Details





Titel:

12 DECEMBER 2024. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 december tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratie statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, van het besluit van 21 maart 2018 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de rechtspositie en de bezoldigingsregeling van de contractuele personeelsleden van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel, en van het besluit van 21 maart 2018 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de rechtspositie en de bezoldigingsregeling van de contractuele personeelsleden van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de selectie en evaluatie van mandaathouders



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen aan het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel
Art. 1-17
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen aan het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. 18-33
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen aan het besluit van 21 maart 2018 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de rechtspositie en de bezoldigingsregeling van de contractuele personeelsleden van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel
Art. 34
HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen aan het besluit van 21 maart 2018 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de rechtspositie en de bezoldigingsregeling van de contractuele personeelsleden van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. 35
HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
Art. 36



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2018011463  2018011464  2018011465  2018011466 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen aan het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel
Artikel 1. In artikel 441, § 3, tweede lid van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° de woorden "aan de functioneel bevoegde minister voor de mandaathouders van de rangen A4, A4+ en A5 en" en de woorden "voor de mandaathouders van de rangen A6 en A7" worden opgeheven;
  2° de woorden "transversale en strategische doelstellingen, " worden ingevoegd tussen de woorden "wordt met de" en " oriëntatienota's";
  3° de woorden "in artikel 22, 2° van de organieke ordonnantie van 26 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle," worden vervangen door de woorden "in artikel 9 van de ordonnantie van 4 april 2024 houdende de Codex van de openbare financiën van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest,";
  4° wordt aangevuld met twee zinnen, luidende:
  "Indien de transversale of strategische doelstellingen na de indiensttreding wijzigen, moet de mandaathouder zijn beheersplan aanpassen binnen drie maanden na kennisgeving van de nieuwe doelstellingen door het secretariaat van het Brussels Openbaar Ambt, dat verantwoordelijk is voor de selectie- en evaluatiecommissies voor mandaathouders. Een kopie van het beheersplan en, indien van toepassing, van het aangepaste beheersplan moet worden toegezonden aan het secretariaat van het Brussels Openbaar Ambt dat verantwoordelijk is voor de selectie- en evaluatiecommissies voor mandaathouders.".

Art.2. Artikel 442 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
  "Art. 442. § 1. Om zich kandidaat te stellen voor een mandaatbetrekking bij de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel dienen de kandidaten te voldoen aan de algemene toelatingsvoorwaarden bepaald in artikel 36.
  § 2. Indien een kandidaat geslaagd is voor een overgangsexamen, zoals bepaald in artikel 101, wordt afgeweken van de diplomavereisten in artikel 36, eerste lid, 4° op voorwaarde dat de kandidaat minstens 6 jaar anciënniteit in een functie van niveau A heeft verworven in een organieke openbare dienst.
  § 3. Naast de algemene toelatingsvoorwaarden van bedoeld in paragrafen 1 en 2, dienen kandidaten te beschikken over:
  - Minstens zes jaar relevante beroepservaring in een leidinggevende functie voor een betrekking in rang A4;
  - Minstens acht jaar relevante beroepservaring in een leidinggevende functie voor een betrekking in rang A4+ of hoger.
  § 4. Relevante beroepservaring in een leidinggevende functie betekent specifieke ervaring op het gebied van management, met aantoonbare resultaten met betrekking tot het beleid van een overheidsdienst of een organisatie uit de privésector, waarbij het aansturen van werknemers deel uitmaakte van het takenpakket.".

Art.3. Artikel 444 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
  "Art. 444. § 1. Het secretariaat van Brussel Openbaar Ambt belast met de selectie- en evaluatiecommissies van mandaathouders, stelt de functiebeschrijving van het in te vullen mandaat op.
  § 2. De Regering keurt de functiebeschrijving waarvan sprake in paragraaf 1 goed en voegt er de doelstellingen, bedoeld in artikel 440, aan toe.".

