18 OKTOBER 2024. - Koninklijk besluit tot regeling van de procedure voor de medische evaluatie van de arbeidsgeschiktheid van de ambtenaren van sommige overheidsdiensten door het Bestuur van de medische expertise
HOOFDSTUK 1. - Toepassingsgebied
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Definities
Art. 2
HOOFDSTUK 3. - Het onderzoek naar de medische geschiktheid
Art. 3-7
HOOFDSTUK 4. - De beroepsprocedure
Art. 8-13
HOOFDSTUK 5. - Algemene bepalingen.
Art. 14-18
HOOFDSTUK 6. - Opheffings-, wijzigings- en slotbepalingen
Afdeling 1. - Wijziging van het koninklijk besluit van 23 december 1975 tot vaststelling van de honoraria en de prijzen voor de geneeskundige verstrekkingen uitgevoerd op verzoek van de Administratieve Gezondheidsdienst of van de Gerechtelijk-Geneeskundige Dienst en van de diverse vergoedingen uitgekeerd ter gelegenheid van deze verstrekkingen
Art. 19-20
Afdeling 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 1 december 2013 houdende regeling van het Bestuur voor medische expertise
Art. 21-22
Afdeling 3. - Opheffingsbepalingen
Art. 23
Afdeling 4. - Slotbepalingen
Art. 24-26
HOOFDSTUK 1. - Toepassingsgebied
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op elke ambtenaar waarvoor het Medisch expertisecentrum arbeidsgeschiktheid van het Bestuur van de medische expertise van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu bevoegd is zoals bedoeld in artikel 117, § 2, eerste lid, van de wet van 14 februari 1961 voor economische expansie, sociale vooruitgang en financieel herstel.
De bepalingen van dit besluit zijn echter niet van toepassing op de personen die via een arbeidsovereenkomst zijn aangeworven, overeenkomstig de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.
HOOFDSTUK 2. - Definities
Art.2. Voor de toepassing van dit besluit, verstaat men onder:
1° ambtenaar: persoon dewelke onderworpen is aan een publiekrechtelijk statuut;
2° Medisch expertisecentrum: Medisch expertisecentrum arbeidsgeschiktheid van het Bestuur van de medische expertise van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu;
3° bevoegd departement: overheid die is belast met de indiening van de aanvragen voor medisch onderzoek en de uitvoering van de beslissing van het Medisch expertisecentrum;
4° arts-expert: een arts van het Bestuur van de medische expertise, een arts aangewezen door de bevoegde diplomatieke ambtenaar of de scheidsrechterlijke arts-expert;
5° hoofdarts: hoofdarts van de dienst Medische Kwaliteit van het Bestuur van de medische expertise of zijn afgevaardigde.
HOOFDSTUK 3. - Het onderzoek naar de medische geschiktheid
Art.3. § 1.- Het bevoegd departement waartoe de ambtenaar behoort, vraagt, als het ziektekapitaal is uitgeput, aan het Medisch expertisecentrum de in het toepasselijke statuut voorziene onderzoeken.
In afwijking van het eerste lid vraagt het bevoegd departement, wanneer het ziektekapitaal niet in het toepasselijke statuut is voorzien, om een medisch onderzoek na een ononderbroken afwezigheid wegens ziekte van ten minste negen maanden. Deze termijn van negen maanden wordt onderbroken wanneer de ambtenaar effectief het werk hervat, tenzij de ambtenaar binnen de eerste veertien dagen van deze werkhervatting opnieuw arbeidsongeschikt wordt, in welk geval deze termijn wordt geacht niet onderbroken te zijn.
Het bevoegd departement dient zijn aanvraag schriftelijk of via beveiligde elektronische weg in.
