20 SEPTEMBER 2024. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van regelgeving over begraafplaatsen, lijkbezorging en crematoria
HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 1989 houdende vaststelling van de procedure inzake de subsidiëring van bepaalde werken, leveringen en diensten die door of op initiatief van regionale of lokale besturen of ermee gelijkgestelde rechtspersonen worden uitgevoerd
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004 tot organisatie, inrichting en beheer van begraafplaatsen en crematoria
Art. 2-10
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 februari 2006 tot vaststelling van de wijzen van lijkbezorging, de asbestemming en de rituelen van de levensbeschouwing voor de uitvaartplechtigheid die kunnen opgenomen worden in de schriftelijke kennisgeving van de laatste wilsbeschikking die aan de ambtenaar van de burgerlijke stand kan overgemaakt worden
Art. 11-12
HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 december 2013 betreffende de toekenning van subsidies voor gebouwen van de eredienst, gebouwen voor de openbare uitoefening van de niet-confessionele morele dienstverlening en crematoria
Art. 13-15
HOOFDSTUK 5. - Slotbepaling
Art. 16
HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 1989 houdende vaststelling van de procedure inzake de subsidiëring van bepaalde werken, leveringen en diensten die door of op initiatief van regionale of lokale besturen of ermee gelijkgestelde rechtspersonen worden uitgevoerd
Artikel 1. In artikel 1, tweede lid, c) van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 1989 houdende vaststelling van de procedure inzake de subsidiëring van bepaalde werken, leveringen en diensten die door of op initiatief van regionale of lokale besturen of ermee gelijkgestelde rechtspersonen worden uitgevoerd, toegevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 20 december 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° de zinsnede "eredienst, gebouwen" wordt vervangen door de woorden "eredienst en gebouwen";
2° de woorden "en crematoria" worden opgeheven.
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004 tot organisatie, inrichting en beheer van begraafplaatsen en crematoria
Art.2. In artikel 9 van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004 tot organisatie, inrichting en beheer van begraafplaatsen en crematoria worden de woorden "beschermende kledij" vervangen door de woorden "de gepaste persoonlijke beschermingsmiddelen".
Art.3. In artikel 12 van hetzelfde besluit worden de woorden "lucht- en lekdichte kist" vervangen door de woorden "lucht- en lekdichte kist of lijkzak".
Art.4.Artikel 20 en 21 van hetzelfde besluit worden vervangen door wat volgt:
"Art. 20. Een crematorium beschikt over ten minste de volgende technische ruimten:
1° een koelkamer;
2° een lokaal voor de plaatsing van de doodskist of lijkwade;
3° een oven.
De technische ruimten, vermeld in het eerste lid, zijn voorbehouden aan de beroepsmensen.
Art. 21. Een crematorium kan naast de technische ruimten, vermeld in artikel 20, ook beschikken over één of meerdere openbare ruimten, zoals onder meer:
1° een ontvangst- en wachtlokaal voor de nabestaanden en kennissen;
2° een lokaal waar het ritueel van de levensbeschouwing volgens dewelke de uitvaartplechtigheid moet plaatshebben, kan verlopen;
3° een lokaal voor de overhandiging van de as.
De openbare ruimten, vermeld in het eerste lid, zijn bestemd voor denabestaanden en kennissen.
Art.5. Artikel 22 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.6. In artikel 26, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt het woord "gezondheidsinspecteur" vervangen door de zinsnede "ambtenaar-arts, vermeld in artikel 44, § 3, 2°, van het decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid".
Art.7. Artikel 28 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt:
"Art. 28. Als de overledene een implantaat draagt dat werkt op een batterij, wordt de batterij verwijderd voor de begraving of crematie, tenzij de batterij niet op eenvoudige wijze kan worden verwijderd uit het lichaam, en de fabrikant of een andere instantie heeft aangetoond dat de batterij geen gevaar oplevert bij de verbranding van het lichaam en onschadelijk is voor het milieu.".
Art.8. In artikel 41 van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "in de zin van artikel 24, § 1, vierde lid, van het decreet" vervangen door de zinsnede "in de zin van artikel 24, § 2 tot en met 4 van het decreet".
Art.9. In artikel 43 van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "in artikel 24, § 1, eerste en tweede lid, van het decreet" vervangen door de zinsnede "in artikel 24, § 1, 1° tot en met 3°, van het decreet".
Art.10. In artikel 44 van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "bedoeld in artikel 24, § 1, vierde lid, 1° en 2°, van het decreet" vervangen door de zinsnede "vermeld in artikel 24, § 1, 4°, van het decreet".
