7 JUNI 2024. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de regelgeving over het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.
Art. 1.-29
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2013betreffende dierlijke bijproducten en afgeleide producten
Art. 30-32
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 juli 2021 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen
Art. 33
HOOFDSTUK 4. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, het VLAREBO-besluit van 14 december 2007, het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, het VLAREL van 19 november 2010 en het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen
Art. 34
HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
Art. 35-36
BIJLAGE.
Art. N
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.
Artikel 1.In artikel 2.3.1.3/2, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 juli 2021 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 december 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Behandeld zuiveringsslib dat wordt beschouwd als grondstof, wordt minstens zesmaandelijks bemonsterd en geanalyseerd door een erkend laboratorium in de discipline afvalstoffen en andere materialen als vermeld in artikel 6, 5°, e), van het VLAREL van 19 november 2010. Het zuiveringsslib moet worden bemonsterd na behandeling, maar vóór levering aan de gebruiker, en moet representatief zijn voor het geproduceerde zuiveringsslib. Met behoud van de parameters, vermeld in bijlage 2.3.1, die bij dit besluit is gevoegd, worden de volgende parameters geanalyseerd:
1° zuurtegraad;
2° organische stof;
3° stikstof;
4° difosforpentoxide.";
2° in het bestaande tweede lid, dat het derde lid wordt, worden de woorden "Het monster is" vervangen door de woorden "De monsters zijn".
Art.2. In artikel 2.3.3.2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 juli 2021, wordt de zinsnede ", bemonstering en analyse van behandeld" vervangen door het woord "van" en wordt het woord "worden" vervangen door het woord "wordt".
Art.3. Aan artikel 2.3.3.4 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 december 2023 wordt een zesde lid toegevoegd dat luidt als volgt:
"Een organisch-biologische afvalstof die conform het eerste lid over een informatiefiche moet beschikken, en waarvan de producent weet of redelijkerwijs kan aannemen dat ze verontreinigende stoffen bevat die niet vermeld zijn in bijlage 2.3.1, kan worden omgevormd tot, of aangewend worden als, bodemverbeterend middel of meststof, op voorwaarde dat ze bij het gebruik, al dan niet voorafgegaan door omvorming, geen ongunstige effecten op het milieu of de menselijke gezondheid heeft. De effecten op het milieu of de menselijke gezondheid worden beoordeeld conform een code van goede praktijk die op voorstel van de OVAM wordt vastgesteld door de minister.".
Art.4. In artikel 2.4.2.2, derde lid, van hetzelfde besluit, toegevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 december 2023, wordt punt 2° opgeheven.
Art.5. Aan artikel 4.3.1, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 23 september 2016, 22 december 2017 en 22 december 2023, wordt een punt 15° toegevoegd, dat luidt als volgt:
"15° asbestvrije gebruikte vezelcementen bouwmaterialen.".
Art.6. Artikel 4.3.2 van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 december 2023, wordt vervangen door wat volgt:
"Art. 4.3.2. § 1. Tenminste de volgende bedrijfsafvalstoffen moeten gescheiden worden aangeboden door de afvalstoffenproducent en afzonderlijk worden gehouden bij de ophaling of inzameling:
1° klein gevaarlijk afval van vergelijkbare bedrijfsmatige oorsprong;
2° glasafval;
3° papier- en kartonafval;
4° gebruikte dierlijke en plantaardige oliën en vetten;
5° groenafval;
6° textielafval;
7° afgedankte elektrische en elektronische apparatuur;
8° afvalbanden;
9° inert puin, bestaande uit betonpuin, metselwerkpuin of mengpuin;
10° afvalolie;
11° gevaarlijke afvalstoffen;
12° asbestcementhoudende afvalstoffen en asbestverdachte materialen;
13° afgedankte apparatuur en recipiënten die ozonafbrekende stoffen of gefluoreerde broeikasgassen bevatten;
14° afvallandbouwfolies;
15° afgedankte batterijen en accu's;
16° pmd-afval;
17° houtafval;
18° metaalafval;
19° afgedankte matrassen;
20° recycleerbare harde kunststoffen;
21° geëxpandeerd polystyreen;
22° folies;
23° keukenafval en etensresten;
24° levensmiddelenafval, al dan niet verpakt;
25° niet-teerhoudend asfaltpuin;
26° funderingsmaterialen die niet conform de bepalingen van het eenheidsreglement gerecycleerde granulaten kunnen verwerkt worden;
27° verontreinigde fracties bouw- en sloopafval die achteraf niet kunnen uitgesorteerd worden bij een verwerker, waarna zij voldoen aan de acceptatiecriteria van de vergunde verwerker;
28° cellenbeton;
29° gipskartonplaten en gipsblokken;
30° glaswol;
31° rotswol;
32° bitumineus dakbedekkingsmateriaal of afdichtingsmateriaal;
33° asbestvrije vezelcementen bouwmaterialen.