Art.4. In artikel 445 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht:
  a) In punt 3° van paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden "de dienst" vervangen door de woorden "het secretariaat van Brussel Openbaar Ambt belast met de selectie- en evaluatiecommissies van mandaathouders";
  b) Paragraaf 1, tweede lid, wordt aangevuld met een bepaling onder 4°, luidende:
  "4° De modaliteiten waarop de kandidatuur rechtsgeldig kan worden ingediend.";
  c) In paragraaf 2 worden de woorden "per aangetekende brief" vervangen door de woorden "volgens de modaliteiten vermeld in paragraaf 1, tweede lid, punt 4° ";
  d) In paragraaf 2 wordt het woord "vijfendertig" vervangen door het woord "achtentwintig";
  e) In paragraaf 3, eerste lid worden de woorden "het model opgesteld wordt door de minister" vervangen door de woorden "het model en de inhoud worden opgesteld door de Minister ";
  f) Het eerste lid van paragraaf 3 wordt aangevuld met de woorden ", en een kopie van het hoogst behaalde diploma waar de kandidaat zich op beroept in zijn kandidatuur.".

Art.5. In artikel 446 van hetzelfde besluit, gewijzigd door het besluit van 29-09-2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  a) In het tweede lid wordt de zin "De regering legt tevens een reserve aan van leden van de selectiecommissie die zullen worden opgeroepen in de gevallen bedoeld in artikel 449, § 1." vervangen door de zin "De regering stelt ook een lijst op van plaatsvervangers voor elke commissie, waarop in de volgorde van vervanging een beroep wordt gedaan.";
  b) in het laatste lid wordt het woord "geslacht" vervangen door "gender";
  c) er wordt een lid toegevoegd, luidende:
  "Een genderevenwicht wordt verzekerd in het voorzitterschap van de selectiecommissies.".

Art.6. In artikel 447 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht:
  a) De woorden "De minister," worden opgeheven;
  b) In punt 1° worden de woorden "het secretariaat van Brussel Openbaar Ambt belast met de selectie- en evaluatiecommissies van mandaathouders" ingevoegd voor het woord "stelt";
  c) In punt 2° worden de woorden "de minister" ingevoegd voor het woord "bepaalt".

Art.7. Artikel 448 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende:
  " § 3. De selectiecommissie beslist of de kandidaat die niet geslaagd is voor het assessment wordt gehoord en motiveert haar beslissing door te verwijzen naar de slagingscriteria voor het assessment voorzien in de desbetreffende oproep tot kandidaatstelling.".

Art.8. In artikel 449 van hetzelfde besluit, gewijzigd door het besluit van 29-09-2022, worden volgende wijzigingen aangebracht:
  a) in de nederlandse versie van paragraaf 1 worden de woorden "Geen enkel lid van de commissie mag zitting nemen indien hij of zij zich in een situatie bevindt die zijn of haar onpartijdigheid in gevaar kan brengen." ingevoegd voor de woorden "Een lid";
  b) in paragraaf 1 wordt het woord "reserve" vervangen door de woorden "lijst van plaatsvervangers";
  c) in paragraaf 2 wordt een tweede lid ingevoegd, luidende:
  "Indien een lid van de commissie de verplichtingen in het eerste lid niet nakomt, kan de Regering deze persoon, na een met redenen omkleed advies door de Minister van Openbaar Ambt, vervangen door een persoon voorkomend op de lijst van plaatsvervangers, opgesteld volgens artikel 446, tweede lid .".

Art.9. In artikel 452 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht:
  a) In het tweede lid wordt het woord "specifieke" opgeheven.
  b) het artikel wordt aangevuld met twee leden, luidende:
  "Kandidaten die geslaagd zijn voor het assessment dienen deze niet opnieuw af te leggen indien zij zich kandidaat stellen voor een functie van dezelfde of lagere rang.
  De geldigheidsduur van de vrijstelling bedraagt 2 jaar te rekenen vanaf de dag van de kennisgeving van het welslagen van het assessment. ".

