Details





Titel:

20 DECEMBER 2024. - Koninklijk besluit tot wijziging van de bepalingen inzake de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing in het KB/WIB 92



Inhoudstafel:


Art. 1-5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 952, van het KB/WIB 92, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 22 augustus 2006 en laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 9 april 2024 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  a) in paragraaf 1, derde lid, 5°, wordt de bepaling onder a) vervangen als volgt:
  "a) de in artikel 2755, § 1 of § 1/1, van hetzelfde Wetboek, beoogde ondernemingen waarin ploegenarbeid wordt verricht;";
  b) in paragraaf 1, derde lid, 5°, wordt de bepaling onder c) vervangen als volgt:
  "c) de in artikel 2755, § 3 of § 3/1, van hetzelfde Wetboek, beoogde ondernemingen waarin ploegenarbeid wordt verricht in een volcontinu arbeidssysteem;";
  c) in paragraaf 1, derde lid, wordt een bepaling onder 9° /1 ingevoegd, luidende:
  "9° /1 de in artikel 2759/1 van hetzelfde Wetboek beoogde werkgevers die getroffen werden door de in artikel 957 bedoelde natuurramp;";
  d) in paragraaf 3, enig lid, b), wordt een bepaling onder 4° /2 ingevoegd, luidende:
  "4° /2 voor de in paragraaf 1, derde lid, 9° /1, bedoelde schuldenaars: de door de werkgever voor die periode betaalde of toegekende belastbare bezoldigingen die voldoen aan de voorwaarden van artikel 2759/1, § 2, van hetzelfde Wetboek;";
  e) in paragraaf 3, enig lid, c), 7°, wordt de inleidende zin vervangen als volgt:
  "7° voor de in § 1, derde lid, 5°, a), bedoelde schuldenaars: een negatief bedrag gelijk aan het laagste van de volgende twee bedragen dat in voorkomend geval vervolgens wordt verminderd overeenkomstig artikel 2755, § 1/1, vierde lid, van hetzelfde Wetboek:";
  f) in paragraaf 3, enig lid, c), 7° /2, wordt de inleidende zin vervangen als volgt:
  "7° /2 voor de in § 1, derde lid, 5°, c), bedoelde schuldenaars: een negatief bedrag gelijk aan het laagste van de volgende twee bedragen dat in voorkomend geval vervolgens wordt verminderd overeenkomstig artikel 2755, § 1/1, vierde lid, van hetzelfde Wetboek:";
  g) in paragraaf 3, enig lid, c), wordt een bepaling onder 10° /1 ingevoegd, luidende:
  "10° /1 voor de in paragraaf 1, derde lid, 9° /1 bedoelde schuldenaars: een negatief bedrag gelijk aan 30 pct. van de ingehouden bedrijfsvoorheffing op de belastbare bezoldigingen, in de mate dat het totale bedrag aan vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing, die krachtens artikel 2759/1, § 3, van hetzelfde Wetboek per werkgever en per natuurramp wordt toegestaan, niet overschreden wordt;".