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 februari 2006 tot vaststelling van de wijzen van lijkbezorging, de asbestemming en de rituelen van de levensbeschouwing voor de uitvaartplechtigheid die kunnen opgenomen worden in de schriftelijke kennisgeving van de laatste wilsbeschikking die aan de ambtenaar van de burgerlijke stand kan overgemaakt worden
Art.11. In artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 februari 2006 tot vaststelling van de wijzen van lijkbezorging, de asbestemming en de rituelen van de levensbeschouwing voor de uitvaartplechtigheid die kunnen opgenomen worden in de schriftelijke kennisgeving van de laatste wilsbeschikking die aan de ambtenaar van de burgerlijke stand kan overgemaakt worden, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt:
"De declarant vermeldt in het document, vermeld in het eerste lid, zijn naam, zijn voornamen, zijn geboorteplaats en -datum en adres. De declarant vermeldt in het voormelde document duidelijk en ondubbelzinnig zijn keuze uit een van de volgende mogelijkheden:
1° eerste mogelijkheid: een van de opties, vermeld in het derde lid, 1° tot en met 8° ;
2° tweede mogelijkheid: een van de opties, vermeld in het derde lid, 1° tot en met 8°, in combinatie met een van de opties, vermeld in het derde lid, 9° tot en met 17° ;
3° derde mogelijkheid: een van de opties, vermeld in het derde lid, 9° tot en met 17° ;
4° vierde mogelijkheid: de optie, vermeld in het derde lid, 18°, in combinatie met een van de opties, vermeld in het derde lid, 1° tot en met 8° ;
5° vijfde mogelijkheid: de optie, vermeld in het derde lid, 18°, in combinatie met een van de opties, vermeld in het derde lid, 1° tot en met 8°, en een van de opties, vermeld in het derde lid, 9° tot en met 17° ;
6° zesde mogelijkheid: de optie, vermeld in het eerste lid, 18°, in combinatie met een van de opties, vermeld in het derde lid, 9° tot en met 17°.
7° zevende mogelijkheid: een van de opties vermeld in het derde lid, 19° tot en met 20° ;
8° achtste mogelijkheid: een van de opties, vermeld in het derde lid, 19° tot en met 22° in combinatie met een van de mogelijkheden vermeld in onderhavig lid, punt 1° tot en met 6°, met uitsluiting van de opties vermeld in het derde lid, 3°, 5° en 6°. "
2° in het derde lid wordt de inleidende zin vervangen door wat volgt:
"De opties, vermeld in het tweede lid, zijn de volgende:";
3° aan het derde lid worden een punt 17° t.e.m. 22° toegevoegd, die luiden als volgt:
"17° geen uitvaartplechtigheid;
18° het afstaan van het lichaam aan de wetenschap;
19° begraven of bijgezet worden met de urne van de eerder overleden echtgenoot of persoon met wie de declarant een feitelijk gezin vormde;
20° niet begraven of bijgezet worden met de urne van de eerder overleden echtgenoot of persoon met wie de declarant een feitelijk gezin vormde.
21° het gezamenlijk uitstrooien van de as van de declarant met de as van de eerder overleden echtgenoot of persoon met wie de declarant een feitelijk gezin vormde;
22° het niet gezamenlijk uitstrooien van de as van de declarant met de as van de eerder overleden echtgenoot of persoon met wie de declarant een feitelijk gezin vormde.".
Art.12. In hetzelfde besluit wordt een artikel 2/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 2/1. Als de declarant in de laatste wilsbeschikking aangeeft zijn lichaam te willen afstaan aan de wetenschap als vermeld in artikel 15, § 1, tweede lid, van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, volgt hij bij leven de procedure die daartoe is bepaald door de universiteit naar keuze.".
HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 december 2013 betreffende de toekenning van subsidies voor gebouwen van de eredienst, gebouwen voor de openbare uitoefening van de niet-confessionele morele dienstverlening en crematoria
Art.13. In het opschrift van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 december 2013 betreffende de toekenning van subsidies voor gebouwen van de eredienst, gebouwen voor de openbare uitoefening van de niet-confessionele morele dienstverlening en crematoria worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° de zinsnede "eredienst, gebouwen" wordt vervangen door de woorden "eredienst en gebouwen";
2° de woorden "en crematoria" worden opgeheven.
Art.14. In artikel 1, 3°, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° de zinsnede "eredienst, gebouwen" wordt vervangen door de woorden "eredienst en gebouwen";
2° de woorden "en crematoria" worden opgeheven.
Art.15. Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
HOOFDSTUK 5. - Slotbepaling
Art. 16. De Vlaamse minister, bevoegd voor het binnenlands bestuur en het stedenbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.