Details





Titel:

20 DECEMBER 2024. - Koninklijk besluit betreffende de publiek gereguleerde dienst



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Algemeen
Art. 1-2
HOOFDSTUK 2. - Aanvragen
Art. 3-4
HOOFDSTUK 3. - De beslissing tot toelating
Art. 5-7
HOOFDSTUK 4. - Het beheer
Art. 8-14
HOOFDSTUK 5. - Toezicht
Art. 15-16
HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen
Art. 17-18



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Algemeen
Artikel 1. Het onderhavig besluit heeft als doel de procedure en de nadere regels inzake de publiek gereguleerde dienst te bepalen, in uitvoering van artikel 11bis, § 4 van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie, de veiligheidsmachtigingen, de veiligheidsadviezen en de publiek gereguleerde dienst.

Art.2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
  1° "de wet": de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie, de veiligheidsmachtigingen, de veiligheidsadviezen en de publiek gereguleerde dienst;
  2° "de Nationale Veiligheidsoverheid": de overheid gedefinieerd in artikel 1ter van de wet;
  3° "gemeenschappelijke minimumnormen": de normen vastgesteld door de Europese Commissie in gedelegeerde handelingen op grond van artikel 8 van het Besluit 1104/2011/EU;
  4° "uitvoeringshandelingen": de technische vereisten, richtsnoeren en andere maatregelen op basis van de gemeenschappelijke minimumnormen, vastgesteld door de Europese Commissie op grond van artikel 8.3 van het Besluit 1104/2011/EU;
  5° "producten bedoeld voor de publiek gereguleerde dienst": technologieën en apparatuur bedoeld voor de publiek gereguleerde dienst;
  6° "informatie met betrekking tot de publiek gereguleerde dienst": iedere informatie of materiaal die betrekking heeft op de publiek gereguleerde dienst, en die naargelang het geval oftewel geclassificeerd of niet geclassificeerd is en al dan niet een markering draagt die de verspreiding ervan beperkt;
  7° "aanspreekpunt": de verantwoordelijke binnen de entiteit of gebruikersgemeenschap voor de omgang met de producten bedoeld voor de publiek gereguleerde dienst en met de informatie met betrekking tot de publiek gereguleerde dienst, waarvan de specifieke taken en verantwoordelijkheden gedefinieerd worden in de gemeenschappelijke minimumnormen, de uitvoeringshandelingen en de richtlijnen van de Nationale Veiligheidsoverheid;
  8° "veiligheidsincident": een handelen of nalaten, opzettelijk of niet, in strijd met de bepalingen van de toepasselijke internationale overeenkomst of regelgeving van de Europese Unie, de wet, het voorliggend besluit en de richtlijnen van de Nationale Veiligheidsraad in dit verband, waardoor geclassificeerde informatie of ondersteunende diensten en middelen feitelijk of mogelijk in gevaar komen;
  9° "compromittering": de situatie waarin geclassificeerde gegevens - ten gevolge van een nalatigheid, een inbreuk op de beveiliging of een schadelijke activiteit - hun vertrouwelijkheid, integriteit of beschikbaarheid hebben verloren, of waarin ondersteunende diensten en middelen hun integriteit of beschikbaarheid hebben verloren, met inbegrip van verlies, bekendmaking aan onbevoegde personen, ongeoorloofde wijziging, vernietiging op een ongeoorloofde manier, of ontzegging van dienst;
  10° "overdracht": de verplaatsing van producten bedoeld voor de publiek gereguleerde dienst van het grondgebied van de ene lidstaat van de Europese Unie naar het grondgebied van de andere lidstaat van de Europese Unie, die overeenkomstig het Besluit 1104/2011/EU, de gemeenschappelijke minimumnormen en de uitvoeringshandelingen als een overdracht wordt beschouwd;
  11° "uitvoer": de verplaatsing van producten bedoeld voor de publiek gereguleerde dienst van het grondgebied van een lidstaat van de Europese Unie naar het grondgebied van een land buiten de Europese Unie, die overeenkomstig het Besluit 1104/2011/EU, de gemeenschappelijke minimumnormen en de uitvoeringshandelingen als uitvoer wordt beschouwd.

