15 FEBRUARI 2024. - Besluit van de Waalse Regering houdende uitvoeringsmaatregelen van het decreet Koolstofneutraliteit van 16 november 2023
HOOFDSTUK I. - Begripsomschrijvingen
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Het Plan Lucht-Klimaat-Energie
Art. 2-3
HOOFDSTUK III. - Het participatieproces van de burger
Art. 4-8
HOOFDSTUK IV. - Ondersteuning van gemeenten bij hun energie- en klimaatbeleid
Art. 9-16
HOOFDSTUK V. - Aanpassing aan de klimaatverandering
Art. 17-18
HOOFDSTUK VI. - Wijzigings- en slotbepalingen
Art. 19-25
HOOFDSTUK I. - Begripsomschrijvingen
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
1° decreet koolstofneutraliteit: het decreet Koolstofneutraliteit van 16 november 2023;
2° Administratie: de administratie die verantwoordelijk is voor Energie;
3° Agentschap: het "Agence wallonne de l'Air et du Climat" (Waals Agentschap voor Lucht en Klimaat);
4° AVG: Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming);
HOOFDSTUK II. - Het Plan Lucht-Klimaat-Energie
Art.2. De aanvraag om toegang tot de volledige documenten bedoeld in artikel 8, § 2, tweede lid van het decreet Koolstofneutraliteit wordt gericht aan de administratie of het Agentschap, die/dat binnen maximaal 30 dagen antwoordt.
Art.3. Het samenvattend verslag bedoeld in artikel 9, § 2 van het decreet koolstofneutraliteit wordt gezamenlijk opgesteld door de administratie en het Agentschap.
HOOFDSTUK III. - Het participatieproces van de burger
Art.4. Burgers verplichten zich ertoe deel te nemen aan het gehele participatieproces van de burger en zijn gehouden tot terughoudendheid in het kader van het burgerparticipatieproces.
De burgers die is uitgesloten van een groep burgers kan tegen dit besluit in beroep gaan bij het Agentschap volgens de procedures die zijn vastgesteld door de minister die bevoegd is voor klimaat.
Art.5. Deelnemers aan een groep burgers krijgen:
1° presentiegeld van 50 euro per vergadering en een 50 euro extra voor elke begonnen periode van 4 uur;
2° een vergoeding voor de reiskosten die overeenkomt met hetzij de werkelijke kosten van het gebruik van het openbaar vervoer, hetzij de kosten van het reizen met hun eigen auto, rekening houdend met het kilometertarief berekend overeenkomstig artikel 13 van het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten
3° een vergoeding van 8 euro per uur voor de kinderopvangkosten voor kinderen jonger dan 12 jaar of kinderen ouder dan 12 jaar met een beperking, op basis van de gezinssamenstelling.
De bedragen vermeld in het eerste lid, 1°, en in het tweede 2 zijn gekoppeld aan de schommelingen van de index van de consumptieprijzen vermeld in het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen.
Art.6. De adviezen en voorstellen van de groep burgers worden tussen dertig en zestig dagen vanaf de mededeling ervan aan de Regering, bekendgemaakt op de website van het Agentschap en van de administratie.
Art.7. De verantwoordelijken voor de verwerking in de zin van de AVG zijn de administratie en het Agentschap.
De ambtenaren en personeelsleden van de administratie en van het Agentschap belast met de uitvoering van de regeling hebben toegang tot de informatie in het rijksregister, bedoeld in artikel 16, eerste lid, in fine van het decreet koolstofneutraliteit.
Art.8. De gegevens kunnen worden meegedeeld aan de administraties aangewezen door de Minister bevoegd voor klimaat met het oog op hun latere verwerking voor historische, statistische of wetenschappelijke doeleinden.
De gegevens verzameld uit het Rijksregister kunnen het voorwerp uitmaken van een digitale en geautomatiseerde verwerking, waarvan de voorwaarden worden bepaald door de Minister bevoegd voor klimaat.