Art.10. In artikel 453 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  a) Het laatste lid wordt vervangen als volgt: "Indien er een ex-aequo is tussen de kandidaten in groep A "geschikt", wordt de genderpariteit in acht genomen bij de aanduiding als bedoeld in artikel 454, met een maximumverschil van niet meer dan een verhouding van 40/60 procent.";
  b) het artikel wordt aangevuld met een vijfde lid, luidende:
  "De bepaling in het voorgaande lid is van toepassing in overeenstemming met de bepalingen inzake positieve acties opgenomen in artikel 16 van het Gezamenlijk decreet en ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Franse Gemeenschapscommissie van 04-04-2024 houdende het Brussels Wetboek inzake de gelijkheid, de non-discriminatie en de bevordering van diversiteit. De bepaling in het voorgaande lid is niet van toepassing wanneer het aantal kandidaten van beide genders ingeschreven in groep A "geschikt" onvoldoende is of wanneer er een ex-aequo is tussen personen die niet kiezen voor het gender "M" of "V" en die in groep A "geschikt" zijn opgenomen.".

Art.11. In artikel 463 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht:
  a) In het eerste lid wordt het woord "zeven" vervangen door het woord "vijf";
  b) In het eerste lid wordt de zin "De Regering kan een extern bureau aanduiden om de evaluatiecommissie bij te staan in haar opdracht" opgeheven;
  c) in het vierde lid wordt het woord "geslacht" vervangen door "gender";
  d) Het artikel wordt aangevuld met vijf leden, luidende:
  "Indien er inbreuken vastgesteld worden tegen de bepalingen van het achtste en negende lid, dient het betrokken lid van de commissie vervangen te worden door een lid uit de lijst van de plaatsvervangers zoals bepaald in het tweede lid.
  De Regering, op voorstel van de Minister bevoegd voor Openbaar Ambt, stelt een extern bureau aan die de evaluatiecommissie bijstaat en ondersteunt bij elke objectieve evaluatie van de betrokken mandaathouder. Om tot haar verslag te komen dient het extern bureau over het evaluatiedossier te beschikken met de in artikel 468 van het Statuut bedoelde gegevens en documenten.
  Het extern bureau kan de hiërarchisch meerdere van de geëvalueerde mandaathouder horen, alsook de personeelsleden die onder direct gezag staan van laatstgenoemde. Daarnaast kan zij ook externe belanghebbenden horen waarmee de desbetreffende gewestelijke overheidsdienst Brussel duurzaam samenwerkt om haar doelstellingen te behalen of externe belanghebbenden die afhankelijk zijn van deze gewestelijke overheidsdienst Brussel.
  Het extern bureau, verantwoordelijke voor gegevensverwerking, vermeldt in haar verslag niet de identiteit van de gehoorde personeelsleden die onder het direct gezag staan van de geëvalueerde mandaathouder. Het extern bureau zorgt er ook voor dat haar verslag, voor zover mogelijk, geen elementen of informatie bevat die het mogelijk maakt om de personeelsleden te identificeren die onder het directe gezag van de geëvalueerde mandaathouder stonden en die werden geïnterviewd, alsook de personen die de externe belanghebbenden vertegenwoordigen.
  Het extern bureau mag de persoonsgegevens waarover zij beschikt in het kader van de uitoefening van haar taak maximaal één jaar bewaren na de kennisgeving van haar verslag aan de leden van de evaluatiecommissie. Aan het einde van deze periode gaat zij over tot het vernietigen van de bewaarde persoonsgegevens.".

Art.12. In artikel 465, eerste lid van hetzelfde besluit wordt het woord "verslag" vervangen door het woord "activiteitenverslag".

Art.13. In artikel 467, eerste lid van hetzelfde besluit wordt het woord "minister" vervangen door de woorden "minister-president en de minister.".

