7 JUNI 2024. - Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het Programmadecreet van 22 december 2023 bij de begroting 2024 wat betreft de subsidies die toegekend worden uit de winst die afkomstig is van de Nationale Loterij en die aan de Vlaamse Gemeenschap wordt toegekend
Art. 1-19
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:
1° decreet van 22 december 2023: het Programmadecreet van 22 december 2023 bij de begroting 2024;
2° financieel verslag: een verantwoording waarbij wordt aangetoond welke kosten zijn gemaakt voor de uitvoering van de activiteit waarvoor de subsidie is toegekend, en welke opbrengsten de subsidieontvanger in het kader van die activiteit heeft verworven uit de activiteit zelf of uit andere bronnen;
3° inhoudelijk verslag: een inhoudelijke verantwoording waarbij wordt aangetoond dat, en eventueel in welke mate, de activiteit waarvoor de subsidie is toekend, uitgevoerd is.
Art.2. § 1. De bevoegde administratie stelt modellen ter beschikking voor:
1° een aanvraag van een subsidie;
2° een aanvraag van een prijs;
3° een verzoek tot verlenging van de einddatum van de activiteit;
4° een financieel verslag;
5° een inhoudelijk verslag.
De bevoegde administratie kan modellen ter beschikking stellen voor:
1° eventueel bijkomende informatie die in het kader van de aanvraag van een subsidie kan worden opgevraagd;
2° eventueel bijkomende informatie die in het kader van de verantwoording van een subsidie kan worden opgevraagd.
Indien de administratie een model ter beschikking stelt, gebruikt de aanvrager de modellen, vermeld in het eerste en tweede lid.
§ 2. Iedere kennisgeving door de bevoegde administratie, vermeld in dit besluit, wordt schriftelijk gedaan, ongeacht de drager. De kennisgeving kan gedaan worden via elektronische post, via een webtoepassing of een ander digitaal communicatiemiddel dat resulteert in een schriftelijk stuk voor de geadresseerde.
De bevoegde administratie kan de webtoepassing, vermeld in het eerste lid, inzetten voor alle communicatie tussen de administratie en de aanvrager.
Art.3. § 1. Een aanvraag van een beurs bevat de volgende gegevens:
1° de identificatiegegevens van de aanvrager;
2° de contactgegevens van de aanvrager;
3° een omschrijving van de doelstelling van de aanvraag.
Een aanvraag van een subsidie, die geen beurs betreft, bevat de volgende gegevens:
1° de identificatiegegevens van de aanvrager;
2° de naam, de rechtsvorm, het KBO-nummer, de maatschappelijke zetel van de aanvrager als de aanvrager geen natuurlijk persoon is;
3° een beschrijving van de activiteit, de start- en einddatum van de activiteit, een tijdslijn en stappenplan, concrete doelstellingen en bijhorende indicatoren die het mogelijk maken om de subsidie inhoudelijk en financieel te evalueren;
4° een sluitende begroting met een toelichting bij de geraamde kosten en opbrengsten;
5° de laatst goedgekeurde resultatenrekening of het financiële jaarverslag als de aanvrager geen natuurlijk persoon is;
6° een attest van de financiële instelling met vermelding van het rekeningnummer van de aanvrager.
§ 2. Een aanvraag van een prijs bevat de volgende gegevens:
1° de identificatiegegevens van de aanvrager;
2° de identificatiegegevens van de voorgedragen kandidaat voor zover dat iemand anders is dan de aanvrager;
3° de contactgegevens van de aanvrager;
4° de naam, de rechtsvorm, het KBO-nummer, de maatschappelijke zetel van de aanvrager als de aanvrager geen natuurlijk persoon is.
Art.4. Om te voldoen aan de vormvereisten, vermeld in artikel 82, eerste lid, 2°, of artikel 82, tweede lid, 3°, van het decreet van 22 december 2023, wordt een aanvraag voor een subsidie of prijs ingediend in de vorm, vermeld in artikel 2.
Art.5. De aanvraag wordt uiterlijk drie maanden voorafgaand aan de start van de activiteit waarop de subsidie of prijs betrekking heeft, ingediend bij de bevoegde administratie. De aanvraag kan maar bij één administratie worden ingediend.
De functioneel bevoegde Vlaamse minister kan op algemene wijze afwijken van de termijn, vermeld in het eerste lid, zolang de toekenning van de subsidie of prijs gebeurt binnen het kader van artikel 74/1 van de Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 29 maart 2019.
Wat prijzen betreft, wordt onder gesubsidieerde activiteit, zoals vermeld in artikel 74/1, eerste lid, van de Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 29 maart 2019, de prijsuitreiking bedoeld.
Art.6. Alleen kosten om de gesubsidieerde activiteit te realiseren komen in aanmerking voor een subsidie.
Art.7. De bevoegde administratie stelt vast of de aanvraag van een subsidie of de aanvraag van een prijs voldoet aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden, vermeld in artikel 82 van het decreet van 22 december 2023.
De bevoegde administratie meldt uiterlijk vijftien dagen na de dag waarop de aanvraag van een subsidie of de aanvraag van een prijs is ingediend, aan de aanvrager of de voormelde aanvraag al dan niet ontvankelijk is.
Art.8. § 1. De bevoegde administratie toetst de ontvankelijke aanvragen van een subsidie aan:
1° de subsidievoorwaarden, vermeld in artikel 83 van het decreet van 22 december 2023;
2° de subsidievoorwaarden vastgesteld overeenkomstig artikel 9 van dit besluit, indien van toepassing.
Als een aanvraag van een subsidie niet voldoet aan een subsidievoorwaarde, resulteert dat in een negatief advies.
§ 2. De bevoegde administratie stelt een advies op en bezorgt dat aan de functioneel bevoegde minister.