§ 2.- Het bevoegd departement voegt bij zijn aanvraag een omstandig verslag waaruit alle concrete initiatieven blijken die de overheid waaronder de ambtenaar ressorteert heeft genomen om de ambtenaar te re-integreren. Worden beschouwd als concrete initiatieven:
1° de organisatie van een degelijk onderzoek dat leidt tot de mogelijkheden van redelijke aanpassingen wanneer de ambtenaar een persoon met een handicap is. Onder "persoon met een handicap" wordt verstaan de persoon bedoeld onder artikel 1 van het koninklijk besluit van 6 oktober 2005 houdende de inclusie van personen met een handicap en redelijke aanpassingen tijdens selecties;
2° de organisatie van een re-integratietraject als bedoeld in hoofdstuk VI van titel 4 van boek 1 van de Code over welzijn op het werk. Het formulier voor de re-integratiebeoordeling en, indien van toepassing, het re-integratieplan maken deel uit van het dossier bij de aanvraag voor een medisch onderzoek.
§ 3. - Indien het bevoegd departement geen omstandig verslag, zoals bedoeld in paragraaf 2, toevoegt aan de aanvraag, is de aanvraag onontvankelijk.
§ 4 - In afwijking van paragraaf 2 wordt de overheid waaronder de ambtenaar ressorteert in de volgende situaties vrijgesteld van het nemen van concrete initiatieven:
1° het re-integratie traject is om medische redenen onmogelijk;
2° de ambtenaar gaat zonder gegronde reden niet in op de verschillende verzoeken van de overheid waaronder de ambtenaar ressorteert en/of de preventieadviseur-arbeidsarts;
3° de ambtenaar weigert drie aanbiedingen voor een aangepaste functie of een andere functie;
4° de ambtenaar is niet vastbenoemd, behoudens de redelijke aanpassingen bedoeld in paragraaf 2, 1° ;
5° de arts-expert heeft eerder een beslissing genomen om de ambtenaar op een later tijdstip opnieuw te onderzoeken, in overeenstemming met artikel 16 en de ambtenaar heeft zijn functies ondertussen niet hervat;
Wanneer de overheid waaronder de ambtenaar ressorteert wordt vrijgesteld van het nemen van de in paragraaf 2 bedoeld concrete initiatieven, voegt het bevoegd departement bij zijn aanvraag een omstandig verslag waarin het motief voor de vrijstelling wordt beschreven en de documenten die toelaten om deze te identificeren.
§ 5.- Onverminderd het beroepsgeheim voegt het bevoegd departement bij zijn aanvraag alle informatie die kan bijdragen tot verduidelijking van het ontstaan, de aard, de ernst en het permanente karakter van de beweerde medische ongeschiktheid.
§ 6.- Het bevoegd departement kan zijn aanvraag intrekken wanneer de ambtenaar zijn werkzaamheden gedurende een ononderbroken periode van ten minste vijftien dagen heeft hervat.
In afwijking van de bepalingen van het eerste lid, trekt het bevoegd departement zijn aanvraag niet in wanneer de ambtenaar beroep heeft aangetekend tegen de beslissing bedoeld in artikel 6.
§ 7.- De Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, stelt het aanvraagformulier bedoeld in paragraaf 1 vast.
Art.4. § 1.- Het Medisch expertisecentrum bepaalt het tijdstip en de plaats van het medisch onderzoek. De oproeping voor het medisch onderzoek wordt binnen drie maanden na ontvangst van de in artikel 3 bedoelde ontvankelijke aanvraag, aan de ambtenaar toegezonden.
§ 2.- Het Medisch expertisecentrum stelt het bevoegd departement in kennis indien de ambtenaar zonder gegronde reden zich niet op het in paragraaf 1 bedoelde medisch onderzoek aanbiedt.
Art.5. De ambtenaar wordt onderzocht door een arts van het Bestuur van de medische expertise. Om zich met kennis van zaken uit te spreken, kan deze arts aanvullende onderzoeken, analyses of studies laten uitvoeren.
Art.6. Het Medisch expertisecentrum stelt de ambtenaar binnen de dertig dagen in kennis van zijn beslissing in eerste aanleg na het in artikel 4, § 1 bedoelde medische onderzoek of het onderzoek overeenkomstig de in artikel 15, § 1 bedoelde modaliteiten.