Art.14. Artikel 468 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
  "Art. 468. De evaluatiecommissie bepaalt in artikel 463, eerste lid, nodigt vervolgens de mandaathouder voor een evaluatiegesprek uit.
  De mandaathouder kan verzoeken om mededeling van zijn evaluatiedossier.
  Het evaluatiedossier bevat:
  1° de functiebeschrijving;
  2° de transversale en strategische doelstellingen;
  3° het advies of adviezen bepaalt in artikel 467;
  4° het evaluatieverslag en eventuele eerdere evaluatieverslagen;
  5° het activiteitenverslag bepaalt in artikel 465;
  6° het verslag verleend door het extern bureau, vermeld in artikel 463, elfde lid;
  7° elk document dat de mandaathouder wenst te laten toevoegen aan zijn dossier op voorwaarde dat deze documenten ten laatste 10 dagen voor het evaluatiegesprek worden toegezonden aan het secretariaat van Brussel Openbaar Ambt belast met de selectie- en evaluatiecommissies van mandaathouders. In geval van laattijdige indiening van deze documenten, zal de evaluatiecommissie er geen rekening mee houden.
  De evaluatiecommissie neemt een beslissing op basis van de verschillende elementen in het evaluatiedossier, de elementen die naar voor zijn gekomen tijdens het evaluatiegesprek, en de bepalingen van artikel 464.
  De evaluatiecommissie mag de persoonsgegevens waarover zij beschikt in het kader van de uitoefening van haar taak maximaal één jaar bewaren nadat zij haar beslissing heeft genomen. Aan het einde van deze periode gaat zij over tot het vernietigen van de bewaarde persoonsgegevens.".

Art.15. In artikel 472, § 2, vierde lid worden de zinnen "De Regering legt de te bereiken doelstellingen vast voor het nieuwe mandaat. De mandaathouder stelt binnen dertig dagen van de hernieuwing van zijn mandaat een beheersplan op zoals bedoeld in artikel 441, § 3, dat rekening houdt met de te bereiken doelstelling vastgelegd door de overheid." vervangen als volgt:
  "De doelstellingen voor het nieuwe mandaat worden vastgelegd zoals bepaald in artikel 441, § 1. De mandaathouder stelt, binnen de drie maanden na kennisgeving van de nieuwe doelstellingen door het secretariaat van Brussel Openbaar Ambt belast met de selectie- en evaluatiecommissies van mandaathouders, een beheersplan op, waarvan de inhoud bedoeld is in artikel 441, § 3, dat rekening houdt met de te bereiken doelstellingen vastgelegd door de overheid.".

Art.16. In artikel 473 van hetzelfde besluit gewijzigd door het besluit van 29-10-2020, worden volgende wijzigingen aangebracht:
  a) de woorden ""voldoende" of" worden opgeheven;
  b) het eerste lid wordt aangevuld met de woorden "Het verzoekschrift moet worden betekend aan de minister." .

Art.17. Artikel 475 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met vier leden, luidende:
  " De Regering behoudt zich het recht, aan het einde van het mandaat, het mandaat met een periode van maximaal 6 maanden te verlengen, eenmalig hernieuwbaar met een periode van maximaal 6 maanden, indien nog geen nieuwe mandaathouder kon worden aangesteld.
  Als de mandaathouder aan het einde van zijn mandaat de wettelijke pensioenleeftijd nadert, kan het mandaat op verzoek van de regering worden verlengd totdat de mandaathouder de wettelijke pensioenleeftijd bereikt. Deze verlenging is in ieder geval beperkt tot maximaal 2 jaar.
  De in de twee voorgaande leden bedoelde verlengingen mogen alleen plaatsvinden indien ze bedoeld zijn om de continuïteit van de openbare dienst te verzekeren en als de mandaathouder in functie met deze verlengingen heeft ingestemd en als zijn laatste evaluatie gunstig is.
  De transversale en strategische doelstellingen van de mandaathouder blijven, tijdens deze verlengingen, identiek aan de transversale en strategische doelstellingen die van kracht waren aan het einde van het mandaat dat werd verlengd.".

