24 APRIL 2024. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994
Art. 1-6
Artikel 1. In hoofdstuk III van titel III van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wordt het opschrift van de afdeling VI vervangen als volgt :
"Afdeling VI. - Hoegrootheid van de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen en de toeslag op de uitkering, maximum- en minimumbedrag van de arbeidsongeschiktheidsuitkering".
Art.2. In hetzelfde besluit wordt een artikel 214/1 ingevoegd, luidende:
"Art. 214/1. Voor de periode vanaf 1 januari 2024 tot en met 30 juni 2024 bedraagt de toeslag op de uitkering bedoeld in artikel 96 van de gecoördineerde wet 60% van het gederfde loon bepaald volgens de volgende formule [A x 6 x B] / Q waarbij:
- A het gemiddeld dagloon is dat in aanmerking is genomen om de primaire ongeschiktheidsuitkeringen of de invaliditeitsuitkeringen te berekenen van de periode waarvoor de gerechtigde recht heeft op de toeslag. Dit gemiddeld dagloon wordt, in voorkomend geval, begrensd tot het maximumbedrag bedoeld in artikel 87, eerste lid van de gecoördineerde wet en, vervolgens, in voorkomend geval, aangepast aan de schommelingen van het indexcijfer, zoals bepaald in artikel 237, om de voormelde primaire ongeschiktheidsuitkeringen of invaliditeitsuitkeringen van de periode waarvoor de gerechtigde recht heeft op de toeslag, aan te passen.
- B het aantal uren is waarvoor de gerechtigde recht heeft op de toeslag tijdens de voormelde periode.
- Q het gemiddelde aantal arbeidsuren per week van de tewerkstelling van de gerechtigde is die in aanmerking is genomen om de primaire ongeschiktheidsuitkeringen of de invaliditeitsuitkeringen te berekenen of, indien er geen dergelijke tewerkstelling in aanmerking is genomen, 38 is.
Vanaf 1 juli 2024 bedraagt de toeslag op de uitkering bedoeld in artikel 96 van de gecoördineerde wet 60% van het normale theoretische loon voor de uren van toegelaten arbeid gedekt door de aanvulling toegekend krachtens de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 12bis of nr. 13bis. Dit normale theoretische loon wordt, in voorkomend geval, beperkt tot het maximumbedrag bedoeld in artikel 87, eerste lid, van de gecoördineerde wet zoals in aanmerking genomen bij de berekening van de aanvulling toegekend krachtens de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 12bis of nr. 13bis.".
Art.3. In hoofdstuk III van titel III van hetzelfde besluit wordt het opschrift van de afdeling XVbis aangevuld met de woorden ", de inhaalpremie en de toeslag op de uitkering".
Art.4. Artikel 236bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 28 februari 1999 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 15 april 2002 en 5 juli 2023, wordt aangevuld met een lid, luidende:
"Onder dezelfde voorwaarden, als bedoeld in het eerste tot derde lid, kan de gerechtigde verzaken aan de toeslag op de uitkering bedoeld in artikel 214/1, evenals deze verzaking beëindigen.".
Art.5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2024.
Art. 6. De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.