HOOFDSTUK 2. - Aanvragen
Art.3. De aanvraag met betrekking tot de publiek gereguleerde dienst wordt ingediend bij de Nationale Veiligheidsoverheid. Het model voor deze aanvraag wordt ter beschikking gesteld door de Nationale Veiligheidsoverheid. De gevraagde elementen in het model strekken tot identificatie van de aanvrager, de omschrijving van de activiteiten van de aanvrager met inbegrip van de noodzaak van de publiek gereguleerde dienst, en de identificatie van het aanspreekpunt.
  Tevens wordt er bij de aanvraag overgegaan tot een schriftelijke verbintenis om de beschermingsmaatregelen en de gemeenschappelijke minimumnormen te respecteren en zich te onderwerpen aan het toezicht door de Nationale Veiligheidsoverheid teneinde na te gaan of er is voldaan aan de toepasselijke voorwaarden inzake de publiek gereguleerde dienst. Het model voor deze schriftelijke verbintenis wordt ter beschikking gesteld door de Nationale Veiligheidsoverheid.

Art.4. De aanvraag voor de erkenning van een gebruikersgemeenschap en hun toegang tot de publiek gereguleerde dienst wordt ingediend bij de Nationale Veiligheidsoverheid. Het model voor deze aanvraag wordt ter beschikking gesteld door de Nationale Veiligheidsoverheid. De gevraagde elementen in het model strekken tot identificatie van de gebruikersgemeenschap en de individuele gebruikers, de omschrijving van de activiteiten van elke gebruiker met inbegrip van de noodzaak van de publiek gereguleerde dienst, en de identificatie van het gemeenschappelijk aanspreekpunt.
  Tevens wordt er bij de aanvraag overgegaan tot een schriftelijke verbintenis om de beschermingsmaatregelen en de gemeenschappelijke minimumnormen te respecteren en zich te onderwerpen aan het toezicht door de Nationale Veiligheidsoverheid teneinde na te gaan of er is voldaan aan de toepasselijke voorwaarden inzake de publiek gereguleerde dienst. Het model voor deze schriftelijke verbintenis wordt ter beschikking gesteld door de Nationale Veiligheidsoverheid.

HOOFDSTUK 3. - De beslissing tot toelating
Art.5. De Nationale Veiligheidsoverheid beoordeelt de elementen van de aanvraag in het kader van de openbare orde, nationale veiligheid of defensie, de noodzaak tot kennisname van informatie met betrekking tot de publiek gereguleerde dienst en/of de noodzaak tot gebruik van producten bestemd voor de publiek gereguleerde dienst, alsook het naleven van internationale overeenkomsten, het Besluit 1104/2011/EU, de gemeenschappelijke minimumnormen en de uitvoeringshandelingen.

Art.6. De beslissing tot toelating tot de publiek gereguleerde dienst bepaalt per geval op limitatieve wijze de rechten inzake:
  1° de toegang tot de publiek gereguleerde dienst;
  2° de toegang tot informatie inzake de publiek gereguleerde dienst; en
  3° de ontwikkeling en vervaardiging van producten bedoeld voor de publiek gereguleerde dienst.
  De beslissing tot toelating tot de publiek gereguleerde dienst vermeldt de geldigheidsduur van deze toelating. De toelating zal niet langer duren dan de desbetreffende activiteit in de publiek gereguleerde dienst, met een maximum van 5 jaar.

Art.7. De afloop van de geldigheidsduur zorgt voor de beëindiging van de toelating. Een hernieuwing van de toelating kan enkel plaatsvinden naar aanleiding van een nieuwe aanvraag conform hoofdstuk 2 van het onderhavig besluit.

HOOFDSTUK 4. - Het beheer
Art.8. Het beheer van de rechten inzake de publiek gereguleerde dienst zoals toegekend door de toelating moet voldoen aan de normen vastgesteld in de internationale overeenkomsten, in het Besluit 1104/2011/EU, de gemeenschappelijke minimumnormen en de uitvoeringshandelingen, de wet, het onderhavig besluit en de voorwaarden verbonden aan de toelating.
  Voor het beheer van geclassificeerde informatie met betrekking tot de publiek gereguleerde dienst blijft de toepasselijke regelgeving inzake de bescherming van geclassificeerde informatie onverminderd gelden. Dit houdt in het bijzonder in dat de functie van het aanspreekpunt in de zin van onderhavig besluit moet uitgeoefend worden door, naargelang het geval, de veiligheidsofficier, dan wel de contactpersoon voor de veiligheid.

Art.9. Iedere wijziging met een impact op de elementen die werden verstrekt in het kader van de aanvraag inzake de publiek gereguleerde dienst dient onverwijld door het aanspreekpunt te worden meegedeeld aan de Nationale Veiligheidsoverheid.