Onder het woord geëxpandeerd polystyreen, vermeld in het eerste lid, 21°, wordt verstaan: zuiver piepschuim van verpakkingen met bolletjesstructuur.
Bouw- en sloopafval moet door de producent gescheiden van andere afvalstoffen worden aangeboden en gescheiden worden gehouden bij de ophaling of inzameling. Bouw- en sloopafval ontstaan door calamiteiten of dat op basis van andere wetgeving of op bevel van de politie of bevoegde autoriteiten onmiddellijk vernietigd of afgevoerd moet worden zonder verdere bewerkingen, vormt hierop een uitzondering.
§ 2. De afvalstoffenproducent die bedrijfsrestafval heeft en die een beroep doet op een inzamelaar, afvalstoffenhandelaar of -makelaar van bedrijfsrestafval is verplicht een contract af te sluiten waarin de afvalfracties, vermeld in de eerste paragraaf, en hun vooropgestelde inzamelwijze duidelijk vermeld worden.
De verplichting in het eerste lid geldt niet als voldaan is aan de volgende cumulatieve voorwaarden:
1° het bedrijfsrestafval van de afvalstoffenproducent is vergelijkbaar naar aard, samenstelling en hoeveelheid met huishoudelijke afvalstoffen;
2° het bedrijfsrestafval van de afvalstoffenproducent wordt ingezameld in één ronde met huishoudelijk afval;
3° voor de inzameling van het bedrijfsrestafval worden de kosten aangerekend overeenkomstig artikel 10 van het Materialendecreet.
§ 3. In afwijking van de eerste paragraaf kan de afvalstoffenproducent:
1° keukenafval, etensresten en onverpakt levensmiddelenafval samenvoegen in dezelfde inzamelrecipiënt;
2° keukenafval, etensresten, onverpakt levensmiddelenafval en levensmiddelenafval in zijn primaire verpakking samenvoegen in dezelfde inzamelrecipiënt, onder de volgende cumulatieve voorwaarden:
a) de inzamelrecipiënt wordt overgebracht naar een vergunde sorteerinrichting waar de verpakkingen en andere verontreinigingen gescheiden worden van keukenafval, etensresten en levensmiddelenafval;
b) de afvalstoffenproducent heeft een contract gesloten met een inzamelaar, afvalstoffenhandelaar of -makelaar, waarin de samengevoegde fracties en hun verdere behandeling worden gespecificeerd.
§ 4. In afwijking van de eerste paragraaf mag de afvalstoffenproducent papier- en kartonafval, houtafval, metaalafval, harde kunststoffen en folies samenvoegen in dezelfde recipiënt onder de volgende cumulatieve voorwaarden:
1° het zijn droge, niet-gevaarlijke afvalfracties, waarbij de samenvoeging van de fracties het achteraf uitsorteren en de recyclage van de afzonderlijke afvalfracties niet verhindert of laagwaardiger maakt dan dat het geval zou zijn als de inzameling volledig gescheiden gebeurt;
2° de recipiënt bevat geen andere afvalstoffen, geen bouw- en sloopafval en geen bedrijfsrestafval;
3° als er een beroep gedaan wordt op een inzamelaar, handelaar of makelaar van afvalstoffen, sluit de afvalstoffenproducent daarmee een contract, waarin de samengevoegde fracties worden gespecificeerd, en waarin wordt vermeld dat de recipiënt geen andere afvalstoffen en geen bedrijfsrestafval mag bevatten;
4° de recipiënt wordt overgebracht naar een vergunde sorteerinrichting waar de fracties volledig worden uitgesorteerd.