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen aan het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art.18. In artikel 434 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden volgende wijzigingen aangebracht:
  1° In de Nederlandse tekst van paragraaf 1, eerste streepje wordt het woord "adjunct-" ingevoegd tussen de woorden "directeur-generaal en van de" en de woorden "directeur-generaal van de instelling" ;
  2° In de Nederlandse tekst van paragraaf 1, tweede streepje worden de woorden "A4+ en" ingevoegd tussen de woorden "van rang" en het woord "A5";
  3° In paragraaf 3 tweede lid worden de woorden "transversale en strategische doelstellingen," ingevoegd tussen de woorden "wordt met de" en "oriëntatienota's";
  4° In paragraaf 3 tweede lid worden de woorden "in artikel 22, 2° van de organieke ordonnantie van 26 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle," vervangen door de woorden "in artikel 9 van de ordonnantie van 4 april 2024 houdende de Codex van de openbare financiën van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest,";
  5° Paragraaf 3, tweede lid wordt aangevuld met twee zinnen luidende:
  "Indien de transversale of strategische doelstellingen na de indiensttreding wijzigen, moet de mandaathouder zijn beheersplan aanpassen binnen drie maanden na kennisgeving van de nieuwe doelstellingen door het secretariaat van het Brussels Openbaar Ambt, dat verantwoordelijk is voor de selectie- en evaluatiecommissies voor mandaathouders. Een kopie van het beheersplan en, indien van toepassing, van het aangepaste beheersplan moet worden toegezonden aan het secretariaat van het Brussels Openbaar Ambt dat verantwoordelijk is voor de selectie- en evaluatiecommissies voor mandaathouders.".

Art.19. Artikel 435 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
  "Art. 435. § 1. Om zich kandidaat te stellen voor een mandaatbetrekking bij een instelling dienen de kandidaten te voldoen aan de algemene toelatingsvoorwaarden bepaald in artikel 29.
  § 2. Indien een kandidaat geslaagd is voor een overgangsexamen, zoals bepaald in artikel 94, kan worden afgeweken van de diplomavereisten in artikel 29, eerste lid, 4° op voorwaarde dat de kandidaat minstens 6 jaar anciënniteit in een functie van niveau A heeft verworven in een organieke openbare dienst.
  § 3. Naast de algemene toelatingsvoorwaarden bedoeld in paragrafen 1 en 2, dienen de kandidaten te beschikken over:
  - Minstens zes jaar relevante beroepservaring in een leidinggevende functie, voor een betrekking in rang A4;
  - Minstens acht jaar relevante beroepservaring in een leidinggevende functie voor een betrekking in rang A4+ of hoger.
  § 4. Relevante beroepservaring in een leidinggevende functie betekent specifieke ervaring op het gebied van management, met aantoonbare resultaten met betrekking tot het beleid van een overheidsdienst of een organisatie uit de privésector, waarbij het aansturen van werknemers deel uitmaakte van het takenpakket." .

Art.20. Artikel 437 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
  "Art. 437. § 1. Het secretariaat van Brussel Openbaar Ambt belast met de selectie- en evaluatiecommissies van mandaathouders stelt de functiebeschrijving van het in te vullen mandaat op.
  § 2 De Regering keurt de functiebeschrijving waarvan sprake in paragraaf 1 goed en voegt er de doelstellingen, bedoeld in artikel 433, aan toe.".

Art.21. In artikel 438 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht:
  a) In punt 3° van paragraaf 1, tweede lid worden de woorden "de dienst" vervangen door de woorden "het secretariaat van Brussel Openbaar Ambt belast met de selectie- en evaluatiecommissies van mandaathouders";
  b) Paragraaf 1, tweede lid wordt aangevuld met een bepaling onder 4°, luidende:
  "4° De modaliteiten waarop de kandidatuur rechtsgeldig kan worden ingediend.";
  c) In paragraaf 2 worden de woorden "per aangetekende brief" vervangen door de woorden "volgens de modaliteiten vermeld in paragraaf 1, tweede lid, punt 4° ";
  d) In paragraaf 2 wordt het woord "vijfendertig" vervangen door het woord "achtentwintig ";
  e) In paragraaf 3, eerste lid, worden de woorden "het model opgesteld wordt door de minister" vervangen door de woorden "het model en de inhoud worden opgesteld door de Minister. ";
  f) Het eerste lid van paragraaf 3 wordt aangevuld met de woorden "en een kopie van het hoogst behaalde diploma waar de kandidaat zich op beroept in zijn kandidatuur".