Art.10. Het aanspreekpunt is verantwoordelijk voor het opstellen en bijhouden van een register met betrekking tot de producten bedoeld voor de publiek gereguleerde dienst die in het bezit of onder controle van de gebruikersgemeenschap of entiteit zijn.
  Het register vermeld in het eerste lid wordt onverwijld beschikbaar gemaakt voor de Nationale Veiligheidsoverheid, wanneer deze laatste hierom verzoekt.

Art.11. Ieder veiligheidsincident en compromittering wordt onverwijld door het aanspreekpunt gemeld aan de Nationale Veiligheidsoverheid.

Art.12. Voordat er een overdracht van producten bedoeld voor de publiek gereguleerde dienst vanuit België plaatsvindt, gaat de Nationale Veiligheidsoverheid na of de voorwaarden vermeld in de gemeenschappelijke minimumnormen, alsook eventuele uitvoeringshandelingen vervuld zijn. De Nationale Veiligheidsoverheid bezorgt deze informatie vervolgens aan de nationale overheid bevoegd voor de goedkeuring van de overdracht.

Art.13. Voordat er een uitvoer van producten bedoeld voor de publiek gereguleerde dienst vanuit België plaatsvindt, gaat de Nationale Veiligheidsoverheid na of de voorwaarden bepaald in het Besluit 1104/2011/EU, de gemeenschappelijke minimumnormen en de eventuele uitvoeringshandelingen vervuld zijn. De Nationale Veiligheidsoverheid bezorgt deze informatie aan de overheid bevoegd voor uitvoerbeperkingen.

Art.14. Na afloop van de toelating en op eerste verzoek van de Nationale Veiligheidsoverheid worden de producten bedoeld voor de publiek gereguleerde dienst en/of de informatie met betrekking tot de publiek gereguleerde dienst die door de Nationale Veiligheidsoverheid werden aangeleverd, onverwijld terug aan de Nationale Veiligheidsoverheid overgemaakt.
  In alle gevallen moeten de modaliteiten ter bescherming en bewaring van de producten bedoeld voor de publiek gereguleerde dienst en van de informatie met betrekking tot de publiek gereguleerde dienst worden nageleefd.

HOOFDSTUK 5. - Toezicht
Art.15. § 1. Voor wat betreft het toezicht zijn de artikelen 103 tot 111 van het koninklijk besluit van 20 december 2024 tot uitvoering van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie, de veiligheidsmachtigingen, de veiligheidsadviezen en de publiek gereguleerde dienst van toepassing.
  § 2. Het toezicht door de Nationale Veiligheidsoverheid onder dit besluit wordt uitgeoefend om te verzekeren dat het beheer van de toegang tot de publiek gereguleerde dienst, de informatie met betrekking tot de publiek gereguleerde dienst en de producten bedoeld voor de publiek gereguleerde dienst voldoet aan de normen vastgesteld in de internationale overeenkomsten, in het Besluit 1104/2011/EU, de gemeenschappelijke minimumnormen en de uitvoeringshandelingen, de wet, het onderhavig besluit en de voorwaarden verbonden aan de toelating.
  § 3. Onder toepassing van artikel 11bis, § 1er, tweede lid van de wet, kan de Nationale Veiligheidsoverheid overgaan tot de onmiddellijke schorsing, intrekking of wijziging van de toelating in geval van ernstige schending.
  In andere gevallen kan de Nationale Veiligheidsoverheid overgaan tot de schorsing, intrekking of wijziging van de toelating indien zij vaststelt dat de nodige corrigerende maatregelen met betrekking tot de schending niet werden genomen.
  De kennisgeving van de beslissing tot schorsing, intrekking of wijziging van de toelating wordt gedaan aan het aanspreekpunt.
  § 4. De Nationale Veiligheidsoverheid gaat over tot een beslissing tot schorsing van de toelating indien zij van oordeel is dat de schending van die ernst is dat de toelating stop gezet dient te worden, maar dat mits het nemen van corrigerende maatregelen, de toelating terug kan hervatten.
  In de beslissing tot schorsing wordt melding gemaakt van de termijn van deze schorsing. Indien binnen deze opgelegde termijn niet de nodige corrigerende maatregelen werden genomen om de schending te verhelpen, kan de Nationale Veiligheidsoverheid overgaan tot de intrekking van de toelating.

Art.16. In het kader van het toezicht onder dit besluit is de gecontroleerde persoon gehouden tot het respecteren van de antwoordtermijnen die worden gegeven door de Nationale Veiligheidsoverheid.

HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen
Art.17. Dit besluit treedt in werking op 1 februari 2025.

Art. 18. Onze Ministers zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.