§ 5. In afwijking van de verplichting, vermeld in de eerste paragraaf, mag de afvalstoffenproducent in dezelfde recipiënt verschillende fracties bouw- en sloopafval samenvoegen, onder de volgende cumulatieve voorwaarden:
1° het gaat om afval van bouw-, sloop- of renovatiewerken dat voldoet aan de definitie van bouw- en sloopafval volgens artikel 1.2.1, § 2, 11° /1 en waarbij aan een van de volgende voorwaarden is voldaan:
a) de aaneengesloten beschikbare ruimte voor het plaatsen en beladen van de inzamelrecipiënten bedraagt maximaal 40 m2;
b) of de totale hoeveelheid gemengd bouw- en sloopafval die gedurende de uitvoering van de werf vrijkomt, is kleiner dan 40 m3;
c) of er is een gemotiveerde verklaring van de veiligheidscoördinator die stelt dat de respectievelijke fracties niet gescheiden vrijkomen omwille van veiligheid, stabiliteit of technische uitvoeringsbeperkingen of gevaar voor werknemers;
2° het bouw- en sloopafval is rechtstreeks afkomstig van een actieve werf;
3° het zijn droge, niet-gevaarlijke afvalfracties. Asbesthoudende of asbestverdachte materialen, verontreinigde fracties bouw- en sloopafval en funderingsmaterialen die niet onder het eenheidsreglement voor gerecycleerde granulaten kunnen verwerkt worden, zijn uitgesloten van deze gemengde inzameling;
4° het bouw- en sloopafval wordt beheerd zoals bepaald in onderafdeling 5.2.16.".
Art.7. In artikel 4.3.3 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 december 2017 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 22 maart 2019, 2 juli 2021 en 22 december 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1, tweede lid, wordt de zinsnede "paragraaf 2" vervangen door de zinsnede "paragraaf 5";
2° in paragraaf 2, vierde lid, wordt punt 1° opgeheven;
3° er wordt een paragraaf 5 toegevoegd, die luidt als volgt:
" § 5. De sloopdeskundige voert de taken uit, vermeld in de standaardprocedure, vermeld in paragraaf 2.
De sloopdeskundige gebouwen kan de taken uitvoeren die zijn opgenomen in de uitgebreide procedure gebouwen en de verkorte procedure gebouwen, zoals bepaald in de standaardprocedure en de procedure infrastructuurwerken, en beschikt minstens over een persoonscertificaat asbestdeskundige inventarisatie als vermeld in artikel 5.4.10.
De sloopdeskundige infrastructuur kan de taken uitvoeren, vermeld in de procedure infrastructuurwerken, en beschikt minstens over een erkenning als bodemsaneringsdeskundige type I als vermeld in artikel 25/1 van het VLAREL, of over een persoonscertificaat asbestdeskundige inventarisatie als vermeld in artikel 5.4.10 van dit besluit.
De minister kan bijkomende voorwaarden vastleggen waaraan de sloopdeskundige moet voldoen die betrokken is bij de opmaak van een sloopopvolgingsplan en een controleverslag als vermeld in paragraaf 2, en bij de toepassing van het traceerbaarheidssysteem, vermeld in artikel 4.3.5.".
Art.8. In artikel 4.5.2, § 1, van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 december 2023, wordt in punt 6° de zinsnede "bouw- en sloopafval" vervangen door de zinsnede "gemengd bouw- en sloopafval".
Art.9. In artikel 5.1.4, tweede lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2014 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 december 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° het woord "november" wordt telkens vervangen door het woord "september";
2° de zinnen "Het zo verkregen getal wordt afgerond tot twee decimalen na de komma. Het derde decimaal uit de voormelde berekening wordt altijd naar boven afgerond." worden vervangen door de zinnen "De derde decimaal van het getal dat wordt berekend met de voormelde bewerking, wordt altijd naar boven afgerond. Vervolgens wordt het getal afgerond op twee decimalen na de komma.".
Art.10. In artikel 5.2.16.2, § 1, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 december 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° de zinsnede "conform artikel 4.3.2 en dat" wordt vervangen door de zinsnede "conform artikel 4.3.2, § 1 en dat";
2° de zinsnede "van artikel 4.3.2, achtste lid is voldaan" wordt vervangen door de zinsnede "van artikel 4.3.2, § 5 is voldaan".
Art.11. In artikel 5.4.1, tweede lid, 9°, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 juli 2021, wordt het woord "gedwongen" opgeheven.
Art.12. In artikel 5.4.3, eerste lid, 7°, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 juli 2021 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 december 2023, wordt tussen het woord "kwaliteitshandboek" en het woord "dat" de zinsnede "met bijbehorende stukken," ingevoegd.
Art.13. In artikel 5.4.14, § 1, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 juli 2021 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 december 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in de inleidende zin worden de woorden "ofwel via de gebouwenpas" vervangen door de zinsnede "ofwel via een gegevensdelingsplatform van de Vlaamse overheid:";
2° er wordt een punt 13° toegevoegd, dat luidt als volgt:
"13° een medewerker van het Agentschap Onroerend Erfgoed voor de asbestinventarissen en de bijbehorende asbestinventarisattesten voor de toegankelijke constructies met risicobouwjaar die zijn opgenomen in de Inventaris van het Onroerend Erfgoed.".