Art.9. De functioneel bevoegde ministers nemen de beslissing, vermeld in artikel 84 van het decreet van 22 december 2023. Zij kunnen op algemene wijze de toekenning van de subsidies of prijzen afhankelijk stellen van aanvullende voorwaarden.
Art.10. § 1. De functioneel bevoegde minister beslist over de toekenning van de subsidie of prijs uiterlijk zestig dagen na de dag waarop de aanvraag van een subsidie of prijs is ingediend.
De bevoegde administratie meldt de beslissing, vermeld in het eerste lid, aan de aanvrager uiterlijk vijftien dagen nadat de beslissing is genomen.
§ 2. De beslissing tot toekenning van een subsidie bevat al de volgende elementen:
1° de naam van de begunstigde;
2° de activiteit waarvoor de subsidie wordt toegekend;
3° de wijze waarop de resultaten van de gesubsidieerde activiteit openbaar worden gemaakt;
4° het subsidiebedrag;
5° de betalingswijze;
6° de indicatoren die toelaten om bij de beleidsevaluatie de subsidie inhoudelijk en financieel te evalueren.
§ 3. De beslissing tot toekenning van een prijs bevat al de volgende elementen:
1° de naam van de begunstigde;
2° de verdienste waarvoor de prijs wordt toegekend;
3° het bedrag van de prijs;
4° de betalingswijze.
Art.11. § 1. Subsidies worden uitbetaald in de vorm van een voorschot van 90% na de ondertekening van het toekenningsbesluit, en een saldo van 10% na het toezicht, vermeld in artikel 12.
In afwijking van het eerste lid worden subsidies die 15.000 euro of minder bedragen, volledig uitbetaald na de ondertekening van het toekenningsbesluit.
§ 2. Beurzen en prijzen worden volledig uitbetaald na de ondertekening van het toekenningsbesluit.
Art.12. § 1. De administratie oefent toezicht uit op de aanwending van subsidies die op basis van dit besluit worden toegekend.
Tijdens het toezicht, vermeld in het eerste lid, controleert de bevoegde administratie:
1° of de subsidieontvanger voldoet aan de subsidievereisten, vermeld in de tweede paragraaf;
2° of de subsidie overeenkomstig artikel 11 van de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof, gebruikt is voor het doel waarvoor ze is verleend.
§ 2. De begunstigde van een subsidie voldoet aan de volgend subsidievereisten:
1° de subsidieontvanger vermeldt in alle gedrukte en digitale communicatie, bij elke mededeling, verklaring, publicatie en presentatie in het kader van de gesubsidieerde activiteit de steun van de Vlaamse Gemeenschap door de standaardlogo's en de bijbehorende tekst en baselines te gebruiken die de Vlaamse Regering vaststelt;
2° de subsidieontvanger erkent het belang van het gebruik van het Nederlands bij de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten.
Art.13. § 1. Om het toezicht, vermeld in artikel 12, mogelijk te maken, dient de begunstigde uiterlijk drie maanden na afloop van de activiteit een inhoudelijk en financieel verslag in bij de bevoegde administratie.
In afwijking van het eerste lid dient de begunstigde van een beurs alleen een inhoudelijk verslag in bij de bevoegde administratie.
§ 2. De bevoegde administratie kan op elk moment aan de begunstigde aanvullende informatie en documenten opvragen.
Art.14. § 1. De begunstigde van een subsidie kan bij de bevoegde dienst van de administratie een gemotiveerd verzoek indienen om de einddatum van de activiteit te verlengen.
De nieuwe einddatum van de activiteit kan uiterlijk één jaar na de begindatum van de activiteit, vermeld in de aanvraag van een subsidie, vallen, zolang de maximale looptijd, vermeld in artikel 83, 2°, van het decreet van 22 december 2023 niet wordt overschreden.
§ 2. De bevoegde administratie beslist over de verlenging van de termijn en meldt uiterlijk vijftien dagen na de dag waarop het verzoek tot verlenging is ingediend, of de einddatum van de activiteit verlengd kan worden.
Art.15. De subsidieontvanger maakt de resultaten van de activiteiten die gesubsidieerd worden, vermeld in artikel 80 van het decreet van 22 december 2023, bekend via zijn eigen communicatiekanalen.
Art.16. De volgende elementen zijn de indicatoren die toelaten om bij de beleidsevaluatie de subsidies, vermeld in artikel 80 van het decreet van 22 december 2023, inhoudelijk en financieel te evalueren:
1° het jaarlijkse aantal aangevraagde subsidies;
2° het jaarlijkse aantal toegekende subsidies;
3° het totaal van de jaarlijks toegekende bedragen.
Art.17. Het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2002 houdende de voorwaarden tot toekenning van subsidies afkomstig van de over de Vlaamse Gemeenschap verdeelde winst van de Nationale Loterij, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 5 december 2008 en 15 juli 2016, wordt opgeheven.
Art.18. Het ministerieel besluit van 24 oktober 2013 houdende afwijking van artikel 6, eerste lid, 2°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2002 houdende de voorwaarden tot toekenning van subsidies afkomstig van de over de Vlaamse Gemeenschap verdeelde winst van de Nationale Loterij, wat betreft de project- of investeringssubsidies en de subsidies voor prijzen en beurzen in de sector cultuur wordt opgeheven.
Art. 19. De Vlaamse minister bevoegd voor cultuur, de Vlaamse minister bevoegd voor het welzijn, de Vlaamse minister bevoegd voor de gezondheids- en woonzorg, de Vlaamse minister bevoegd voor het dierenwelzijn, de Vlaamse minister bevoegd voor de omgeving en de natuur, de Vlaamse minister bevoegd voor het woonbeleid, en de Vlaamse minister bevoegd voor de sociale economie, is, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.