Art.2. In bijlage IIIbis, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 22 augustus 2006 en laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 9 april 2024 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  a) de code "44 overuren (Art. 2751, 4de lid, 2de streepje, en 6de lid, WIB 92)" wordt vervangen door de code "44 overwerk - eerste 130 uren - 50 of 100 pct. overwerktoeslag (Art. 2751, vierde lid, tweede streepje, en zesde lid, WIB 92)";
  b) de code "45 overuren (Art. 2751, 4de lid, 1ste streepje, en 6de lid, WIB 92)" wordt vervangen door de code "45 overwerk - eerste 130 uren - 20 pct. overwerktoeslag (Art. 2751, vierde lid, eerste streepje, en zesde lid, WIB 92)";
  c) de code "51 overuren (Art. 2751, 4de lid, 2de streepje, en 8e lid, WIB 92)" wordt vervangen door de code "51 overwerk - werk in onroerende staat - 50 of 100 pct. overwerktoeslag (Art. 2751, vierde lid, tweede streepje en achtste lid, eerste streepje, WIB 92)";
  d) de code "52 overuren (Art. 2751, 4de lid, 1ste streepje, en 8e lid, WIB 92)" wordt vervangen door de code "52 overwerk - werk in onroerende staat - 20 pct. overwerktoeslag (Art. 2751, vierde lid, eerste streepje en achtste lid, eerste streepje, WIB 92)";
  e) de code "55 horeca (Art. 2751, 4de lid, 2de streepje, en 9e lid, WIB 92)" wordt vervangen door de code "55 overwerk - hotelbedrijf - 50 of 100 pct. overwerktoeslag (Art. 2751, vierde lid, tweede streepje, en negende lid, WIB 92)";
  f) de code "58 overuren (Art. 2751, 4de lid, 2de streepje, en 7de lid, WIB 92)" wordt vervangen door de code "58 overwerk - optrekking tot 180 uren - 50 of 100 pct. overwerktoeslag (Art. 2751, vierde lid, tweede streepje, en zevende lid, WIB 92)";
  g) de code "59 overuren (Art. 2751, 4de lid, 1e streepje, en 7de lid, WIB 92)" wordt vervangen door de code "59 overwerk - optrekking tot 180 uren - 20 pct. overwerktoeslag (Art. 2751, vierde lid, eerste streepje, en zevende lid, WIB 92)";
  h) de code "77 werkgevers die schade hebben geleden ten gevolge van een natuurramp (Art. 2759/1, § 2, WIB 92)" wordt ingevoegd tussen de code "76 gelegenheidsarbeid fruit- en groenteteelt (art. 27513, WIB 92)" en de code "80 steunzone - niet behoud van arbeidsplaats gedurende de minimale behoudsduur (Art. 2758, § 1, zesde lid, WIB 92)";
  i) de code "82 overwerk - wegen- of spoorwerkwerken - 20 pct. overwerktoeslag (Art. 2751, vierde lid, eerste streepje en achtste lid, tweede streepje, WIB 92)" en de code "83 overwerk - wegen- of spoorwerkwerken - 50 of 100 pct. overwerktoeslag (Art. 2751, vierde lid, tweede streepje en achtste lid, tweede streepje, WIB 92)" worden ingevoegd tussen de code "81 steunzone (Art. 2758, § 1, eerste lid, WIB 92)" en de code "90 steunzone - niet behoud van arbeidsplaats gedurende de minimale behoudsduur (Art. 2759, § 1, zesde lid, WIB 92)";
  j) de bijlage wordt aangevuld als volgt:
  "Bijzondere regels met betrekking tot de toepassing van de codes voor overwerk
  De in artikel 2751, tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 bedoelde werkgever kan in geval van overwerk gepresteerd door zijn werknemer de toepassing van de in artikel 2751 van hetzelfde Wetboek bedoelde vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing enkel vragen door middel van:
  - de overlegging van een in artikel 952, § 3, bedoelde aangifte met vermelding van de code '51', '52', '55', '58' of '59', wanneer deze werkgever in hetzelfde jaar voor dezelfde werknemer reeds de toepassing heeft gevraagd van de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor de eerste 130 uren aan overwerk door middel van de overlegging van een in artikel 952, § 3, bedoelde aangifte met vermelding van de code '44' of '45';
  - de overlegging van een in artikel 952, § 3, bedoelde aangifte met vermelding van de code '82' of '83', indien deze werkgever in hetzelfde jaar voor dezelfde werknemer nog geen toepassing heeft gevraagd van de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor overwerk door middel van de overlegging van een in artikel 952, § 3, bedoelde aangifte met vermelding van de code '44', '45', '51', '52', '55', '58' of '59'.".

Art.3. In bijlage IIIter, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 22 augustus 2006 en laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 9 april 2024, wordt een bepaling onder VIII/1 ingevoegd, luidende:
  "VIII/1. De in artikel 952, § 1, derde lid, 9° /1, bedoelde schuldenaars:
  Deze schuldenaars moeten een nominatieve lijst ter beschikking van de administratie houden met daarin voor elke werknemer aan wie een bezoldiging wordt betaald of toegekend waarvan de ingehouden bedrijfsvoorheffing op grond van artikel 2759/1 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 gedeeltelijk niet aan de Schatkist wordt doorgestort:
  - de volledige identiteit;
  - het nationaal nummer;
  - de in de arbeidsovereenkomst voorziene plaats van tewerkstelling;
  - de plaats waar de prestaties daadwerkelijk werden geleverd, indien deze afwijkt van de in de arbeidsovereenkomst voorziene plaats van tewerkstelling;
  - het bedrag van de in aanmerking komende betaalde of toegekende bezoldigingen;
  - het bedrag van de op die bezoldigingen ingehouden bedrijfsvoorheffing;
  - in voorkomend geval, het bedrag van de bedrijfsvoorheffing dat aanvullend wordt ingehouden bovenop de bedrijfsvoorheffing die reglementair minimaal op deze bezoldigingen verschuldigd is.".

Art.4. Artikel 1, c), d) en g), artikel 2, h), en artikel 3 zijn van toepassing op de vanaf 1 augustus 2021 betaalde of toegekende bezoldigingen.
  Artikel 1, a), b), e) en f), is van toepassing op de vanaf 1 januari 2021 betaalde of toegekende bezoldigingen.
  Artikel 2, a) tot g), i) en j) is van toepassing op het overwerk dat vanaf 1 juni 2024 wordt gepresteerd.

Art. 5. De minister die bevoegd is voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.