Art.14. Aan artikel 5.5.1.1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 juli 2021 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 december 2023, wordt een zevende lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
"Deze afdeling is niet van toepassing op zwerfvuil dat ontstaat en wordt opgeruimd op vrij toegankelijke openbare domeinen die beheerd worden voor of door provinciebesturen, de Vlaamse Milieumaatschappij, het Agentschap voor Natuur en Bos, het Agentschap Wegen en Verkeer en De Vlaamse Waterweg of op openbare havendomeinen, steeds op voorwaarde dat het zwerfvuil als een aparte fractie wordt ingezameld.".
Art.15. In artikel 6.1.1 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2013 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 december 2023, wordt de zinsnede "artikel 6.1.1.4, tweede en vijfde lid" vervangen door de zinsnede "artikel 6.1.1.4, eerste lid, 2° en vijfde lid".
Art.16. In artikel 6.1.1.2, § 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 23 mei 2014, 2 juli 2021 en 22 december 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid wordt punt 1° vervangen door wat volgt:
"1° twee unieke volgnummers: een eerste start met een drielettercode die het systeem identificeert waarmee het identificatieformulier is aangemaakt, het tweede heeft de vorm van een Universally Unique Identifier. Minstens een van de twee voormelde volgnummers wordt gevisualiseerd op het identificatieformulier;";
2° in het eerste lid, 3°, worden tussen de woorden "de afvalstoffen afvoert" en de zinsnede ", en het" de woorden "vanaf de eigen inrichting" ingevoegd;
3° in het tweede lid wordt punt 1° vervangen door wat volgt:
"1° twee unieke volgnummers: een eerste start met een drielettercode die het systeem identificeert waarmee het identificatieformulier is aangemaakt, het tweede heeft de vorm van een Universally Unique Identifier. Minstens een van de twee voormelde volgnummers wordt gevisualiseerd op het identificatieformulier;";
4° in het tweede lid, 3°, worden tussen de woorden "de afvalstoffen afvoert" en de zinsnede ", en het" de woorden "vanaf de eigen inrichting" ingevoegd.
Art.17. In artikel 6.1.1.4, punt 1° /1, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 maart 2019, wordt de zinsnede "in artikel 4.3.2" telkens vervangen door de zinsnede "artikel 4.3.2, § 1".
Art.18. In artikel 6.1.5.2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 juli 2021 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 december 2023, wordt het achtste lid vervangen door wat volgt:
"De beheerder van een goedgekeurd systeem voor het afleveren van digitale identificatieformulieren brengt de OVAM op de hoogte van de gebruikers van het systeem. De eerste werkdag nadat een gebruiksovereenkomst is gesloten met een nieuwe gebruiker of de gebruiker het systeem verlaat, brengt de beheerder de OVAM daarvan op de hoogte. Dit gebeurt aan de hand van het ondernemingsnummer van de gebruiker en via de digitale tool die de OVAM ter beschikking stelt. De technische beschrijving van de digitale tool wordt opgenomen in een standaardprocedure die de OVAM op haar website ter beschikking stelt.".
Art.19. In artikel 6.1.5.3, 8°, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 juli 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° de woorden "elke actor die hij toelaat tot" worden vervangen door de woorden "elke gebruiker waarmee hij een gebruiksovereenkomst heeft afgesloten";
2° de volgende zin wordt toegevoegd:
"De gebruikers worden geregistreerd aan de hand van hun ondernemingsnummer.".
Art.20. In artikel 6.1.5.6 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 juli 2021 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 december 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° de woorden "bevat tenminste het ondernemingsnummer van de gebruikers en" worden opgeheven;
2° de woorden "de OVAM en" worden opgeheven;
3° de woorden "de betrokken overheden" worden vervangen door de woorden "de toezichthoudende overheid".
Art.21. In artikel 6.1.5.7, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 juli 2021 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 december 2023, wordt tussen de zin "Dat formaat wordt in een standaardprocedure vastgelegd die de minister heeft goedgekeurd." en de zin "De minister kan nadere regels voor de interoperabiliteit tussen de systemen vaststellen." de zin "De goedgekeurde systemen voor het afleveren van digitale identificatieformulieren zullen de identificatieformulieren en wijzigingen ervan uitwisselen met een centraal platform dat door de OVAM wordt aangeboden, met als enige doel het realiseren van de interoperabiliteit tussen deze systemen." ingevoegd.
Art.22. In artikel 7.1.1, eerste lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 december 2023, wordt punt 2° vervangen door wat volgt:
"2° voor ondernemingen die in het buitenland gevestigd zijn: het btw-nummer. Als de onderneming geen btw-nummer heeft, volstaat de vermelding van de naam en het adres;".
