Details





Titel:

20 DECEMBER 2024. - Wet tot wijziging van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, voor wat betreft de verzekeringsinkomsten



Inhoudstafel:

TITEL 1. - Inleidende bepaling
Art. 1
TITEL 2. - Heffingen op de omzet
Art. 2-4
TITEL 3. - Bijdrage op marketing
Art. 5
TITEL 4. - Slotbepaling
Art. 6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

TITEL 1. - Inleidende bepaling
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

TITEL 2. - Heffingen op de omzet
Art.2. In artikel 191, eerste lid, 15° novies, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, ingevoegd bij de wet van 27 december 2005 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 22 december 2023 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° het derde lid wordt aangevuld met de volgende zin:
  "Voor 2025 wordt het bedrag van die heffing vastgesteld op 6,73 % van de omzet die in 2025 is verwezenlijkt.";
  2° in het vijfde lid, laatste zin, worden de woorden "en vóór 1 mei 2025 voor de omzet die in 2024 is verwezenlijkt." vervangen door de woorden ", vóór 1 mei 2025 voor de omzet die in 2024 is verwezenlijkt en voor 1 mei 2026 voor de omzet die in 2025 is verwezenlijkt.";
  3° in het zevende lid, eerste zin, worden de woorden "en de heffing op de omzet 2024" vervangen door de woorden ", de heffing op de omzet 2024 en de heffing op de omzet 2025";
  4° het achtste lid wordt aangevuld met de volgende zin:
  "Voor 2025 dienen het in het vorige lid bedoelde voorschot en saldo respectievelijk gestort te worden voor 1 juni 2025 en 1 juni 2026 op rekening van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, met vermelding van respectievelijk "voorschot heffing omzet 2025 "en "saldo heffing omzet 2025".";
  5° het tiende lid wordt aangevuld met de volgende zin:
  "Voor 2025 wordt het voornoemde voorschot bepaald op 6,73 pct. van de omzet die in het jaar 2024 is verwezenlijkt.";
  6° het zeventiende lid wordt aangevuld met de volgende zin:
  "De ontvangsten die voortvloeien uit de heffing op de omzet 2025 zullen in de rekeningen van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging worden opgenomen in het boekjaar 2025.".

Art.3. Artikel 191, eerste lid, 15° duodecies, vijfde lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 23 december 2009 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 22 december 2023, wordt aangevuld met de volgende zin:
  "Voor 2025 wordt het bedrag van die heffing vastgesteld op 1 pct. van de omzet die in 2025 is verwezenlijkt en het ermee samenhangende voorschot wordt vastgesteld op 1 pct. van de omzet die in 2024 is verwezenlijkt."

Art.4. Artikel 191, eerste lid, 15° terdecies, vijfde lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 28 juni 2013 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 22 december 2023, wordt aangevuld met de volgende zinnen:
  "Voor het jaar 2025 worden de percentages van deze weesheffing vastgesteld op 0 pct. voor het deel van de omzet van 0 tot en met 1,5 miljoen euro, op 3 pct. voor het deel van de omzet van meer dan 1,5 tot en met 3 miljoen euro en op 5 pct. voor het deel van de omzet groter dan 3 miljoen euro. De percentages, die op de verschillende omzetniveaus toegepast worden om het voorschot 2025 vast te stellen, zijn gelijk aan de percentages die vastgesteld worden voor de weesheffing 2025."

TITEL 3. - Bijdrage op marketing
Art.5. In artikel 191, eerste lid, 31°, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 27 december 2012 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 22 december 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° het eerste lid wordt aangevuld met de volgende zin:
  "Voor 2025 wordt de compensatoire bijdrage gehandhaafd.";
  2° in het tweede lid worden de woorden "en verwezenlijkt in 2024, voor het jaar 2024" vervangen door de woorden "verwezenlijkt in 2024, voor het jaar 2024, en verwezenlijkt in 2025, voor het jaar 2025";
  3° het derde lid wordt aangevuld met de volgende zin:
  "Het voorschot 2025, vastgesteld op 0,13 pct. van het in 2024 verwezenlijkte omzetcijfer, wordt vóór 1 juni 2025 gestort op rekening van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, met de vermelding "Voorschot compensatoire bijdrage 2025" en het saldo wordt vóór 1 juni 2026 gestort op dezelfde rekening met de vermelding "Saldo compensatoire bijdrage 2025".";
  4° in het vijfde lid worden de woorden "en in het boekjaar 2024, voor de bijdrage 2024" vervangen door de woorden ", in het boekjaar 2024, voor de bijdrage 2024, en in het boekjaar 2025, voor de bijdrage 2025.".

TITEL 4. - Slotbepaling
Art. 6. Deze wet treedt in werking op 1 januari 2025.