Art.7. § 1.- Elke ambtenaar die het niet eens is met de hem meegedeelde beslissing in eerste aanleg, kan binnen dertig dagen na de kennisgeving ervan beroep aantekenen bij het Medisch expertisecentrum.
Het beroepsformulier moet worden ondertekend door een door de ambtenaar aangewezen arts. De arts voegt een omstandig medisch verslag toe, tot weerlegging van de medische argumenten waarop de beslissing is gebaseerd.
§ 2.- Zodra de ambtenaar uitdrukkelijk heeft toegestemd met de in artikel 6 bedoelde beslissing of indien binnen de in paragraaf 1 bedoelde termijn geen beroep is aangetekend, wordt de beslissing aan het bevoegd departement overgemaakt.
§ 3.- De Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, stelt het beroepsformulier bedoeld in paragraaf 1 vast.
HOOFDSTUK 4. - De beroepsprocedure
Art.8. Onverminderd de toepassing van artikel 117 van de wet van 14 februari 1961 voor economische expansie, sociale vooruitgang en financieel herstel, is het beroep tegen de beslissing van het Medisch expertisecentrum opschortend.
Art.9. § 1.- Een arts van het Bestuur van de medische expertise, belast met het beroep, neemt kennis van het formulier en het omstandig medisch verslag bedoeld in artikel 7, § 1, tweede lid.
§ 2.- Het Medisch expertisecentrum bepaalt het tijdstip en de plaats van het medisch onderzoek van het beroep. De oproeping voor het medisch onderzoek wordt binnen de dertig dagen na ontvangst van het in artikel 7, § 1, bedoelde beroep aan de ambtenaar toegezonden.
§ 3.- In afwijking van paragraaf 2 neemt de arts een beslissing op basis van het medisch dossier:
1° indien het formulier en het omstandig medisch verslag bedoeld in artikel 7, § 1, tweede lid, voldoende informatie bevatten;
2° indien de ambtenaar zich zonder gegronde reden niet op het medisch onderzoek bedoeld in paragraaf 2, aanbiedt.
§ 4.- In het kader van de beslissing op basis van het in paragraaf 3 bedoelde medisch dossier, kan de arts van het Bestuur van de medische expertise die belast is met het beroep zich wenden tot de door de ambtenaar aangewezen arts.
Art.10. § 1.- Het Medisch expertisecentrum stelt de ambtenaar binnen de vijftien dagen na het in artikel 9, § 2 bedoelde medische onderzoek of het onderzoek overeenkomstig de in artikelen 9, § 3 en 15, §§ 1 en 2 bedoelde modaliteiten in kennis van zijn beslissing inzake het beroep.
§ 2.- De ambtenaar die het niet eens is met de in paragraaf 1 bedoelde beslissing inzake het beroep, kan binnen de vijftien dagen na de kennisgeving van de beslissing, een finale scheidsrechterlijke procedure aanvragen bij het Medisch expertisecentrum.
§ 3.- Zodra de ambtenaar uitdrukkelijk heeft toegestemd met de in paragraaf 1 bedoelde beslissing of indien binnen de in paragraaf 2 bedoelde termijn geen aanvraag om een finale scheidsrechterlijke procedure is ingediend, wordt de beslissing aan het bevoegd departement overgemaakt.
Art.11. § 1.- De ambtenaar die een finale scheidsrechterlijke procedure heeft aangevraagd, wordt door de scheidsrechterlijke arts-expert, geassisteerd door de hoofdarts, onderzocht.
Het Medisch expertisecentrum bepaalt het tijdstip en de plaats van het medisch onderzoek voor de finale scheidsrechterlijke procedure. De oproeping voor het medisch onderzoek wordt binnen de dertig dagen na ontvangst van de in artikel 10, § 2, bedoelde kennisgeving van niet-akkoord, aan de ambtenaar toegezonden.