Art.23. In artikel 7.2.1.4, eerste lid, 6°, van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 december 2023, wordt de zinsnede "afdeling 4.2.2." vervangen door de zinsnede "afdeling 4.2".
Art.24. In artikel 7.3.3.2, tweede lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 december 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° de woorden "de geregistreerde vervoerder" worden vervangen door de woorden "de vervoerswijze";
2° de woorden "en de periode" worden vervangen door de zinsnede ", de periode";
3° de woorden "en de inzamelaar, afvalstoffenhandelaar of -makelaar die instond voor de regelingen voor de verwerking van de afvalstoffen" worden toegevoegd.
Art.25. In artikel 7.3.4.2, tweede lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 december 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° tussen de woorden "betrekking op" en de woorden "de aard" wordt de zinsnede "de oorsprong," ingevoegd;
2° tussen de zinsnede "de hoeveelheid," en de woorden "de toepassingswijze" wordt de zinsnede "de vervoerswijze," ingevoegd.
Art.26. In artikel 9/1.1, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 december 2023, worden volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 2 wordt een punt 4 toegevoegd, die luidt als volgt:
"4° het realiseren van interoperabiliteit tussen de goedgekeurde systemen voor het afleveren van digitale identificatieformulieren.";
2° in paragraaf 5 wordt een punt 3 toegevoegd, die luidt als volgt:
"3° de goedgekeurde systemen voor het afleveren van digitale identificatieformulieren.".
Art.27. Aan artikel 9.2.1, § 3, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 juli 2021 en vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 december 2023, wordt de zinsnede ", via de databank asbestinventarisatie" toegevoegd.
Art.28. Bijlage 2.1 bij hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 2016, en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 22 december 2017 en 22 december 2023, wordt vervangen door bijlage 2.1, die als bijlage 1 bij dit besluit is gevoegd.
Art.29. In bijlage 2.3.1.D van het hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 december 2017, worden punt 2° en punt 3° opgeheven.
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2013betreffende dierlijke bijproducten en afgeleide producten
Art.30. Artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2013 betreffende dierlijke bijproducten en afgeleide producten wordt vervangen door wat volgt:
"Art. 4. Professionele veehouders sluiten een overeenkomst met een geregistreerde inzamelaar, handelaar of makelaar over de inzameling van de kadavers van landbouwhuisdieren. De voormelde overeenkomst bevat minimaal afspraken rond de plaats van aanbieden van de kadavers en modaliteiten van de ophaling.".
Art.31. Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt:
"Art. 5. De OVAM voert de audit uit zoals vermeld in artikel 33, § 4, van het Materialendecreet.".
Art.32. In hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 22 maart 2019, 15 maart 2019, 24 februari 2017 en 10 februari 2017, wordt hoofdstuk 8, dat bestaat uit artikel 23 en 24, opgeheven.
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 juli 2021 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen
Art.33. Artikel 86, tweede lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 juli 2021 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen wordt vervangen door wat volgt:
"In afwijking van het eerste lid treedt artikel 24 van het decreet van 29 maart 2019 tot wijziging van diverse bepalingen van titel X van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen in werking op een door de minister te bepalen datum voor de gemeenschappelijke delen van toegankelijke constructies met risico-bouwjaar die onder het stelsel van mede-eigendom vallen en voor de gemeenschappelijke delen van toegankelijke constructies met risicobouwjaar onder één eigendom.".
HOOFDSTUK 4. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, het VLAREBO-besluit van 14 december 2007, het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, het VLAREL van 19 november 2010 en het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen
Art.34. In artikel 154 van het besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, het VLAREBO-besluit van 14 december 2007, het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, het VLAREL van 19 november 2010 en het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen wordt de zinsnede "Artikel 37" vervangen door de zinsnede "Artikel 36".
HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
Art.35. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2024 met uitzondering van:
1° artikel 6, met uitzondering van de punten 30°, 31°, 32° en 33° van paragraaf 1, artikel 10 en artikel 17. Deze treden in werking op 1 augustus 2024.
2° artikel 5 en artikel 6, voor zover het een punt 33° toevoegt aan artikel 4.3.2, paragraaf 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen. Deze treden in werking op een door de minister te bepalen datum en ten vroegste op 1 januari 2025;
3° artikel 6 voor zover het de punten 30°, 31° en 32° vervangt in artikel 4.3.2, paragraaf 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen. Deze treden in werking op 1 januari 2027;
4° artikel 30, 31 en 32, die in werking treden op 1 december 2024.
Art.36. De Vlaamse minister, bevoegd voor de omgeving en de natuur, is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGE.
Art. N.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 08-08-2024, p. 94506)