3 MEI 2024. - Besluit van de Vlaamse Regering over het afsprakenkader en ondersteuningsplan voor jongeren die in het kader van de jeugdhulpverlening in een onderwijsinternaat verblijven
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Art. 1-2
HOOFDSTUK 2. - Afsprakenkader en ondersteuningsplan
Art. 3-7
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art. 8-9
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:
1° afsprakenkader en ondersteuningsplan: het afsprakenkader en ondersteuningsplan, vermeld in artikel 5;
2° eerstelijnszone, afgekort ELZ: het werkgebied van de zorgraad, vermeld in artikel 13 van het decreet van 26 april 2019 betreffende de organisatie van de eerstelijnszorg, de regionale zorgplatformen en de ondersteuning van de eerstelijnszorgaanbieders;
3° jeugdhulpaanbieder: een jeugdhulpaanbieder als vermeld in artikel 2, § 1, 27°, van het decreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp;
4° jongere: een minderjarige als vermeld in artikel 2, § 1, 36°, van het decreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp, of een persoon die daarmee wordt gelijkgesteld conform artikel 18, § 3, van het voormelde decreet;
5° ouders: de ouders, vermeld in artikel 3, § 1, 6°, van het decreet van 16 juni 2023 over de onderwijsinternaten;
6° samenwerkingsverband één gezin, één plan, afgekort samenwerkingsverband 1G1P: de samenwerkingsverbanden één gezin, één plan hebben als doel om, samen met minimaal de basisvoorzieningen en de jeugdhulpaanbieders die erkend zijn voor gespecialiseerde rechtstreeks toegankelijke jeugdhulpverlening in het werkingsgebied, een gecoördineerd en laagdrempelig rechtstreeks toegankelijk zorgaanbod uit te bouwen;
7° sociale dienst: de Sociale Dienst Jeugdrechtbank, vermeld in artikel 56 van het decreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp.
Art.2. Dit besluit is van toepassing op de onderwijsinternaten die erkend, gefinancierd of gesubsidieerd zijn conform artikel 6 en 23 van het decreet van 16 juni 2023 over de onderwijsinternaten en de samenwerkingsverbanden 1G1P, vermeld in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 januari 2024 tot toekenning van subsidies van de Vlaamse Gemeenschap voor het jaar 2024 aan verschillende organisaties in het raam van de samenwerkingsverbanden `1 gezin, 1 plan'.
HOOFDSTUK 2. - Afsprakenkader en ondersteuningsplan
Art.3. § 1. Vóór de inschrijving van jongeren die in het kader van de jeugdhulpverlening in een onderwijsinternaat verblijven, worden voor die jongeren, na een grondige analyse van de ondersteuningsnoden en zorgvragen, een van de volgende drie trajecten vooropgesteld:
1° traject 1: voor jongeren voor wie er geen bijkomende ondersteuning dan het verblijf in een onderwijsinternaat en een aantal afspraken over het verblijf nodig zijn;
2° traject 2: voor jongeren bij wie louter een verblijf in een onderwijsinternaat onvoldoende is, als de jongere zelf en het internaat een bijkomende vraag tot en nood aan ondersteuning hebben. De bijkomende ondersteuning wordt op maat gerealiseerd door een effectieve begeleiding door een jeugdhulpaanbieder in de nabije omgeving;
3° traject 3: voor jongeren bij wie de situatie in traject 2 vastloopt of voor jongeren die in afwachting van een plek in een welzijnsvoorziening tijdelijk in een onderwijsinternaat verblijven. Voor de voormelde jongeren is een heroriëntering naar een andere setting dan het onderwijsinternaat vereist. In afwachting van de voormelde heroriëntering voorzien de betrokken jeugdhulpaanbieders in een substantiële bijkomende ondersteuning van het onderwijsinternaat.
De inschatting, vermeld in het eerste lid, gebeurt op basis van onderling overleg met de jongere, de ouders, het onderwijsinternaat, de betrokken jeugdhulpaanbieders en, in voorkomend geval, de bevoegde jeugdrechter en de sociale dienst.
§ 2. Het vooropgestelde traject, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, kan gedurende het verblijf van de jongere in het onderwijsinternaat veranderen. De betrokken partijen maken de nodige afspraken over de evaluatie van de zorg- en ondersteuningsnoden.
§ 3. Als de betrokken jeugdhulpaanbieders niet bekend zijn bij het onderwijsinternaat, neemt het onderwijsinternaat contact op met het samenwerkingsverband 1G1P van de ELZ waar het internaat zich bevindt.
