Details





Titel:

18 OKTOBER 2024. - Besluit van de directeur van het team Cultureel Erfgoed, de directeur van het team Infrastructuur en Buitendiensten en de directeur van het team Personeel en Organisatie houdende subdelegatie van sommige beslissingsbevoegdheden aan bepaalde personeelsleden van de buitendiensten



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Art. 1-7
HOOFDSTUK 2. - Delegatie voor de uitvoering van de begroting
Art. 8-10
HOOFDSTUK 3. - Delegatie voor interne organisatie, personeelsmanagement en facilitair management
Art. 11-14
HOOFDSTUK 4. - Delegatie voor overheidsopdrachten
Art. 15
HOOFDSTUK 5. - Bestuurlijke delegatie
Art. 16
HOOFDSTUK 6. - Specifieke en aanvullende delegaties
Art. 17
HOOFDSTUK 7. - Mogelijkheid tot subdelegatie
Art. 18
HOOFDSTUK 8. - Regeling bij vervanging
Art. 19
HOOFDSTUK 9. - Gebruik van de delegaties en verantwoording
Art. 20-23
HOOFDSTUK 10. - Slotbepalingen
Art. 24-25



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2020030416 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de buitendiensten van het Departement Cultuur, Jeugd en Media.

Art.2. In dit besluit wordt verstaan onder:
  1° leidinggevende: leidinggevende van een DAB van het Departement Cultuur, Jeugd en Media;
  2° conservator: personeelslid belast met de leiding van het Roger Raveelmuseum;
  3° verantwoordelijke: personeelslid belast met de leiding van het Vlaams Cultureel Centrum Voeren of van het Streuvelshuis.

Art.3. De bij dit besluit gedelegeerde beslissingsbevoegdheden worden uitgeoefend binnen de perken en met in achtneming van de voorwaarden en modaliteiten die zijn vastgelegd in de bepalingen van relevante wetten, decreten, besluiten, omzendbrieven, dienstorders en andere vormen van reglementeringen, richtlijnen en beslissingen, alsook van het ondernemingsplan van het departement en in voorkomend geval het beleidsplan voor de buitendienst.
  De bij dit besluit gedelegeerde beslissingsbevoegdheden kunnen alleen uitgeoefend worden voor de aangelegenheden die tot de taken van de buitendienst in kwestie behoren.

Art.4. Als in dit besluit de beslissingsbevoegdheid voor bepaalde aangelegenheden expliciet gedelegeerd wordt, strekt de delegatie zich ook uit tot:
  1° de beslissingen die moeten worden genomen in het kader van de voorbereiding en de uitvoering van de bedoelde aangelegenheden;
  2° de beslissingen van ondergeschikt belang of aanvullende aard die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de bevoegdheid of er inherent deel van uitmaken;
  3° het sluiten van overeenkomsten.

Art.5. De bij dit besluit verleende delegaties hebben uitsluitend betrekking op de aan de buitendienst toegekende kredieten en eigen inkomsten.

Art.6. Als het gebruik van de bij dit besluit verleende delegaties gepaard gaat met het plaatsen van een overheidsopdracht, gelden de bepalingen van artikel 15.

Art.7. De bedragen, vermeld in dit besluit, zijn exclusief de belasting over de toegevoegde waarde.

