20 DECEMBER 2024. - Wet tot wijziging van artikel 23quater van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en tot omzetting van de Richtlijn (EU) 2019/944 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot wijziging van Richtlijn 2012/27/EU
Art. 1-2
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
Deze wet voorziet in de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn (EU) 2019/944 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot wijziging van Richtlijn 2012/27/EU.
Art. 2. In artikel 23quater van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, ingevoegd bij de wet van 8 januari 2012 en gewijzigd bij de wet van 23 oktober 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in de Nederlandstalige tekst van paragraaf 2, tweede en derde lid, wordt het woord "reguleringsoverheid" telkens vervangen door de woorden "regulerende instantie";
2° in de Nederlandstalige tekst van paragraaf 3, wordt het woord "reguleringsoverheden" telkens vervangen door de woorden "regulerende instanties";
3° in paragraaf 4, eerste lid, worden de woorden ". Met het oog op het toezicht bedoeld in § 1, d)," vervangen door de woorden "Met het oog op de snelle en efficiënte uitvoering van de in paragraaf 5 bedoelde taken,";
4° in paragraaf 4, tweede lid, worden de woorden "deze wet," ingevoegd tussen de woorden "een verplichting opgenomen in" en de woorden "Richtlijn 2019/944,";
5° in paragraaf 4, tweede lid, worden de woorden "niet naleeft binnen een termijn van twee maanden na de mededeling van voornoemde vaststelling aan de betrokken regionale entiteit, kan de commissie de betrokken regionale entiteit in gebreke stellen om zich te schikken naar zijn verplichtingen. Indien de betrokken regionale entiteit nalaat dit te doen binnen een termijn van drie maanden na deze ingebrekestelling, kan de commissie hem een administratieve boete opleggen overeenkomstig artikel 31" vervangen door de woorden "niet naleeft, kan de commissie, op voorwaarde dat de betrokken personen werden gehoord of naar behoren werden opgeroepen in aanwezigheid van hun raadsman, de betrokken regionale entiteit een administratieve geldboete opleggen die niet lager is dan 1.240 euro, noch hoger is dan 2.500.000 euro.";
6° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 5, luidende:
" § 5. De commissie heeft, in nauw overleg met de andere regionale regulerende instanties van de systeembeheerregio waar een regionaal coördinatiecentrum is gevestigd, de volgende taken:
1° het voorstel voor de invoering van regionale coördinatiecentra, bedoeld in artikel 35, lid 1, van Verordening (EU) 2019/943 goedkeuren;
2° de kosten in verband met de activiteiten van de regionale coördinatiecentra goedkeuren, die moeten worden gedragen door de transmissiesysteembeheerders en moeten worden meegewogen in de berekening van de tarieven, mits zij redelijk en passend zijn;
3° het op samenwerking gebaseerde besluitvormingsproces goedkeuren;
4° ervoor zorgen dat de regionale coördinatiecentra beschikken over alle menselijke, technische, fysieke en financiële middelen die nodig zijn om hun uit deze wet en Richtlijn (EU) 2019/944 voortvloeiende verplichtingen na te komen en hun functies onafhankelijk en onpartijdig uit te voeren;
5° samen met andere regulerende instanties van een systeembeheerregio voorstellen doen voor eventuele door de lidstaten van de systeembeheerregio aan de regionale coördinatiecentra toe te kennen bijkomende taken en bevoegdheden;
6° zorgen voor naleving van de verplichtingen uit hoofde van deze wet, Richtlijn (EU) 2019/944 en ander toepasselijk recht van de Unie, met name met betrekking tot grensoverschrijdende kwesties, en gezamenlijk de niet-naleving door de regionale coördinatiecentra van hun respectievelijke verplichtingen vast te stellen; indien de regulerende instanties er niet in zijn geslaagd overeenstemming te bereiken binnen een periode van vier maanden na het begin van de raadplegingen, wordt de kwestie overeenkomstig artikel 6, lid 10, van Verordening (EU) 2019/942 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators, voor een beslissing aan ACER voorgelegd;
7° toezicht houden op de uitoefening van de systeemcoördinatie en in dit verband jaarlijks verslag uitbrengen aan ACER, overeenkomstig artikel 46 van Verordening (EU) 2019/943."