HOOFDSTUK IV. - Ondersteuning van gemeenten bij hun energie- en klimaatbeleid
Art.9. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
1° gemeenten: de gemeenten zoals bedoeld in artikel 18 van het decreet Koolstofneutraliteit
2° het Burgemeestersconvenant: het initiatief van de Europese Unie dat lokale overheden samenbrengt in de strijd tegen klimaatverandering en de bevordering van duurzame energie;
3° SECAP: het Actieplan voor Duurzame energie en Klimaat in de zin van artikel 18 van het decreet Koolstofneutraliteit;
4° SECAP-coördinator: de SECAP-coördinator zoals bedoeld in artikel 18 van het decreet Koolstofneutraliteit;
5° gemeentelijke klimaatplanning: de gemeentelijke klimaatplanning zoals bedoeld in artikel 18 van het decreet Koolstofneutraliteit;
6° de bovengemeentelijke coördinator: de bovengemeentelijke coördinator zoals bedoeld in artikel 18 van het decreet Koolstofneutraliteit;
7° ISADF: de synthetische indicator voor de toegang tot de grondrechten in de zin van artikel 1, 5°, van het decreet van 22 november 2018 betreffende het plan voor maatschappelijke cohesie wat betreft de aangelegenheden waarvan de uitoefening van de Franse Gemeenschap is overgedragen.
Art.10. Het deel van de toelage dat aan elke gemeente wordt toegekend omvat:
1° een basisdeel dat de financiering van minstens één voltijds equivalent voor de uitvoering van de opdrachten van de SECAP-coördinator per gemeente mogelijk maakt;
2° een veranderlijk deel, bepaald volgens de "ISADF"-rangschikking, gewogen op basis van het aantal inwoners van de gemeente.
Op basis van het bedrag van het trekkingsrecht bepalen de Minister bevoegd voor klimaat en de Minister bevoegd voor Energie het basisdeel en het veranderlijk deel bedoeld in het eerste lid.
Art.11. De Minister bevoegd voor klimaat en de Minister bevoegd voor energie berekenen het bedrag van het trekkingsrecht dat aan elke gemeente of vereniging van gemeenten wordt toegekend met toepassing van het aandeel bedoeld in artikel 10 en delen het bedrag mee aan de gemeenten op zodanige wijze dat zij in het eerste jaar van elke programma goedkeuring kunnen verkrijgen voor de gemeentelijke klimaatplanning.
Art.12. Het onuitgevoerde deel voortvloeiend uit het gedeeltelijke gebruik van de in het stadium van de gunning beschikbare bedragen komt het geheel van de gemeenten ten goede. De verdeling is evenredig aan het veranderlijk deel dat voor het lopende programma aan elke gemeente wordt toegekend.
Het bedrag van het onuitgevoerde deel van een programma wordt in het eerste jaar van het volgende programma uiterlijk op 30 april vastgesteld op basis van de vóór 31 januari van dat jaar ingediende gunningsdossiers.
Na deze termijn ingediende gunningsdossiers worden niet in aanmerking genomen.
Art.13. De Minister van klimaat en de Minister van energie bepalen de specifieke voorwaarden voor elk programma alsook de in aanmerking komende uitgaven.
De gewestelijke prioriteiten en de specifieke investeringsvoorwaarden bedoeld in het eerste lid beogen het verwezenlijken van de prioritaire assen van het Burgemeestersconvenant en de gewestelijke doelstellingen inzake klimaat en energie uit het Plan Lucht Klimaat Energie bedoeld in hoofdstuk 3 van het decreet Koolstofneutraliteit.
De gewestelijke prioriteiten worden bepaald op het gebied van doelstellingen en opvolgingsindicatoren.
Art.14. De administratie en het Agentschap controleren de conformiteit van de gemeentelijke klimaatplanning en de administratie of het Agentschap meldt de validatie ervan.
Art.15. Het basisbedrag wordt als volgt uitbetaald, namelijk: de eerste halfjaarlijkse termijn komt overeen met het basisbedrag voor het eerste jaar en wordt 6 maanden na aanvang van het programma gestort, en de volgende halfjaarlijkse termijnen komen overeen met de helft van het jaarlijkse basisbedrag.