HOOFDSTUK 2. - Delegatie voor de uitvoering van de begroting
Art.8. § 1. De leidinggevenden en de conservator hebben delegatie om, in het kader van de uitvoering van de begroting en binnen de perken van de in de begroting vastgestelde kredieten, beslissingen te nemen over het aangaan van verbintenissen en het nemen van de eraan verbonden vastleggingen, het goedkeuren van verplichtingen en de eruit voortvloeiende uitgaven en betalingen, het vaststellen van vorderingen en het verkrijgen van ontvangsten en inkomsten voor die opdrachten hun toevertrouwd.
  § 2. Met betrekking tot de niet aan de leidinggevenden en de conservator gedelegeerde aangelegenheden, waarvoor de beslissing bij de Vlaamse Regering, de minister, de secretaris-generaal, het afdelingshoofd, de directeur of een ander orgaan berust, heeft de delegatie, vermeld in paragraaf 1, betrekking op de administratieve beslissingen en handelingen die, in het kader van de ontvangsten- en uitgavencyclus, noodzakelijk zijn voor de voorbereiding en de uitvoering van de beslissing van de Vlaamse Regering, de minister, de secretaris-generaal of het andere orgaan.
  § 3. De leidinggevenden van de buitendiensten met een DAB-werking, met de rang van minstens A2, hebben delegatie om schenkingen en legaten te aanvaarden of te weigeren op voorwaarde dat er geen verplichtingen worden opgelegd aan de Vlaamse Gemeenschap met betrekking tot de schenking of het legaat.

Art.9. De delegatie aan de leidinggevenden en de conservator geldt onverminderd de bevoegdheden en opdrachten van de andere actoren in de ontvangsten- en uitgavencyclus, en onverminderd de verplichting tot het instellen van een functiescheiding bij de inrichting van de processen voor de financiële afhandeling van dossiers.

Art.10. In het kader van de ontvangsten- en uitgavencyclus treden de leidinggevenden en de conservator op als budgethouder voor hun buitendienst.

HOOFDSTUK 3. - Delegatie voor interne organisatie, personeelsmanagement en facilitair management
Art.11. De leidinggevenden, de conservator en de verantwoordelijken hebben delegatie om beslissingen te nemen over de dagelijkse organisatie van de werkzaamheden en het goed functioneren van de eigen dienst binnen het afsprakenkader van de opdrachten van de buitendienst en de afstemming met het hoofdbestuur.

Art.12. § 1. De leidinggevenden hebben delegatie om:
  1° verlof toe te staan aan het personeel van de eigen dienst, behoudens de verloven waarvoor het Vlaams Personeelsstatuut bepaalt dat ze door de minister worden toegestaan. Voor langdurige verloven die geen recht zijn, is het voorafgaande akkoord van de secretaris-generaal vereist;
  2° toe te staan dat het personeel van de eigen dienst, dat door ziekteverlof niet in staat was om tijdens het lopende kalenderjaar al de jaarlijkse vakantiedagen op te nemen, maximaal dertien bijkomende dagen jaarlijkse vakantiedagen overdraagt naar het volgende kalenderjaar overeenkomstig deel X van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006 houdende vaststelling van de rechtspositie van het personeel van de diensten van de Vlaamse overheid;
  3° regularisatieformulieren goed te keuren over de werktijdregeling van het personeel van de eigen dienst;
  4° staten van verschuldigde sommen betreffende presentiegelden, reis- en verblijfkosten, maaltijdvergoedingen en andere voorgeschoten bedragen goed te keuren als ze betrekking hebben op het personeel van de eigen dienst;
  5° dienstopdrachten te verlenen en binnenlandse dienstreizen (of daarmee gelijkgestelde dienstreizen) goed te keuren;
  6° opdracht te geven aan de personeelsleden tot het verrichten van overuren en de overuren goed te keuren;
  7° arbeidsovereenkomsten van bepaalde tijd van een jaar of minder te ondertekenen in het kader van de activiteiten in de eigen dienst en binnen de vastgelegde budgetten;
  8° de beslissing te nemen inzake de uitbetaling van overuren of omzetting in compensatieverlof.
  § 2. De conservator heeft delegatie om:
  1° verlof toe te staan aan het personeel van de eigen dienst, behoudens de verloven waarvoor het Vlaams personeelsstatuut bepaalt dat ze door de minister worden toegestaan. Voor langdurige verloven die geen recht zijn, is het voorafgaande akkoord van de secretaris-generaal vereist;
  2° toe te staan dat het personeel van de eigen dienst, dat door ziekteverlof niet in staat was om tijdens het lopende kalenderjaar al de jaarlijkse vakantiedagen op te nemen, maximaal dertien bijkomende dagen jaarlijkse vakantiedagen overdraagt naar het volgende kalenderjaar overeenkomstig deel X van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006 houdende vaststelling van de rechtspositie van het personeel van de diensten van de Vlaamse overheid;
  3° regularisatieformulieren goed te keuren over de werktijdregeling van het personeel van de eigen dienst;
  4° staten van verschuldigde sommen betreffende presentiegelden, reis- en verblijfkosten, maaltijdvergoedingen en andere voorgeschoten bedragen goed te keuren als ze betrekking hebben op het personeel van de eigen dienst;
  5° dienstopdrachten te verlenen en binnenlandse dienstreizen (of daarmee gelijkgestelde dienstreizen) goed te keuren;
  6° opdracht te geven aan de personeelsleden tot het verrichten van overuren en de overuren goed te keuren.
  § 3. De verantwoordelijke van het VCC in Voeren heeft delegatie om:
  1° verlof toe te staan aan het personeel van de eigen dienst, behoudens de verloven waarvoor het Vlaams personeelsstatuut bepaalt dat ze door de minister worden toegestaan. Voor langdurige verloven die geen recht zijn, is het voorafgaande akkoord van de secretaris-generaal vereist;
  2° regularisatieformulieren goed te keuren over de werktijdregeling van het personeel van de eigen dienst.