Art.22. In artikel 439 van hetzelfde besluit, gewijzigd door het besluit van 29-09-2022, worden volgende wijzigingen aangebracht:
  a) In het tweede lid wordt de zin "De regering legt tevens een reserve aan van leden van de selectiecommissie waaruit geput zal worden in de gevallen bedoeld in artikel 442, § 1." vervangen als volgt: "De regering stelt ook een lijst op van plaatsvervangers voor elke commissie, waarop in de volgorde van vervanging een beroep wordt gedaan.";
  b) in het laatste lid wordt het woord "geslacht" vervangen door "gender";
  c) er wordt een lid toegevoegd, luidende:
  "Een genderevenwicht wordt verzekerd in het voorzitterschap van de selectiecommissies.".

Art.23. In artikel 440 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht:
  a) De woorden "De minister," worden opgeheven;
  b) In punt 1° worden de woorden "het secretariaat van Brussel Openbaar Ambt belast met de selectie- en evaluatiecommissies van mandaathouders" ingevoegd voor het woord "stelt";
  c) In punt 2° worden de woorden "de Minister" ingevoegd voor het woord "bepaald".

Art.24. Artikel 441 van hetzelfde besluit,
  wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende:
  " § 3. De selectiecommissie beslist of de kandidaat die niet is geslaagd voor het assessment wordt gehoord en motiveert haar beslissing door te verwijzen naar de slagingscriteria voor het assessment voorzien in de desbetreffende oproep tot kandidaatstelling.".

Art.25. In artikel 442 van hetzelfde besluit, gewijzigd door het besluit van 29-09-2022, worden volgende wijzigingen aangebracht:
  a) in de nederlandse versie van paragraaf 1 worden de woorden "Geen enkel lid van de commissie mag zitting nemen indien hij of zij zich in een situatie bevindt die zijn of haar onpartijdigheid in gevaar kan brengen." ingevoegd voor de woorden "Een lid";
  b) in paragraaf 1 wordt het woord "reserve" vervangen door de woorden "lijst van plaatsvervangers";
  c) in paragraaf 2 wordt een tweede lid ingevoegd, luidende:
  "Indien een lid van de commissie de verplichtingen in het eerste lid, niet nakomt, kan de Regering deze persoon, na een met redenen omkleed advies door de Minister van Openbaar Ambt, vervangen door een persoon voorkomend op de lijst van plaatsvervangers, opgesteld volgens artikel 439, tweede lid .".

Art.26. In artikel 445 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht:
  a) In het tweede lid wordt het woord "specifieke" opgeheven;
  b) het artikel wordt aangevuld met twee leden, luidende:
  "Kandidaten die geslaagd zijn voor het assessment dienen deze niet opnieuw af te leggen indien zij zich kandidaat stellen voor een functie van dezelfde of lagere rang.
  De geldigheidsduur van de vrijstelling bedraagt 2 jaar te rekenen vanaf de dag van de kennisgeving van het welslagen van het assessment.".

Art.27. In artikel 446 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  a) Het laatste lid wordt vervangen als volgt: "Indien er een ex-aequo is tussen de kandidaten in groep A "geschikt", wordt de genderpariteit in acht genomen bij de aanduiding als bedoeld in artikel 447, met een maximumverschil van niet meer dan een verhouding van 40/60 procent.";
  b) het artikel wordt aangevuld met een vijfde lid duidende:
  "De bepaling in het voorgaande lid is van toepassing in overeenstemming met de bepalingen inzake positieve acties opgenomen in artikel 16 van het Gezamenlijk decreet en ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Franse Gemeenschapscommissie van 04-04-2024 houdende het Brussels Wetboek inzake de gelijkheid, de non-discriminatie en de bevordering van diversiteit. De bepaling in het voorgaande lid is niet van toepassing wanneer het aantal kandidaten van beide genders ingeschreven in groep A "geschikt" onvoldoende is of wanneer er een ex-aequo is tussen personen die niet kiezen voor het gender "M" of "V" en die in groep A "geschikt" zijn opgenomen.".