§ 2.- In afwijking van paragraaf 1 wordt de finale scheidsrechterlijke uitspraak op basis van het medisch dossier genomen indien de ambtenaar zich zonder gegronde reden niet op het in paragraaf 1, tweede lid bedoelde medische onderzoek aanbiedt.
Art.12. Het Medisch expertisecentrum stelt de ambtenaar en het bevoegd departement binnen de vijftien dagen in kennis van zijn finale scheidsrechterlijke uitspraak na het in artikel 11, § 1 bedoelde medische onderzoek of het onderzoek overeenkomstig de in artikelen 11, § 2 en 15, §§ 1 en 2 bedoelde modaliteiten.
Art.13. § 1.- De scheidsrechterlijke artsen-experten, worden aangesteld door de voorzitter van het directiecomité van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. Per taalrol worden maximaal twee scheidsrechterlijke artsen-experten aangesteld.
§ 2.- Tenzij het maximum aantal aanstellingen bedoeld in paragraaf 1 bereikt is, wordt een lijst van kandidaturen van de artsen die minstens vijf jaar praktijkervaring hebben als huisarts of een daarmee vergelijkbare praktijk door de directeur-generaal van het Bestuur van de medische expertise voorgelegd aan de voorzitter van het directiecomité van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.
De FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu organiseert een vergelijkende selectie. De vergelijkende selectie bestaat uit één of meerdere proeven, waarvan minstens een mondeling interview, bedoeld om de motivatie, de inzetbaarheid en de expertise van de kandidaat te evalueren.
De jury is samengesteld uit:
1° de voorzitter, wiens competenties inzake selectie gecertificeerd zijn zoals bedoeld in artikel 42, § 1, eerste lid, b) van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel;
2° twee personeelsleden, waarvan minstens een arts, van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.
Alle leden van de jury behoren tot de taalrol van de kandidaten.
Na het afsluiten van het proces-verbaal van de vergelijkende selectie ontvangt iedere deelnemer bericht van zijn uitslag.
Als meerdere geslaagden van de selectie hetzelfde resultaat hebben behaald, worden de geslaagden met de meeste ervaring op het gebied van medische beoordeling hoger gerangschikt.
§ 3.- Wanneer de kandidaat wordt aangesteld is een overeenkomst voorzien tussen de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu en de scheidsrechterlijke arts-expert.
De scheidsrechterlijke artsen-experten, informeren zich bij het Medisch expertisecentrum over de bijzonderheden van de verschillende statuten.
§ 4.- De verstrekkingen worden gehonoreerd overeenkomstig het bedrag bedoeld in artikel 1, eerste lid, 1°, van het koninklijk besluit van 14 november 2003 tot vaststelling van het tarief van de erelonen en de kosten voor de deskundigen aangewezen door de arbeidsgerechten in het kader van medische deskundige onderzoeken inzake de geschillen betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten, de gezinsbijslag voor werknemers en zelfstandigen, de werkloosheidsverzekering en de regeling voor verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen.
HOOFDSTUK 5. - Algemene bepalingen.
Art.14. De ambtenaar die is opgeroepen voor de medische onderzoeken bedoeld in dit besluit kan zich laten vergezellen door een arts, een advocaat, of een andere niet-medische raadgever, overeenkomstig het artikel 2, § 2 van de wet van 12 mei 2024 tot regeling van de medische evaluatie van de arbeidsgeschiktheid van de ambtenaren van sommige overheidsdiensten door het Bestuur van de medische expertise.
Art.15. § 1.- Indien de gezondheid van de ambtenaar hem verhindert om de medische onderzoeken bedoeld in dit besluit, bij te wonen voor een periode van ten minste één maand, moet er een door de behandelend arts gemotiveerd medisch attest worden verstrekt aan het Medisch expertisecentrum, dat kan overgaan tot:
1° een onderzoek bij de ambtenaar thuis, in zijn woon of verblijfplaats;
2° een onderzoek door een door de bevoegde diplomatieke ambtenaar aangewezen arts indien de ambtenaar in het buitenland verblijft;
3° een onderzoek via videoconferentie, na uitdrukkelijke toestemming van de ambtenaar;
4° een inschatting op basis van het medisch dossier, indien voldoende informatie beschikbaar is om een beslissing te nemen. De arts-expert kan contact opnemen met de behandelend arts die het gemotiveerd medisch attest verstrekt.