Art.16. De Minister van klimaat en de Minister van energie bepalen:
1° de kwalificaties en opdrachten van de SECAP-coördinator, alsook de werktijd die eraan wordt besteed;
2° welke documenten worden opgestuurd naar of goedgekeurd door de dienst dat zij bepaalt, afhankelijk van het soort actie of project;
3° de procedures voor het toezicht op het gebruik van de subsidie door de Gemeenten en voert haar toezicht uit in het jaar volgend op het einde van het driejarige programma;
HOOFDSTUK V. - Aanpassing aan de klimaatverandering
Art.17. De Minister van klimaat legt aan de Regering de staatvan de klimaatverandering voor, die uit vijf delen bestaat:
1° een evaluatie van de acties en instrumenten die tot op heden werden ingevoerd en een benchmarking van de bestaande initiatieven in het Waals Gewest en op internationaal vlak;
2° een bijwerking van de klimaatprojecties voor het Waals Gewest;
3° een analyse van de risico's en gevolgen van de klimaatverandering en de kwetsbaarheid van het Waals Gewest, die de bevolkingsgroepen, plaatsen en activiteiten identificeert die kwetsbaar zijn voor de klimaatverandering en de gevolgen ervan;
4° een identificatie en voorstel van acties en hefbomen voor aanpassing;
5° een benchmarking van de financiering;
Deze staat wordt jaarlijks bijgewerkt en dient als basis voor het opstellen van de Waalse strategie voor de aanpassing aan klimaatverandering.
Art.18. De evaluatie van de Waalse strategie voor aanpassing aan de klimaatverandering meet de verwezenlijking van de doelstellingen van de strategie en stelt in voorkomend geval corrigerende of bijkomende maatregelen voor aan de Regering.
HOOFDSTUK VI. - Wijzigings- en slotbepalingen
Art.19. In artikel 1, eerste lid, van het besluit van de Waalse Regering van 27 mei 2021 betreffende het Comité van deskundigen betreffende het klimaat, worden de woorden "ingesteld bij artikel 23 van het "Klimaatdecreet" van 20 februari 2014" vervangen door de woorden "bedoeld in hoofdstuk 4 van het decreet Koolstofneutraliteit van 16 november 2023".
Art.20. In artikel 2, derde lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden "bedoeld in artikel 25, § 1, tweede lid, van het "klimaatdecreet" van 20 februari 2014" vervangen door de woorden "bedoeld in artikel 10 van het decreet K oolstofneutraliteit van 16 november 2023".
Art.21. In artkel 3 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het eerste lid wordt aangevuld met een punt 5°, luidend als volgt:
"5° een vertegenwoordiger van de Waalse Overheidsdienst Binnenlandse Aangelegenheden en Sociale Actie. ";
2° er wordt een tweede lid ingevoegd, luidend als volgt:
"De samenstelling van de jury mag niet voor meer dan twee derde uit leden van hetzelfde geslacht bestaan. ";
3° in het derde lid, dat het vierde lid is geworden, worden de woorden "bedoeld in artikel 25 van het "Klimaatdecreet" van 20 februari 2014" vervangen door de woorden "bedoeld in artikel 10 van het decreet Koolstofneutraliteit van 16 november 2023".
Art.22. In artikel 4, eerste lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden "de zeven leden van het Comité van Deskundigen" vervangen door de woorden "de leden van het Comité van Deskundigen en zijn voorzitter, op basis van het voorstel van de jury, ".
Art.23. Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een tweede lid, luidend als volgt:
"Het Agentschap publiceert de adviezen en aanbevelingen van het Comité van Deskundigen tussen dertig en zestig dagen nadat de Regering op de hoogte ervan te hebben gebracht. ".
Art.24. In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de woorden "Het Comité van deskundigen kiest aan het begin van de periode van vijf jaar een Voorzitter uit zijn leden, die verantwoordelijk is" vervangen door de woorden: "De Voorzitter is verantwoordelijk".
Art. 25. De Minister van klimaat en de Minister van energie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.