Art.28. In artikel 456 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  a) In het eerste lid wordt het woord "zeven" vervangen door het woord "vijf";
  b) In het eerste lid wordt de zin "de Regering kan een extern bureau aanduiden om de evaluatiecommissie bij te staan in haar opdracht" opgeheven;
  c) in het vierde lid wordt het woord "geslacht" vervangen door "gender";
  d) Het artikel wordt aangevuld met vijf leden, luidende:
  " Indien er inbreuken vastgesteld worden tegen de bepalingen van het achtste en negende lid, dient het betrokken lid van de commissie vervangen te worden door een lid uit de lijst van de plaatsvervangers zoals bepaald in het tweede lid.
  De Regering, op voorstel van de Minister bevoegd voor Openbaar Ambt, stelt een extern bureau aan die de evaluatiecommissie bijstaat en ondersteunt bij elke objectieve evaluatie van de betrokken mandaathouder. Om tot haar verslag te komen dient het extern bureau over het evaluatiedossier te beschikken met de in artikel 461 van het Statuut bedoelde gegevens en documenten.
  Het extern bureau kan de hiërarchisch meerdere van de geëvalueerde mandaathouder horen, alsook de personeelsleden die onder direct gezag staan van laatstgenoemde. Daarnaast kan zij ook externe belanghebbenden horen waarmee de desbetreffende instelling duurzaam samenwerkt om haar doelstellingen te behalen of externe belanghebbenden die afhankelijk zijn van deze instelling.
  Het extern bureau, verantwoordelijke voor gegevensverwerking, vermeldt in haar verslag niet de identiteit van de gehoorde personeelsleden die onder het direct gezag staan van de geëvalueerde mandaathouder. Het extern bureau zorgt er ook voor dat haar verslag, voor zover mogelijk, geen elementen of informatie bevat die het mogelijk maakt om de personeelsleden te identificeren die onder het directe gezag van de geëvalueerde mandaathouder stonden en die werden geïnterviewd, alsook de personen die de externe belanghebbenden vertegenwoordigen.
  Het extern bureau mag de persoonsgegevens waarover zij beschikt in het kader van de uitoefening van haar taak maximaal één jaar bewaren na de kennisgeving van haar verslag aan de leden van de evaluatiecommissie. Aan het einde van deze periode gaat zij over tot het vernietigen van de bewaarde persoonsgegevens.".

Art.29. In artikel 458, eerste lid van hetzelfde besluit wordt het woord "verslag" vervangen door het woord "activiteitenverslag".

Art.30. Artikel 461 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
  "Art. 461. De evaluatiecommissie, bepaalt in artikel 456, eerste lid, nodigt vervolgens de mandaathouder voor een evaluatiegesprek uit.
  De mandaathouder kan verzoeken om mededeling van zijn evaluatiedossier.
  Het evaluatiedossier bevat:
  1° de functiebeschrijving;
  2° de transversale en strategische doelstellingen;
  3° het advies of adviezen bepaalt in artikel 460;
  4° het evaluatieverslag en eventuele eerdere evaluatieverslagen;
  5° het activiteitenverslag bepaalt in artikel 458;
  6° het verslag verleend door het extern bureau, vermeld in artikel 456, elfde lid;
  7° elk document dat de mandaathouder wenst te laten toevoegen aan zijn dossier op voorwaarde dat deze documenten ten laatste 10 dagen voor het evaluatiegesprek worden toegezonden aan het secretariaat van Brussel Openbaar Ambt belast met de selectie- en evaluatiecommissies van mandaathouders. In geval van laattijdige indiening van deze documenten, zal de evaluatiecommissie er geen rekening mee houden.
  De evaluatiecommissie neemt een beslissing op basis van de verschillende elementen in het evaluatiedossier, de elementen die naar voor zijn gekomen tijdens het evaluatiegesprek, en de bepalingen van artikel 457.
  De evaluatiecommissie mag de persoonsgegevens waarover zij beschikt in het kader van de uitoefening van haar taak maximaal één jaar bewaren nadat zij haar beslissing heeft genomen. Aan het einde van deze periode gaat zij over tot het vernietigen van de bewaarde persoonsgegevens.".

