Details





Titel:

28 APRIL 2024. - Koninklijk besluit tot aanstelling van het intern meldingskanaal binnen het Ministerie van Landsverdediging en tot uitbreiding van het toepassingsgebied van het koninklijk besluit van 18 april 2023 betreffende het integriteits-beleid en het integriteits-management binnen sommige organisaties van de federale uitvoerende macht en tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 februari 2017 houdende oprichting van de federale overheidsdienst beleid en ondersteuning tot het militair personeel van het ministerie van landsverdediging



Inhoudstafel:


Art. 1-8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
  1° "Defensie": het Ministerie van Landsverdediging zoals bepaald in het koninklijk besluit van 2 december 2018 tot bepaling van de algemene structuur van het Ministerie van Landsverdediging en tot vaststelling van de bevoegdheden van bepaalde autoriteiten;
  2° "de wet van 8 december 2022": de wet van 8 december 2022 betreffende de meldingskanalen en de bescherming van de melders van integriteitsschendingen in de federale overheidsinstanties en bij de geïntegreerde politie;
  3° "het koninklijk besluit van 2 december 2018": het koninklijk besluit van 2 december 2018 tot bepaling van de algemene structuur van het Ministerie van Landsverdediging en tot vaststelling van de bevoegdheden van bepaalde autoriteiten;
  4° "het koninklijk besluit van 18 april 2023": het koninklijk besluit van 18 april 2023 betreffende het integriteitsbeleid en het integriteitsmanagement binnen sommige organisaties van de federale uitvoerende macht en tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 februari 2017 houdende oprichting van de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning;
  5° "het koninklijk besluit van 20 oktober 2023": het koninklijk besluit van 20 oktober 2023 betreffende de elementen van de procedures en opvolging van interne meldingen, het doel en de inhoud van de archivering van meldingen en de modaliteiten van openbare raadpleging, vermeld in artikelen 10, § 1, vierde lid, 11, derde en vierde lid, 27, § 5, derde lid, en 76, derde lid, van de wet van 8 december 2022 betreffende de meldingskanalen en de bescherming van de melders van integriteitsschendingen in de federale overheidsinstanties en bij de geïntegreerde politie;
  6° "de Chef Defensie": de Chef Defensie zoals bedoeld in artikel 7, § 1, van het koninklijk besluit van 2 december 2018.

Art.2. Binnen Defensie wordt bij het inspectoraat-generaal, zoals bedoeld in artikel 1, eerste lid, 6°, van het koninklijk besluit van 2 december 2018, door de Chef Defensie een intern meldingskanaal opgezet zoals bedoeld in artikel 10, § 1, eerste lid, van de wet van 8 december 2022.

Art.3. Het intern meldingskanaal verzekert zowel het ontvangen van meldingen van integriteitsschendingen als de opvolging ervan. Binnen het inspectoraat-generaal worden het ontvangen van de meldingen en het vooronderzoek van de ontvankelijkheid verzekerd door de Sectie Klachtenmanagement (IG-DKM) terwijl de opvolging en het onderzoek naar de ontvankelijk verklaarde integriteitsschending worden verzekerd door de Sectie Assessment (IG-A).

Art.4. Indien de capaciteit van het intern meldingskanaal overschreden wordt, dan kunnen, overeenkomstig een samenwerkingsakkoord met de Federale Audit zoals bedoeld in artikel 6, 7°, van de wet van 8 december 2022 en overeenkomstig artikel 10 van het koninklijk besluit van 20 oktober 2023, bepaalde meldingen worden overgedragen aan de Federale Audit, mits akkoord van de melder.

Art.5. Het toepassingsgebied van het koninklijk besluit van 18 april 2023 wordt, overeenkomstig artikel 1, tweede lid, van het koninklijk besluit van 18 april 2023, uitgebreid tot:
  1° de militair en de kandidaat-militair;
  2° de aalmoezenier van het Ministerie van Landsverdediging bedoeld in het koninklijk besluit van 17 augustus 1927 ter regeling van den staat en den stand der militaire aalmoezeniers;
  3° de moreel consulent van het Ministerie van Landsverdediging bedoeld in de wet van 18 februari 1991 betreffende de morele consulenten bij de Krijgsmacht, die tot de niet-confessionele gemeenschap van België behoren;
  4° het onderwijzend burgerpersoneelslid van de Koninklijke Militaire School bedoeld in artikel 1, § 1, derde lid, van de wet van 16 maart 1994 betreffende het statuut en de bezoldiging van het onderwijzend personeel van de Koninklijke Militaire School, en van de Koninklijke School voor Onderofficieren bedoeld in het koninklijk besluit van 28 november 1984 tot vaststelling van het statuut van het burgerlijk onderwijzend personeel van de hogere secundaire technische school bij de Technische school van de Luchtmacht.

Art.6. Voor de toepassing van de artikelen 9 en 10 van het koninklijk besluit van 18 april 2023 binnen Defensie, wordt verstaan onder "het strategisch plan van de organisatie", "het Bedrijfsplan Defensie".

Art.7. Voor de toepassing van artikel 10, § 1, derde lid, van het koninklijk besluit van 18 april 2023 binnen Defensie, wordt verstaan onder "het directiecomité of de beheerraad", "de directieraad en het directiecomité van het Ministerie van Landsverdediging", respectievelijk bedoeld in de artikelen 1, eerste lid, 7°, 8 en 9 van het koninklijk besluit van 2 december 2018.

Art. 8. De Minister bevoegd voor Defensie is belast met de uitvoering van dit besluit.