Art.13. De leidinggevenden en de conservator hebben delegatie om binnen de perken van de kredieten en middelen die onder het beheer van de buitendienst ressorteren, uitgaven en facturen goed te keuren voor de volgende categorieën van uitgaven als ze niet voortvloeien uit vonnissen of arresten, dadingen of schulderkenningen:
  1° onbeperkt voor telecommunicatiefacturen, kabelaansluitingen, leveringen van water en energie, afvalophaling, bewaking, huur en andere courante uitgaven met betrekking tot het gebouw;
  2° onbeperkt voor portkosten, huur- en verbruikskosten van kopieer- en andere kantoortoestellen;
  3° onbeperkt voor uitgaven met betrekking tot het in stand houden van het voertuigenpark, zoals onderhoud, verzekering, herstelling, huur en brandstof;
  4° onbeperkt voor de uitgaven met betrekking tot personeelsaangelegenheden, met uitzondering van salarissen en toelagen;

Art.14. De leidinggevenden, de conservator en de verantwoordelijken zijn gemachtigd om alle gebruiks- en verblijfsovereenkomsten voor de eigen accommodatie goed te keuren.

HOOFDSTUK 4. - Delegatie voor overheidsopdrachten
Art.15. § 1. De leidinggevenden en de conservator hebben delegatie om overheidsopdrachten, prijsvragen en raamovereenkomsten te plaatsen tot een bedrag dat de bedragen, vermeld in de volgende tabel, niet bereikt:


 Openbare of niet- openbare procedure en dynamische aankoopsysteem Mededingingsprocedure met onderhandeling, (vereenvoudigde) onderhandelingsprocedure met voorafgaande oproep tot mededinging, vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking, concurrentiegerichte dialoog en innovatiepartnerschap,en procedures sui generis met voorafgaande bekendmaking Onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking en de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande oproep tot mededinging
Werken 150.000 150.000 het in artikel 11, eerste lid, 2° vermelde bedrag van het KB van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren
Leveringen 150.000 150.000 het in artikel 11, eerste lid, 2° vermelde bedrag van het KB van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren
Diensten 150.000 150.000 het in artikel 11, eerste lid, 2° vermelde bedrag van het KB van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren
Voor de toepassing van het eerste lid hebben de grensbedragen betrekking op:
  1° de geraamde waarde van de opdracht voor:
  a) alle voorbereidende beslissingen, waaronder minstens:
  1) de principiële beslissing tot plaatsing van de opdracht;
  2) de keuze van de plaatsingsprocedure;
  3) de goedkeuring van de opdrachtdocumenten;
  b) de selectiebeslissing;
  c) de beslissing tot niet-plaatsing;
  2° het goed te keuren offertebedrag voor de gunningsbeslissing bij overheidsopdrachten;
  3° het goed te keuren offertebedrag of het prijzengeld voor de gunningsbeslissing bij prijsvragen;
  4° de maximale waarde bij raamovereenkomsten.
  De leidinggevenden en de conservator hebben naast de delegatie, vermeld in het eerste lid, delegatie om overheidsopdrachten van beperkte waarde als vermeld in artikel 92 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, te plaatsen.
  De leidinggevenden en de conservator hebben naast de delegatie, vermeld in het eerste lid, delegatie om overheidsopdrachten te plaatsen die niet vallen onder de toepassing van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, als het bedrag niet hoger is dan 1.200.000 euro.
  Bij gezamenlijke overheidsopdrachten of gezamenlijke concessies gelden de delegaties, vermeld in dit hoofdstuk, voor het bedrag van het deel dat ten laste is van het departement of agentschap.
  De leidinggevenden en de conservator hebben delegatie om tot een bedrag dat lager is dan 144.000 euro overeenkomsten te sluiten die niet als een overheidsopdracht worden gekwalificeerd.
  § 2. Als de leidinggevenden en de conservator voor een bepaalde overheidsopdracht, prijsvraag of raamovereenkomst delegatie hebben om de gunningsbeslissing te nemen, hebben ze ook delegatie om de beslissingen te nemen over de uitvoering van die overheidsopdracht, prijsvraag of raamovereenkomst, ongeacht de financiële weerslag ervan.
  Als de leidinggevenden en de conservator voor een bepaalde overheidsopdracht, prijsvraag of raamovereenkomst geen delegatie hebben om de gunningsbeslissing te nemen, hebben ze toch delegatie om de beslissingen te nemen over de uitvoering van de overheidsopdracht, prijsvraag of raamovereenkomst binnen het wettelijke kader en tot een gezamenlijke maximale financiële weerslag van 15 % van het oorspronkelijke opdrachtbedrag.
  De delegaties, vermeld in deze paragraaf, gelden ook voor overeenkomsten die niet als een overheidsopdracht worden gekwalificeerd.

HOOFDSTUK 5. - Bestuurlijke delegatie
Art.16. § 1. De leidinggevenden, de conservator en de verantwoordelijken hebben delegatie om:
  1° de dagelijkse briefwisseling die verband houdt met zijn opdracht, te ondertekenen, met behoud van de toepassing van de bijzondere regeling die geldt voor de antwoorden op brieven aan het Rekenhof over de door het Rekenhof geformuleerde opmerkingen. Onder dagelijkse briefwisseling wordt verstaan de schriftelijke of elektronische communicatie ter uitvoering van beslissingen, genomen door het bevoegde bestuursorgaan of zijn gedelegeerde;
  2° de nota's te ondertekenen, exclusief de nota's en de brieven aan de provinciegouverneurs, de Permanente Vertegenwoordiger bij de Europese Commissie, ambassadeurs en leidend ambtenaren. Zijn ook uitgesloten nota's aan de Inspectie van Financiën en aan een of meerdere leden van de verschillende regeringen van het land, met een nieuw of strategisch initiatief. Onder nieuw of strategisch initiatief wordt bijvoorbeeld verstaan: evaluatie van het beleid, voorstel van structurele samenwerking met andere organisatie of instelling. De nota's aan de Inspectie van Financiën die alleen kaderen in de procedure voor het agenderen op de Vlaamse Regering en geen nieuw of strategisch initiatief bevatten zijn niet uitgesloten;
  3° gewone en aangetekende zendingen die bestemd zijn voor de buitendienst in ontvangst te nemen, met uitzondering van de dagvaardingen, betekend aan de Vlaamse Gemeenschap;
  4° uittreksels en afschriften van documenten die verband houden met de taken van de buitendienst eensluidend te verklaren en af te leveren;
  5° beslissingen te nemen betreffende toezichts-, controle- en inspectietaken die verband houden met de taken van de buitendienst.