Art.4. Voor alle jongeren die in het kader van de jeugdhulpverlening in een onderwijsinternaat verblijven, wordt een afsprakenkader en ondersteuningsplan opgesteld. Voor jongeren die traject 1, vermeld in artikel 3, § 1, eerste lid, 1°, volgen, is het afsprakenkader en ondersteuningsplan beperkt tot de afspraken die zijn opgenomen in het afsprakenkader.
Art.5. § 1. Het afsprakenkader en ondersteuningsplan, vermeld in artikel 14 van het decreet van 16 juni 2023 over de onderwijsinternaten, komt tot stand in overleg met:
1° de jongere;
2° de ouders;
3° het onderwijsinternaat;
4° de betrokken jeugdhulpaanbieders, eventueel een vertegenwoordiger van het samenwerkingsverband 1G1P en, in voorkomend geval, de sociale dienst;
5° als dat nodig is, kan het CLB van de school waar de jongere is ingeschreven, betrokken worden vanuit zijn opdracht om leerlingen te begeleiden in hun functioneren op school en in de maatschappij en vanuit zijn functie brede instap.
In het eerste lid, 5°, wordt verstaan onder CLB: een CLB als vermeld in artikel 3, § 1, 3°, van het decreet van 16 juni 2023 over de onderwijsinternaten.
§ 2. Het afsprakenkader, vermeld in paragraaf 1, omvat minimaal de volgende elementen:
1° de gegevens van de contactpersonen van het onderwijsinternaat;
2° de gegevens van de ouders;
3° de gegevens van de contactpersonen van de betrokken jeugdhulpaanbieders en eventueel een vertegenwoordiger van het samenwerkingsverband 1G1P en, in voorkomend geval, de sociale dienst;
4° de zorgen, krachten en doelen van de jongere en het onderwijsinternaat die worden gekaderd in de context van de jongere en het onderwijsinternaat;
5° de samenwerkingsafspraken, met inbegrip van financiële afspraken;
6° de afspraken over de opvolging van de jongere;
7° het verloop van het verblijf in het onderwijsinternaat, met aandacht voor de weekend- en vakantieregeling buiten het onderwijsinternaat;
8° de afspraken in geval van een eventuele evolutie in zorgvraag;
9° de evaluatiemomenten.
§ 3. Het ondersteuningsplan, vermeld in paragraaf 1, omvat minimaal de volgende elementen:
1° de geboden ondersteuning op maat van de jongere, zijn context of zijn gezin en het onderwijsinternaat vanuit een of meer jeugdhulpaanbieders door de inzet van personeel en middelen;
2° de samenwerkingsafspraken op gezins- en sociaalnetwerkniveau;
3° de afspraken over de regie van het ondersteuningsplan;
4° de afspraken over de uitstroom;
5° de afspraken over evaluatie en contactmomenten.
§ 4. Het afsprakenkader en ondersteuningsplan, vermeld in paragraaf 1, wordt ondertekend door:
1° de jongere;
2° de ouders;
3° het onderwijsinternaat;
4° de betrokken jeugdhulpaanbieders die de afgesproken ondersteuning zullen realiseren en, in voorkomend geval, de sociale dienst.
Art.6. Gedurende het verblijf in het onderwijsinternaat heeft iedere partner betrokken bij de uitvoering van het afsprakenkader en ondersteuningsplan, het recht om bijsturing te vragen als de geboden ondersteuning niet meer relevant is of als de geboden ondersteuning niet volstaat om aan de ondersteuningsnoden en de ondersteuningsvraag te voldoen. De voormelde bijsturing gebeurt in overleg met alle betrokken partijen, vermeld in artikel 5, § 1.
Art.7. Als pas na de inschrijving van een jongere in een onderwijsinternaat blijkt dat het verblijf van de interne kadert binnen de jeugdhulpverlening of als de nood aan jeugdhulpverlening pas ontstaat na de inschrijving, neemt het onderwijsinternaat contact op met het samenwerkingsverband 1G1P van de ELZ waar het internaat zich bevindt om een afsprakenkader en ondersteuningsplan op te stellen conform artikel 5.
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art.8. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2023.
Dit besluit is van toepassing voor de inschrijvingen in een onderwijsinternaat vanaf het schooljaar 2024-2025.
Art. 9. De Vlaamse minister, bevoegd voor het Welzijn, en de Vlaamse minister, bevoegd voor Onderwijs en Vorming, zijn belast met de uitvoering van dit besluit.