§ 2.- In afwijking van paragraaf 1 stelt het Medisch expertisecentrum, indien de verhindering minder dan een maand bedraagt, een nieuw medisch onderzoek in.
Als de ambtenaar zich niet op twee opeenvolgende medische onderzoeken, zoals bedoeld in het eerste lid, aanbiedt zal het Medisch Expertisecentrum:
1° een omstandig medisch verslag vragen aan de ambtenaar, voor de onderzoeken in eerste aanleg om te voorzien in een onderzoek overeenkomstig de in paragraaf 1 bedoelde modaliteiten. Indien de ambtenaar niet zonder geldige reden binnen dertig dagen geen omstandig medisch verslag bezorgt, deelt het Medisch Expertisecentrum het bevoegd departement mee dat het onmogelijk is een beslissing te nemen.
2° een beslissing nemen op basis van het medisch dossier voor de medische onderzoeken die zijn uitgevoerd voor de beroepsprocedure bedoeld in hoofdstuk 4;
§ 3.- Indien de onmogelijkheid om zich te verplaatsen het gevolg is van overmacht, plant het Medische expertisecentrum een nieuw medisch onderzoek in.
§ 4.- De paragraaf 1, 2°, is niet van toepassing op de medische onderzoeken die zijn uitgevoerd voor de beroepsprocedure bedoeld in hoofdstuk 4.
Art.16. Onverminderd artikel 117 van de wet van 14 februari 1961 voor economische expansie, sociale vooruitgang en financieel herstel, kan de arts-expert beslissen om de ambtenaar op een later tijdstip opnieuw te onderzoeken.
Het bevoegd departement dient na afloop van de vastgestelde periode een nieuwe aanvraag in zoals bedoeld in artikel 3, § 1, tenzij de ambtenaar inmiddels zijn werkzaamheden heeft hervat.
Art.17. De oproepingen en beslissingen bedoeld in dit besluit worden door het Medisch expertisecentrum per post verzonden of per elektronische post via het systeem eBox zoals bepaald in de wet van 27 februari 2019 inzake de elektronische uitwisseling van berichten via de eBox.
Art.18. § 1.- Het aanvraagformulier en beroepsformulier bedoeld in de artikelen 3, § 7 en 7, § 3 van dit besluit, omvatten de volgende categorieën van gegevens:
1° de identificatiegegevens van de ambtenaar;
2° de contactgegevens van de ambtenaar;
3° de professionele gegevens van de ambtenaar;
4° de gezondheidsgegevens van de ambtenaar;
5° de identificatiegegevens van de arts die de ambtenaar vertegenwoordigt.
De doeleinden van de gegevensverwerking is om het Bestuur van de medische expertise van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, de verantwoordelijke voor de verwerking, in staat te stellen voldoende informatie te verzamelen om het Medisch expertisecentrum of de arts-expert in staat te stellen een beslissing te nemen over de arbeidsgeschiktheid, in overeenstemming met de bepalingen van dit besluit.
Bepaalde persoonsgegevens kunnen naar het bevoegd departement worden doorgestuurd.
§ 2.- Binnen het kader van hun respectievelijke functies hebben het personeel van het Bestuur van de medische expertise van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu en de arts-expert toegang tot de persoonsgegevens en gezondheidsgegevens die geregistreerd zijn in het kader van de procedure die in dit besluit is vastgelegd.
De persoonsgegevens en gezondheidsgegevens die in het kader van de procedure van dit besluit zijn geregistreerd, worden door het Bestuur van de medische expertise gewist na het verstrijken van een termijn van tien jaar na het overlijden van de persoon op wie ze betrekking hebben. Indien een rechtsvordering is ingesteld, wordt deze termijn verlengd tot op het ogenblik waarop een beslissing omtrent deze vordering werd getroffen.