HOOFDSTUK 6. - Specifieke en aanvullende delegaties
Art.17. § 1. De leidinggevenden en de conservator hebben delegatie om de bewaargeving en de bruiklening van kunstwerken van de eigen buitendienst toe te staan.
  § 2. De leidinggevenden en de conservator hebben delegatie om de bruiklening toe te staan van kunstwerken uit de Collectie Vlaamse Gemeenschap die de eigen buitendienst in bewaarneming heeft en zijn opgenomen in de bewaargevingsakte.
  § 3. De leidinggevenden en de conservator hebben delegatie om kunstwerken van derden in bewaarneming of bruikleen te nemen in de eigen buitendienst.

HOOFDSTUK 7. - Mogelijkheid tot subdelegatie
Art.18. Met het oog op een efficiënte en resultaatgerichte interne organisatie kunnen de leidinggevenden en de conservator een deel van de gedelegeerde aangelegenheden verder subdelegeren aan personeelsleden van de buitendienst die onder zijn of haar hiërarchisch gezag staan, tot op het meest functionele niveau.
  De leidinggevende en de conservator zal, alvorens tot de subdelegatie over te gaan, vermeld in het eerste lid, hierover overleg plegen met de bevoegde directeur.
  De subdelegaties worden vastgelegd in een besluit van de leidinggevende of van de conservator. Het besluit wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Een afschrift van het besluit wordt aan de directeurs bezorgd.

HOOFDSTUK 8. - Regeling bij vervanging
Art.19. De bij dit besluit verleende delegaties worden ook verleend aan het personeelslid dat met de waarneming van de functie is belast of dat de leidinggevende, de conservator of de verantwoordelijke, vervangt bij tijdelijke afwezigheid of verhindering.
  In geval van tijdelijke afwezigheid of verhindering plaatst het betrokken personeelslid, boven de vermelding van zijn of haar graad en handtekening, de formule "Voor de (titel leidinggevende, conservator of verantwoordelijke), afwezig".

HOOFDSTUK 9. - Gebruik van de delegaties en verantwoording
Art.20. Elk personeelslid, aan wie beslissingsbevoegdheden zijn gesubdelegeerd, neemt de nodige zorgvuldigheid in acht bij het gebruik van de verleende delegaties.

Art.21. Elk personeelslid, aan wie beslissingsbevoegdheden zijn gesubdelegeerd, is ten aanzien van de directeur verantwoordelijk voor het gebruik van de verleende delegaties. Die verantwoordelijkheid betreft ook de aangelegenheden waarvoor de beslissingsbevoegdheid verder werd gesubdelegeerd aan andere personeelsleden.

Art.22. Over het gebruik van de verleende delegaties wordt periodiek verantwoording afgelegd via een gezamenlijk of afzonderlijk overleg tussen de leidinggevende, de conservator of de verantwoordelijke met de directeur van het team Cultureel Erfgoed, de directeur van het team Infrastructuur en Buitendiensten en de directeur van het team Personeel en Organisatie.
  Elke directeur kan nadere instructies geven over de concrete informatie die per gedelegeerde aangelegenheid verstrekt moet worden en een verplicht te volgen schema voor de rapportering vaststellen.

Art.23. § 1. De directeurs kunnen, buiten de verplichte periodieke rapportering, op ieder ogenblik aan leidinggevenden, conservator of verantwoordelijken, verantwoording vragen over het gebruik van de delegatie in een bepaalde aangelegenheid.
  § 2. Elke directeur heeft het recht om de verleende delegaties tijdelijk, geheel of gedeeltelijk op te heffen.
  In voorkomend geval worden de beslissingen over de aangelegenheden waarvoor de delegatie is opgeheven, genomen door de directeur.

HOOFDSTUK 10. - Slotbepalingen
Art.24. Het besluit van een ambtenaar van het team Infrastructuur en Instellingen, de teamverantwoordelijke van het team Personeel en de teamverantwoordelijke van het team Cultuurgoederen van 13 maart 2020 houdende subdelegatie van sommige beslissingsbevoegdheden aan bepaalde personeelsleden van de buitendiensten wordt opgeheven.

Art. 25. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2024.