Art.31. In artikel 465, § 2, vierde lid worden de zinnen "De Regering legt de te bereiken doelstellingen vast voor het nieuwe mandaat. De mandaathouder stelt binnen dertig dagen van de hernieuwing van zijn mandaat een beheersplan op zoals bedoeld in artikel 434, § 3, dat rekening houdt met de te bereiken doelstelling vastgelegd door de overheid." vervangen als volgt:
  "De doelstellingen voor het nieuwe mandaat worden vastgelegd zoals bepaald in artikel 434, § 1. De mandaathouder stelt binnen de drie maanden na kennisgeving van de nieuwe doelstellingen door het secretariaat van Brussel Openbaar Ambt belast met de selectie- en evaluatiecommissies van mandaathouders, een beheersplan op, waarvan de inhoud bedoeld is in artikel 434, § 3, dat rekening houdt met de te bereiken doelstellingen vastgelegd door de overheid.".

Art.32. In artikel 466 van hetzelfde besluit, gewijzigd door het besluit van 29-10-2020, worden volgende wijzigingen aangebracht:
  a) de woorden " "voldoende" of" worden opgeheven;
  b) het eerste lid wordt aangevuld met de woorden "Het verzoekschrift moet worden betekend aan de minister." .

Art.33. Artikel 468 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met vier leden, luidende:
  " De Regering behoudt zich het recht, aan het einde van het mandaat, het mandaat met een periode van maximaal 6 maanden te verlengen, eenmalig hernieuwbaar met een periode van maximaal 6 maanden, indien nog geen nieuwe mandaathouder kon worden aangesteld.
  Als de mandaathouder aan het einde van zijn mandaat de wettelijke pensioenleeftijd nadert, kan het mandaat op verzoek van de regering worden verlengd totdat de mandaathouder de wettelijke pensioenleeftijd bereikt. Deze verlenging is in ieder geval beperkt tot maximaal 2 jaar.
  De in de twee voorgaande leden bedoelde verlengingen mogen alleen plaatsvinden indien ze bedoeld zijn om de continuïteit van de openbare dienst te verzekeren en als de mandaathouder in functie met deze verlengingen heeft ingestemd en als zijn laatste evaluatie gunstig is.
  De transversale en strategische doelstellingen van de mandaathouder blijven, tijdens deze verlengingen, identiek aan de transversale en strategische doelstellingen die van kracht waren aan het einde van het mandaat dat werd verlengd.".

HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen aan het besluit van 21 maart 2018 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de rechtspositie en de bezoldigingsregeling van de contractuele personeelsleden van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel
Art.34. In het besluit van 21 maart 2018 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de rechtspositie en de bezoldigingsregeling van de contractuele personeelsleden van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel, wordt een artikel 14/1 ingevoegd, luidende:
  "Art. 14/1. Het contractueel personeelslid die in een mandaatfunctie wordt aangesteld, geniet een schorsing van de uitvoering van zijn arbeidsovereenkomst voor de volledige duur van de uitoefening van het mandaat, onder voorbehoud van de beëindiging van de overeenkomst zoals bepaald in de bepalingen van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.".

HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen aan het besluit van 21 maart 2018 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de rechtspositie en de bezoldigingsregeling van de contractuele personeelsleden van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art.35. In het besluit van 21 maart 2018 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de rechtspositie en de bezoldigingsregeling van de contractuele personeelsleden van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, wordt een artikel 14/1 ingevoegd, luidende:
  "Art. 14/1. Het contractueel personeelslid die in een mandaatfunctie wordt aangesteld, geniet een schorsing van de uitvoering van zijn arbeidsovereenkomst voor de volledige duur van de uitoefening van het mandaat, onder voorbehoud van de beëindiging van de overeenkomst zoals bepaald in de bepalingen van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.".

HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
Art. 36. De minister bevoegd voor het Openbaar ambt is belast met de uitvoering van dit besluit.