HOOFDSTUK 6. - Opheffings-, wijzigings- en slotbepalingen
Afdeling 1. - Wijziging van het koninklijk besluit van 23 december 1975 tot vaststelling van de honoraria en de prijzen voor de geneeskundige verstrekkingen uitgevoerd op verzoek van de Administratieve Gezondheidsdienst of van de Gerechtelijk-Geneeskundige Dienst en van de diverse vergoedingen uitgekeerd ter gelegenheid van deze verstrekkingen
Art.19. In het opschrift van het koninklijk besluit van 23 december 1975 tot vaststelling van de honoraria en de prijzen voor de geneeskundige verstrekkingen uitgevoerd op verzoek van de Administratieve Gezondheidsdienst of van de Gerechtelijk-Geneeskundige Dienst en van de diverse vergoedingen uitgekeerd ter gelegenheid van deze verstrekkingen, worden de woorden "van de Administratieve Gezondheidsdienst of van de Gerechtelijk-Geneeskundige Dienst" vervangen door de woorden "van het Bestuur van de medische expertise".
Art.20. In artikel 10, I, van hetzelfde besluit wordt punt C opgeheven.
Afdeling 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 1 december 2013 houdende regeling van het Bestuur voor medische expertise
Art.21. In het opschrift van het koninklijk besluit van 1 december 2013 houdende regeling van het Bestuur voor medische expertise, worden de woorden "het Bestuur voor medische expertise" vervangen door de woorden "het Bestuur van de medische expertise".
Art.22. In artikel 1 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 2 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
a) de bepaling onder 1°, c, wordt vervangen als volgt: " c) evaluatie van de arbeidsgeschiktheid;"
b) de bepaling onder 1°, d, wordt vervangen als volgt: "andere medische evaluaties voorzien in de personeelsstatuten en in het geval van een effectieve aansluiting hiervoor bij het Bestuur van de medische expertise door de overheid waaronder de ambtenaar ressorteert."
c) de bepaling onder 2°, b, wordt opgeheven
2° paragraaf 4 wordt vervangen als volgt:
" § 4. Het Bestuur van de medische expertise bestaat uit: "
1° operationele diensten:
a) Evaluatie van de arbeidsgeschiktheid;
b) Evaluatie van lichamelijke schade, met inbegrip van de opdrachten van de Gerechtelijk-Geneeskundige Dienst;
c) Veiligheid in de vervoerssector.
2° regionale medische centra;
3° een dienst Medische Kwaliteit, geleid door de hoofdarts van de Medische Kwaliteit;
4° een ondersteunende dienst.".
3° paragraaf 5 wordt aangevuld met een lid, luidende:
"De artsen van het Bestuur van de medische expertise beschikken over een paramedische en administratieve ondersteuning, die naargelang hun behoeften, bestaat uit kinesitherapeuten, verpleegkundigen, psychologen, paramedische en administratieve medewerkers, personeelsleden van het Bestuur van de medische expertise aan wie zij enkel de opdrachten die zijn bepaald door de hoofdarts van de Medische Kwaliteit kunnen delegeren.".
Afdeling 3. - Opheffingsbepalingen
Art.23. Worden opgeheven:
1° het koninklijk besluit van 18 augustus 1939 tot regeling van de inrichting der geneeskundige onderzoekingen door het Bestuur van de medische expertise;
2° het koninklijk besluit van 13 mei 1999 tot regeling van het medisch toezicht op het personeel van sommige overheidsdiensten.
Afdeling 4. - Slotbepalingen
Art.24. De aanvragen voor medische onderzoeken waarvoor het medisch onderzoek bedoeld in artikel 4, § 1, vóór 1 januari 2025 werd afgewerkt, blijven geregeld door de bepalingen die vóór die datum van kracht waren.
Art.25. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2025.
Art. 26. De minister bevoegd voor volksgezondheid en de minister bevoegd voor ambtenarenzaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.