voor Zelfstandigen, de minister bevoegd voor Financiën, de minister bevoegd voor Sociale Zaken, de minister bevoegd voor Pensioenen en de staatssecretaris bevoegd voor Begroting, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.